zaterdag 10 november 2012

'Deskundigen' 27



Uit gesprekken met Geert Mak weet ik dat hij graag in Californie komt, en dan vooral in en rond San Francisco, waarover Mark Twain ooit eens zei dat  men daar ‘het gevaar loopt te bevriezen als men niet flink door stapt.’ Maar ook voor Californie heeft hij een tamelijk eenzijdige belangstelling. Hoewel hij enige tijd in Monterey doorbracht, een toeristenoord en voormalige vissersplaats, 180 kilometer ten zuiden van San Francisco, heeft  Mak nooit de gedichten van Robinson Jeffers gelezen, die volgens de emeritus hoogleraar Albert Gelpi een ‘major presence is in modern letters – always powerful, by turns disturbing and exalting in his narritive drive and lyric intensity.’ In het nabij Monterey gelegen plaatsje Carmel bouwde Jeffers zijn hele werkzame leven lang aan een natuurstenen huis en toren. Op een koele, mistige augustusochtend in 2006 sta ik samen mijn vrouw, zoon en 6 keurige Amerikanen voor zijn aan de Stille Oceaan gelegen ‘Tor House,’ wachtend op een rondleiding. In mijn aantekenboekje lees ik het volgende:

Ik vraag de aanwezigen wat hun mening is over Jeffers’ werk. ‘Zijn gedichten zijn somber en zwaar,’ aldus een oudere dame. En inderdaad, ze stralen niet het onstuitbare kinderlijke en vermoeiende optimisme uit van al die doe-mensen die de VS in hun greep hebben en hun  welhaast hysterische energie gebruiken om rijk te worden en om een imperium in stand te houden. Het onderwerp van gesprek is ineens de governator Arnold Scharzenegger. Hij is pro-Bush zeg ik naar aanleiding van een tv-fragment waarin hij zijn steun betuigt voor Bush. Een vrouw reageert met de opmerking dat ‘Arnold’ niet voor en niet tegen Bush is. ‘Hij zegt wat goed voor hemzelf is.’ Waarom hebben de Californische kiezers op een Oostenrijkse B-filmacteur gestemd? Zijn de mensen hier zo oppervlakkig? ‘Het is propaganda‘en het meeste geld wint,’ zegt een man gelaten. Dat is de Amerikaanse democratie en daarover zijn veel burgers doorgaans eerlijk. Ze draaien er niet omheen, zoals in Nederland. Hier bestaat op een gekke manier veel meer gezond verstand. Opvallend veel Amerikanen oordelen wat ze zien. Toch worden ze ideologisch gemanipuleerd en komen niet in verzet. De elite kent de zwakheden van de gewone mens en via propaganda houden ze de mythes in stand. Na een uur wachten krijgen we te horen dat er niet meer dan zes mensen tegelijk het huis kunnen bezoeken. Als laatsten kunnen wij niet naar binnen. Ik ga in de tuin zitten met The Selected Poetry of Robinson Jeffers en lees onder andere het uit de jaren dertig stammende gedicht:

Theory of Truth...

Why does insanity always twist the great answers? 

Because only 
tormented persons want truth. 

Man is an animal like other animals, wants food and success and women, not truth. Only if the mind 

Tortured by some interior tension has despaired of happiness: 
then it hates its life-cage and seeks further, 

And finds, if it is powerful enough. But instantly the private 
agony that made the search 

Muddles the finding.

Here was a man who was born a bastard, and among the people 

That more than any in the world valued race-purity, chastity, the 
prophetic splendors of the race of David. 

Oh intolerable wound, dimly perceived. Too loving to curse his 
mother, desert-driven, devil-haunted, 

The beautiful young poet found truth in the desert, but found also 
Fantastic solution of hopeless anguish. The carpenter was not his 
father?
Because God was his father, 

Not a man sinning, but the pure holiness and power of God. 
His personal anguish and insane solution 

Have stained an age; nearly two thousand years are one vast poem drunk with the wine of his blood.

De Amerikaanse hoogleraar Engels, James Karman, schrijft naar aanleiding van dit gedicht in een kritische biografie van Jeffers:

Though Christianity has helped give Western civilization its restless, dynamic character, Jeffers believed that it has done far more harm than good. As a way of life, it increases rather than diminishes psychological distgurbance, especially insofar as the bloody image of crucifiction is concerned. It seperates people from the world in which they live by focusing their attention on the world to come. And it catches people in a net of self-concern. Base don a mistaken notion of love and one’s fellowmen, and on a mistaken belief that there is a God who cares for people (enough to appear on earth as one), Christianity deludes its followers into thinking that humans are the reason for and object of creation.

Hoewel Mak in zijn reisboek vermeldt dat in 1940 in Carmel ‘al een bloeiende kunstenaarskolonie’ bestond, de ‘Greenwich Village on the Pacific,’ en regelmatig aandacht besteedt aan de rol van het christendom in de VS negeert hij Robinson Jeffers, ‘a major voice in twentieth-century American poetry, a poetic alternative to the high modernism of Eliot and Pound,’ aldus de Amerikaanse hoogleraar Tim Hunt. En dat terwijl het christendom in de VS vanaf het allereerste begin als koloniaal project politiek is gebruikt in de ideologie van het blanke expansionisme, van de fundamentalistische Pilgrim Fathers tot hun natuurlijke Verlichtingsopvolgers met hun manifest destiny. Op pagina 99 van zijn reisboek schrijft Geert Mak:

‘A city upon a hill,’ preekte John Winthrop over zijn nieuwe land. ‘We zullen zijn als een stad op de heuvel, met de ogen van alle mensen op ons gericht…’ Hier liggen de religieuze wortels van de zogenaamde ‘uitzonderlijkheid’, het ‘exceptionalisme’, de diepe overtuiging dat Amerika een speciaal door God uitverkoren en gezegend land is, dat de Amerikaanse normen en waarden universeel zijn, en dat ieder mens volgens die waarden hoort te denken. Anders lopen ze achter in hun ontwikkeling.

Mak verzuimt hier zijn lezers te vertellen over welke ‘ontwikkeling’ hij het heeft en over welke ‘Amerikaanse normen en waarden’ het hier gaat. Laten daarom de feiten voor zich spreken.

John Winthrop (12 January 1587/8[1] – 26 March 1649) was a wealthy English Puritan lawyer and one of the leading figures in the founding of the Massachusetts Bay Colony, the first major settlement in New England after Plymouth Colony. Winthrop led the first large wave of migrants from England in 1630, and served as governor for 12 of the colony's first 20 years of existence. His writings and vision of the colony as a Puritan "city upon a hill" dominated New England colonial development, influencing the government and religion of neighboring colonies.’

Net als andere puriteinse leiders was Winthrop van mening dat indianen geen enkel recht bezaten op het land waar hun families al millennia leefden, in tegenstelling tot de blanke christenen die met geweld elke plaats op aarde in beslag mochten nemen. Omdat de Europese binnendringers hun eigen cultuur en technologie als superieur beschouwden eisten ze het recht op om de indianen te verjagen dan wel te vermoorden, om er in de woorden van Winthrop ‘to raise a Bulworke against the kingdome of the Ante-Christ.’ Tweederde van de indiaanse bevolking (de antichrist) stierf al snel door een pokkenepidemie die door de komst van de Europeanen was veroorzaakt, een teken van God’s  marvelous goodness and providence,’ zo schreef de gouverneur van de Massachusetts Bay Colonie. Het kon immers niet anders dan dat God aan hun kant stond, want, om het door Mak gebruikte citaat af te maken:

if we shall deal falsely with our God in this work we have undertaken, and so cause Him to withdraw His present help from us, we shall be made a story and a by-word through the world.

Met de ‘wonderbaarlijke goedheid’ van de christelijke god aan hun kant richtten de troepen van Winthrop een slachting aan onder de Pequot indianen die zich in hun door palisaden omheinde dorp hadden verschanst. De voor het merendeel vrouwen en kinderen die probeerden te ontsnappen werden dood geschoten en de rest verbrandde levend nadat de blanken het dorp in brand hadden gestoken. 

'nearly two thousand years are one vast poem drunk with the wine of his blood.'

Vanaf het Pequot bloedbad tot aan de Filipijnen, Vietnam, Abu Ghraib en Falluja eindigen ‘de Amerikaanse normen en waarden,’ in grootschalige terreur. 'De diepe overtuiging dat Amerika een speciaal door God uitverkoren en gezegend land is' is de voedingsbodem van het verwoestende Amerikaanse superioriteitsgevoel. Of Geert Mak hier op doelt is onwaarschijnlijk aangezien hij hier de feiten verzwijgt. In elk geval is terreur het kenmerk geworden van de Amerikaanse politiek. Nog steeds wordt ‘de ontwikkeling’ van andere volkeren door Washington als argument gebruikt om met maximaal geweld onwillige naties in het gareel te meppen. Mak zwijgt ook over het feit dat het christendom zich dan wel mag zien als de hoogste beschaving in de geschiedenis der mensheid, het tegelijkertijd een feit is dat deze religie 'the most bewildered and self-contradictory, the least integrated,  in some phases the most ignoble civilization’ is ‘that has ever existed,’ aldus de door Mak genegeerde Robinson Jeffers. James Karman:

The modern age, Jeffers believed, represents the final, fullest phase of that civilization, and perhaps its most contemptible. In America, the modern age was created by people who believed they had a manifest destiny to conquer the land. Inspired by passages in the Bible in which God says ‘Be the terror and dread’ of everything that exists, and driven by dreams of greatness, early settlers pushed west. Without hunger, love, need, or mercy, they raped the continent and killed its native peoples. As they cleared fields, ammed rivers, laid roads, and built buildings, they carried civilization wherever they went and allowed it to spread like a fungus throughout the land. Seeing ‘the beautiful places killed like rabbits’ to make cities, Jeffers mourned ‘the hopeless prostration of the earth/Under men’s hands and their minds.’ (‘The Broken Balance’) He was especially concerned about California and his own coast’s future. When Highway I was constructed between Carmel and Big Sur (ten zuiden van Carmel), for instance, he wrote a poem titled ‘The Coast Road’ in which a horseman looks down from above. He shakes his fist at the bridge-builders, trucks, and power-shovels carving up the mountain and then rides on. The poem continues with Jeffers’ own response.

At the far end of those loops of road
Is what will come and destroy it, a rich and vulgar and bewildered civilization dying at the core,
A world that is feverishly preparing new wars, peculiarly vicious ones, and heavier tyrannies, a strangely
Missionary world, road-builder, wind-rider, educator, printer and picture-maker and broad-caster
So eager, like an old drunken whore, pathetically eager to impose the seduction of her fled charms
On all that through ignorance or isolation might have escaped them. I hope the weathered horseman up yonder
Will die before he knows what this eager world will do to his children. More tough-minded men
Can repulse an old whore, or cynically accept her drunken kindnesses for what they are worth,

But the innocent and credulous are soon corrupted.

De argelozen en lichtgelovigen zijn verstrikt geraakt in de zogeheten beschaafde wereld, zo meende Jeffers:

I thought, We have geared the machines and locked all together
      into interdependence; we have built the great cities; now
There is no escape. We have gathered vast populations incapable
      of free survival, insulated

From the strong earth, each person in himself helpless, on all
      dependent. The circle is closed, and the net
Is being hauled in.

Karman:

All the various ideologies of the age, says Jeffers in ‘The Broken Balance’ such as capitalism, communism, or Christianity, draw people into contact and conflict with each other. ‘Having no center/But in the eyes and mouths that surround them’ and ‘no function but to serve and support/Civilization,’ it is no wonder that people ‘live insanely’desiring ‘with their tongues, progress; with their eyes , pleasure; with their hearts, death.’ And in the twentieth century, death is easily found. World Wars I and II were orgies of destruction and convulsive spasms of cruelty, vividly described by Jeffers in ‘The King of Beasts.’

Wat veroorzaakt toch deze mateloze onvrede van het christendom? De indiaanse politieke- en milieu-activiste Charlotte Black Elk:

Look at the origen legends of the judeo-christian people. You have an origen legend that says that Adam and Eve were banished onto earth and earth is an enemy. And you have native people, and Lakota people in particular, who say the earth is my mother and we all have to live together as a family. Those are very, very opposed viewpoints from one who says: this is my mother and the other who says: this is a place of banishment and you don’t really have to care for it because someday you are going back to paradise when you complete your banishment. And I think those attitudes are what came into play when you had western encroachment and the wars of the 1800s, the whole uprooting of native people.

En nu staan we aan het eind van deze weg. Hoe nu verder? Het zijn de schrijvers, de dichters, de beeldend kunstenaars, de politiek gemarginaliseerden die ons het dichtst bij de waarheid brengen. Zonder hun stem te horen, zonder hun beeldentaal te zien kan men onmogelijk de werkelijkheid beschrijven. En toch probeert Mak dit in zijn zoektocht naar ‘Amerika’ en hij faalt jammerlijk. Zijn reisboek komt niet verder dan het politieke cliché, oftewel de gepropageerde waarheid, de dode taal. Milan Kundera constateert terecht dat ‘the Europe we live in no longer looks for its identity in the mirrors of its philosophy and its arts.’ Alles is verpolitiekt en wie die taal niet spreekt wordt niet gehoord. Reizen zonder John staat vol met politiek. En juist dat is het wezenlijke probleem van het werk van Geert Mak. Hij heeft geen behoefte aan filosofie en kunst. Zijn bouwwerk is gebaseerd op ‘hoop,’ op drijfzand. En dus laat hij Jeffers en al die andere dichters en schrijvers links liggen. Daarover morgen meer.



Geen opmerkingen: