Toen in de negentiende eeuw in Rusland de filosofische gedachte ontstond, nam deze hoofdzakelijk een religieus, moreel en sociaal karakter aan. Dit betekent dat het centrale probleem het probleem over de mens was, over het lot van de mens in de maatschappij en in de geschiedenis. Rusland doorleefde het humanisme in West-Europese zin niet; wij hadden geen Renaissance,
aldus de Russische filosoof Nikolai Berdjajew (1874-1948) in zijn boek Het Russische Denken in de Negentiende & Twintigste Eeuw, dat een jaar voor zijn dood in het Nederlands verscheen. Hij wees er met klem op dat
[w]aar het Russische volk polair is, daar kan menselijkheid bij dit volk gepaard gaan met trekken van de grootste wreedheid,
en ook in dit opzicht is de gelijkenis met de VS frappant, maar niet onverklaarbaar. Door de geschiedenis heen zijn imperia zowel het toppunt van beschaving als het summum van barbarij, zoals al 4000 jaar geleden het Assyrische rijk aantoonde. Desondanks geldt tegelijkertijd dat de Russen een groot gevoel van 'deernis en medelijden' kunnen opbrengen, aldus Berdjajew die hieraan toevoegt:
De berouwhebbende adellijke van de jaren zeventig (van de negentiende eeuw. svh) doet afstand van zijn privileges en gaat naar het volk, om dit volk te dienen en om met dit volk samen te smelten. Het Russische genie Leo Tolstoj, de rijke aristocraat, lijdt zijn hele leven onder zijn bevoorrechte positie; hij voelt hierover het diepste berouw, hij wil hier afstand van doen, een een eenvoudiger leven gaan leiden, hij wil boer worden. Dat andere Russische genie, Dostojevski, heeft een welhaast waanzinnige drang naar lijden en medelijden en dit is het hoofdmotief van zijn scheppingen. Het Russische atheïsme ontstond uit het medelijden, uit de onmogelijkheid het kwaad van de wereld, het kwaad van de geschiedenis en het kwaad van de civilisatie te verdragen…
God, de Schepper van deze wereld, wordt verloochend in naam van de rechtvaardigheid en de liefde. De macht en heerschappij in deze wereld zijn slecht; de boze is de bestuurder van die wereld, men moet een ander bestuur over deze wereld organiseren, een menselijk beheer, waarbij geen ondraaglijk leed langer zal bestaan; de mens zal voor de mens geen wolf, maar een broeder zijn. Dit is de elementaire emotionele basis van de Russische religiositeit, dit is het grondbeginsel van de Russische sociale motieven. Hierbij komt het Russische leven te staan in het teken van een scherp uitgesproken dualisme. De onmenselijkheid, de wreedheid, de onrechtvaardigheid, de slavernij van de mens waren geobjectiveerd in de Russische staat, in het Tsarenrijk; vervreemd van het Russische volk en getransformeerd in een uiterlijk macht.
The Hiroshima-Auschwitz Peace Marche in Israel (Source: Davar, October 13 1962) http://japanfocus.org/-Ran-Zwigenberg/4252/article.html
Maar net als uiteindelijk het westerse humanisme van de Verlichting eindigde in Auschwitz en Hiroshima, zo liep de Russische hervormingsgezindheid uit op Stalin en de Goelag. Berdjajew stelt dienaangaande dat
[i]n Rusland het communisme te beschouwen [is] als het zich voltrekkende moment van die dialectiek van het humanisme. Ook dit had humanitaire bronnen, het wilde strijden voor de bevrijding van de mens van de slavernij, maar als resultaat heeft het sociale collectivisme, waarbij de mens moest worden bevrijd van uitbuiting en geweld, de menselijke persoonlijkheid niet weten te vrijwaren van nieuwe banden. Het primaat van de maatschappij boven het individu werd verkondigd en gehandhaafd, zowel als het primaat van het proletariaat of beter van de idee van het proletariaat boven de arbeider, boven de concrete mens. De mens die bevrijd was van de macht der idolen uit het verleden, zag zich weer in een soortgelijke positie geplaatst… Na bevrijd te zijn van de macht 'van het algemene' raakt het individu weer in de macht van het nieuwe algemene en wel in de macht van het sociale. In naam van de verheerlijking van het sociale kan men gewelddaden uitoefenen op de menselijke individuen en elk middel als geoorloofd beschouwen, dat tot verwezenlijking van de hoogste doeleinde leidt.
Opnieuw is de grote overeenkomst met het Amerikaanse systeem opvallend. Daar is het collectief ondergeschikt gemaakt aan het individu, dat ten koste van de gemeenschap vrij spel heeft gekregen, zoals ondermeer de groeiende kloof tussen rijk en arm laat zien, en het feit dat bijna de helft van de Amerikaanse kiesgerechtigden niet langer meer de moeite neemt te stemmen tijdens presidentsverkiezingen, terwijl bij de tussentijdse Congresverkiezingen slechts eenderde van de kiezers opkomt. Zowel het Russisch collectivisme als het Amerikaans individualisme zijn failliete systemen, of zoals de Amerikaanse socioloog C. Wright Mills in The Sociological Imagination (1959) uiteenzette, systemen die worden gekenmerkt door 'rationality without reason.' De Amerikaanse hoogleraar dr. Frank Elwell schrijft in verband hiermee:
Mills identified five overarching social problems in American society: 1) Alienation; 2) Moral insensibility; 3) Threats to democracy; 4) Threats to human freedom; and 5) Conflict between bureaucratic rationality and human reason. Like Marx, Mills views the problem of alienation as a characteristic of modern society and one that is deeply rooted in the character of work. Unlike Marx, however, Mills does not attribute alienation to capitalism alone. While he agrees that much alienation is due to the ownership of the means of production, he believes much of it is also due to the modern division of labor.
One of the fundamental problems of mass society is that many people have lost their faith in leaders and are therefore very apathetic. Such people pay little attention to politics. Mills characterizes such apathy as a 'spiritual condition' which is at the root of many of our contemporary problems. Apathy leads to 'moral insensibility.' Such people mutely accept atrocities committed by their leaders. They lack indignation when confronted with moral horror; they lack the capacity to morally react to the character, decisions, and actions of their leaders. Mass communications contributes to this condition, Mills argues, through the sheer volume of images aimed at the individual in which she 'becomes the spectator of everything but the human witness of nothing.'
Mills relates this moral insensibility directly to the rationalization process. Our acts of cruelty and barbarism are split from the consciousness of men--both perpetrators and observers. We perform these acts as part of our role in formal organizations. We are guided not by individual consciousness, but by the orders of others. Thus many of our actions are inhuman, not because of the scale of their cruelty, but because they are impersonal, efficient. and performed without any real emotion.
Mills believed that widespread alienation, political indifference, and economic and political concentration of power is a serious all added up to a serious threat to democracy. Finally, Mills is continually concerned in his writings with the threat to two fundamental human values: 'freedom and reason.' Mills characterizes the trends that imperil these values as being 'co-extensive with the major trends of contemporary society.' These trends are, Mills states throughout his writings, the centralization and enlargement of vast bureaucratic organizations, and the placing of this extraordinary power and authority into the hands of a small elite.
For the individual, rational organization is an alienating organization, destructive of freedom and autonomy. It cuts the individual off from the conscious conduct of his behavior, thought, and ultimately emotions. The individual is guided in her actions not by her consciousness, but by the prescribed roles and the rules of the organization itself. 'It is not too much to say that in the extreme development the chance to reason of most men is destroyed, as rationality increases and its locus, its control, is moved from the individual to the big-scale organization. There is then rationality without reason. Such rationality is not commensurate with freedom but the destroyer of it.' Like Weber before him, Mills cautions that a society dominated by rational social organization is not based on reason, intelligence, and good will toward all. Further, it is through rational social organization that modern day tyrants (as well as more mundane bureaucratic managers) exercise their authority and manipulation, often denying the opportunity of their subjects to exercise their own judgments.
The Hiroshima Auschwitz Memorial in Hiroshima where the Auschwitz remains were enshrined. (photograph by author). 'Here lie the souls of the sacrificed at Auschwitz Poland caused by the Nazism Policy against the Jewish people during the World War II. Together with that of Hiroshima, this utterly inhumane tragedy shall never again be repeated. We should ponder over ourselves of the avarice, rage and stupidity that are deeply infiltrated in the hearts of each and all, and cultivate the integrity that human shares.'
May 12. 1973
The Auschwitz Committee of Hiroshima
Het rationalisme zonder rede heeft een irrationele wereld geschapen die bereid is tot Mutual Assured Destruction over te gaan zodra het moment gekomen is, dat wil zeggen: het is in staat een nucleair armageddon te veroorzaken. Desondanks gaat de bewapening door, en bepaalt inmiddels het militair-industrieel complex, waarvoor president Eisenhower al in 1961 waarschuwde, in belangrijke mate de hedendaagse westerse politiek. Hoe ver een mainstream opiniemaker van de werkelijkheid kan afdrijven, bleek weer eens op bevrijdingsdag 2014, toen Geert Mak via de televisie publiekelijk opriep nog meer geld aan bewapening te besteden omdat 'meneer Poetin' het Europa van 'Geen Jorwert zonder Brussel' vandaag de dag 'dwingt om meer aan defensie uit te geven,' terwijl de NAVO-landen tezamen nu al ruim dertien keer meer spenderen aan het militair-industrieel complex dan Rusland. 'Vrede' en 'veiligheid' hebben in dit bewustzijn elke relatie met de realiteit verloren, individualisme en gemeenschapszin hebben zowel in het Westen als in Rusland hun oorspronkelijke betekenis verloren. De wat Henk Hofland nog steeds trots de 'politiek-literaire elite' betitelt, waar volgens de grijze eminentie van de polderpers geen 'natie zonder [kan],' is in werkelijkheid een kongsi van tot op het bot gecorrumpeerde propagandisten, zoals die ook in Rusland bestaan. Zowel hier als daar zoeken de machtigen, en dus hun woordvoerders in de massamedia, de verlossing in grootscheeps geweld, en wel omdat
achter elke paranoia, zoals achter elke macht, dezelfde diepere tendens schuil gaat: de wens de anderen uit de weg te ruimen, om de enige te zijn of, in de mildere en vaak toegegeven vorm, de wens zich van de anderen te bedienen, zodat men met hun hulp de enige wordt,
aldus de joodse Duitstalige auteur Elias Canetti, die in 1981 voor zijn oeuvre de Nobelprijs Literatuur ontving. In de epiloog van zijn studie Massa & Macht (1960) schreef hij over de eenzame machtige:
De overlevende zelf is bang. Hij heeft altijd angst gehad. Maar tegelijk met zijn mogelijkheden is deze angst tot in het mateloze en ondraaglijke toegenomen. Zijn triomf kan een zaak van minuten en uren zijn. Maar de aarde is nergens veilig, zelfs niet voor hem. De nieuwer wapens kunnen overal komen, ook hij is overal te bereiken. Zijn grootheid en zijn onkwetsbaarheid zijn met elkaar in strijd. Hij is zelf te groot geworden. Machthebbers hebben nu andere angsten, en wel dezelfde als andere mensen. De oeroude structuur van de macht, haar hart en haar kern: het sparen van de machthebber ten koste van alle anderen, is ad absurdum door gevoerd, ze ligt in puin. De macht is groter, maar ook vergankelijker dan ooit.
Het gevolg daarvan is dan ook:
[d]e voortdurende dreiging, waarvan hij zich bedient en die het eigenlijke wezen van dit systeem uitmaakt, richt zich ten slotte tegen hemzelf. Of hij al dan niet metterdaad door vijanden wordt belaagd, altijd zal hij een gevoel hebben bedreigd te zijn. De gevaarlijkste dreiging gaat uit van zijn eigen mensen, die hij altijd beveelt, die in zijn naaste omgeving verkeren, die hem goed kennen. Het middel tot zijn bevrijding, waarnaar hij niet zonder aarzeling grijpt maar waarvan hij geenszins geheel afziet, is het plotselinge bevel tot massadood.
Canetti concludeert in de laatste zinnen ten slotte:
De dood als dreiging is de munt van de macht. Het is gemakkelijk hier munt op munt te leggen en enorme kapitalen te vergaren. Wie de macht wil aanpakken, moet het bevel zonder angst in de ogen zien en de middelen vinden om het van zijn angel te beroven.
Tegen deze achtergrond is het leerzaam de opmerkingen te lezen van Emily S. Rosenberg, hoogleraar Geschiedenis aan de University of California, gespecialiseerd in de US and the World, US Foreign Relations, Gender. In haar essay Consuming the American Century, gepubliceerd in 2012 in de bundel The Short American Century. A Postmortem stelt zij:
Tegen deze achtergrond is het leerzaam de opmerkingen te lezen van Emily S. Rosenberg, hoogleraar Geschiedenis aan de University of California, gespecialiseerd in de US and the World, US Foreign Relations, Gender. In haar essay Consuming the American Century, gepubliceerd in 2012 in de bundel The Short American Century. A Postmortem stelt zij:
Consumerism, stimulated by advertising and marketing practices… became finely knit into American economic, social, cultural, and political institutions — and, as we will see, into foreign policy as well. American advertisers, business executives, and labor leaders generally endorsed ever higher levels of consumption and mass production as the economic counterparts to American democracy. They touted a system of broad-based participation in which purchasers, in effect, possessed the power to elect and to reject products — a system in which the right to buy seemed as fundamental to civic life as the right to vote… It became the terrain upon which personal identities and rituals of belonging, could be performed and reinforced… In this sense, the ‘American Way’ of mass consumerism had both an economic and a cultural dimension,
Rosenberg wijst erop dat de ‘Amerikaanse Eeuw’ haar hoogtepunt bereikte in de decennia na de Tweede Wereldoorlog toen er in de VS sprake was van
a mass production and mass-marketing system that imagined an ever-widening abundance of goods within a culture that emphasized buying and selling, desire, glamour, and flexible, purchase-driven identities.
Dit systeem berust op voortdurende commerciële reclame en politieke propaganda, dat door zijn onverzadigbaarheid wereldwijd geïmiteerd moet worden ter voorkoming van overproductie waardoor het neoliberalisme als een kaartenhuis ineenstort. Wanneer Geert Mak in zijn boek In Europa (2004) verkondigt dat 'Europa als vredesproces een eclatant succes [was]. En Europa als economische eenheid ook een eind op weg [is],' en in zijn Reizen zonder John. Op zoek naar Amerika (2012) beweert dat de VS ‘decennialang als ordebewaker en politieagent’ optrad ‘om maar te zwijgen van alle hulp die het uitdeelde,’ dan verzwijgt hij dat die ‘orde’ voor de grootst mogelijke wanorde zorgt voor een groot deel van de wereldbewoners en dat de verstrekte ‘hulp’ in de strikte zin van het woord geen ‘hulp’ was, maar een investering om, in het geval van het verwoeste Europa, na 1945 een afzetmarkt te creëren voor Amerikaanse producten. Professor Rosenberg wijst op nog een ander aspect:
Spreading the practice of mass consumerism became central to claims that the United States was leading a civilizing mission in the world. Mistaking America’s specific historical circumstances for generalizable laws of development, U.S. business, governmental, and labor elites promoted the idea that a mass production/mass consumer system on the American model would lift living standards everywhere and counter the appeal of communism.
Om de eigen economische en geopolitieke macht verder uit te breiden claimen Washington en Wall Street het recht om zo nodig in strijd met het internationaal recht overal ter wereld met geweld de autonomie van andere volkeren te vernietigen. In zijn boek In Retrospect. The Tragedy and Lessons of Vietnam (1995) bekende Robert McNamara, 7 jaar lang tijdens de Vietnam-oorlog de Amerikaanse minister van Defensie, dat het beleid van ‘de regeringen Kennedy, Johnson en Nixon' jarenlang 'verschrikkelijk leed’ had toegebracht aan miljoenen Zuidoost-Aziaten, omdat
wij de macht hadden onderschat van het nationalisme teneinde een volk te motiveren… om te vechten en te sterven voor hun overtuigingen en waarden. En we blijven dat vandaag de dag nog steeds doen in vele delen van de wereld,’ terwijl ‘wij niet het door God gegeven recht hebben om elke natie naar ons eigen beeld te scheppen.
Deze feiten spelen evenwel geen enkele rol bij de politieke besluitvorming van de macht in Washington en op Wall Street. Om het massale onrecht te legitimeren is propaganda onmisbaar. Rosenberg:
America’s Advertising Council (a body made up of major advertising agencies), for example, issued a booklet in 1948 called ‘Advertising: A New Weapon in the World Wide Fight for Freedom.’ Disseminated globally by the U.S. Department of State, it portrayed American advertising techniques as critical to the stimulation of consumer demand and, therefore, to the restoration of productive capacity worldwide. It touted consumer choice within a marketplace characterized by private ownership and informed by advertising as virtually synonymous with a highly exportable ‘American Way of Life.’ […] Consumerism, accompanied by images of desire, was part of a complex circuitry modified by whatever culture it reached. […] Consumerism throughout the world, as in the United States, helped build imagined communities around projections of modernity, expressed through consumption, but these identities had flexibility. Consumerism found expression globally, nationally, and locally… ‘identities and consumer profiles are melded and desires simulated and directed by the guiding hand of advertisers.’ Critics of consumerism had long viewed this process as manipulative. Yet being ‘targeted’ by advertisers could also… bring with it the feeling of choice, self-realization, and individual empowerment.
As advertisers and producers learned to appeal individually and locally, mass consumerism broke loose from any U.S. cultural base. Globalization, a word that became more and more prominent from the late 1970s on, diffused nation-state-based power… Within a few decades after the end of World War II, America had ceased to be the national home of the Consumer Century. Consumerism and its cultural codes spread and blurred global and local… Consumerism was the ‘ism’ that ‘won’ the ideological battles of the twentieth century… Consumerism ‘won’ less because it implied ‘Americanization’ than because its appeals proved so globally adaptive that it ceased to be seen as American at all.
Het consumentisme heeft de Verenigde Staten als voorbeeld niet meer nodig. Wat daar op gang werd gebracht heerst nu wereldwijd, als ideologie, wel te verstaan, niet als dagelijkse werkelijkheid gezien de wijd verspreide armoede op aarde. Er zijn weliswaar Indiase en Chinese miljardairs maar die leven in landen die vele honderden miljoenen straatarmen kennen. Het consumptiemodel kan per definitie alleen maar bestaan dankzij ontelbare mensen die uitgesloten zijn en die niet mee mogen doen aan het consumptieparadijs. Dat is geen mening, maar een feit als men met open ogen om zich heen kijkt. Dit betekent natuurlijk niet, zoals sommige neoliberale ideologen meenden, ‘het einde van de geschiedenis.’ Integendeel zelfs, niets blijft statisch, panda rhei. En opnieuw is de VS het voorland. Professor Rosenberg:
From being the world’s principal producers, Americans became its central consumers.
An open-trading world and global advertising expertise that had once provided American producers with an antidote to fears about inadequate markets now presented American consumers with access to cheap, attractively promoted goods made beyond their shores.
Hetzelfde geldt nu voor Europa, waar steeds meer werk naar de lage-lonen-landen is verdwenen, zodat er hier nu een structurele werkloosheid is ontstaan. Terwijl het winstprincipe een dogma blijft en dus, als elk taboe, onbespreekbaar is, worden de interne tegenstrijdigheden van het kapitalisme steeds urgenter. Wanneer grote groepen mensen buiten het productieproces komen te staan, zal de consumptie en daarmee de productie onvermijdelijk dalen, hier zowel als elders. Bovendien wordt de kloof tussen rijk en arm almaar groter en groeit het verzet tegen het onrecht. Met andere woorden: de westerling is gedwongen zich te bezinnen, vooral ook omdat het milieu steeds meer te lijden heeft van de geconditioneerde consumptiedrift, en de consequenties van de klimaatverandering nu al in sommige delen van de wereld desastreus zijn. Het brandende verlangen naar 'hoop,' dat opiniemaker Geert Mak belet om 'dingen scherper en eerder' te zien, verhindert tevens het stellen van de onontkoombare vraag: in wat voor werkelijkheid leven wij nu? De Amerikaanse auteur Tom Engelhardt constateerde in dit verband in een inleiding bij het essay The Coming of Climate Civil Wars op 3 november 2015:
These days, all you have to do is look around if you want your hair to stand on end on the subject of our future on this planet. Here’s just a little relatively random list of recent news on climate-change-related happenings.
Mexico was recently hit by the most powerful hurricane ever recorded in the Western Hemisphere. According to the National Oceanic and Atmospheric Administration, average global temperatures for September ran off the rails. ('This marks the fifth consecutive month a monthly high temperature record has been set and is the highest departure from average for any month among all 1,629 months in the record that began in January 1880.') It was the seventh month of 2015 to be 'record shattering' and the year itself looks as if it might cumulatively be the same. (By now, this story is considered so humdrum and expectable that it didn’t even make the front page of my hometown newspaper!) The cataclysmic civil war, terror war, and international conflict in Syria is being reclassified as the first climate-change war based on the staggering drought that preceded it. That, in fact, has been called 'the worst long-term drought and most severe set of crop failures since agricultural civilizations began in the Fertile Crescent many millennia ago.' Turning to colder climes, ice in Antarctica is melting so unexpectedly quickly that, according to the latest research, the continent’s ice shelves might be heading for collapse by 2100, guaranteeing a future rise in sea levels of potentially staggering proportions. Meanwhile, last week you could go online and watch dramatic video evidence of the melting of Greenland -- rivers of water raging across a dissolving ice shelf that, one of these decades, will raise sea levels by an estimated 20 feet globally. And oh yes, for those of you curious about the hotter regions, a new study indicates that heat waves in the Persian Gulf may be so fierce before or by the end of this century that, in some of parts of the oil heartlands of the planet, they might quite literally endanger human survival.
Need I go on? Need I mention why the upcoming climate change confab in Paris in a few weeks matters big time? Need I add that, whatever agreements may be reached there, they are essentially guaranteed not to be enough to bring global warming truly under control. And in that context, if you think that a Greater Middle East with five failed states in it since 2001 is already a nightmare, consider TomDispatch regular Michael Klare’s vision of a resource-war-torn planet in a 'record-shattering' future of abysmal heat and climate tipping points. If you want to know what’s at stake for our grandchildren and great-grandchildren, read this article.
Ondanks de op handen zijn de oorlogen over grondstoffen en markten blijven bejaarde dwazen als Henk Hofland en Geert Mak stemming maken tegen de Russische Federatie, alsof die de grootste bedreiging van de mensheid is. Deze niet aflatende hetze wordt niet alleen door de 'politiek-literaire elite' in de polder gevoerd, maar, hoe kan het anders, ook door de 'gezond verstand krant,' die zowel in oorlogstijd als in vredestijd aan de verkeerde kant staat. Zaterdag 31 oktober 2015 opende De Telegraaf op de voorpagina onder de angstaanjagende kop:
Russen op de loer in Noordzee. Toenemende activiteit voor onze kust,
met de bewering:
met de bewering:
Russische onderzeeboten zijn ook voor onze kust actief. Dat bevestigt Defensie naar aanleiding van Amerikaanse vrees voor spionage van datakabels op de zeebodem.
Desgevraagd verklaarde minister Hennis van Defensie: 'We weten van de toenemende assertiviteit en agressie van de Russen.' Op pagina 2 meldt de krant dat
[d]e nieuwe onderzeeboten die Nederland gaat aanschaffen, moeten 'Rusland-proof' zijn. Dat blijkt uit de onderzeebootvisie van defensieminister Hennis… De NAVO wapent zich momenteel tegen toenemende agressie van Rusland.
Dit één-tweetje tussen politici en journalisten, tussen de NAVO en de economische macht, dat 'alvast een uitgave van zo'n 2,5 miljard' legitimeert, is één van de ontelbare voorbeelden van hoe de propaganda van de commerciële 'vrije pers' in de dagelijkse praktijk werkt. De Telegraaf, De Groene Amsterdammer, Geert Mak, Henk Hofland en alle andere ingehuurde spreekbuizen in de journalistiek, zien erop toe dat dissidente informatie gemarginaliseerd blijft, terwijl hun anti-Rusland hetze almaar verder wordt opgevoerd.
Daarom nogmaals: In wat voor werkelijkheid leven wij nu? Kort samengevat is het antwoord: enerzijds in een virtuele werkelijkheid, waarin niets meer is wat het pretendeert te zijn, de democratie is geen democratie meer, maar een plutocratie, het kapitalisme is geen kapitalisme meer, maar een totalitair neoliberalisme, de politici zijn geen politici meer, maar waterdragers van wat Geert Mak tot zijn eigen schrik het 'grootkapitaal' noemde, en de intelligentsia, die is zoals altijd in het Westen gehoorzaam aan degenen die haar betalen, net als in de Russische Federatie. Is dit laatste uniek? Wijkt de houding van Hofland, Mak, Smeets, Krielaars en al die andere lichtgewichten fundamenteel af van die van intellectuelen in andere tijden? Nee, moet het antwoord zijn. Op 28 oktober 1964 vertelde de grote joodse filosofe en politiek denker Hannah Arendt dat in het jaar dat Hitler democratisch aan de macht kwam haar vrienden 'in de pas begonnen te lopen.' Zij zei daarover:
The problem, the personal problem, was not what our enemies did but what our friends did. In the wave of Gleichschaltung (politieke collaboratie om de eigen positie veilig te stellen. svh), which was relatively voluntary — in any case, not yet under the pressure of terror — it was as if an empty space formed around one. I lived in an intellectual milieu, but I als knew other people. And among intellectuals Gleichschaltung was the rule, so to speak. But not among the others. And I never forgot that. I left Germany dominated by the idea — of course somewhat exaggerated: Never again! I shall never again get involved in any kind of intellectual business. I want nothing to do with that lot.
Meer over 'that lot,' in het Westen en in Rusland, waar een authentiek mens 'niets mee te maken wil hebben' de volgende keer meer.
Theater trekt poseurs aan. Geert Mak: Nemen wij, chroniqueurs van het heden en verleden, onze taak, het ‘uitbannen van onwaarheid’, serieus genoeg. Zeker in deze tijd? Ik vraag het me af. Op dit moment vindt op Europees en mondiaal niveau een misvorming van de werkelijkheid plaats die grote consequenties heeft.
2 opmerkingen:
Stan! -> http://www.nrc.nl/next/2015/11/04/ing-schreef-zelf-wet-die-banken-350-mln-scheel-1554018
"We moeten onszelf niet aanpraten dat sobere opvang onfatsoenlijk is", zegt Asscher. "Het kamp ligt prachtig in de bossen."
http://www.telegraaf.nl/binnenland/24691579/__Asscher__sobere_opvang_is_prima__.html
Een reactie posten