Het meeste dat opiniemaker Ian Buruma met nadruk stelt is half waar, half onwaar. Ik geef een voorbeeld. In The New York Times van 27 juli 2019 beweerde hij het volgende:
The United States can afford to indulge in bashing international norms, at least for a while, because it is a huge country, with a powerful domestic economy, unparalleled military strength and great natural resources.
Op het eerste gezicht lijken al deze uitspraken waar, maar bij nadere inspectie rammelt het geheel. Dat de Verenigde Staten zich kan veroorloven om internationale normen te verpletteren, ‘aangezien het een reusachtig land is met een krachtige binnenlandse economie, ongeëvenaarde militaire macht en omvangrijke natuurlijke hulpbronnen,’ is in een geglobaliseerde wereld onjuist. Dit blijkt onmiddellijk wanneer men weet dat ondanks die ‘omvangrijke natuurlijke hulpbronnen’ de Verenigde Staten een buitenlandse schuld heeft van ruim 21 biljoen dollar, dus 21 keer een miljoen maal een miljoen, een astronomisch hoog bedrag dat het land nooit in zijn geheel, inclusief rente, zal kunnen terugbetalen. In feite is de VS in dit opzicht een arm land. Ook van een ‘ongeëvenaarde militaire macht’ is geen sprake, aangezien de VS sinds de Tweede Wereldoorlog geen enkel grootschalig militair conflict heeft weten te winnen, zoals blijkt uit de Korea Oorlog, de Vietnam-Oorlog, de Oorlogen in Afghanistan, Irak, Libië en Syrië. Wat betreft de ‘krachtige binnenlandse economie’ valt op te merken dat sinds 2008 de middenklasse in de VS wordt vernietigd. In haar in 2018 verschenen boek Squeezed: Why Our Families Can’t Afford America zet de Amerikaanse journaliste Alissa Quart uiteen:
how America’s middle class is being wiped out by the cost of living far outpacing salaries while a slew of traditionally secure professions — like teaching — can no longer guarantee a stable enough income to clothe and feed a family.
‘Middle-class life is now 30% more expensive than it was 20 years ago,’ Quart writes, citing the costs of housing, education, health care and child care in particular. ‘In some cases the cost of daily life over the last 20 years has doubled.’
In one of her book’s many striking findings, Quart writes that according to a Pew study, ‘Before the 2008 crash, only one-quarter of Americans viewed themselves as lower class or lower-middle class. No longer. After the recession of 2008… a full 40% of Americans viewed themselves as being at the bottom of the pyramid.’
Bovendien blijft de kloof tussen arm en rijk in de VS almaar toenemen. Bekend is dat:
In 2007, the top 20% wealthiest possessed 80% of all financial assets. In 2007 the richest 1% of the American population owned 35% of the country's total wealth, and the next 19% owned 51%. Thus, the top 20% of Americans owned 86% of the country's wealth and the bottom 80% of the population owned 14%. In 2011, financial inequality was greater than inequality in total wealth, with the top 1% of the population owning 43%, the next 19% of Americans owning 50%, and the bottom 80% owning 7%. However, after the Great Recession which started in 2007, the share of total wealth owned by the top 1% of the population grew from 35% to 37%, and that owned by the top 20% of Americans grew from 86% to 88%. The Great Recession also caused a drop of 36% in median household wealth, but a drop of only 11% for the top 1%, further widening the gap between the top 1% and the bottom 99%.
According to PolitiFact and others, in 2011 the 400 wealthiest Americans have more wealth than half of all Americans combined. Inherited wealth may help explain why many Americans who have become rich may have had a substantial head start. In September 2012, according to the Institute for Policy Studies, over 60 percent of the Forbes richest 400 Americans grew up in substantial privilege.
A September 2017 study by the Federal Reserve reported that the top 1% owned 38.5% of the country's wealth in 2016.
According to a June 2017 report by the Boston Consulting Group, around 70% of the nation's wealth will be in the hands of millionaires and billionaires by 2021.
Blijft over Buruma’s stellige bewering over ‘omvangrijke natuurlijke hulpbronnen.’ Maar daar geldt:
Increased dependence on fossil fuels has been an issue of major concern for the federal government of the United States. The unfavorable climatic changes resulting from it have adversely affected the marine living resources of US. Release of hazardous wastes into the sea water also stands in the way of conservation of natural resources.
Daarnaast veroorzaakt de global warming steeds grotere schade in de VS door orkanen, overstromingen dan wel droogte en gigantische bosbranden, nu zelfs in Alaska. Kortom, de beweringen van Ian Buruma zijn in al hun stelligheid half waar, en dus onwaar. Dit is het grote en wezenlijke probleem met de mainstream-media, zij schampen langs de werkelijkheid, zoals al snel blijkt wanneer men hun voorstelling van zaken nader analyseert. Dit maakt de ‘corporate press’ zo gevaarlijk onbetrouwbaar.
1 opmerking:
Wanneer Ian het heeft over ‘ongeëvenaarde militaire macht’ haalt hij twee dingen door elkaar: military expenditure en military success. Militaire hardware versus succes ermee behaald.
Ja, Ian heeft gelijk dat er een correlatie bestaat tussen die twee.
Maar... die correlatie is een omgekeerde, zo leert ons de geschiedenis: hoe meer uitgaven, hoe minder succes, en --en dit is essentieel-- hoe wankeler de bezitter van die militaire macht; al die uitgaven gaan ten koste van welvaart van de steeds zwaarder getaxeerde bevolking.
Ian leert niet van de geschiedenis, daardoor analyseert hij de contemporaine geschiedenis op een diametraal verkeerde wijze: zijn tragiek is dat hij, als een balletje in een luchtstroom, gevangen blijft in de aangeleerde propaganda.
Een reactie posten