zondag 23 november 2008

Paul Brill van de Volkskrant 17

'Een Ander Joods Geluid
Paul Brill bijziend
19-02-2007

Hoe lukt dat Paul Brill toch, helderziend en blind tegelijk te zijn? Helderziend is hij zeker: in de Volkskrant van afgelopen zaterdag wist hij te melden dat ‘de vraag niet langer is, of in Iran een kernwapen wordt ontwikkeld, maar wanneer het zo ver is’.

Jaap Hamburger over Paul Brill

Ook zaterdag, maar in een andere krant, werd Zbigniew Brezinski geïnterviewd, Carters voormalige veiligheidsadviseur en nog altijd een gezaghebbend Amerikaans analist van internationale betrekkingen. Hij zei ‘dat het nog steeds niet duidelijk is of Iran, dat een ambitieus nucleair programma heeft, er op uit is daarmee kernwapens te vervaardigen’. ‘Daarover bestaan verwarrende berichten’. Nu heeft Brezinski natuurlijk niet het statuur van Brill, en kennelijk ook niet diens helderziendheid. Dat tekort deelt hij met het Internationaal Atoomagentschap IAEA in Wenen, dat zich nog nooit met zoveel overtuiging heeft durven uitlaten over de bedoelingen van de Iraanse regering, als Paul Brill. Ook het artikel over Iran in de Economist van deze week is behoedzaam in haar conclusies. En dat is verstandig van Brezinski en van het Agentschap in Wenen en van de Economist, want wist de geduchte Brill destijds ook niet met zekerheid, dat Irak massavernietigingswapens had? Vast. Tegen zoveel visie ga je niet in, je formuleert twijfels, zoals Brezinski. Ons voorrecht in Holland is het, om op zaterdagochtend bij de koffie kennis te mogen nemen van een Brill-zonder-bedenkingen.

Gelukkig echter zorgt hijzelf voor wat tegenwicht; behalve visionair is zijn blik toch ook bijziend, om niet te zeggen verblind. De oorzaak daarvan heet ‘Israël’. Het belieft Brill om de toestand in de wereld, en in het Midden Oosten in het bijzonder te bekijken, vanuit wat hij houdt voor ‘het Israëlisch perspectief’. Vallen ontwikkelingen, gebeurtenissen, uitspraken te duiden, als ‘gunstig’ of als ‘ongunstig’ voor Israël, dat is de enige optiek die hij hanteert. Zo gaat in het geval Iran volgens Brill ‘van relativerende opmerkingen de meeste overtuigings-kracht uit, als ze uit een Israëlische pen vloeien’. Let wel: de inhoud van de opmerking wordt ondergeschikt gemaakt aan de vraag waar de inktpot staat, waaruit de woorden geschreven zijn.

Ik ga voorbij aan het feit dat, als men ergens niet meer in staat en bereid is, om inter-nationale verhoudingen te relativeren, en echte van vermeende dreigingen te onderscheiden, het nu juist -en sinds lang- in Israël is. Daar is het mogelijk dat voor de zoveelste keer een grootschalige aanval wordt gelanceerd om het buurland Libanon naar zijn pijpen te laten dansen, zoals afgelopen zomer, en de buitenwereld voor te spiegelen dat het om een ingehouden reactie gaat - om een vorm van ‘gerechtvaardige zelfverdediging’.

Terug naar Iran. Brill kapittelt Chirac, die vertolkt wat menige diplomaat en geschoold militair denkt, namelijk dat een Iraans kernwapen, als het er ooit zou komen, niet het einde van de wereld betekent, en ook niet van Israël. Iraanse leiders en hoge militairen beseffen immers terdege, dat zij bij inzet van dat wapen – afgezien van honderdduizenden Palestijnen die in Israël en daarbuiten dan mee ten onder gaan - de onmiddellijke en totale vernietiging van hun eigen land over zich afroepen. Israël heeft altijd het vermogen terug te slaan; het heeft naar verluidt kernwapens aan boord van onderzeeërs. Voor Brill op zaterdag is Chiracs voor de hand liggende opmerking echter ‘een buitengewoon pijnlijke uitglijer van iemand die strategie verwart met een spelletje stratego’. Wie vertelt Brill, dat hij hier zijn eigen onwetendheid etaleert, en ideologische bevangenheid verwart met politieke analyse en zuiverheid van oordeel?

Dan toch maar liever Brezinski, die de gedachte opwerpt, dat misschien alle betrokken landen meer baat hebben bij een volledig gedenucleariseerd Midden Oosten, waarin ook Israël zijn atoomwapen aan de wilgen heeft gehangen. Aan Brill is zo’n gedachtegang niet besteed, tenzij die af zou komen van een Israëlisch politicus, en afgedrukt wordt in de Jerusalem Post. Brill doet slechts een greep uit Israëlische zienswijzen op ontwikkelingen in het Midden Oosten. Dat is het referentiekader waarbinnen hij ronddoolt. . Zijn inktpot staat weliswaar in Holland, de inkt komt uit Israël. Dáár echter kijkt men alleen nog naar zichzelf, en is men het zicht op de schrijnende werkelijkheid die men voor anderen heeft geschapen, volledig kwijt. Voor zelfkritiek is bij de politiek-militaire elite van Israël net zo veel plaats als voor egels op de snelweg; wie stekels opzet, wordt platgewalst en terzijde geschoven.

Van een politiek commentator van de Volkskrant mogen wij meer verwachten, dan dat hij de bewustzijnsvernauwing die de Israëlische politiek kenmerkt, in zijn kolommen nog eens dunnetjes overdoet. Wie daarin meegaat, helpt dat land van de regen in de drup. Brill hoeft Brezinski’s opvattingen niet over te nemen; al leerde hij maar iets van diens vermogen om zelfstandig te oordelen.

Jaap Hamburger, Bestuurslid Stichting Een Ander Joods Geluid, Amsterdam.
Bron: EAJG'

Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...