vrijdag 24 juli 2020

Ian Buruma's Civilisatie 2


In NRC Handelsblad van 9 april 2019 beweerde de establishment-opiniemaker Ian Buruma dat 'De zelfgenoegzaamheid bij links over het eigen morele gelijk een populistische proteststem uit[lokt],’ en dat: ‘Er geen enkele reden [is] voor een crisisstemming, laat staan dat “onze beschaving” in gevaar is.’  

https://www.nrc.nl/nieuws/2019/04/09/balorig-rechts-stemt-tegen-de-deugdzaamheid-a3956273  


Grote woorden in een klein krantenstukje, dat dezelfde dag nog in de prullenbak verdwijnt, en dat in 240 seconden werd uitgelezen door de modale NRC-lezer die het prettig vindt te vernemen dat er werkelijk ‘geen enkele reden is’ te denken dat ‘onze beschaving’ op welke manier dan ook ‘in gevaar is.’  Bekend is dat dit soort soundbites een effectief propagandamiddel zijn, en wel omdat men van alles kan beweren in een stukje van vier minuten, maar het absoluut onmogelijk is in vier minuten de simplistische grootspraak te weerleggen in een poging de complexe werkelijkheid recht te doen. Met andere woorden: broodschrijvers als Buruma hebben met hun gereduceerde versie van de realiteit altijd en overal een voorsprong. Juist daarom worden zij door de macht ingehuurd om de status quo te handhaven. Simplisme is als koud water in een woestijn, een godsgeschenk voor de mens die dorst naar overleving, en natuurlijk eveneens een godsgeschenk voor het establishment dat zijn positie wil consolideren. Laat ik aan de hand van het werk van de gerespecteerde Franse historicus Amoury de Riencourt proberen te laten zien waar het werkelijk om gaat zodra Buruma achteloos spreekt over de westerse civilisatie. Maar eerst, zoals altijd in complexe zaken, is er de onvermijdelijke regel: ‘reculer pour mieux sauter.’ 


Welnu, in zijn boek The Coming Caesars (1957) werpt Riencourt de vraag op: ‘What is the essence of history?’ om daarop te antwoorden:


Not so much the recorded facts as the thoughts, dreams, emotions, ideals, and aspirations of the human beings who have acted on its grand stage. History is life itself. Behind the disconnected facts, there is the continuous evolution of human societies; behind the outward forms, the living essence. Like everything else that is alive, history experiences ebbs and flows. It has a beating pulse that manifests itself in recurrences and cycles, moving from tension to relaxation and back again to renewed tension. We see it in a minor way in politics, in economics, in cultural development. Overwhelmed by the explosive changes of the past two centuries, we tend sometimes to overlook this sort of cosmic rhythm and look upon our own historical development as a one-way street leading ever upward, as if a strenuous effort of the human race could be kept up indefinitely without temporary relaxation. Nothing could be more misleading. It is not, for instance, the dramatic progress of technology that gives us the key to our future, but the aspirations that, many centuries ago, generated scientific thought made today's scientific knowledge possible. The secret of our future is not located in the atom or in interstellar space but in our hearts and minds.


Man, like all living beings, individually or collectively, is geared too rhythm. it is this cyclical rhythm that exhausts a particular segment of humanity after a number of generations that compels it to lay down its tools and take a rest, as the Pharaonic Egyptians did three thousand years ago when the Greek star rose in the firmament of history and took over the leadership of the human race. The question is, then, how are we going to find out what these cycles are, and where we stand today in our own cycle? 


If we are to solve this problem w& must create a new system of references. And since all human activities are re I sited to one another, this system has to be all-inclusive. As in physical science, the true test a valid interpretation of history is whether it can explain the greatest lumber of phenomena with the smallest and simplest formula. 


We must first of all define the social unit with which we are dealing, isolate it from other neighboring societies, and watch its historical development. A human society thus delineated is not merely an aggregate of separate human individuals; it is an entity in its own right, endowed with a life of its own, a collective life greater and far more lasting than the lives of the separate individuals who belong to it: it is a spiritual organism. Its reality is recognizable in that it has a definite spiritual source and that from this source flows a coherent stream of reIigious, philosophic, artistic, scientific, and political creations, which are all interrelated, which have, all of them, a profound symbolic unity within the broad framework of a distinctive world outlook belonging specifically to that particular society and to no other. And like all organisms that are alive, a particular society is compelled to follow certain biological laws throughout its historical development: it is born, grows, blooms, decays, and eventually dies. 


We are now in a position to define the two key words in our present undertaking: culture and civilization, two expressions that have been used more or less indiscriminately and interchangeably in the past. The distinction between them, in this book, is going to be in the periodic sense of youth followed by maturity, that is, of organic succession. They do not coincide in time but follow each other during the life span of a particular human society: each culture engenders its own civilization. 


Riencourt benadrukt dat:


Their definition springs from their allotted task in history. Culture predominates in young societies awakening to life, grows like a young organism endowed with exuberant vitality, and represents a new world outlook. It implies original creation of new values, of new religious symbols and artistic styles, of new intellectual and spiritual structures, new sciences, new legislations, new moral codes. It emphasizes the individual rather than society, original creation rather than preservation and duplication, prototypes rather than mass production, an aesthetic outlook on life rather an ethical one. Culture is essentially trailblazing (baanbrekend. svh).  


Civilization, on the other hand, represents the crystallization on a gigantic scale of the preceding culture’s deepest and greatest thoughts and styles, living on the petrified stock forms created by the parent culture, basically uncreative, culturally sterile, but efficient in its mass organization, practical and ethical, spreading over large surfaces of the globe, finally ending in a universal state under the sway of a Caesarian ruler: India’s Asoka, China’s Shih Huang-ti, Egypt’s Thutmose III, Babylon’s Hammurabi, pre-Columbian Peru’s Inca Roka, Mexico’s Aztec emperor Itzcoatl, Islam’s Turkish sultans, and Rome’s Caesars who organized under their personal rules the universal societies toward which all the higher cuItures tend when they pass into civilizations. Our coming Caesars, therefore,  have to be seen in the light of this profound and recurrent urge for a worldwide empire,


hetgeen Riencourt voert tot de volgende constatering:


Civilization aims at the gradual standardization of increasingly large masses of men within a rigidly mechanical framework — masses of ‘common men’ who think alike, feel alike, thrive on conformism, are willing to bow to vast bureaucratic structures, and in whom the social instinct predominates that of the creative individual. It could be said metaphorically that cultures are the systoles (samentrekking. svh) and civilizations the diastoles (verslapping. svh) of human evolution, relaying each other endlessly, the pulsating heartbeats of history. 


Kortom, de mensheid is nu getuige van de geleidelijke ineenstorting van de westerse civilisatie, die, volgens de beroeps-opiniemaker Buruma, geenszins ‘in gevaar is.’ Daarentegen wijzen de grote denkers van de afgelopen twee eeuwen op het verval van ‘onze beschaving.’ Van Friedrich Nietzsche, die waarschuwde voor de komst van het nihilisme, in zijn ogen 'der unheimlichste aller Gäste,’ tot aan de Duitse filosoof Martin Heidegger, die in de tweede helft van de twintigste eeuw ervoor waarschuwde dat:


de mens steeds meer, op alle gebieden van het bestaan, door de krachten van technische apparatuur en automaten wordt  ingesloten. De machten die de mens overal en op ieder ogenblik, onder één of andere vorm van technische installatie opeisen, vasthouden, meesleuren en in het nauw brengen — die machten zijn reeds lang menselijke wil en beslissingskracht over het hoofd gegroeid, want zij zijn niet door de mens gemaakt.


De machteloosheid blijkt eveneens uit het feit dat ‘it is easier to imagine a total catastrophe which ends all life on Earth than it is to imagine a real change in capitalist relations,’ zoals de auteurs van Meme Wars. The Creative Destruction of Neoclassical Economics (2012) het formuleerden. Daarom nogmaals Heidegger:


Geen enkel individu, geen enkele groep mensen, geen enkele commissie van nog zo vooraanstaande staatslieden, onderzoekers en technici, geen enkele conferentie van leidinggevende personen uit het bedrijfsleven en de industrie vermag het historisch verloop van het atoomtijdperk te remmen of in een bepaalde richting te leiden. Geen enkele louter menselijke organisatie is in staat, de heerschappij over dit tijdperk te verwerven.


Maar omdat een krantenstukje van vier minuten leestijd geen nuancering duldt, krijgt de massa het propagandistische simplisme van Ian Buruma te lezen. Meer later.








2 opmerkingen:

Anoniem zei

https://twitter.com/francis_gabacho/status/1287087542546792449

Anoniem zei

https://twitter.com/DDGrubu/status/1283968003802103811
The real face of Silicon Valley ... rents rising due to the rich minority, hundreds of thousands of people who have lost their home since the 2008 crisis and hundreds of thousands of empty flats that have not been rented out so that the price does not fall ...
En meer
“State government cannot solve housing affordability alone” ™
https://twitter.com/MintPressNews/status/1286737828081106944

The Real Terror Network, Terrorism in Fact and Propaganda

De hypocriete suggestie dat het genocidale geweld tegen de Palestijnse bevolking in feite pas op 7 oktober 2023 begon, zoals de westerse mai...