We may have to get used to winters where spells of weather go on for weeks - or even months.
The main system that helps determine the weather over Northern Europe and North America may be changing, research suggests.
The study shows that the so-called jet stream has increasingly taken a longer, meandering path.
This has resulted in weather remaining the same for more prolonged periods.
The work was presented at the annual meeting of the American Association for the Advancement of Science (AAAS) in Chicago.
The observation could be as a result of the recent warming of the Arctic. Temperatures there have been rising two to three times faster than the rest of the globe.
According to Professor Jennifer Francis of Rutgers University in New Jersey: 'This does seem to suggest that weather patterns are changing and people are noticing that the weather in their area is not what it used to be.'
The meandering jet stream has accounted for the recent stormy weather over the UK and the bitter winter weather in the US Mid-West remaining longer than it otherwise would have.
'We can expect more of the same and we can expect it to happen more frequently,' says Professor Francis.
Het is allemaal zo slecht overdacht, wanneer Geert Mak stelt dat het zelfmoord is als 'we' de 'deur echt dichtgooien' die toegang geeft tot de Europese Unie. Opnieuw is dit slechts de halve waarheid. Mak heeft weliswaar gelijk dat
de EU een markt [is] van bijna een half miljard mensen met de hoogste gemiddelde levensstandaard ter wereld. Alleen al voor Nederland is de Unie goed voor tweederde van onze totale export, eenvijfde van het nationale product. We hebben nu een open toegang tot die markt.
Maar met evenveel recht kan men betogen dat als 'we' de deur naar het marktdenken, de ideologie van de eeuwige groei niet 'echt dichtgooien' de mens eveneens zelfmoord pleegt door de verwoesting van de natuur en de daarmee verbonden klimaatverandering, het steeds sneller uitputten van de grondstoffen, en de onvermijdelijke oorlogen om grondstoffen en markten te veroveren of te beschermen. Er zijn talloze geleerden die de mensheid daarvoor gedocumenteerd waarschuwen. Eén van hen is de Canadese emeritus hoogleraar David Suzuki, die verklaarde:
Somehow, we have come to think the whole purpose of the economy is to grow, yet growth is not a goal or purpose. The pursuit of endless growth is suicidal.
In tegenstelling tot Mak is Suzuki's denken niet gebaseerd op het behalen van korte termijn winsten, zoals u hier kunt lezen: http://www.davidsuzuki.org
David Takayoshi Suzuki, CC OBC (born March 24, 1936) is a Canadian academic, science broadcaster and environmental activist. Suzuki earned a Ph.D in zoology from the University of Chicago in 1961, and was a professor in the genetics department at the University of British Columbia from 1963 until his retirement in 2001. Since the mid-1970s, Suzuki has been known for his TV and radio series and books about nature and the environment. He is best known as host of the popular and long-running CBC Television science magazine, The Nature of Things, seen in over forty nations. He is also well known for criticizing governments for their lack of action to protect the environment.
Chicago is now warming after being gripped by frigid polar air in January
A long time activist to reverse global climate change, Suzuki co-founded the David Suzuki Foundation in 1990, to work "to find ways for society to live in balance with the natural world that does sustain us." The Foundation's priorities are: oceans and sustainable fishing, climate change and clean energy, sustainability, and Suzuki's Nature Challenge. He also served as a director of the Canadian Civil Liberties Association from 1982 to 1987.
Suzuki was awarded the Right Livelihood Award in 2009. His 2011 book, The Legacy, won the Nautilus Book Award. He is a Companion of the Order of Canada. In 2004, David Suzuki was selected as the greatest living Canadian in a CBC poll.
Het simplisme van Geert Mak cum suis ligt echter beter in de markt dan het complexere mens- en wereldbeeld van David Suzuki en andere al dan niet academische critici. Of zoals Mak het zelf het tegenover mij verwoordde:
'Het probleem met jou is dat je verdomd vaak gelijk hebt, en dat het vaak geen prettige mededelingen zijn die je te melden hebt… Jij ziet veel dingen scherper en eerder, maar… ik kan niet zonder hoop, Stan, dat klinkt misschien wat pathetisch, maar het is toch zo.'
Het gevolg is dat het ware probleem door de Makkianen niet wordt geanalyseerd. Laat ik het volgende voorbeeld geven. Algemeen bekend is dat wereldwijd het vermogen en de inkomsten van de rijken voortdurend stijgen zonder dat de werkloosheid wezenlijk afneemt. Er is sprake van wat in vakkringen 'jobless growth' wordt genoemd. Sterker nog:
In een wereld die economisch steeds meer gepolariseerd is, zullen velen hun kansen op banen zien verminderen, terwijl hun salarissen worden afgeknepen,
aldus The Economist in een vertaling van nrc.next, met als conclusie dat 'de mogelijkheden van mensen ongelijk [zullen] blijven' terwijl de 'vooruitgang mijden net zo onzinnige [zal] blijken te zijn als protesteren tegen gemechaniseerde weefgetouwen in 1810.' Wat Geert Mak nu in feite stelt is dat 'we' gedwongen zijn het marktdenken te accepteren, terwijl hij weet dat een substantieel deel van de bevolking in de toekomst daarvan uitgesloten zal zijn. Hem kennende zal hij die ontwikkeling vreselijk vinden, maar — en dat is het absurde — tegelijkertijd steunt hij dit proces. De reden is dat hij niet nadenkt over wat hij beweert. Hij meent met eenvoudige politieke besluiten een diep cultureel probleem te kunnen oplossen. Maar het consumentisme bestrijdt men niet door het te bevorderen via het neoliberale 'Brussel.' Het moderne bewustzijn van de westerling is gevormd sinds het midden van de achttiende eeuw toen de grote Schotse Verlichtingsfilosoof David Hume in zijn essay Of Luxury (1752) schreef:
In een land waarin geen vraag is naar overbodigheden worden mensen indolent, verliezen ze alle vreugde in het leven en zijn ze niet langer nuttig voor de gemeenschap, die van de weeromstuit haar vloten en legers niet meer kan onderhouden of bekostigen.
Ik verzoek u die tekst nog eens te lezen… Wat allereerst opvalt is de rechtvaardiging die Hume gebruikt om 'overbodigheden' te produceren, namelijk levensvreugde en het niet meer kunnen 'onderhouden of bekostigen' van 'vloten en legers.' De 'vreugde in het leven' van de westerse mens is dus direct gekoppeld aan het expansionisme, het kolonialisme en het grootscheepse geweld, want waarom zou men anders 'vloten en legers' nodig hebben? Bovendien, hoe denkt men aan grondstoffen te kunnen komen tegen een door het Westen bepaalde prijs zonder met geweld te dreigen? Indirect laat Hume doorschemeren dat oorlog en roof nodig zijn om de verspilzucht van het moderne kapitalisme mogelijk te maken. 'Vierentwintig jaar later werkte Humes landgenoot Adam Smith deze theorie verder uit in The Wealth of Nations (1776), misschien wel de verleidelijkste apologie van het nut der rijken die ooit geschreven is,' aldus de Britse filosoof Alain de Botton in zijn boek Statusangst (2004). De Botton voegde eraan toe dat
In eerdere economische theorieën waren de rijken veroordeeld omdat ze een te groot aandeel zouden opeisen van wat gezien werd als een eindige bron van nationale rijkdom. Smith erkende dat het verleidelijk was om een 'bovenmatig bemiddeld' man te beschouwen als een 'plaag voor de samenleving, een monster, een grote vis die alle kleintjes opvreet.' Maar daarmee ging men voorbij aan het feit dat er helemaal geen eindige bron van rijkdom was: men kon er dankzij de inspanningen en ambities van ondernemers en handelaren altijd meer uit putten. In plaats van de kleintjes verslinden, waren de grote vissen ze in de praktijk juist van dienst door geld uit te geven en voor werkgelegenheid te zorgen.
Die 'rechtvaardiging' bestaat vandaag niet meer nu er sprake is van 'baanloze groei' en het verschil tussen arm en rijk zo groot is geworden dat het obsceen is. Vandaag de dag zijn 85 van de rijkste mensen op aarde net zo 'wealthy' zijn 'as the poorest half of the world,' in totaal 3.500.000.000 mensen.
http://www.theguardian.com/business/2014/jan/20/oxfam-85-richest-people-half-of-the-world
Ieder individu met enig sociaal verantwoordelijkheidsgevoel beseft dat dit systeem, gebaseerd op het produceren van 'overbodigheden,' dus het creëren van kunstmatige schaarste, niet alleen moreel onhoudbaar is geworden, maar ook materieel, aangezien deze permanente staat van oorlog met mens en natuur in de praktijk wel degelijk stuit op de eindigheid van grondstoffen en op bijvoorbeeld de consequenties van de door de mens veroorzaakte klimaatverandering. Alleen een systeem dat doorgaat met wat de Amerikaanse socioloog C. Wright Mills noemde 'rationality without reason,' kan onbezonnen doorgaan met een beleid dat de natuur verwoest en een groot deel van de mensheid overtollig maakt. In plaats van propaganda te maken voor de neoliberale EU zou Geert Mak allereerst de kapitalistische ideologie aan de kaak moeten stellen. Een journalist/schrijver moet geen propaganda maken voor de heersende consumptiecultuur, hij dient die cultuur tegen het licht te houden. Hij hoeft geen pluimstrijker van de gezeten orde te zijn, hij dient haar een spiegel voor te houden, en zijn mainstream publiek moet hij informeren over de gevaren van het consumentisme. Welke andere rol zou de 'politiek-literaire elite' anders kunnen claimen? De boeken van Alain de Botton zijn dan ook veel scherpzinniger dat die van Geert Mak. In Statusangst schrijft hij over Adam Smith's denkwijze:
http://www.theguardian.com/business/2014/jan/20/oxfam-85-richest-people-half-of-the-world
Ieder individu met enig sociaal verantwoordelijkheidsgevoel beseft dat dit systeem, gebaseerd op het produceren van 'overbodigheden,' dus het creëren van kunstmatige schaarste, niet alleen moreel onhoudbaar is geworden, maar ook materieel, aangezien deze permanente staat van oorlog met mens en natuur in de praktijk wel degelijk stuit op de eindigheid van grondstoffen en op bijvoorbeeld de consequenties van de door de mens veroorzaakte klimaatverandering. Alleen een systeem dat doorgaat met wat de Amerikaanse socioloog C. Wright Mills noemde 'rationality without reason,' kan onbezonnen doorgaan met een beleid dat de natuur verwoest en een groot deel van de mensheid overtollig maakt. In plaats van propaganda te maken voor de neoliberale EU zou Geert Mak allereerst de kapitalistische ideologie aan de kaak moeten stellen. Een journalist/schrijver moet geen propaganda maken voor de heersende consumptiecultuur, hij dient die cultuur tegen het licht te houden. Hij hoeft geen pluimstrijker van de gezeten orde te zijn, hij dient haar een spiegel voor te houden, en zijn mainstream publiek moet hij informeren over de gevaren van het consumentisme. Welke andere rol zou de 'politiek-literaire elite' anders kunnen claimen? De boeken van Alain de Botton zijn dan ook veel scherpzinniger dat die van Geert Mak. In Statusangst schrijft hij over Adam Smith's denkwijze:
De grote vissen mochten dan arrogant en lomp zijn, maar hun ondeugden veranderden dankzij de marktwerking in deugden, zoals Smith uitlegde in de waarschijnlijk beroemdste passage uit de verzamelde economische leerstellingen van het kapitalisme:
'Ondanks hun natuurlijke egoïsme en hebzucht, en hoewel ze alleen maar uit zijn op hun eigen voordeel en ze niets anders verwachten van de inspanningen van de vele duizenden die zij voor zich laten werken dan de vervulling van hun eigen ijdele en onverzadigbare verlangens, delen de rijken het resultaat van al hun verbeteringen met de armen. Ze worden door een onzichtbare hand geleid, die ervoor zorgt dat vrijwel op dezelfde wijze in de eerste levensbehoeften wordt voorzien als wanneer de aarde rijkelijk over al haar bewoners zou zijn verdeeld, en zo dienen ze onbedoeld en zonder het te weten het belang van de samenleving en dragen ze de middelen aan voor de vermeerdering van de soort.'
Maar in een eindige wereld leiden de 'ijdele en onverzadigbare verlangens' van sociopaten en psychopaten en de 'grillen van het marktplein' natuurlijk niet tot het welzijn van allen. De moderne wereld confronteert ons dagelijks met een onhoudbare werkelijkheid. Het neoliberalisme gaat ervan uit dat rijkdom, net als armoede, het resultaat is van eigen handelen. Alain de Botton:
Als succesvolle mensen hun succes verdienden, volgde daar noodzakelijkerwijs uit dat mislukkelingen hun mislukkingen verdienden. In een meritocratische tijd leek er sprake van een zekere rechtvaardigheid bij de verdeling van zowel armoede als rijkdom. Een lage status zag men nu niet alleen meer als betreurenswaardig maar ook nog als iemands verdiende loon.
Hoewel deze veronderstelling in de twintigste eeuw aan kracht verloor, is ze onder de neoliberale economische en politieke elite weer helemaal terug, getuige ook het huidige overheidsbeleid. De 'trickle-down theory' gaat uit van de aanname dat 'tax breaks or other economic benefits provided to businesses and upper income levels will benefit poorer members of society by improving the economy as a whole.' Maar de veronderstelling dat de staat eerst de rijken nog rijker dient te maken voordat er iets van die rijkdom naar beneden kan druppelen, blijkt in de praktijk niet meer te werken, waardoor de tweedeling in de samenleving toeneemt, en de kloof tussen arm en rijk almaar groter wordt. Al was het maar omdat 'de mogelijkheden om de rijken te straffen met hoge belastingen beperkt [zullen] zijn, omdat kapitaal en hooggeschoolde arbeidskrachten dan doodleuk naar een ander land verhuizen,' zo liet The Economist weten. Immers, de Europese Unie en de NAFTA zijn nu juist speciaal in het leven geroepen om te voorkomen dat de economische macht gehinderd zou worden door nationale grenzen. Het opmerkelijke daarbij is dat zowel de westerse economische als politieke beleidsbepalers van 'links' zowel als 'rechts' bewust bezig zijn met het scheppen van een overtollige onderklasse, zonder dat de mainstream opiniemakers in Nederland dit fundamenteel ter discussie stellen. De burger telt namelijk niet echt mee, wordt niet gevraagd of hij akkoord gaat met de huidige ontwikkelingen, wordt ook niet verteld welke mechanismen werkzaam zijn, en wie nu wat bepaalt op grond waarvan. 'Geen Jorwerd zonder Brussel,' is genoeg voor de mainstream, de rest is kennelijk toch te ingewikkeld voor de kleinburger; een eenvoudige leuze moet voldoende zijn om hem in het gareel te houden. Wat dat betreft opereren de Makkianen volledig volgens de wetten van de markt, juist door hun simplisme, hun sussende woorden, en hun leugenachtigheid weten ze een groot publiek te bereiken. Ze spelen in op de angst van hun publiek dat naar een hoopvolle boodschap verlangt. De Nederlandse intellectuelen kunnen niet anders. Het land is te klein en te benepen om 'groots' te kunnen zijn. Alain de Botton wijst in dit verband terecht op het volgende:
De angst tekort te schieten voor bepaalde taken zou misschien niet zo groot zijn als we er niet van doordrongen waren hoe meedogenloos ons falen vaak door anderen wordt opgemerkt en beoordeeld. Angst voor de tastbare gevolgen van falen wordt verergerd door de onsympathieke houding van de wereld tegenover mislukkingen en door haar tergende neiging degenen die gefaald hebben te bestempelen als 'losers' — een woord dat harteloos onderstreept dat deze mens hebben verloren en dat ze daarmee tegelijkertijd enig recht op sympathie hebben verspeeld.
Dit probleem wordt nog eens verergerd door het feit dat de mens in een technologische maatschappij het alziend oog niet kan ontvluchten. Alles, maar vooral ook het negatieve, wordt genadeloos geregistreerd en uitvergroot door de commerciële massamedia. Helden zijn de succesvollen, hoe doortrapt en misdadig ze ook mogen zijn. Paradoxaal genoeg worden tegelijkertijd de slachtoffers onzichtbaar gemaakt, zoals ondermeer blijkt wanneer de bestseller-auteur Geert Mak lovend schrijft dat de VS 'decennialang als ordebewaker en politieagent [fungeerde].' Het slachtoffer dient onzichtbaar te blijven, omdat zijn bestaan illustreert dat het leven juist niet maakbaar is, waardoor de eigenwaan van het vooruitgangsgeloof aangetast wordt. Vandaar ook dat Mak vandaag de dag geen structurele aandacht besteedt aan de huidige en toekomstige overtolligen. Omdat Alain de Botton zo'n helder inzicht geeft in allerlei fundamentele processen citeer ik opnieuw uit zijn boek Statusangst:
De tragediekunst ontstond in de zesde eeuw voor Christus in de theaters van het oude Griekenland en volgde een held, doorgaans van hoge komaf — een koning of een beroemde krijger — op zijn weg van welvaart en roem naar ondergang en schande, die hij aan zijn eigen dwalingen te wijten had. Door de manier waarop het verhaal werd verteld, konden de toeschouwers de held moeilijk veroordelen om wat hem was overkomen en moesten ze tegelijkertijd deemoedig toegeven hoe licht ook zij op een dag ten onder konden gaan als ze in een vergelijkbare situatie verzeild raakten. Na afloop van de tragedie beseften ze tot hun verdriet dat het buitengewoon moeilijk was een goed leven te leiden en stelden ze zich bescheiden op ten aanzien van hen die in hun pogingen daartoe niet waren geslaagd.
Bevindt de krant, met zijn berichten over perverse en gestoorde figuren, over mislukkelingen en losers, zich aan de ene kant van het spectrum, de tragedie moeten we juist aan de andere kant zoeken: ze belichaamt een poging bruggen te slaan tussen schuldigen en ogenschijnlijk onschuldigen, vecht onze alledaagse opvattingen over verantwoordelijkheid aan en vormt de in psychologisch opzicht meest verfijnde, meest respectvolle getuigenis van hoe een mens kan worden onteerd zonder dat hij het recht verspeelt te worden gehoord.
Daarbij moet vermeld worden dat de Griekse tragediën 'involved and enveloped the entire population of a Greek town.' De toneelstukken waren absoluut niet alleen bedoelt voor de elite. 'Above all, in every play there is the universal quality of a comment on human life presented as a work of art,' waardoor zelfs nu nog de 'universal aspect of those plays is something that each reader will be able, in the degree appropriate to himself, to perceive and evaluate; it does not need to be always pointed out,' zoals de Britse classicus, wijlen Philip Vellacott schreef in de introductie van de Engelse vertaling van Orestes And Other Plays van Euripides. In tegenstelling tot de hedendaagse parlementaire pers en haar betaalde opiniemakers, die het grote publiek vertellen hoe een bepaalde politieke manoeuvre moet worden beoordeeld, spraken de Griekse tragedieschrijvers zonder omwegen het gezonde verstand en de -- door ervaring opgedane -- inzicht van gewone mensen aan. Het zal niemand verbazen dat, in tegenstelling tot de tragediën, de simplistische mediapropaganda niet leidt tot het doorzien van de complexiteit van de actualiteit. De Grieken in de oudheid zouden verbijsterd hebben opgekeken als een complex probleem zou worden samengevat in een of andere hapklare leuze, die gedachteloos kon worden geslikt. Hoe complexer de maatschappij, des te simplistischer de voorstelling van zaken van de hedendaagse opiniemakers. Dus: 'Geen Jorwerd zonder Brussel.' Al het andere deugt niet, het is alles of niets, voor het tragische is geen ruimte, voor elk probleem moet er onmiddellijk een oplossing zijn, anders stopt de aarde met om haar as te draaien. Deze totalitaire houding leidt to extreme consequenties, zowel voor de mens als voor de natuur, waardoor de mens nu geconfronteerd wordt met ondermeer een wereldwijde grootscheepse sociale ontwrichting en een al even ingrijpende klimaatverandering. Inderdaad:
The meandering jet stream has accounted for the recent stormy weather over the UK and the bitter winter weather in the US Mid-West remaining longer than it otherwise would have.
'We can expect more of the same and we can expect it to happen more frequently,' says Professor Francis.
Meer later.
In the UK, storm after storm has rolled across the country
1 opmerking:
https://twitter.com/jorisluyendijk/status/435511905407336448
Een reactie posten