zondag 25 april 2021

De 'Verderfelijke Effecten' van Ian Buruma's Invloed

Onder de kop ‘America’s Undimmed Global Culture’ verklaarde Ian Buruma op 7 april 2021 op ’The World's Opinion Page met grote stelligheid dat ‘For better or worse, the influence of American culture remains as strong as ever.’ Hij eindigt zijn betoog met de bewering dat:


One can, and perhaps should, take the optimistic view that moral panics in the US blow over; reason will once again prevail. It could be that the Biden era will take the sting out of Trumpism, and the tolerance for which American intellectual life has often been admired will be reinvigorated. This might even happen while the noxious effects of American influence still rage in other countries. For the sake of America and the world, one can only hope it happens soon.


Hoe nu? ‘Verderfelijke effecten van de Amerikaanse invloed’ die alleen toe te schrijven zouden zijn aan ‘Trumpisme’? Is president Trump binnen slechts vier jaar tijd zo machtig en invloedrijk geweest dat hij een blijvend stempel op de Amerikaanse geschiedenis heeft gedrukt? Alleen een dwaas gelooft een dergelijk simplisme. Kortom, opiniemaker Buruma zelf is een exemplarisch voorbeeld geworden van ‘verderfelijke effecten’ op zijn half-geïnformeerde middenklasse-publiek. Immers, volgens hem is plotseling vanuit het oneindige niets, zonder enige aanleiding, zonder de wet van oorzaak en gevolg, het verschijnsel Trump opgedoken, waardoor ‘de tolerantie voor’ het ‘Amerikaanse intellectuele leven’ van de ene op de andere dag als sneeuw voor de zon zou zijn verdwenen. Al deze quatsch wordt allang weersproken door honderden gezaghebbende Amerikaanse intellectuelen. Zo schreef George Kennan, de grondlegger van de Amerikaanse buitenland politiek van na de Tweede Wereldoorlog — en een scherpzinnige waarnemer van de desastreuze machiavellistische machtspolitiek van zijn land — een gedesillusioneerde terugblik op zijn tijdperk. Aan het slot van zijn boek Sketches From A Life (1989) stelde hij somber vast:


Ik beschouw de Verenigde Staten van deze laatste jaren van de twintigste eeuw als een in wezen tragisch land, begiftigd met uitstekende natuurlijke hulpbronnen die het snel aan het verkwisten en uitputten is, en met een intellectuele en artistieke intelligentsia van groot talent en originaliteit. Voor deze intelligentsia hebben de dominante politieke machten in het land weinig begrip of respect. Haar stem wordt doorgaans tot zwijgen gebracht of overschreeuwd door de commerciële media. Het is waarschijnlijk veroordeeld om, net als de Russische intelligentsia in de negentiende eeuw, voorgoed een hulpeloze toeschouwer te blijven van de verontrustende koers in het leven van de natie. 


Op zijn beurt merkte de Amerikaanse historicus, professor Mark Atwood, op dat voor deze architect van de ‘containment-politiek,’  zijn doctrine bij hem meermaals tot grote ontgoocheling leidde:


that haunted him until his death in 2005. Kennan believed that the Soviet Union, however repugnant, posed little military threat to the West and urged that the United States rely mostly on economic and political means to resist Communist expansion. Other officials, above all Nitze, who succeeded Kennan as chief of policy planning, saw things differently, especially after the outbreak of the Korean War in 1950. Kennan watched with regret as the United States subsequently poured enormous resources into weaponry and military bases,


waardoor de VS tegenwoordig al geruime tijd een oppermachtig militair-industrieel complex bezit dat mede verantwoordelijk is voor een buitenlandse schuld van meer dan 28 biljoen dollar, 28 keer een miljoen keer een miljoen, volgens de officiële cijfers van eind april 2021. De inmiddels overleden Amerikaanse geleerde professor Chalmers Johnson, een gezaghebbende oud CIA-adviseur en internationaal bekend door zijn Blowback-Trilogy, verklaarde — toen ik hem in 2006 interviewde over het ‘militair Keynesianisme’ — dat hiermee:


wordt aangegeven dat het militair-industrieel complex, de wapenindustrie, een integraal onderdeel is geworden van de Amerikaanse economie. In toenemende mate fabriceren wij in de Verenigde Staten niet zoveel. We hebben gezien hoe in de afgelopen decennia onze economie ernstig is uitgehold. Daarentegen produceren we wel massaal wapens, een buitengewoon lucratieve zaak, we verkopen ze wereldwijd. Het heeft nagenoeg niets te maken met de defensie van ons land maar alles met de commerciële belangen van de wapenindustrie (die in in private handen is. svh). Die industrie is buitengewoon wonderlijk, het heeft maar één klant, er bestaat nauwelijks enige concurrentie en het is geen kapitalisme, maar staatssocialisme. Ik ben van mening dat het belangrijkste punt is dat de beleidsbepalers in de Verenigde Staten zich in 1991, ten tijde van de ineenstorting van de Sovjet Unie, zich simpelweg niet konden voorstellen dat hun economie zou groeien zonder door te gaan met het militair-industrieel complex en dus met de wapenindustrie. 


Meer algemeen gesproken was de Verenigde Staten eraan gewend geraakt een imperium te bezitten en om op elk continent de dienst uit te maken, te geloven dat het praktisch overal bij elk besluit betrokken moest zijn. Tegelijkertijd was het al in 1991 niet langer meer in een economische positie om zijn wereldwijd imperium te handhaven. Desondanks zocht het onmiddellijk na de val van de Sovjet Unie naar een vervangende vijand, terwijl het zich dat niet kon permitteren. Eén van kwalijkste aspecten van het besluit om als het ware de Koude Oorlog voort te zetten was het feit dat de Verenigde Staten geen rekening hield met de mogelijkheid dat het dezelfde weg zou opgaan als de Sovjet Unie. Ook wij zijn in steeds grotere problemen geraakt door 'imperial overstretch' (dat wil zeggen: het rijk kost meer dan het opbrengt), door een toenemend economisch verval en door de overmatige afhankelijkheid van de wapenindustrie. Daarnaast krijgen we steeds meer te maken met wat de CIA noemt 'blowback,' een term daterend uit 1953 toen de Amerikaanse overheid in het geheim betrokken was bij de omverwerping van een democratisch gekozen buitenlandse regering, te weten de Iraanse premier Mohammed Mossadeq die de oliebronnen had genationaliseerd. 


Blowback betekent de onbedoelde consequenties van geheime buitenlandse operaties. Het is daarbij belangrijk te benadrukken dat het wraakneming betreft voor buitenlandse operaties die volstrekt geheim gehouden werden voor het Amerikaanse publiek, natuurlijk niet voor de slachtoffers ervan. Het resultaat is dat zodra er represailles volgen de Amerikaanse burger volstrekt onvoorbereid is en de gebeurtenissen niet kan zien in termen van oorzaak en gevolg. De aanslagen van 11 september 2001 zijn het duidelijkste voorbeeld daarvan. In plaats van te vragen waarom ze ons haten, had president Bush zich beter kunnen afvragen wie op aarde ons niet haat, en ons haat met goede redenen.

http://home.planet.nl/~houck006/johnson.html  



Zelfs de oud
National Security Advisor en voormalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Henry Kissinger, waarschuwde in 2015, toen Barack Obama nog president was, dat ‘Breaking Russia has become an objective,’ terwijl toch ‘the long-range purpose should be to integrate it.’ Hetzelfde jaar werd bovendien bekend dat ‘Obama Backs Biggest Nuclear Arms Buildup Since Cold War,’ aangezien de toenmalige Amerikaanse president:

has backed investment in new nuclear delivery systems, upgraded warheads, resilient command networks, and industrial sites for fabricating nuclear hardware that, when added to the expense of maintaining the existing arsenal, will cost $348 billion between 2015 and 2024.


De totale vernieuwing van het totale nucleaire arsenaal van de VS wordt geschat op ruim één biljoen dollar. Het gerenommeerde Amerikaanse zakentijdschrift Forbes schreef dan ook dat:


This isn't what most observers expected from Obama. A longtime supporter of nuclear disarmament, he gave a speech shortly after being inaugurated in 2009 highlighting ‘America's commitment to seek the peace and security of a world without nuclear weapons.’

https://www.forbes.com/sites/lorenthompson/2015/12/15/obama-backs-biggest-nuclear-arms-buildup-since-cold-war/#52c812af2a0f    


De grootscheepse gewelddadige Amerikaanse interventies van vooral de afgelopen twee decennia hebben een buitengewoon gevaarlijke situatie gecreëerd, waarbij een Derde Wereldoorlog tot één van de mogelijkheden behoort. De huidige status quo, een voortzetting van de  ‘peaceful coexistence,’ en de consensus daarover, kan in een oogwenk zijn verdwenen. Wat normaal lijkt, blijkt ineens volkomen abnormaal. De oud New York Times correspondent Chris Hedges waarschuwt in dit verband dat:


Most people have no concept of how fragile the environment is. There is a kind of emotional incapacity to understand a collapse, even when it is facing you. The nature of illusion is that it is designed, at least for the moment, to make you feel good about yourself, about your country, about where you are going. In that sense it functions like a drug. And those who question the illusions are challenged not so much for the veracity (waarachtigheid. svh) of what they say, but for puncturing (het ontzenuwen. svh) these feelings. 


An attempt to get up and question where we are going and who we are, and immediately the critique will be that you are such a pessimist, such a cynic, that you are not an optimist. Optimism becomes a kind of disease, what created the financial meltdown (in 2008. svh), where you have this kind of cheerful optimism in the face of utter catastrophe, and you plow forward, based on an optimism which is no longer rooted in reality. 


If hope becomes something you express through illusion, it is not hope, it is phantasy. The cult of the self is, in biblical terms, a form of adultery (begeerte. svh), everything is about you, whether it is the worship of power, money, it all goes back to the self, it is all creating little monuments to yourself, it all is investment into a particular goal of self-aggrandizement. 


De regelmatige lezer van mijn weblog weet dat ik vele tientallen voorbeelden heb gegeven van Amerikaanse deskundigen die de propaganda van columnisten als Ian Buruma hebben weerlegd. Ondanks het gedocumenteerde werk van deze intellectuelen, blijft hij toch zijn nonsens verkopen. De ware ‘verderfelijke effecten van de Amerikaanse invloed’ zijn evenwel niet ontstaan door het ‘Trumpisme,’ maar door het Amerikaanse expansionisme dat al sinds de negentiende eeuw erop toeziet dat de elite in Washington en op Wall Street ervan verzekerd kunnen blijven dat haar buitenlandse markten en grondstoffen beschermd blijven door het massale geweld van de zwaarst bewapende strijdkrachten in de geschiedenis van de mensheid. Juist dit verzwijgt broodschrijver Ian Buruma. Hij wordt niet betaald door de ‘urban elites’ om de werkelijkheid te beschrijven, maar om de Amerikaanse illusies wereldwijd rond te bazuinen. Feit is dat voor onze ogen de wereld ingrijpend verandert, en tegelijkertijd de hele mensheid bedreigd wordt door de ‘noxious effects of American influence,’ oftewel het geglobaliseerde neoliberale kapitalisme van het Britse- en Amerikaanse rijk, dat tot voor kort door Buruma werd geprezen ‘als lichtende voorbeelden van internationale openheid en liberalisme.’  


Terwijl mainstream-opiniemakers nog wanhopig bezig zijn de witte westerse beschaving te redden, kennelijk in de verwachting dat dit achterhoedegevecht het westerse verval kan stuiten, is onder intellectuelen wereldwijd een volstrekt andere discussie ontstaan, namelijk hoe de wereld in te richten zodra het imperialistische Westen na vijf eeuwen kolonialisme zijn alleenheerschappij kwijt is. In zijn boek Europe And Its Shadows. Coloniality After Empire (2019) zet daarover de Iraans-Amerikaanse hoogleraar Hamid Dabashi ondermeer het volgende uiteen:


The distinguished novelist and Nobel Prize laureate Toni Morrison has observed: ‘All immigrants to the United States know (and knew) that if they want to become real, authentic Americans they must reduce their fealty (trouw. svh) to their native country and regard it as secondary, subordinate, in order to emphasize their whiteness.’ But the question is not fealty to any ‘native country.’ The question is rather the systematic subordination of all immigrants, regardless of how they have been color-coded, to the myth of the ‘white people’ and the violent fantasies of their civilizing missions. No brown, black, or any other thus colored person can ever be completely ‘white.’ But their trying to pass as white is a mechanism of humiliation and denigration they willingly play to presume they are part of the power structure and a more ‘normal’ human being. This psychopathology came to the United States with European settler colonialists and informed their slaughter of Native Americans, and it was exacerbated in the course of transatlantic African slavery. With every new wave of immigrants, this racist European pedigree keeps repeating and consolidating itself. 


In How Jews Became White Folks and What That Says About Race in America (1998), Karen Brodkin has put forward one line of argument as to how American Jews began to pose and perform themselves as ‘white’ since World War II. The practice is not peculiar to American Jews, of course. Upon their arrivals and one generation into a successful economic status, other recent immigrants, Muslims and Hindus alike, Iranians and Indians in particular, have also sought to posit and pass themselves as (almost) white. Becoming white has always been the most potent way for racialized ‘minorities' to overcome their violently alienated personhood in order to become something they could (and should) never be. Whiteness is the most solid European legacy left behind as the very idea of ‘America’ began to racialize its domination of the continent. Struggle for racial justice must therefore commence and continue with the full knowledge of how racial divides were socially manufactured and politically sustained before we can learn how to overcome them. The full acknowledgment of the murderous history of racism in the United States and Europe is the first step toward dismantling it. No postmodern or post-structuralist deconstruction of race can disregard the sustained history of racism as coterminous (samenvallend. svh) with capitalist modernity. It must acknowledge and sublate (assimileren. svh) to overcome it. 


Here, we need a ‘double consciousness’ of a different sort than the one W. E. B. DuBois famously theorized. This ‘double consciousness’ is not between a universalized white and a reified (concrete. svh) black consciousness. It is between the false ‘colored’ consciousness on one hand and the liberated consciousness for a democratic uprising on the other. The vast, beautiful, and ennobling consciousness of all racialized people — black, brown, yellow, red, or else the Jew, Muslim, and so on — must here come together to empower a new liberation Farbenlehre that no longer partakes in but dismantles and overcomes the false consciousness of the racialized minorities. The invention of ‘white people’ was a blatant mechanism of European and Europeanized power and domination. Dismantling that murderous myth will break down the backbone of a racist ideology that has kept a settler colonial consciousness in power for too long — from the earliest European settler colonies in the ‘New World’ to Israel.


Onder de titel ‘Europe: A fragmented Allegory’ wijst Dabashi erop dat:


To dismantle Europe as an idea, we must understand the manner of its undue prolongation. The postcolonial theorists are as much responsible for this prolongation as the fact and phenomenon they were rightly criticizing. Frantz Fanon’s groundbreaking Wretched of the Earth enabled a body of critical thinking beyond his immediate horizons. More than half a century after its original publication, much has changed and much has remained the same. As we think Fanon, we think the world around us — from Europe and beyond Europe into worlds that Europe has read and misread, enabled and disabled all at one and the same time. If we are to transcend Eurocentricism and Europhobia and bring the very idea of Europe and the very assumption of ‘Europeans’ into the world at large, we must begin by overcoming the colonial conditioning of this metaphor. With every turn of my arguments in this book, I am pushing Fanon forward to a renewed recognition of our lived experiences—from within and now beyond our notions of coloniality. Europe is a depleted metaphor, clinging to its remaining energy like a drowning survivor of a shipwreck. The rise of far right from one end of Europe to another, Brexit, the eastern European zeal to be more Catholic than the pope in their insistence they are ‘Europeans’ are all signs of this desperation. Fanon said Europe is the creation of ‘the Third World.’ Said suggested ‘the Orient’ is the invention of ‘the West.’ We now know they were both right but also limited by their own time lines: both Europe and the Third World are each other’s inventions. This is how knowledge reproduces and procures itself. We need to discover the new worlds (real and possible) around us: the pending environmental calamities, the massive population movements, degenerative sectarianism, rampant xenophobia — these are the indices of the emerging worlds — all rooted in the conditions of our coloniality but now fragmented into the particles of multiple and possible worlds. 


The world we live in today is the logical consequence of the colonial savagery of Europe around the globe — not just in material, environmental, and human terms, but also in terms of the critical apparatus of thinking about Europe we have inherited. The idea of Europe in and of itself has never been as fragmented and volatile as it is today — and yet we need critically to catch up with the current condition of the world in which Europe finds itself dissolving. The current post-Brexit world in Europe, coinciding with the Trump presidency in the United States, comes at the tail end of the Thatcher/Reagan romance with a deregulation bonanza, with neoliberal free fall, with neoconservative ‘Project for the New American Century.’ The year 2016 pronouncedly changed the landscape of the very idea of ‘the liberal democratic West,’ for ‘the West’ itself, to be sure, was never an ideal for the world at large, and in fact brought it nothing but gut-wrenching colonial catastrophe and unending misery, whether championed by UK under Thatcher or crusaded by Reagan and his progenies. Labor under Blair consolidated Thatcherism and added to it even more global warmongering, as the United States under Obama wreaked havoc on the world precisely on the model of Reagan who was one of Obama’s heroes and role models. The Conservative/Labour or Republican/Democratic bifurcation means very little to the world at large. The liberals on both sides of the Atlantic are now lamenting the ‘illiterate white working class’ who they believe have robbed them of their lofty illusions about ‘Western liberal democracy.’ People around the world are only laughing bitterly at this self-pitying charade.


The overriding assumption of Europe is being pulled and pushed from its edges and its inner core. Brexit was and remains a clear indication that the illusion of Europe as a unified idea or coherent polity, economy, and culture is coming to pieces. It is not just the majority of the British who have voted to exit Europe and resorted back to their own xenophobic anxieties. The very same sentiments are evident throughout the rest of Europe, whatever that means anymore — from Greece to Spain, and from France to Scandinavia. From France, Austria, and the Netherlands at the heart of the continent to Greece and Denmark on its farthest ends, the rise of the xenophobic right is a clear sign of dismantling of the very idea of Europe as the epicenter of its own imaginative geography. It is quite telling that the only adamant voices to keep talking about Europe on BBC World News are in fact eastern European post-Soviet republics who were never considered ‘the real Europeans’ to begin with. Germany is holding them all together for they offer the necessary cheap labor and potential market to sustain its economy. The hostility toward Angela Merkel, the German chancellor, for her welcoming ‘Syrian refugees’ points the rivalry now evident between native cheap labor and their transnational rivalries. It is an internal colonization of cheap labor by transnational capital to which the Syrian and other refuges are now an external factor. These unfolding realities have both confirmed Fanon and Said’s insights and yet have superseded them. ‘Europe’ has lost its metaphoric power of othering anything anymore. It has become even more internally convoluted than before. The task at hand is to build on Fanon and Said’s insights and move forward beyond their respective Eurocentricism, which has been conducive to the Europhobic manner in which they have been read. Governmentality in Europe is coloniality elsewhere, and vice versa. Conditions of coloniality have transcended any binary of national, regional, or continental divide. Cheap and dispensable labor facing transnational amorphous capital — that basic and fundamental fact knows no Europe or non-Europe, no self or other. The conditions of governmentality and coloniality have become one and the same. 


Professor Dabashi komt in dit deel van zijn boek tot de slotsom dat:


What Fanon and Said did was both materially and metaphorically positing the colonial (Oriental) and the capital (Orientalist) on two opposite camps. They no longer are. They are categorically separate but politically contingent (op elkaar aangewezen. svh)), occupying the same space, woven onto each other, just like Israel and Palestine, the colonizer and the colonized. Within each falsely manufactured camp, you have both the colonizer and the colonized as Albert Memmi and Ashis Nandy realized a very long time ago. If so, then we need to unfurl that involute (ineen gevochten. svh) shape into a flat and democratically leveled plane. The collapse of the metaphor of Europe is the inaugural (inwijdings. svh) moment of remapping the world in freer, more democratic, fairer, more just, and more responsible terms. From the ruins of Europe as a fragmented allegory we must retrieve its most betrayed promises against its most terrorizing deeds.

Ik vrees dat mijn oude vrienden Geert Mak, zoon van een koloniale evangelist, en Ian Buruma, zoon van een rijk geworden advocaat, niet bij machte zijn te doorgronden waarover Dabashi het precies heeft wanneer hij spreekt van het ‘herwinnen’ van de ‘meest verraden beloften’ door het Westen, te weten, de christelijke moraal en de Verlichtingsidealen die ernstig geschonden zijn door de eeuwenlange westerse genocidale politiek. Mak bijvoorbeeld meent nog steeds dat de Verlichting is bedacht in Europa, maar Amerika heeft het uitgevoerd, als real life experiment,’ terwijl Ian Buruma nog steeds volhoudt dat Napoleon Bonaparte een Verlichtingsprofeet was, die ‘the idea of the universality of rights’ had verspreid. In werkelijkheid gaf de Franse keizer opdracht tot een massaal bloedbad op Haiti, nadat de slaven daar zich onafhankelijk van Frankrijk hadden verklaard. Maar ook de slavernij, gerechtvaardigd door racisme, speelt hier bij deze twee witte mannen geen enkele rol. Hoe kunnen deze twee opiniemakers die aperte leugens verspreiden, hun zienswijze verruimen? Daar hebben beiden geen enkel belang bij, hoe optimistisch u en ik ons ook zullen opstellen.  


De Verlichte Geert Mak preekt vanaf de kansel. The WhiteMan's Burden.  




Geen opmerkingen:

The Real Terror Network, Terrorism in Fact and Propaganda

De hypocriete suggestie dat het genocidale geweld tegen de Palestijnse bevolking in feite pas op 7 oktober 2023 begon, zoals de westerse mai...