Op 22 april 2010 publiceerde The London Review of Books een heldere samenvatting van de machtspolitiek in de wereld, geschreven door de Chase Mader, 'civil rights attorney in New York and the author of The Passion of Bradley Manning: The Story behind the Wikileaks Whistleblower (Verso).' In zijn recensie van het boek Victors’ Justice: From Nuremberg to Baghdad (2009) van Danilo Zolo, 'Professor of Philosophy and Sociology of Law at the University of Florence,' stelde Mader het volgende:
No casualty of recent wars has been mourned more keenly than the concept of international law. By the summer of 2001, so its standard bearers believed, international law had largely achieved its rightful primacy, guiding and ordering world affairs from the UN building in Manhattan. Philippe Sands, a prominent proponent of this view, claims that after the fall of the Berlin Wall, ‘the liberal Anglo-American vision of a rules-based international system appeared to be becoming a reality.’ True, there had been some backsliding in the Clinton years, but nothing to compare with what happened in response to 9/11. According to the jurist Richard Falk, September 11 saw a terrible departure from the norm that prevailed in the aftermath of the Second World War, when, so it was said, the right to make war – the jus ad bellum – came under strict legal control:
'World War Two ended with the historic understanding that recourse to war between states could no longer be treated as a matter of national discretion, but must be regulated to the extent possible through rules administered by international institutions. The basic legal framework was embodied in the UN Charter, a multilateral treaty largely crafted by American diplomats and legal advisers. Its essential feature was to entrust the Security Council with administering a prohibition of recourse to international force (Article 2(4)) by states except in circumstances of self-defense, which itself was restricted to responses to a prior ‘armed attack’ (Article 51), and only then until the Security Council had the chance to review the claim.'
The ban on wars of aggression, and the strict control even of wars of self-defense, had been the centre-piece of international law, proclaimed at the Nuremberg tribunals and institutionalized in the UN. Until 2003, so the story goes, launching a war without justification was a rare and regrettable breach.
It is difficult to see how this story caught on, even among lawyers. The US invasion of South Vietnam, the bombing campaigns against North Vietnam and Cambodia, and the invasions of the Dominican Republic and Panama; the Soviet invasions of Hungary, Czechoslovakia and Afghanistan; Turkey’s invasion of Cyprus; Indonesia’s invasion of East Timor: the catalogue of wars of aggression, many leading to more fatalities than the invasion of Iraq, is long and depressing. Yet we continue to talk about international law as if we believed in its global, god-like authority. It is a habit that Danilo Zolo would like us to forgo. ‘No one expects the United Nations, or the international criminal courts, to ensure a stable and universal world peace,’ he writes, ‘for this is a Kantian utopia devoid of theoretical and political interest.’ Rather than trying to reinforce the authority of the Security Council, Zolo says we ought to give up on it. He also believes it’s time we abandoned our faith in the UN’s ad hoc criminal tribunals, in the reheated medievalism of ‘just war’ theory, and even in the notion of universal human rights, a doctrine increasingly weaponized and called ‘humanitarian intervention.’ International law has failed to prevent countless atrocities, and the great powers suffer no significant penalty for launching wars of aggression, ‘preventive’ or otherwise.
Ondanks het bestaan van het internationaal recht, bedrijven vooral de grootmachten nog steeds een agressieve, gewelddadige realpolitik. Het gevolg is vele miljoenen slachtoffers, een toenemende kloof tussen arm en rijk, groeiende corrumpering van samenlevingen, en een florerend, steeds machtiger militair-industrieel complex, een ontwikkeling waarvoor president Eisenhower al in 1961 waarschuwde. De kern van het probleem ligt in wat Zolo als volgt omschrijft:
No one expects the United Nations, or the international criminal courts, to ensure a stable and universal world peace, for this is a Kantian utopia devoid of theoretical and political interest.
Allereerst de stellige bewering als zou 'niemand' verwachten dat de 'Verenigde Naties, of de internationale strafhoven een stabiele en universele wereld vrede zullen verzekeren.' Deze stelling is ongefundeerd, aangezien elk slachtoffer, hoe miniem zijn/haar verwachting ook moge zijn, verwacht, bidt en smeekt om door het recht te worden beschermd. Zonder die verwachting is het leven immers zinloos, en als sociaal wezen blijft de mens zoeken naar zin en betekenis in het leven. Bovendien ontbreekt logica aan Zolo's bewering. De VN en de internationale gerechtshoven komen nu juist voort uit de verwachting en zelfs de aanname dat het recht 'een stabiele en universele vrede' kan garanderen. Ook de volgende bewering is onjuist en zelfs gevaarlijk: 'for this is a Kantian utopia devoid of theoretical and political interest.' Kortom: 'niemand verwacht' dat de 'VN en de internationale strafhoven een stabiele en universele wereld vrede' zullen 'verzekeren, omdat dit een Kantiaanse utopie is, ontdaan van theoretisch en politiek belang.' Met andere woorden: 'vrede' is onmogelijk, aangezien die altijd door 'theoretische en politieke belangen' zal worden vernietigd.
Daarnaast is het, volgens Zolo, kennelijk onmogelijk dat die 'belangen' worden beteugeld door wat dan ook, door geen enkel eigenbelang zoals het belang tot overleven, en geen enkele moraliteit, zoals het gebod niet te doden. Het is in deze ideologische zienswijze zelfs absurd om te streven naar 'vrede,' zonder tegelijkertijd een knuppel achter de hand te houden, aangezien boven alles als enige waarheid geldt: Homo homini lupus, oftewel 'de mens is een wolf voor zijn medemens.' En in een beestachtige wereld dient de mens zich als beest op te stellen, om te voorkomen door 'een wolf' te worden opgegeten, zo leert zelfs Donald Duck's relaas van de drie biggetjes en het sprookje van Roodkapje. De mens op aarde is in dit typisch christelijke wereldbeeld domweg verdoemd. De Indiaans Amerikaanse milieu-activiste Charlotte Black Elk, een 'Oglala Lakota' en 'the great-granddaughter of the holy man Nicholas Black Elk,,' wees in dit verband op het volgende:
Look at the origin legends of the judeo-christian people. You have an origin legend that says that Adam and Eve were banished onto earth and earth is an enemy. And you have native people, and Lakota people in particular, who say the earth is my mother and we all have to live together as a family. Those are very, very opposed viewpoints from one who says: this is my mother and the other who says: this is a place of banishment and you don’t really have to care for it because someday you are going back to paradise when you complete your banishment. And I think those attitudes are what came into play when you had western encroachment and the wars of the 1800s, the whole uprooting of native people.
De in wezen cynische en nihilistische veronderstelling dat de mens verdoemd is, heeft eeuwenlang gediend als rechtvaardiging voor het gewelddadig westers expansionisme, waarbij in naam van God en de Koning de wereld werd veroverd. Dit diep verankerde geloof ziet in Kant's 'eeuwige vrede,' gebaseerd op rechtsregels, niets anders dan een 'utopie,' en derhalve moet zijn uit 1795 daterende verhandeling Zum ewigen Frieden. Ein philosophischer Entwurf als ridicuul van de hand worden gewezen. De doorgaans onuitgesproken gedachte is dat het streven naar vrede geen politieke leidraad kan zijn, omdat de mens in zijn oneindige begeerte naar macht en rijkdom geen moraal en dus geen recht verdraagt.
In this essay, Kant described his proposed peace program. Perpetual peace is arguably seen as the starting point of contemporary liberal thought.
'Perpetual Peace' is structured in two parts. The Preliminary Articles described the steps that should be taken immediately, or with all deliberate speed:
1 'No secret treaty of peace shall be held valid in which there is tacitly reserved matter for a future war'
2 'No independent states, large or small, shall come under the dominion of another state by inheritance, exchange, purchase, or donation'
3 'Standing armies shall in time be totally abolished'
4 'National debts shall not be contracted with a view to the external friction of states'
5 'No state shall by force interfere with the constitution or government of another state'
6 'No state shall, during war, permit such acts of hostility which would make mutual confidence in the subsequent peace impossible: such are the employment of assassins, poisoners, breach of capitulation, and incitement to treason in the opposing state' […]
In het deterministische wereldbeeld van Zolo en de neoliberale elite wordt de werkelijkheid beheerst door onwrikbare natuurwetten die vrede onmogelijk maken, zelfs als de meerderheid een rechtvaardige vrede wil. Men hoeft niet veel verbeeldingskracht te bezitten om te beseffen dat vrede volstrekt onmogelijk is wanneer 85 miljardairs in de wereld evenveel bezitten als de helft van de mensheid, die in weerzinwekkende armoede moet zien te overleven. Om 85 mensen zo obsceen rijk te maken moet er wereldwijd een gewelddadig onderdrukkingssysteem in stand worden gehouden. Wanneer iedere wereldbewoner net zo comfortabel zou leven als de meeste westerlingen dan zijn er vier aardes nodig. Alleen doordat de neoliberale elite in staat is de condities te scheppen, kan de één een miljardair worden en de ander een pauper blijven. Het gevolg is frictie en uiteindelijk oorlog. Dat is logisch, maar niet onvermijdelijk. Op dit moment geldt dat het
global corporate system — from its colonial past beginning with Cristóbal Colón's famous 1492 search for a sea route to the fabled riches of East Asia, to the current regime of 'globalization' in which a comprehensive plan to subordinate domestic economies everywhere to transnational banking and corporate rule is now into high gear,
zo schrijft de in Canada docerende hoogleraar John McMurtry in het voorwoord van The No-Nonsense guide to Globalization (2001), waaraan hij onmiddellijk toevoegt:
Ceaseless repetition of slogans of 'inevitable change' and 'necessary restructuring' have everywhere accompanied this rapid prying-open of national economies and cultures for foreign exploitation 'free of trade and investment barriers.' But there is an astonishing gap between the dominant ideology of a 'self-regulating global free market' and the reality of tens of thousands of trade-lawyer constructed regulations imposed across the world by a fast-moving, secretive process instituting the private demands of transnational corporations as absolute rights to which elected legislatures everywhere are made subordinate.
Om te voorkomen dat de macht van de westerse plutocratie te opvallend wordt, is het de taak van de mainstream-opiniemakers om de heersende mythen levend te houden, de mythen van de eeuwige vooruitgang, vrede en veiligheid, de democratie en de mensenrechten, 'het vredestichtende Westen' en natuurlijk van de 'humanitaire interventies.' Vandaar ook dat de zelfbenoemde 'kwaliteitskrant' van opiniemaker Hubert Smeets op 20 maart 2003, de dag dat de agressieoorlog tegen Irak begon, haar lezers liet weten:
Nu de oorlog is begonnen, moeten president Bush en premier Blair worden gesteund. Die steun kan niet blijven steken in verbale vrijblijvendheid. Dat betekent dus politieke steun - en als het moet ook militaire.
De grove schending van het internationaal recht en het daarop volgende geweld van 'shock and awe' speelden daarbij geen rol van betekenis voor de Hollandse 'politiek-literaire elite' in de mainstream-pers. Sterker nog: juridische uiteenzettingen van deskundigen op het gebied van het internationaal recht over de illegaliteit van de inval weigerde de NRC-redactie te plaatsen. Van belang was alleen dat het Westen onder aanvoering van Washington de rest van de wereld zou laten zien dat de blanke christelijke cultuur bereid was tot het uiterste te gaan om haar geopolitieke en daarmee economische belangen veilig te stellen. En die belangen waren inmiddels, letterlijk en figuurlijk, onbegrensd geworden. In de No-Nonse guide to Globalization gaf al in 2001 de in Canada wonende auteur Wayne Ellwood de volgende vergelijking:
In 1960 the richest fifth of the world's population received 70% of global income compared to 2.3% for the world's pporest 20%. By 1969 the richest 20% had increased their share to 82.7% while the bottom fifth's share of global income shrank from 2.3% to 1.4%...
In the US from 1977-89 the average real income of the top 1% increased by 78% while the poorest 20% of the population saw their income decrease by 10.4%.
De situatie voor de meerderheid van de wereldbevolking is sindsdien almaar verslechterd. Een van de belangrijkste oorzaken is de volgende:
Tegelijkertijd zijn de voor het neoliberalisme noodzakelijke oorlogen uiterst lucratief voor de 0,1 procent superrijken, aangezien die hun vermogen tevens hebben belegd in de uiterst winstgevende wapenindustrie. De westerse elite wordt daarbij gesteund door haar woordvoerders in de mainstream pers. Het is geen uitzondering dat in Nederland ook de 'Volkskrant,' niet gehinderd door enig moreel besef of journalistieke integriteit het massale geweld tegen de Irak steunde. Het feit dat de Iraakse bevolking al meer dan tien jaar lang werd bestookt met ondermeer verarmd uranium bommen, kogels en granaten, was daarbij een te verwaarlozen detail. Meer dan een half miljoen kinderen onder de vijf jaar was er, volgens de VN, om het leven gekomen door de vernietiging van de totale infrastructuur en de langdurige meedogenloze boycot, onder aanvoering van het Westen. Op 10 april 2003, nog geen drie weken na het begin van de illegale inval beweerde de Volkskrant in een 'hoofdredactioneel commentaar' dat 'Bewoners van Bagdad op het omver getrokken standbeeld van de Iraakse leider [dansen].' Met deze vertekende voorstelling van zaken hield de hoofdredactie zich keurig aan het officieel gesanctioneerde propagandabeeld. De werkelijkheid was evenwel de volgende:
THE RICHEST AMERICANS' POLITICAL SPENDING HAS BEEN GROWING FASTER THAN THEIR SPENDING ON ANYTHING ELSE. SO, IF YOU'RE WONDERING WHAT HAPPENED TO OUR DEMOCRACY, JUST FOLLOW THE RICHEST .01 PERCENT.
The government of Saddam Hussein collapses as US troops take control of Baghdad. To mark the occasion, a statue of the former dictator in downtown Baghdad’s Firdos Square is pulled down, seemingly by a group of average Iraqi citizens and US soldiers. [ASSOCIATED PRESS, 4/9/2003] The celebration is later revealed by the Los Angeles Times to be a psychological operation managed by US forces and not Iraqi citizens. [LOS ANGELES TIMES, 7/3/2004] The entire event is a carefully staged photo op. The tightly cropped pictures sent out by the Pentagon, and subsequently broadcast and published around the world, show what appears to be a large crowd of celebrating Iraqis. However, aerial photos show that the square is nearly empty except for a small knot of people gathered in front of the statue. The square itself is surrounded by US tanks. And there is some question as to the authenticity of the celebrating Iraqis. Al-Jazeera producer Samir Khader later says that the Americans 'brought with them some people—supposedly Iraqis cheering. These people were not Iraqis. I lived in Iraq, I was born there, I was raised there. I can recognize an Iraqi accent.' [UNGER, 2007, PP. 302] Fox News anchors assure viewers that images of the toppling statue are sure to persuade the Arab world to see America as a liberator. Correspondent Simon Marks, reporting from Amman, Jordan, reports that 'the Arab street' is angry, and it will take careful diplomacy to convince the majority of Arabs that this is not 'an American war of occupation.' In response, Fox anchor David Asman, a former Wall Street Journal editorial writer, says, 'There’s a certain ridiculousness to that point of view!' [NEW YORKER, 5/26/2003]
Volgens de hoofdredactie van de Volkskrant dansen hier 'Bewoners van Bagdad op het omver getrokken standbeeld van de Iraakse leider.'
Maar omdat de Volkskrant de Pentagon-propaganda keurig overschreef, zag de 'hoofdredactie' niet wat er voor haar ogen daadwerkelijk gebeurde en kwam zij met de niet op de werkelijkheid gebaseerde voorspelling dat 'Verrassingen daargelaten, de strijd is [beslecht]. Zoon Bush deed wat vader Bush niet durfde: met een expeditieleger Irak binnentrekken om Saddam af te zetten.' Nog afgezien van de absurde stelling dat het hier om 'durf' ging, wist de Volkskrant-hoofdredactie kennelijk niet dat de voornaamste reden van de Amerikaanse inval de oliereserves waren, zoals Alan Greenspan, 18 jaar lang hoofd van de Amerikaanse Federale Bank, naderhand verklaarde toen opmerkte dat:
het politiek niet van pas komt om te erkennen wat iedereen weet: de Irak oorlog draait grotendeels om olie,
een feit dat nog eens werd bevestigd toen in de herfst van 2011 de Amerikaanse oud-ambassadeur bij de Verenigde Naties, de jurist John Bolton, op Fox News een mogelijke aanval op Iran rechtvaardigde met de opmerking dat
Iran er nauwelijks een geheim van maakt dat het naar de hegemonie streeft in de regio van de Perzische Golf, het cruciale olie en gas producerende gebied waarover wij zovele oorlogen hebben gevoerd om onze economie te beschermen tegen de nadelige impact van het verlies van deze voorraden of wanneer we er alleen maar over kunnen beschikken tegen zeer hoge prijzen.
Desondanks meende de hoofdredactie van de 'kwaliteitskrant' in de polder dat de 'uitkomst op zich een goede zaak [is],' hoewel
velen, waaronder deze krant, tegen de oorlog [waren], omdat Bush en Blair vele anderen niet hadden weten te overtuigen van de urgentie van een ingrijpen, waardoor een VN-mandaat ontbrak. Toen echter de oorlog onvermijdelijk was geworden, was het wenselijk dat de Verenigde Staten en Groot-Brittannië hem zouden winnen en niet Saddam.
Vanwege de ideologische stellingname ontbreekt ook hier de logica. De hoofdredactie liet namelijk haar lezers weten dat aangezien de agressieoorlog van de VS en Groot Brittanië toch al een feit was het 'wenselijk' was dat de schenders van het internationaal recht 'zouden winnen.' Het betreft hier niet een te vergoelijken overtreding, maar een ernstige schending van het recht als hoeksteen van de beschaving. In zijn slotwoord van de naoorlogse Processen van Neurenberg verklaarde de Amerikaanse openbare aanklager, Robert H. Jackson, 'representative and Chief of Counsel for the United States of America,' daarover het volgende:
This trial is part of the great effort to make the peace more secure. It constitutes juridical action of a kind to ensure that those who start a war will pay for it personally.
De Processen van Neurenberg bepaalden voor eens en altijd dat een agressie-oorlog niet meer door de mensheid getolereerd zou worden:
At the establishment of the Russell Tribunal, Bertrand Russell quoted the Chief Prosecutor of the Nuremberg War Crimes Trials, Robert H. Jackson, stating that
'If certain acts and violations of treaties are crimes, they are crimes whether the United States does them or whether Germany does them. We are not prepared to lay down a rule of criminal conduct against others which we would not be willing to have invoked against us.'
Jackson verklaarde voorts:
To initiate a war of aggression, therefore, is not only an international crime; it is the supreme international crime differing only from other war crimes in that it contains within itself the accumulated evil of the whole.
Kortom, de hoofdredactionele oproep van zowel de NRC als de Volkskrant om een 'supreme international crime' politiek, diplomatiek, financieel, militair en moreel te steunen, was weerzinwekkend. De redacties van beide 'kwaliteitskranten' gedroegen zich als criminele organisaties, zonder dat ze ooit hiervoor juridisch of moreel, zelfs niet journalistiek ter verantwoording werden geroepen. Hun steun aan oorlogsmisdaden heeft daarnaast tot geen enkel inzicht geleid in de eigen misdadigheid, en dus doen ze nu weer mee met de anti-Poetin propaganda, kennelijk in de verwachting dat een gewapend conflict tussen de kernmachten van enerzijds de NAVO en anderzijds Rusland een 'overwinning' zal opleveren.
Het Westen wordt geleid en geïnformeerd door levensgevaarlijke sociopaten, en het publiek kijkt toe hoelang dit nog gaat duren voordat de grote explosie plaatsvindt. Houdt u dit in het achterhoofd zodra u weer eens de 'talking heads' van de krankzinnig geworden 'politiek-literaire elite' in de polder ziet, hoort, of iets van hen leest.
Het Westen wordt geleid en geïnformeerd door levensgevaarlijke sociopaten, en het publiek kijkt toe hoelang dit nog gaat duren voordat de grote explosie plaatsvindt. Houdt u dit in het achterhoofd zodra u weer eens de 'talking heads' van de krankzinnig geworden 'politiek-literaire elite' in de polder ziet, hoort, of iets van hen leest.
Nazi-kopstukken tijdens het eerste Neurenberg-Proces.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten