vrijdag 3 oktober 2014

Michel Krielaars van de NRC 6


Michel Krielaars van de NRC, wiens oppervlakkig propagandawerkje Het Klein Koude Front prominent bij de kassa van Atheneum Boekhandel op het Amsterdamse Spui ligt, krijgt van het personeel aldaar een opvallend ruime display. Eerder al werd op de website van deze boekverkopers Krielaars' reisboek Het brilletje van Tsjechov. Reizen door Rusland aangeprezen met alles behalve ironische kwalificaties als dat 'hij, na vijf jaar correspondentschap, de balans op[maakt.]' Kennelijk is Krielaars, die bewust en aantoonbaar feiten verdraait, dermate geniaal dat hij al na 5 jaar Rusland in staat is 'de balans' op te maken, terwijl zelfs de grootste Russische auteurs en Rusland-kenners die pretentie nooit hadden. De lovende recensie is geschreven door 'Korneel de Ruiter,' die 'Literatuurwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam [studeert] en stage [liep] bij athenaeum.nl.' De voormalige stagiaire schreef over Rusland:

Een oplossing blijft uit: de hoofdpersonen in Tsjechovs verhalen en toneelstukken weten zich niet te ontworstelen aan hun besluiteloosheid. Zo komt ook Krielaars niet tot een uitweg.

Dat maakt Het brilletje van Tsjechov tot een bijzonder reisverslag. Scherpe observaties en een scala aan fascinerende Russen die ten tonele worden gevoerd, zorgen voor een mooi, rijk beeld van het hedendaagse Rusland. Maar ondanks de tsjechoviaanse ironie - bijvoorbeeld in een memorabele passsage bij de ontnuchteringspolitie, waar een parade aan dronken Russen voorbij komt - overheerst in Krielaars' werk de tragiek van een volk en land zonder perspectief.

Uit Krielaars recente stellige bewering dat het 'Westen met zijn ethische normen en waarden wezenlijk aan de ontwikkeling [kan] bijdragen,' waarbij Rusland net zo'n bewonderenswaardige beschaving wordt als bijvoorbeeld de VS, valt op te maken dat de neoliberale kapitalistische 'ethische normen en waarden' een 'wezenlijk' bestanddeel zijn van de westerse cultuur. Welke die zijn verzuimt Krielaars te vermelden, kennelijk in de overtuiging dat die hier algemeen bekend zijn. Misschien nog opvallender is dat Michel Krielaars doet voorkomen dat 'de tragiek van een volk en land zonder perspectief' volkomen onnodig is, en dat met enige al dan niet gewelddadige aansporing van het Westen ook Rusland op het juiste pad kan worden geholpen. Let wel, deze simplistische voorstelling van zaken is van de 'Chef bijlage Boeken' van 'NRC Handelsblad,' zoals bekend de 'kwaliteitskrant' van de 'politiek-literaire elite' in de polder. Kortom, het niveau van de Nederlandse zelfbenoemde intelligentsia is beschamend laag. Laat ik daarom de ware Europese intelligentsia even aan het woord, te beginnen met de grote joods Hongaarse Nobelprijswinnaar Literatuur Imre Kertész die na de val van de Berlijnse Muur op het volgende wees:

De vraag is terecht: waarom nemen in onze tijd zelfs vreugdevolle gebeurtenissen een onheilspellende kleur aan, waarom mobiliseren ze meteen de duisterste krachten, en waarom doemen ze in het beste geval als lastige en onoplosbare problemen aan de horizon? [...]

Nu de vruchten van veertig jaar strijd zijn gerijpt en ook het tweede totalitaire rijk is gevallen (de Sovjet Unie svh), domineert een algemeen gevoel van ineenstorting, wrevel en machteloosheid. Alsof een katterige sfeer door Europa waart, alsof het op een grijze ochtend bij het wakker worden gemerkt heeft dat het in plaats van twee mogelijke werelden nog maar één werkelijke wereld over heeft, de triomferende wereld van het economisme, het kapitalisme, het ideaalloze pragmatisme, zonder transcendentie en zonder alternatief, waaruit geen doorgang mogelijk is naar de vervloekte of het beloofde land -- naar keuze... dat geluidloze ineenzakken (dat ook de fluwelen revolutie wordt genoemd) lijkt iets in de mensen kapotgemaakt te hebben, onduidelijk wat: de ethiek van het verzet, die een bepaalde stevigheid gaf in een bestaansvorm, of een soort van hoop, die misschien nooit echte hoop is geweest, maar ongetwijfeld eveneens houvast bood -- in ieder geval heeft het een einde gemaakt aan de relativiteit van de vergelijking. En hier staan we nu als overwinnaars, leeg, moe en ontgoocheld.

Aldus verwoordde Kertész het onderhuidse gevoel in Europa na de val van de Sovjet Unie. In tegenstelling tot polder-journalisten als Michel Krielaars en Geert Mak weet Kertész wel waarover hij het heeft aangezien hij zowel het fascisme, communisme als nu het neoliberale kapitalisme van binnenuit kent, en ervaren heeft hoe totalitaire systemen, met hun claim op de enig geldige waarheid, functioneren. Kertész schreef het bovenstaande in 1994, precies tien jaar voordat de amateur-historicus Geert Mak in zijn boek In Europa het tegenovergestelde beweerde, namelijk dat 'Europa als vredesproces een eclatant succes [was]' en 'Europa als economische eenheid ook een eind op weg [is].' Op zoek naar 'hoop' respecteert Mak alleen 'optimisten' en zeker geen 'doemdenkers,' zoals hij kritische intellectuelen betitelt. En dus liet hij bijvoorbeeld Russinnen verklaren dat het Westen hen 'een complete andere levensstijl, met moderne en open verhoudingen tussen mannen en vrouwen, chefs en ondergeschikten' bood. Tegelijkertijd liet hij in zijn bestseller In Europa de SP-multimiljonair Derk Sauer over zijn Russische editie van Cosmopolitan onweersproken verklaren dat:

In de sovjettijd werd iedereen geacht gelijk te zijn. Dit blad leerde de mensen om hun individualiteit weer uit te dragen. Het was hun gids voor het nieuwe leven.

Weer een andere anonieme Russische bron, die Mak opvoerde, zei:

Cosmopolitan toont de Russinnen nieuwe rolmodellen: ongebonden vrouwen, goed opgeleid, werkend, in staat om de genoegens van de postmoderne samenleving ten volle uit te buiten. Het zijn de overwinnaars van de mannen.

Deze kapitalistische propaganda, waarvoor Mak door Europese autoriteiten veelvuldig werd geprezen, staat in schril contract met het inzicht van een echte Europese intellectueel als Imre Kertész. Terwijl Mak's ongefundeerd optimisme beloond werd met hoge oplages en schouderklopjes, bleef Kertész buiten de schijnwerpers gewoon doorwerken en merkte hij aan het eind van de twintigste eeuw ondermeer op dat

de eeuw zich ziek [ligt] te wentelen in haar cel, te worstelen met zichzelf, met de vraag of ze haar eigen bestaan, haar zijnsvorm, haar bewustzijn zal aanvaarden of verwerpen, en terwijl ze daar ligt, gekweld door de pijn, wordt ze afwisselend overvallen door koortsaanvallen van agressie, verlammend schuldbesef, razend verzet en depressieve machteloosheid. Ze heeft geen helder besef van haar bestaan, ze kent haar doel, haar levenstaak niet, ze heeft haar creatieve plezier en haar verheffende rouw verloren, evenals haar vruchtbaarheid -- kortom: ze is ongelukkig.

Niets van deze geestesgesteldheid werd door Mak opgemerkt toen hij lovend over het Europa van 'Geen Jorwert zonder Brussel' schreef, en over het zogenaamde 'verlangen' van de Russen naar de bevrijdende werking van Sauer's Playboy voor de Russische man, en zijn Cosmopolitan voor de Russische vrouw, die op hun beurt de 'overwinnaars van de mannen' zouden worden. Deze blijde boodschap van de domineeszoon Mak leverde hem, evenals Sauer, geen windeieren op. Binnen een decennium waren beiden multimiljonair, een feit waarvoor de mainstream zijn petje afneemt, want alleen de rijken tellen. Financieel succes bewijst in het Westen het grote gelijk. 

Welnu, Krielaars doet in wezen hetzelfde, pas als alle Russen precies dezelfde 'hoop,' verlangens, driften, angsten etcetera gaan vertonen als de doorsnee westerling, pas dan zal Rusland verlost worden van het Kwaad, met hoofdletter. In zijn optiek is het 'tragische' een doodlopende weg, alleen de materiële Vooruitgangs-ideologie kan de 'oplossing' bieden. Net als Mak gelooft Krielaars dat de mensheid op aarde is gekomen met een specifiek doel: om net als een westerling een gedisciplineerde consument te worden die zijn leiders braaf volgt. Deze deterministische ideologie, meer is het niet, staat haaks op het mens- en wereldbeeld van de grote denkers en schrijvers. In zijn essay The Curtain (2007) stelt de van origine Tsjechische auteur Milan Kundera zichzelf én ons de vraag: 

And If the Tragic Has Deserted Us?

In een poging dit te beantwoorden stelt Kundera het volgende: 

Antigone inspired Hegel to his magisterial meditation on tragedy: two antagonists face to face, each of them inseparably bound to a truth that is partial, relative, but considered in itself, entirely justified. Each is prepared to sacrifice his life for it, but can only make it prevail at the price of total ruin for the adversary. Thus both are at once right and guilty... Freeing the great human conflicts from naive interpretation as a struggle between good and evil, understanding them in the light of tragedy, was an enormous feat of mind; it brought forward the unavoidable relativism of human truths; it made clear the need to do justice to the enemy. But moral Manichaeanism has an indestructible vitality... Hitler not only brought unspeakable horror upon Europe but also stripped it of its sense of the tragic. Like the struggle against Nazism, all of contemporary political history would thenceforth be seen and experienced as a struggle between good and evil... Is this a regression? A relapse into the pre-tragical stage of humankind? But if so, precisely who has regressed? Is it History itself, usurped by criminals? Or is it our mode of understanding History? Often I think: tragedy has deserted us; and that may be the true punishment.'

Het Vooruitgangsgeloof is er niet in geslaagd de primitieve reflex te matigen om overal een vijand te bespeuren, die — dat spreekt voor zich — het Kwaad vertegenwoordigt omdat hij niet doet wat de ander van hem eist. Immers:

De mens wenst zich een wereld waarin het goed en het kwaad duidelijk van elkaar te onderscheiden zijn, want in hem huist het ingeschapen en ontembare verlangen te oordelen alvorens te begrijpen.

Kundera wijst er daarbij op dat

Je je de toekomst wel [kunt] voorstellen zonder de klassenstrijd of zonder de psychoanalyse, maar niet zonder de onweerstaanbare opkomst van pasklare ideeën die, ingevoerd in computers, gepropageerd door de massamedia, het gevaar met zich meebrengen binnenkort een macht te worden die elk oorspronkelijk en individueel denken verplettert en zo de werkelijke essentie van de Europese cultuur van onze tijd verstikt.

Als bewonderaar van Gustave Flaubert's werk schreef Milan Kundera dat 'het meest schokkende' in diens 'visie op de dwaasheid' het feit is dat 

de dwaasheid niet vervaagt ten overstaan van de wetenschap, de techniek, de vooruitgang of het moderne, integendeel, met de vooruitgang gaat ook zij vooruit!

In 1983 stelde Kundera tijdens een lezing in de Verenigde Staten de vraag waar de obsessieve drang vandaan kwam om de wereld te willen overheersen: 

Om rijker te zijn? Gelukkiger? Nee. De agressiviteit van het geweld is volmaakt ongeïnteresseerd, ongemotiveerd, ze wil alleen maar haar willen; ze is het zuiver irrationele. Kafka en Hasek confronteren ons... met deze reusachtige paradox: gedurende het tijdperk van de Moderne Tijd vernietigde de cartesiaanse rede één voor één alle uit de middeleeuwen geërfde waarden. Maar op het moment van de totale overwinning van de rede maakt het zuiver irrationele (het geweld dat niet meer wil dan z'n willen) zich meester van het wereldtoneel, omdat er geen enkel aanvaard waardensysteem meer is dat het in de weg zou kunnen staan.

Vanuit dit inzicht wordt begrijpelijk waarom de mainstream-journalistiek niets anders doet dan het bedrijven van propaganda voor het heersende systeem, welk systeem dit ook moge zijn. Journalisten functioneren als de hedendaagse priesters van het Vooruitgangsgeloof dat niet zonder een vijandbeeld kan bestaan. Dit verklaart ondermeer het volgende:  

het is niet zo belangrijk dat in de verschillende organen van de media de verschillende politieke belangen tot uiting komen. Achter het uiterlijke verschil heerst een en dezelfde geest. Je hoeft de Amerikaanse en Europese opiniebladen maar door te kijken, van rechts zowel als links, van Time tot Der Spiegel: in al die bladen tref je dezelfde kijk op het leven aan, die zich in dezelfde volgorde waarin hun inhoudsopgave is opgebouwd weerspiegelt, in dezelfde rubrieken, dezelfde journalistieke aanpak, dezelfde woordkeus en stijl, in dezelfde artistieke voorkeuren en in dezelfde hiërarchie van wat ze belangrijk en onbeduidend achten. De gemeenschappelijke geestesgesteldheid van de massamedia, die schuilgaat achter hun politieke verscheidenheid is de geest van de tijd,

aldus Kundera, die deze simplistische en propagandistische kijk op de werkelijkheid lijnrecht stelt tegenover de complexiteit van de roman, met al haar subtiele gelaagdheden. Al in 1866 schreef zijn collega, Gustave Flaubert in een brief aan een bevriende dame: 

U heeft het over de verdorvenheid van de pers; die maakt mij zo doodziek dat kranten me een regelrechte lichamelijke walging bezorgen. Ik lees liever helemaal niets dan die verfoeilijke lappen papier. Maar men doet al het mogelijke om er iets belangrijks van te maken. Men gelooft erin en men is er bang voor. Dat is de wortel van het kwaad. Zolang de eerbied voor het gedrukte woord niet uit de wereld is geholpen, komen wij geen stap verder. Breng het publiek de liefde voor het grote bij en het zal de kleine dingen in de steek laten, of liever gezegd het zal de kleine dingen zichzelf laten uitschakelen. Ik beschouw het als een van de gelukkigste omstandigheden van mijn leven dat ik niet in kranten schrijf. Het doet mijn beurs geen goed, maar mijn geweten vaart er wel bij en dat is het voornaamste.

Vijf jaar later liet hij in een brief aan George Sand weten: 

De hele droom van de democratie bestaat uit het verheffen van de proletariër tot het domheidspeil van de burgerman. Die droom is al gedeeltelijk verwezenlijkt. Hij leest dezelfde kranten en heeft dezelfde hartstochten.

Flaubert had een scherpzinnige kijk op de psyche van de moderne massamens. Hij besefte eerder dan wie dan ook dat ondanks de vooruitgang de dwaasheid niet zou wijken, een feit dat volgens zijn collega Kundera 

de grootste ontdekking was van een eeuw die zo trots was op haar wetenschappelijke rede... de dwaasheid vervaagt niet ten overstaan van de wetenschap, de techniek, de vooruitgang of het moderne, integendeel, met de vooruitgang gaat ook zij vooruit!... de moderne dwaasheid betekent niet de onwetendheid, maar de gedachteloosheid van pasklare ideeën... De flaubertiaanse ontdekking is voor de toekomst van de wereld belangrijker dan de meest schokkende gedachten van Marx of Freud. Want je kunt je de toekomst wel voorstellen zonder de klassenstrijd of zonder de psychoanalyse, maar niet zonder de onweerstaanbare opkomst van pasklare ideeën die, ingevoerd in computers, gepropageerd door de massamedia, het gevaar met zich meebrengen binnenkort een macht te worden die elk oorspronkelijk en individueel denken verplettert en zo de werkelijke essentie van de Europese cultuur van onze tijd verstikt. Zo'n tachtig jaar nadat Flaubert zijn Emma Bovary bedacht had, in de jaren dertig van de vorige eeuw, zal een ander groot romancier, Hermann Broch, spreken over de heroïsche inspanningen van de moderne roman die zich verzet tegen de golf van kitsch, maar er tenslotte door gevloerd zal worden. Het woord kitsch verwijst naar de houding van degene die tot elke prijs zoveel mogelijk mensen wil behagen. Om te behagen dien je je te conformeren aan wat iedereen wenst te horen, in dienst te staan van de pasklare ideeën, in de taal van de schoonheid en de emotie. Hij beweegt ons tot tranen van zelfvertedering over de banaliteiten die wij denken en voelen. Na meer dan vijftig jaar wordt de kernspreuk van Broch nu alleen nog maar meer waar. Op grond van de dwingende noodzaak te behagen en zo de aandacht van het grootst mogelijke publiek te trekken, is de esthetiek van de massamedia onvermijdelijk die van de kitsch en naarmate de massamedia ons gehele leven meer omsluiten en infiltreren, wordt de kitsch onze dagelijkse esthetiek en moraal.

Maar zij zijn allen auteurs van wie het werk kennelijk niet gelezen is door de 'Chef bijlage Boeken' van de NRC, de propagandist Michel Krielaars. Of misschien oordeelt hij dat het hier schrijvertjes betreft die niet meetellen. Een andere grote Europese auteur is de Brit John Berger die het volgende constateert:

Consumptie en communicatie zijn tegenwoordig verenigd in een diabolische vennootschap, en uit deze vennootschap bestaat datgene wat wij kennen als de media. Eerst en vooral vertegenwoordigen de media een economisch contract waardoor alles wat er in de wereld gebeurt wordt gekoppeld aan het mechanisme van de verkoop.

Zoals de clerus in de middeleeuwen bepaalde wat de waarheid was, zo bepalen nu de massamedia dagelijks hoe de huidige waarheid eruit ziet, en ervaren moet worden door de overgrote meerderheid. In zijn in 1992 verschenen essaybundel Stemverheffing schreef Berger:

De veronderstellingen waarvan het mediabedrijf uitgaat namens het publiek zijn behalve blind ook verblindend… Misschien is het precies op dit punt dat onze vorm van democratie een langzame dood sterft. Als dat zo is, dan als gevolg van een weigering. De weigering van het mediabedrijf om het feit te erkennen en te laten doorwerken dat het publiek in zijn hart weet hoe de wereld in elkaar zit… De reden van deze weigering die een bedreiging is voor onze vorm van democratie, de reden waarom het mediabedrijf stelselmatig onderschat wat we gemeen hebben, die reden is steeds dezelfde: de normloze drang tot verkopen… Wat ik wil is dat mensen zich ervan bewust worden hoe voddig het mediabedrijf ze bedient als publiek. Voddig, omdat met de waardigheid van kijker en bekekene de vloer wordt aangeveegd. Herstel iets van die waardigheid – gun mensen de tijd, verschuif het gebruikelijke zwaartepunt – en slecht nieuws wordt van een onderbreking de waarheid. Er zijn tal van waarheden waarvoor geen directe oplossing bestaat. Het woord ‘oplossing’ raakt niet aan het tragische. Wíj moeten in aanraking komen met het tragische en ons erdoor laten raken. We zouden er misschien door veranderen als we het benoemden. Ook benoemd blijft het tragische tragisch, maar slecht nieuws zou het niet worden. Alleen van daaruit is een realistische politiek mogelijk. 

En omdat in het neoliberalisme winst maken het heiligste geloofsartikel is spreekt Berger van 'the dealers of the Free Market and their corollary, the Mafia,'  die weten dat

they now have the world in their pocket. They have. But to maintain their confidence they have to change the meaning of all the words used in languages to explain or praise or give value to life: every word, according to them now, is the servant of profit. And so they have become dumb. Or, rather, they can no longer speak any truth. Their language is too withered for that. As a consequence they have also lost the faculty of memory. A loss which one day will be fatal.

Maar hoe kan een Michel Krielaars dit beseffen? Hij is een poseur die een ideologisch rolletje speelt en niet beseft hoe onder de geestelijke elite over zijn wereldje wordt gedacht.


Gustave Flaubert: 'De hele droom van de democratie bestaat uit het verheffen van de proletariër tot het domheidspeil van de burgerman. Die droom is al gedeeltelijk verwezenlijkt. Hij leest dezelfde kranten en heeft dezelfde hartstochten.' En dan gaat men er uitzien als Michel Krielaars. Op de bovenste foto ziet u hoe hij in werkelijkheid oogt en hieronder ziet u hoe hij gezien wil worden, hij kijkt naar zichzelf door uw ogen. Kijk maar:



Wie wordt door Krielaars geïmiteerd? Doe een gok. Mensen zonder eigen identiteit lenen er altijd één. Mannen die met een hoed op de foto willen en dan ook nog die kraag zo nonchalant omhoog... begrijpt u... verdacht, nietwaar?




2 opmerkingen:

anzi zei

Harry Mulisch

Anoniem zei

Een gokje...
Natuurlijk doet hij in die romantische pose al heel snel denken aan het Hollywood icoon Humphrey Bogart (In 1999 door het 'American Film Institute' gekozen tot de grootste mannelijke filmlegende aller tijden). Het 'hard-boiled type dat Humphrey Bogart meestal speelde, het 'ruwe bolster blanke pit' type dat eveneens zijn zachte romantische kant etaleerde, deed menig vrouwenhart sneller slaan. Overigens vertolkte hij meestal gangsterrollen , en zijn stijl van kleden modelleerde Bogart dan weer naar zijn voorbeelden ervoor uit het echte leven zoals: Al Capone.
http://izquotes.com/quotes-pictures/quote-this-american-system-of-ours-call-it-americanism-call-it-capitalism-call-it-what-you-will-gives-al-capone-31134.jpg