zaterdag 31 oktober 2009

Minister Maxime Verhagen


Minister Verhagen met Avigdor Lieberman, de extremistische Israelische vice-premier. B'nai B'rith Denounces U.N. Human Rights Council Acceptance of Biased Goldstone Report. Zie:
http://www.bnaibrith.org/latest_news/UNHRC101609.cfm En kijk eens aan wie onlangs de leden van B'nai B'rith toesprak. Het filosemitisme van CDA-minister Verhagen komt uit dezelfde bron voort waaruit ook het katholieke antisemitisme voortkwam.

1

Minister Maxime Verhagen, B’nai Brith Loge Hollandia, Den Haag 27-10-09

Inleiding

Good evening Your Excellency (ambassadeur Kney-Tal),

Goedenavond dames en heren,

Hartelijk dank voor uw komst. Ik vind het een bijzondere eer dat de Loge Hollandia van B’nai

B’rith mij vanavond gevraagd heeft de politieke najaarslezing te verzorgen. En nog wel op

zo’n prachtige locatie! Deze Glazen Zaal, die aan de Portugese Synagoge is gebouwd, zorgt

voor een bijzonder gevoel van openheid. Nu het ’s avonds weer zo vroeg donker wordt, valt

het misschien iets minder op, maar bij daglicht moet je hier helemaal de ervaring hebben dat

je tegelijkertijd binnen èn buiten bent. We staan hier rechtstreeks in verbinding met onze

omgeving. Die openheid spreekt mij erg aan. Ik zou vanavond ook graag in alle openheid met

u spreken over zaken die u en mij beiden aan het hart gaan. En daarbij zal ik, deze Zaal

waardig, ook proberen wat verbindingen te leggen. Verbindingen tussen wat ‘eigen’ is, ons

gezelschap, zoals we hier binnen bijeen zijn, en de elementen daar buiten. Waar het nu donker

en kil is, maar waar morgenochtend het daglicht weer aanbreekt. En dat dat dan maar een

passend symbool mag zijn voor het Midden-Oosten Vredesproces.

Persoonlijke motivatie

U weet dat ik een vriend van Israël ben. Ik ben trots op die typering, al weet ik dat niet

iederéén ‘m positief uitlegt. Voor mij is de staat Israël nog altijd de belichaming van

rechtvaardigheid, het enige recht dat het Joodse volk kon worden gedaan na het

onuitsprekelijke onrecht dat de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog is aangedaan. Ik heb

dat zo van huis uit meegekregen: mijn grootvader, die vastzat in het concentratiekamp

Buchenwald, droeg dat over op zijn kinderen. En op zijn beurt leerde mijn vader, die zelf

moest onderduiken, zijn zoons weer duidelijk onderscheid maken tussen recht en onrecht. Hij

leerde ons, kinderen van na de oorlog, de waarde van vrijheid te zien, en de prijs waartegen

onze vrijheid tot stand is gekomen. In mijn latere leven heb ik Yad Vashem een aantal keren

bezocht, en daar zag ik het onrecht met eigen ogen. Dat leed is zo zwart, daar zijn geen

woorden voor. De Shoah is een kras op ieders ziel. Daar vormde zich ook voor mijn ogen de

connectie met het Beloofde Land: als je naar buiten loopt, het donker uit, het licht in, dan

strekt dat land zich voor je uit, en zo ervaar je het dan ook, alsof je het kwaad achter je laat, eneen betere toekomst tegemoet wandelt. Ik heb dat altijd als een heel bijzonder gevoel ervaren.

En ik ben er ook altijd van overtuigd geweest dat ik, als minister van Buitenlandse Zaken,

wilde doen wat in mijn vermogen ligt om die betere toekomst te helpen bewerkstelligen.

Actieve en – evenwichtig – betrokken rol van Nederland

Nu zal ik de eerste zijn om te erkennen dat bescheidenheid hier op zijn plaats is, dat

Nederland weliswaar best iets kan uitrichten in de wereld, maar dat ons land zeker niet de

sleutel in handen heeft als het gaat om het formuleren van een oplossing voor het Israëlisch-

Palestijns conflict. Dat moge duidelijk zijn. Maar wat ik me wèl tot doel heb gesteld, is een

actieve en betrokken rol te spelen. Vertrouwen op te bouwen, aan beide zijden, en alles op

alles te zetten om de omstandigheden waaronder een vredesakkoord gesloten kan worden, zo

gunstig mogelijk te maken. En om iedereen te mobiliseren om dat vredesakkoord, wanneer

het er komt, met man en macht te ondersteunen. Zodat het ook daadwerkelijk kans van slagen

heeft. Dat is de manier waarop de Nederlandse regering invulling geeft aan zijn belofte een

actieve en betrokken rol te spelen bij de problematiek in het Midden-Oosten.

En dat doen we op een evenwichtige wijze. Wie het etiket ‘vriend van Israël’ zo interpreteert

dat ik automatisch een ‘vijand van de Palestijnen’ zou zijn, die heeft er niets van begrepen.

Waar niemand mij echter ooit op zal kunnen betrappen, is het aangaan van banden met

terroristische groeperingen. Groepen die het bestaansrecht van Israël niet erkennen, groepen

die zeggen niet te zullen rusten voor de vernietiging van Israël een feit is, groepen die

weigeren geweld af te zweren bij het nastreven van hun doelen. Groepen die, kortom, niet

voldoen aan de voorwaarden die de internationale gemeenschap – in de vorm van het Kwartet

(de VS, Rusland, de EU en de VN) - gesteld heeft. Hamas. Daar ga ik niet mee aan tafel

zitten. Maar met de Palestijnse Autoriteit onderhoudt Nederland wèl intensieve contacten: ik

spreek mijn Palestijnse collega’s zeker zo vaak als mijn Israëlische ambtgenoten: als ik in de

regio ben, of onlangs nog, in New York. Ik onderhoud goede contacten met president Abbas

en met premier Fayad. Nederland draagt veel bij aan het creëren van de randvoorwaarden die

een Palestijnse staat mogelijk moeten maken: 72 miljoen euro in 2008, waarvan 23 miljoen

aan humanitaire hulp. Daarmee is Nederland één van de grootste donoren binnen de Europese

Unie. Wij doen er meer aan de Palestijnse staat te verwezenlijken dan alle Arabische landen

bij elkaar.

Palestijnse staat

Gaat die Palestijnse staat er komen? Ik denk dat dat onvermijdelijk is. En dat niet alleen: ik

denk dat het ook in Israëls belang is, dat die staat er komt. Als Israël de Joodse staat wil

blijven zoals resolutie 181 die in 1947 voorzag, in de geest van de Balfour verklaring, dan is

een tweestatenoplossing de enige weg. Zonder Palestijnse staat blijft Israël immers één staat

met twee volken, en dreigt het Joodse volk uiteindelijk de minderheid te worden. Dat is een

onwenselijk maar realistisch vooruitzicht. Het betekent dat beide partijen in het conflict niet

alleen elkaars toekomst in een wurggreep houden, maar de facto ook hun eigen toekomst. En

dat zou de urgentie om tot een tweestatenoplossing te komen, groter moeten maken. Anders

ben je in feite zelfdestructief bezig. Dat kunnen politici natuurlijk niet hardop zeggen, maar ik

denk dat men zich er wel in toenemende mate van bewust is: er is geen alternatief.

2

De vraag is niet zozeer: wat? Hoewel er vanzelfsprekend over alle onderdelen van een

alomvattend vredesakkoord heel lang gesproken kan worden, liggen de contouren van zo’n

akkoord toch redelijk vast. Juist omdat er in het verleden zo veel over gesproken is. Partijen

weten van elkaar wel wat de rode lijnen zijn, en wat de ander per se nodig heeft om mee thuis

te kunnen komen. Een vredesakkoord zou er grosso modo als volgt uitzien: de

tweestatenoplossing is de basis. Israël moeten overtuigende veiligheidsgaranties worden

geboden. Erkenning van Israël is daartoe een eerste vereiste. De grenzen van 1967 worden

gerespecteerd: dat betekent dat Israël een deel van zijn nederzettingen zal moeten opgeven.

De Palestijnen moeten territoriaal worden gecompenseerd voor de nederzettingen die wel tot

Israëls grondgebied blijven horen. Jeruzalem zou de hoofdstad van twee staten kunnen

worden. Er vindt geen grootschalige terugkeer plaats van vluchtelingen aangezien dat het

Joodse karakter van de staat Israël teniet zou doen; vluchtelingen moeten wel worden

gecompenseerd. Ik weet: op zichzelf genomen zijn dit bijzonder lastige en bijzonder

emotionele kwesties. Toch zullen ze in samenhang moeten worden uitonderhandeld, waarbij

beide partijen pijnlijke beslissingen zullen moeten nemen. Maar die pijnlijke beslissingen

betekenen niet dat de één of de ander op de knieën wordt gedwongen. Het is precies zoals

Amos Oz, één van Israëls meest gelezen schrijvers, zegt: compromis is geen capitulatie. Een

compromis wil zeggen dat zowel Israëli’s als Palestijnen, zonder gebogen hoofd, een einde

kunnen maken aan een conflict dat nu al tientallen jaren voortduurt.1

De vraag is dus vooral: hoe? Hoe kunnen partijen er samen uit komen? De uitgangspositie

lijkt niet rooskleurig. De Palestijnen blijven onderling worstelen, het gezag van Hamas over

Gaza is een ramp. De nieuwe Israëlische regering lijkt vooralsnog weinig genegen

vertrouwenwekkende maatregelen te nemen. De beslissing door te gaan met de bouw van

nederzettingen lijkt niet alleen een provocatie aan het adres van de Palestijnen, maar ook aan

dat van de Amerikanen en de gehele internationale gemeenschap, die Israël vraagt met die

bouw te stoppen. U kent mij: ik draag mijn hart op mijn tong, wat voor een politicus

overigens niet altijd een zegen is. Van deze beslissing van de Israëlische regering heb ik

gezegd dat ik ‘m zeer betreur, dat ik het diep- en dieptriest vind. Tegelijkertijd heb ik geen zin

om me te laten verlokken tot een isolement van Israël, tot het opschorten van de intensivering

van de relatie tussen Israël en de Europese Unie bijvoorbeeld, waar sommige van mijn

collega’s wel om roepen. Ik vind juist dat we die intensivering wèl ter hand moeten nemen.

Dat geeft ons veel betere mogelijkheden het gesprek aan te gaan, ook over de lastigere

kwesties.

3

Gunstige omstandigheden

Ik ben hier niet gekomen om een somber beeld te schetsen, dat ligt ook niet in mijn aard.

Ondanks het feit dat Israël en de Palestijnse Autoriteit de afgelopen periode verder uit elkaar

lijken te zijn gedreven, ben ik toch voorzichtig optimistisch dat het zal lukken om beide

partijen terug te geleiden naar de onderhandelingstafel. En ik ben zelfs voorzichtig

optimistisch dat die onderhandelingen uiteindelijk zullen leiden tot het zo begeerde

vredesakkoord. Ik denk namelijk dat de omstandigheden die moeten leiden tot zo’n akkoord

nu gunstiger zijn dan daarvoor. Allereerst is er een nieuwe Amerikaanse regering die heeft

aangegeven zich volop te willen inzetten voor een oplossing van het Israëlisch-Palestijns

conflict. Dat is winst, want we hebben die leidende, bemiddelende rol van de Amerikanen

echt nodig. Ik vind dan ook dat we alles in het werk moeten stellen om de Amerikanen te

ondersteunen in hun pogingen het vredesproces vlot te trekken. Dat is ook de reden dat ik

1

Amos Oz, Between Right and Right, In: How to Cure a Fanatic, Princeton University Press, 2006

binnen de Europese Unie zo hard trek aan een soort contingency planning: ik wil inzichtelijk

maken op welke wijze de EU kan bijdragen aan de uitvoering van een vredesakkoord. Door

Israël veiligheidsgaranties te bieden, bijvoorbeeld. In dat licht moet u ook mijn eerdere

voorstel zien om de Egyptisch-Gazaanze grens te laten controleren door een internationale

missie, om wapensmokkel tegen te gaan. En door de Palestijnen te helpen bij het opbouwen

van een levensvatbare staat, die ook kan bijdragen aan Israëls veiligheid. Bijvoorbeeld door

het trainen en uitrusten van de Palestijnse politie. Daar investeert de EU nu al heel veel in. In

mijn ogen zijn dit allemaal deposito’s, die we nu al moeten inleggen om het vredesakkoord

straks kredietwaardig te maken.

Ik heb afgelopen week aan de Arabische ambassadeurs in Den Haag hetzelfde gevraagd: ook

hun landen zouden het onderste uit de kan moeten halen om de kans op vrede te

maximaliseren. De internationale gemeenschap zou moeten uitstralen dat ze als één man sterk

achter een vredesakkoord staat, en er alles aan zal doen om zo’n akkoord te laten welslagen.

De VS, de EU, Rusland, China, de Arabische landen, iederéén. De rol van de landen in de

regio is daarbij heel belangrijk. Zij moeten hun eigen relatie met Israël tegen het licht durven

houden, en stappen zetten op weg naar erkenning. En wat ze vooral niet moeten doen is altijd

maar weer zwichten voor die retoriek, die tirades die we nu al zo vaak hebben gehoord en

waar nog nooit iemand een steek mee is opgeschoten.

4

Goldstone

Dat zie je nu ook weer rondom het Goldstone rapport. Begrijp me goed. Nederland is tegen

elke vorm van straffeloosheid. Als er mensenrechtenschendingen zijn begaan, of schendingen

van het internationaal humanitair recht, dan moeten de vermeende daders daarvoor terecht

staan. René, jij noemde zojuist in je inleiding het feit dat mensenrechten zo’n belangrijke

plaats innemen in het Nederlands buitenlands beleid. En het is waar. Mensenrechten zijn voor

mij onvoorstelbaar belangrijk. Omdat ik er van overtuigd ben dat respect voor mensenrechten

bijdraagt aan een stabiele en welvarende wereld, en het dus ook in het Nederlands belang is

om respect voor mensenrechten wereldwijd te bevorderen. En natuurlijk is het ook een morele

plicht: ieder mens ter wereld heeft nu eenmaal recht op een menswaardig bestaan.

Mensenrechten gelden voor iedereen, overal en altijd: het is niet zo dat ze voor een Israëli

meer gelden of anders gelden dan voor een Palestijn. Geen sprake van. Ik hanteer in dit

opzicht geen dubbele standaarden. Nederland roept beide partijen dan ook op diepgaande

onderzoeken in te stellen, waarbij ik aanteken dat Israël hier uit zichzelf al toe is overgegaan,

wat je overigens van een democratische rechtsstaat ook mag verwachten. Hamas heeft tot op

heden helemaal niet thuis gegeven. Maar de politisering die je rondom het Goldstone rapport

ziet, die je van meet af aan al rondom het instellen van de Goldstone commissie zag, die stuit

me heel erg tegen de borst. En dat niet alleen, die politisering is ook contraproductief. Het

enige dat ermee wordt bereikt, is dat partijen nog verder tegen elkaar worden opgezet, en dat

Israël nog dieper wordt weggedrukt in de internationale beklaagdenbank, die zich afwisselend

in de gangen van het VN-gebouw in New York dan wel Genève bevindt. Met als voorspelbare

reactie: hakken in het zand. Het vredesproces helpen we hier absoluut niet mee vooruit.

Daarom roep ik iedereen steeds op zijn toon te matigen. Het Goldstone rapport, uit handen

van een internationaal gerenommeerd en zeer gerespecteerd jurist van onbesproken statuur,

bevat hele serieuze aantijgingen. Daarmee moet heel zorgvuldig worden omgesprongen. Het

is allereerst aan partijen zelf hun eigen onderzoeken in te stellen en te voltooien, desgewenst

met hulp van buitenaf. Onder andere omdat ik vind dat teveel landen dit rapport aangrijpen

om weer van alles en nog wat te roepen – ook over zaken die ver buiten het bestek van de

Commissie Goldstone liggen - , heeft Nederland afgelopen week in Genève tegen de resolutie

gestemd die over het Goldstone rapport handelde.

Commissie Goldstone liggen - , heeft Nederland afgelopen week in Genève tegen de resolutie

gestemd die over het Goldstone rapport handelde.

Iran

Terug naar het vredesproces. Naast de hernieuwde Amerikaanse betrokkenheid zou ook Iran

succesvolle vredesbesprekingen tussen Israël en de Palestijnen, en tussen Israël en zijn

buurlanden, dichterbij moeten brengen. Ik weet dat het vreemd klinkt, maar het zou zo maar

eens kunnen zijn dat partijen beter af zijn door de vijand van hun vijand tot vriend te maken.

Het is in de buitenlandse politiek vaak zo gegaan. De internationale gemeenschap is in

gesprek met Iran over zijn nucleaire ambities, en het zou me een lief ding waard zijn als we

die gesprekken succesvol zouden kunnen afronden. Maar erop rekenen doe ik niet. Ik blijf

Iran vooralsnog beschouwen als één van de grootste dreigingen die de internationale

gemeenschap anno 2009 op zijn bord heeft liggen. Maar wat zou het president Ahmedinejad

in de wielen rijden als Israël tot een vergelijk zou kunnen komen met zijn buurlanden. Als die

Palestijnse staat er zou komen. Hij zou niets meer hebben om zijn giftige pijlen op te richten,

zijn holle retoriek zou voorgoed verdampen, en in plaats daarvan zou hij een gesloten front

tegenover zich treffen. Ik weet dat dit als mooie toekomstmuziek in de oren klinkt, maar ik

zou wel heel graag willen inzetten op zo’n scenario. In ieder geval hoop ik dat het een extra

motivatie oplevert voor partijen om hun onderhandelingen weer op te pakken.

(slot)

Dames en heren,

Ik rond hier af, om u ook nog de gelegenheid te geven enkele vragen te stellen. Ik begon met

te zeggen dat ik de openheid van deze zaal zo waardeerde. Ik heb vanavond van binnen naar

buiten willen gaan met u. Niet door letterlijk door het glazen plafond heen te gaan: dat zou de

Liberaal Joodse Gemeente die deze Zaal beheert me vast niet in dank afnemen. Maar soms

moeten we proberen door het glazen plafond in ons eigen hoofd te breken. Zaken ook eens

vanuit een ander perspectief te bezien. Ik heb u daar vanavond toe willen uitnodigen.

Hartelijk dank voor uw aandacht.

3 opmerkingen:

Sonja zei

"De grenzen van 1967 worden gerespecteerd: dat betekent dat Israël een deel van zijn nederzettingen zal moeten opgeven.
De Palestijnen moeten territoriaal worden gecompenseerd voor de nederzettingen die wel tot Israëls grondgebied blijven horen.


Een deel? Hoe zit dat precies? Alle nederzettingen in de OPT zijn toch illegaal?

De rest, tja, de bekende waanzin, zum kotzen. Die man moet op staande voet ontslagen worden natuurlijk.

Anoniem zei

Verhagen heeft het over Buchenwald terwijl het getto zich naast de deur van Yad Vashem bevindt. Foute les geleerd.

anzi

Anoniem zei

Vandaag na de BDS actie te Den Haag ( waar iemand mij vergeleek met Hitler en met vrienden terug zou komen om mij dood te schieten) naar het CDA congres gegaan .
Had teksten bij mij zoals " het samenwerken met Israel is het ondersteunen van de apartheid en de schending van het internationaal recht"Heb Maxime aangesproken maar heel humeurig liep hij door.
Vele reacties gehad en gevraagd en die waren niet voor de poes.
Een groep die Verhagen vreselijk vond en een soort Joegoslavie tribunaal voor Israel wilde( zelfs de doodstraf voor sommige regeringsleiders) tot uitspraken dat Israel het beloofde land voor de Joden is en zo moet blijven.
Wat een volk en wat waren velen toch zeer arrogant.
jose

Wat te Doen met het Nederlands Racisme?

  RELIGIE&FILOSOFIE OPINIE CULTUUR&MEDIA SPORT PODCASTS  PUZZELS ACHTERPAGINA Correspondent Nasrah Habiballah in Tel Aviv: ‘Onze saf...