zondag 19 juni 2022

Hoe Oekraïense- en Amerikaanse 'Hofjoden' Gebruikt Worden 21

Hoewel de EU-macht er zich niets van zal aantrekken, kunnen de volgende ontnuchterende woorden van Hans Magnus Enzensberger uit 1987 niet vaak genoeg herhaald worden: 

alle stellingen die over Europa kunnen worden geformuleerd, [stuiten] op een grens die in de natuur van de zaak besloten ligt. Deze eigenaardige resistentie wordt heel duidelijk zichtbaar wanneer men ons continent vergelijkt met de grote hedendaagse imperia, de Verenigde Staten, de Sovjet Unie en China. In tegenstelling tot deze kolossale rijken is Europa nooit een staat, nooit een natie geweest, en dat is niet alleen een politiek, religieus, taalkundig gegeven, maar ook een omstandigheid die kenmerkend is voor onze cultuur en ons bewustzijn. Aan pogingen het continent aan één enkel gezag te onderwerpen heeft het immers vanaf de Romeinse ‘Caesares’ tot Napoleon en tenslotte Hitler niet ontbroken. Het kan geen toeval zijn dat deze pogingen stuk voor stuk zijn mislukt.


Elke vorm van centralisme is anti-Europees, of, in de woorden van de grote historicus Jacob Burckhardt: ‘Voor Europa is altijd maar één ding dodelijk geweest: het verpletterende machtsmonopolie van één staat, of dat nu van binnenuit komt of van bovenaf. Elke nivellerende tendens, politiek, religieus of sociaal, is voor ons continent levensgevaarlijk. Wat ons bedreigt, is gedwongen eenheid; wat ons redt, is onze verscheidenheid.’ Wie deze heterogeniteit oftewel de autonomie van het individu ten opzicht van het geheel net kan of niet wil respecteren, is een slecht Europeaan. Dat geldt ook in de binnenlandse politiek, en geldt ook nog vandaag de dag, zoals men aan het Ierse en het Baskische voorbeeld kan aflezen, of dat van Transsylvanië of Kosovo.


Zo bezien is dat wat men de teloorgang van Europa in de wereldpolitiek noemt, een gelukkig toeval, dat het continent in staat stelt eindelijk tot zichzelf te komen,


aldus één van de scherpzinnigste Europese intellectuelen van na de Tweede Wereldoorlog, die qua denken politici en hun mainstream-opiniemakers ver achter zich laat. De door het Europese establishment zo geprezen bestsellerauteur Geert Mak bijvoorbeeld demonstreert keer op keer hoe achterhaald zijn ‘gedwongen eenheid’ van ‘Geen Jorwerd zonder Brussel’ is. Tegenover mij bepleitte hij een jaar of twee geleden dat Berlijn het voortouw  moest nemen in de toekomstige Europese politiek, en dat de rest zich daaraan zal moeten aanpassen, aangezien Duitsland nu eenmaal de machtigste natie van het Avondland is geworden. Hij kon zich niet indenken hoe ‘dodelijk’ een ‘machtsmonopolie’ uit zal werken, net zoals zijn vader, dominee dominee Catrinus Mak, in 1936 als geestelijk leidsman niet besefte hoe gevaarlijk zijn publiekelijk verkondigde stelling was dat de nazi-rassenwetten ‘staatkundig tolerabel' waren, ondanks het feit dat daarmee 'God's uitverkoren volk,' de joden, uit het publiekelijk leven van Duitsland werden verbannen. Catrinus Mak kon weten dat Adolf Hitler in Mein Kampf had geschreven dat joden de Eerste Wereldoorlog hadden uitgelokt, en van oordeel was dat het Arische volk de joden al ruim vóór 1918 ‘te grazen had moeten nemen.’ En ook het volgende fragment uit Hitler’s boek werd door Mak senior genegeerd: ’Had men aan het begin van deze oorlog maar één keer twaalf- of vijftienduizend van deze Hebreeuwse volksbedervers op gifgas getrakteerd (…) dan was het offer van miljoenen Duitsers aan het front niet tevergeefs geweest.’ Voor een predikant die ook in het joodse oude testament geloofde, is het opmerkelijk dat Catrinus niet tot in het diepst van zijn ziel geschokt was door Hitler’s bewering dat de joden het voortbestaan van de mensheid bedreigden: ‘Zegeviert de jood dankzij zijn marxistische geloofsbelijdenis over de volken van deze wereld, dan zal zijn kroon de krans op het graf van de mensheid zijn, dan zal deze planeet weer zonder mensen, zoals miljoenen jaren geleden, door de ether trekken.’


Ondanks alle uitspraken van Hitler kon Mak senior zich niet voorstellen dat de Neurenberger rassenwetten uit 1935 een verdere stap op weg was naar de Holocaust. Over het enthousiasme van zijn vader voor het genadeloze kolonialisme, dat Catrinus als evangelisatie-predikant zelfs militair verdedigde, schreef zijn zoon Geert tegen het einde van de twintigste eeuw:


Veel later, toen hij zijn herinneringen opschreef, sprak mijn vader van een ‘schuldige tijdgebondenheid.’ Achteraf schaamde hij zich diep over deze periode. Ik maakte me, schreef hij, enkel druk over de handhaving van het sabbatsgebod.


Voor zover ik weet heeft het publiek zich niet verwonderd over het begrip ‘schaamte’ dat Mak junior hier gebruikt. En toch is het woord ‘schaamte’ in dit verband onthullend. Volgens de officiële definitie is: 


Schaamte een onaangename psychosociale emotie waarvoor de angst om door anderen misprezen of zelfs niet meer door de groep geaccepteerd te worden bepalend is. Schaamte is daarmee een sterk cultureel bepaald fenomeen, dat ongeveer de tegenpool van het eergevoel vormt.


Met andere woorden: het is een emotie die wordt opgeroepen door het oordeel van anderen, allereerst dat van de peer group. Uit de beschrijvingen van zijn zoon Geert valt op te maken dat Mak senior leed aan een minderwaardigheidsgevoel, hetgeen aannemelijk maakt dat hij zich naderhand als burger inderdaad voor zijn racistische kolonialistische opvattingen zal hebben geschaamd, dat wil zeggen: pas toen de tijdgeest ingrijpend leek te zijn veranderd en het ouderwetse kolonialisme onhoudbaar was gebleken. Maar dit is slechts de helft van het verhaal, want Catrinus Mak was zijn werkzame leven lang ook nog dominee, en dus een verspreider van de blijde boodschap van zijn 'Verlosser,' de 'Heiland' die voor de zonden van de mens aan het kruis was gestorven. Mak junior schildert zijn vader af als een man die ‘op zijn manier met God [wandelde], en dat gaf zijn leven een bepaalde zorgeloosheid waarmee hij zich soms afsloot voor zijn allernaasten.’ Dit verklaart ten dele waarom hij de onderdrukking en uitbuiting van de inheemse bevolking kon accepteren. Gefocust op zijn zwijgzame God kon hij zich afsluiten voor De Ander, waardoor zijn eigen vrouw ‘de prijs voor het lichte leven van haar man betaalde — zonder dat hij dat ooit zag,’ aldus mijn oude vriend Geert die meldt dat zijn moeder, volgens eigen zeggen, ‘in Indië altijd bang was,’ geweest voor ‘het vreemde en ondoorgrondelijke van dit immense land.’ 


Wat zich evenwel buiten de wandeltocht met God voltrok zag de zo godsvruchtige Mak senior niet, zo valt op te maken uit zijn zoon's bestseller De eeuw van mijn vader (1999). Ik wijs hier met enige nadruk op omdat de appel niet ver van de boom valt, zoals het aloude cliché luidt. En inderdaad, ook zijn zoon Geert is zich niet bewust is van het gegeven dat ook hij nu met vuur speelt. Dit blijkt opnieuw uit ondermeer het volgende: op bevrijdingsdag, 5 mei 2014, vergeleek Mak in het televisieprogramma Eén op één de huidige situatie in de Europese Unie met die in de VS vóór 1861:

Als je kijkt naar Amerika, dat heeft ook in zo'n soort fase gezeten, vlak voor de burgeroorlog. Nou wil ik niet gelijk met oorlog beginnen hoor, maar…


Programmamaker Sven Kockelmann sprong  hier direct gretig op in door zijn als ‘Chroniqueur van Europa’ aangekondigde gast te onderbreken met de opmerking: ‘U zegt het, daar was een burgeroorlog nodig om een federatie tot stand te brengen. Wij hebben toch geen burgeroorlog gehad?’ Mak reageerde zonder te hoeven nadenken met de woorden ‘Nou, wij hebben nu meneer Poetin bijvoorbeeld, hė,’ daarmee de veronderstelling opperend dat één man, president ‘Poetin,’ de oorzaak kon worden van een wereldoorlog. Het 'landjepik' van 'meneer Poetin,' zo beweerde Mak 'dwingt' Europa om 'meer aan defensie uit te geven.’ Eindelijk had Mak een argument om zijn propaganda voor het neoliberale economische/financiële en NAVO bolwerk 'Brussel' te rechtvaardigen. 


Twee maanden eerder had Mak in een interview, gepubliceerd op 10 maart 2014, al voor het Russische ‘gevaar’ gewaarschuwd:


Je moet je voorstellen, Rusland. Een land dat met de rug naar de toekomst de 21e eeuw binnenloopt, dat niet echt moderniseert, dat opnieuw gedomineerd wordt door graaiende tsaren en bojaren.


Voor hem was Rusland een ‘gewonde beer’ waarvoor ‘je moet uitkijken,’ want ‘gevaarlijk, grof,' en 'onrechtmatig.'

https://www.geertmak.nl/nl/europa/essays-en-lezingen/84/de-grote-kwaal-van-de-eu-heet-nog-steeds-triomfalisme.html  


Maar twee jaar later, op 15 maart 2016, had Geert Mak, zoals gebruikelijk, weer een tegenovergestelde mening, door plechtstatig te verklaren:


Een normaal federatief verband had allang begrepen dat het Associatieverdrag tussen de EU en dat land (Oekraïne. svh) meer is dan een louter technische kwestie. Dat daar ook een belangrijke geopolitieke factor aan vastzit. Als Europa zo naar dat verdrag had gekeken, had het zeker behoedzamer geopereerd en was veel ellende voorkomen.


Mak junior voegde hier aan toe: 


je moet als politicus toch ook nadenken: welke beloften doen we en aan wie? Oekraïne was en is een ontzettend labiel land, op de rand van een failed state, en nog altijd extreem corrupt. En of we dat nu leuk vinden of niet, het is een deel van de Russische invloedssfeer. Als president van Rusland kon Poetin zich niet permitteren niet op het verlies van de Krim te reageren. Als je nog maar een middag de geschiedenis van Rusland en Oekraïne bestudeert snap je dat. Er is veel te lichthartig met dat probleem omgesprongen.


En: 


Rusland heeft altijd al een gordel van satellietstaten om zich heen willen scheppen om zich teweer te stellen tegen agressie vanuit Europa. Het verwijt dat de NAVO na de ineenstorting van de Sovjet-Unie gebruik heeft gemaakt van de Russische zwakte is op zich correct. Zelfs Henry Kissinger heeft gewaarschuwd dat je daarmee een bepaald evenwicht verstoort.

https://www.geertmak.nl/nl/europa/essays-en-lezingen/291/ik-zou-de-lastpakkerigheid-van-de-britten-wel-missen.html



Geert's radicale verandering van visie verscheen nadat ik hem de context had uiteengezet van dit conflict. Sebastopol op de Krim is namelijk de warme haven van de Russische marinevloot naar de Middellandse Zee. Ik verwees hem tevens naar een cultuurhistorische uiteenzetting van Kissinger over ondermeer de religieuze en historische banden tussen Kiev en Moskou. Slechts een middagje ‘de geschiedenis van Rusland en Oekraïne’ te hebben bestudeerd was zelfs voor hem voldoende om het probleem te snappen. Mak besefte dat zijn eerdere bewering over het 'landjepik' van 'meneer Poetin’ dat heel ‘Europa dwingt’ om 'meer aan defensie uit te geven’ in een onbesuisd moment uit zijn mond was geglipt. Maar Geert Mak zou geen Geert Mak zijn wanneer hij ook deze categorische uitspraak weer van tafel had geveegd. En dus volgde hij in 2020 nog steeds de lijn die hij in zijn boek In America. Travels with JOHN STEINBECK uit 2014 als volgt uitstippelde:


Russia is on the move again. After the collapse of the Soviet Empire it wants to start history once more, and how! Old myths about Russian greatness and the Russian soul are being dusted off. Borders are being redrawn, spheres of influence determined by force — it's as if we're back in the nineteenth century, complete with rigid and short-sighted tsarism. Russians have a sense that the Western world, including Western values and Western ways of thinking, are no longer paramount.


In this new situation, Europe is vulnerable, at least in the short term. The continent is divided and susceptible to blackmail because a number of European countries have become highly dependent on Russian gas. Defence has been neglected since the end of the Cold War; NATO has expanded its territory without strengthening its own armed forces; most European countries have implemented severe cutbacks and a common European defense policy remains a distant prospect. After decades of peace, America’s traditional allies represent a serious security problem,


terwijl: 


over recent years America’s military capacity has been reduced to a historically low level.


Kijk mij nu eens lollig zijn.


Ook dit laatste was een leugen. Het is zinloos om te vragen of de ware Mak nu eindelijk eens wil opstaan, want een authentieke Geert bestaat eenvoudigweg niet. Zijn beweringen komen ook niet voort uit een doorleefde werkelijkheid, maar zijn het resultaat van honderden terloops opgevangen flarden van gesprekken, fragmenten uit vluchtig gelezen kranten, half bewust bekeken televisieprogramma’s, dan wel snel doorgebladerde boeken. Iemand die binnen tien jaar vuistdikke bestsellers schrijft over Europa en over Amerika, en naar aanleiding daarvan ook nog eens een lange televisieserie over Europa maakt, het land intrekt om van Diever tot Slenaken, van Den Helder tot Terneuzen, zijn boeken aan te prijzen, en tevens interviews geeft en toespraken houdt, heeft natuurlijk geen tijd om zelf boeken te lezen of informatie serieus te verwerken, noch relevante ervaringen op te doen. 


Als een opgejaagd konijn rent Mak van hot naar her, zonder tijd om zich te kunnen afvragen wie hij eigelijk is, en waarvoor hij nu precies staat. Geert is een gimmick, een masker, een poseur, een onzekere man die bereid is zichzelf te verkopen als het hem nog meer roem en rijkdom oplevert. Maar omdat in zijn jachtig bestaanden tijd overblijft om alles goed te verteren, blijft hij de complexe realiteit reduceren tot politieke ‘sound-bites.’ Geert Mak is daardoor een gevaarlijk verschijnsel in een tijd van massale morele onzekerheid. Dat hij zijn simplistische oordelen telkens weer moet herzien, bleek opnieuw  na het verschijnen van zijn laatste dikke pil: Grote verwachtingen in Europa. Daarin neemt hij afstand van zijn stellige beweringen in zijn bestseller In Europa (2004). Uitgeverij atlas contact kondigde dit boek als volgt aan: 


In ‘Grote verwachtingen’ vertelt en duidt Geert Mak de recente geschiedenis zoals alleen hij dat kan. Het is het vervolg op het immens succesvolle ‘In Europa’ dat vijftien jaar geleden verscheen. Enkele jaren later volgde de 35-delige tv-serie met de schrijver in de hoofdrol. In Europa ging over de twintigste eeuw en hoe die in veel opzichten gruwelijke periode getekend door twee wereldoorlogen, ons heeft gevormd. ‘Grote verwachtingen’ gaat over de eerste twee decennia van de eenentwintigste eeuw. Het neemt de draad op waar ‘In Europa’ eindigde, in 1999. Mak schetst de sfeer en stemming tijdens de eeuwwisseling, het optimisme dat toen hoogtij vierde maar dat gaandeweg verdween, de gevoelens rond de invoering van de euro, de gevolgen van de aanslag op de Twin Towers, de toestand in Oost-Europa en Rusland, de bankencrisis, de Verenigde Staten, Noord- versus Zuid-Europa, en de vluchtelingen. 

https://www.atlascontact.nl/boek/grote-verwachtingen-1/

 


Hier wordt het mainstream-publiek opnieuw bedrogen. Geert Mak’s
‘optimisme’ berustte op zijn onvermogen om de werkelijkheid te zien voor wat zij is, en op een gebrek aan kennis. Omdat het neoliberalisme ‘optimisme’ moest uitstralen, luisterde Mak niet naar mensen die ‘verdomd vaak gelijk’ hebben, zoals hij mij schreef, en die ‘vaak geen prettige mededelingen’ verspreiden, en die ‘veel dingen scherper en eerder’ zien dan hijzelf. Hij heeft geen tijd voor de talloze vooraanstaande denkers in de wereld die al vanaf het begin van de twintigste eeuw waarschuwden voor de zwarte kant van het modernisme. Zoals het lezerspubliek van mijn weblog en van mijn boeken weten, geef ik als journalist doorgaans informatie door van deze met naam genoemde specialisten op cultureel, politiek, wetenschappelijk, en sociaal gebied. Ik bedenk het vanzelfsprekend niet allemaal zelf. Geert Mak wist al jaren dat het neoliberalisme in ‘Europa als economische eenheid’ weliswaar ‘een eind op weg,’ was, maar dat alleen de rijken daarvan profiteerden, terwijl de rest erop achteruit ging, waardoor de kloof tussen arm en rijk bleef toenemen. De schaamteloosheid en doortraptheid van de aankondiging dat Grote verwachtingen (2019) de ‘draad op[neemt] waar “In Europa” eindigde,’ alsof er een breuk met de geschiedenis was ontstaan, is je reinste oplichterij. De ‘eerste twee decennia van de eenentwintigste eeuw’ zijn het logische en onvermijdelijke gevolg geweest van de laatste twee decennia van de twintigste eeuw. ‘Europa als vredesproces was’ geen ‘eclatant succes,’ en ook ‘Europa als economische eenheid’ was geenszins ‘een eind op weg.’ Het feit dat NAVO-landen niet in verzet kwamen tegen het massale en desastreuze geweld van het Amerikaans militair-industrieel complex in Afghanistan, Irak, Libië, Syrië, of zelfs deelnamen aan deze terreur die ontelbare doden en verminkten veroorzaakte en het Midden Oosten in totale chaos veranderde, is tekenend voor het feit dat ook ‘Europa als vredesproces’ geen ‘eclatant succes’ was. Maar dit alles is voor de Europese pers geen aanleiding om niet opnieuw uitbundig aandacht te besteden aan Geert Mak’s nieuwe boek. Op de voorpagina van Vrij Nederland staat onder het portret van een beminnelijk kijkende Mak:

Geert Mak. ‘We moeten terug naar een kern-Europa. 

Geert Mak schreef een bijsluiter bij het nieuws. 


Hoewel mijn oude vriend voorheen ‘niet zonder hoop' kon, beantwoordt hij in het voormalige weekblad VN de vraag of de ‘kracht onder de EU nu [is] verdwenen?’ met: ‘Ja, dat is totaal weg.’ De interviewster vraagt daarop: ‘Is dat de reden dat u nu minder hoopvol bent dan in 2004?’ waarop een typisch Makkiaans antwoord volgt: 


'Was ik hoopvol in 2004? Ja. Nou, ja…' Hij leunt achterover, vouwt zijn handen gekruist onder zijn ellebogen als om zijn bovenarmen te dragen. ‘Oké, redelijk hoopvol.’ 


Ziehier, de man die zich graag uitgeeft voor historicus die inmiddels vergeten lijkt te zijn wat hij vijftien jaar geleden schreef, en nu met moeite toegeeft dat hij in 2004 ‘hoopvol’ was. Maar omdat alles zwart op wit staat, ziet hij zich tenslotte toch genoodzaakt half toe te geven. ‘Oké, redelijk hoopvol.’ Ook dit is een manifestatie van de corrumpering van de mainstreampers. De interviewster had hier moeten doorvragen, want de kern van de zaak is dat Geert Mak zijn publiek belazerde met zijn bestseller In Europa, om nu in Grote verwachtingen te bevestigen dat hij de plank destijds had misgeslagen. Maar aangezien hij het problematisch achtte dat sceptici ‘verdomd vaak gelijk’ hebben, omdat zij ‘vaak geen prettige mededelingen’ verspreiden, en hij tegelijkertijd ‘niet zonder hoop’ kon, moest hij wel de kluit belazeren. En de mainstream-media slikt nu wederom de lucratieve profetieën van deze bejaarde journalist voor zoete koek, hoewel mijn mainstream-collega's weten dat de door de ‘corporate press’ geboycotte intellectuelen ‘veel dingen scherper en eerder,’ zien. Het kan dan ook niemand verbazen dat de ‘Prijs voor beste politieke boek van het jaar in Duitsland’ in 2022 naar the one and only Geert Mak ging. De gevestigde orde kan niet onbelemmerd bestaan zonder woordvoerders als Geert Mak. En daarin verschilt hij fundamenteel van een onafhankelijke intellectueel als Hans Magnus Enzensberger. 





Geen opmerkingen: