dinsdag 16 november 2021

De Erfelijk Belaste Raymond van den Boogaard

In De Groene Amsterdammer van 20 oktober 2021 schreef de mainstream-journalist Raymond van den Boogaard het volgende:

De oorlog is dus niet alleen iets van verre streken, de oorlog is ook hier, in Nederland. Dat was ook al duidelijk bij de verschijning van Karskens’ interviewbundel Journalist te koop, in 2016. Vijftien jaar na Pleisters op de ogen bleek zijn afkeer van het journalistieke bedrijf onder oorlogsomstandigheden zich te hebben uitgebreid tot bijna de hele Nederlandse journalistiek. Het werk is geënt op een boek van de Duitse samenzweringstheoreticus Udo Ulfkotte, Gekaufte Journalisten. Aan hem ontleent Karskens de hypothese dat geheime diensten als de AIVD of MIVD aanzienlijke invloed uitoefenen op het Nederlandse journaille.

Afgezien van wat meestal al bekende anekdotes over het onhandige optreden van de BVD in de jaren van de Koude Oorlog bevat Journalist te koop geen bewijzen voor deze stelling. Het boek is meer een opeenstapeling van weinig vleiende opinies over de Nederlandse journalistiek, die Karskens’ op voorhand getrokken conclusie van een journalistiek in de greep van geheime diensten moeten bevestigen. Het boek is Karskens’ intrede in de wereld der complottheorieën. Rechtse gespreksgenoten als Joost Niemöller, Jan Roos of Annabel Nanninga zijn maar al te graag bereid de interviewer in zijn donkerste vermoedens aan te moedigen, om over een gepatenteerd warhoofd als Stan van Houcke nog maar te zwijgen.

https://www.groene.nl/artikel/slachtoffer-van-het-vak 


Maar nu de bredere context van hetgeen Van den Boogaard — die 38 jaar redacteur van NRC Handelsblad was — hier allemaal beweert in het clubblad van wat H.J.A. Hofland ooit eens in een onbesuisd ogenblik de ‘politiek-literaire elite’ van het polderland heeft betiteld. De vraag is ondermeer of Raymond in al zijn malligheid erfelijk belast is. Die vraag is van belang omdat hij het boekje Mijn lieve ouders schreef, dat in 2011 in ‘Medisch Contact, hét artsenvakblad van Nederland’ als volgt werd gerecenseerd:


De inrichting als toevluchtsoord


Kan gekte een keuze zijn? Raymond van den Boogaard (1951), journalist bij NRC Handelsblad, denkt van wel. Zijn moeder is welbewust de waanzin in gevlucht om verlost te zijn van haar overweldigende man, meent hij. In ‘Mijn lieve ouders’ beschrijft hij hoe ze daags nadat haar echtgenoot met pensioen is gegaan, de hele dag in bed ligt te jammeren. Een kleine maand later zit ze in een psychiatrische inrichting, om er de 22 jaar tot aan haar dood niet meer uit te komen.


Doodsbang was ze voor de permanente aanwezigheid van Van den Boogaard senior, zo bleek uit de brieven waarmee ze haar zoon in de weken voor ‘doemdag’ bestookte. En niet zonder reden. De Amsterdamse bankmedewerker beminde zijn vrouw, maar voelde zich bij het minste of geringste tekortgedaan. En dan kon het zomaar gebeuren dat hij vierhoog aan de buitenkant van het balkon hing en dreigde te gaan springen.


Hoewel dit alles stof genoeg lijkt voor een boeiende psychologische studie van een echtpaar, of minstens voor een uitgebreid portret, is ‘Mijn lieve ouders’ dat niet geworden. Daarvoor is het boekje te dun, te oppervlakkig en eigenlijk ook te subjectief. De auteur schrijft vooral zijn eigen verwondering en frustratie van zich af. Zoals hij de koffers met foto’s en brieven van zijn ouders onaangeraakt in het fietsenhok laat staan, zo laat hij uiteindelijk ook de vragen die hij zelf heeft opgeworpen onbeantwoord bij de lezer achter. Een tikje frustrerend.

https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/boek-mijn-lieve-ouders-raymond-van-den-boogaard.htm 


Door mijn eigen ervaringen met Van den Boogaard besef ik dat hij inderdaad voldoet aan de klassieke omschrijving van een narcist, die niet wezenlijk geïnteresseerd is in de ander. Vanzelfsprekend is dit gebrek een grote handicap in de journalistiek, net als blindheid dit is voor een televisie-verslaggever. Desalniettemin dwingt Van den Boogaard een zekere mate van bewondering af, want als getraumatiseerd individu heeft hij zich toch decennialang in het NRC-milieu weten overeind te houden. Door een combinatie van pedanterie en conformisme is hij al die jaren erin geslaagd zijn gekte te verhullen. Als journalist is hij nooit een uitblinker geweest, zijn kijk op de wereld is die van de middle of the road. Alles dat daarvan afwijkt is voor hem niets anders dan complotdenken en het product van warhoofden. Dat zit hem dwars. Zeker wanneer een journalist als ik Raymond met feiten ook nog eens op zijn nummer zet, breekt de wraakzucht in de narcist naar buiten. Zes en eenhalf jaar geleden schreef ik het volgende over hem:


Wat gebeurt er wanneer een mainstream-journalist, wiens producten niet wezenijk mogen afwijken van de burgermanssmaak, de werkelijkheid moet beschrijven? Ik bedoel, wat is het journalistieke resultaat van Raymond van den Boogaard's opvatting dat het 'gevoelsleven zelf de echte werkelijkheid [is] – deze chaotische, heftige wereld van affecties, angsten, associaties, tegenspraken, verlangens en nachtmerries'? Wat betekent het in concreto voor de journalistiek dat Raymond allereerst  'een man wil,' lijken, meer wil 'zijn dan een betekenisloze anekdote'? Welnu, laat ik een willekeurig voorbeeld geven. In de NRC van 7 augustus 2014 schreef Van den Boogaard onder de kop 'Een schril protest namens de vakbond' het volgende:


Soms hoop je dat je iets verkeerd verstaan hebt. Ik zat zondag op het Museumplein in Amsterdam een ijsje te eten, tegenover de Gaza-demonstratie. Het was een sympathieke bijeenkomst zonder antisemitische of ISIS-wanklanken. Op één na dan.


Ik had al een uur in de zon naar toespraken geluisterd, dus een ijsje kon er wel af, dacht ik, voordat de stoet zich in beweging zou zetten. Verstrooid volgde ik nog wat in de verte gezegd werd. Aan het woord kwam een bestuurslid van de vakbond Abvakabo FNV, eigenlijk de enige Nederlandse maatschappelijke organisatie van betekenis die op Gaza-betogingen acte de présence geeft.


Ik had deze Lot van Baaren al gehoord op de eerste Gaza-betoging in Den Haag vorige maand, waar zij op schrille toon het NOS Journaal en ‘de media’ in het algemeen aan de schandpaal nagelde, als maakten alle Nederlandse kranten en journaals deel uit van één grote, anti-Palestijnse samenzwering. Onzin natuurlijk, maar zij mag dat vinden.


Plotseling ving ik iets op, dat me betreuren deed dat ik niet met een notitieblok vooraan bij het podium stond. Zei Van Baaren echt wat ik meende te horen? Je kunt als journalist bezwaarlijk afgaan op iets wat je maar half gehoord hebt, maar gelukkig heeft de Abvakabo de letterlijke tekst van de toespraak een paar dagen later op een website gezet.


Zou ze bedoelen dat Herzl al van plan was de Palestijnen te bombarderen?


Onder de titel Wat is er toch aan de hand met Nederland? verwondert Van Baaren zich over het geringe aantal protesten tegen ‘Gaza’ en zegt: 'We weten toch dat dit niet draait om joden, niet om de verschrikkelijke Holocaust of alle onrecht uit de Tweede Wereldoorlog? We weten toch dat dit gaat om het uitvoeren van een Zionistische politieke agenda van vér voor die tijd?'


Wat zou zij bedoelen? Dat de grondlegger van het zionisme, Theodor Herzl (1860-1904), al van plan was om de Palestijnen te bombarderen? Of dat de socialistische kibboetz-beweging van de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw de Palestijnen wilde verdrijven? Van Baaren leeft kennelijk in de waangedachte dat de essentie van het zionisme en de staat Israël wordt geopenbaard in het beleid van de huidige Israëlische regering.


Antisemitisme komt in vele gedaanten. Er is het sluipend gif van de pesterijen op straat tegen de drager van een keppeltje, van misselijke grapjes over gaskamers, van anonieme bedreigingen. Zulk antisemitisme neemt de laatste tijd in heel Europa toe, maar daar wil ik Van Baaren allerminst van verdenken, oprecht bewogen als zij lijkt door de gruwelen van Gaza.


Er is echter ook een ander, meer ideologisch antisemitisme, dat de Holocaust ontkent of vindt dat we daar eens over moeten ophouden, dat joodse samenzweringen wil zien in politiek, economie en pers, en ‘geheime plannen van het Jodendom’ die ontdekt worden. In die antisemitische traditie passen de opmerkingen van Lot van Baaren helaas feilloos. Van Abvakabo, met 350.000 leden, valt me dat zwaar tegen.

http://www.nrc.nl/handelsblad/van/2014/augustus/07/een-schril-protest-namens-de-vakbond-1407316 


Met andere woorden, als spreekbuis van de gevestigde orde probeerde Raymond van den Boogaard ten tijde van de zionistische terreur tegen de Palestijnse bevolking in Gaza, waarbij onder andere meer dan 500 Palestijnse kinderen werden gedood, de kritiek hierop te stigmatiseren als 'ideologisch antisemitisme.' Voor de gezagsgetrouwe pers in Nederland, met haar 'chaotische, heftige wereld van affecties, angsten, associaties, tegenspraken, verlangens en nachtmerries,' geldt namelijk dat wanneer Israel op grote schaal mensenrechten schendt en het oorlogsrecht aan zijn laars lapt dit terecht is aangezien Israel een 'Joodse staat' is. Hier is sprake van omgekeerd antisemitisme, dat ik gemakshalve filosemitisme zal noemen, waarbij de vroegere haat tegen joden vandaag de dag tegen een ander semitische groep wordt gericht, namelijk de Arabieren. Wat dat betreft heeft Raymond groot gelijk te constateren dat 'Antisemitisme in vele gedaanten [komt].' Laten we daarom de manifestatie ervan bij hem eens belichten. De NRC-journalist stelt de retorische vraag of vakbondsbestuurder Lot van Baaren bedoelt dat:


de grondlegger van het zionisme, Theodor Herzl (1860-1904), al van plan was om de Palestijnen te bombarderen? Of dat de socialistische kibboetz-beweging van de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw de Palestijnen wilde verdrijven? Van Baaren leeft kennelijk in de waangedachte dat de essentie van het zionisme en de staat Israël wordt geopenbaard in het beleid van de huidige Israëlische regering.


Hier tuimelt Raymond in een zelf gegraven kuil, want inderdaad collega Van den Boogaard was Theodore Herzl voorstander van het verdrijven van de Palestijnse bevolking niet alleen uit wat nu Israel heet, maar ook uit de bezette en belegerde Westbank en Gaza, dus uit Eretz Israel. Als je je zou hebben verdiept in dit toch al bijna een eeuw durende conflict dan was je op de hoogte geweest van het feit dat Theodore Herzl in 1897 had laten weten dat:


We shall endeavor to expel the poor population across the border unnoticed, procuring employment for it in transit countries, but denying it any employment in our own country.


Kennelijk ga jij ervan uit dat de zionisten streefden naar de vestiging van een Joodse staat, waarin, voorafgaand aan de vestiging ervan, slechts 7 procent van het land eigendom was van joden, die ongeveer 30 procent van de bevolking in Palestina uitmaakte, en de overgrote meerderheid van de bevolking islamitisch dan wel christelijk was. Dat is een opmerkelijk onlogische en ik zou zelfs durven stellen buitengewoon stupide gedachte, die meer over jou onthult dan over de realiteit van de geopolitiek. Nee, Raymond, hoe 'chaotisch,' jouw 'gevoelsleven' ook moge zijn, en hoe 'heftig' jouw 'wereld van affecties, angsten, associaties, tegenspraken, verlangens en nachtmerries' kan zijn 'de echte werkelijkheid' blijft toch anders, namelijk deze:


Posted on December 3, 2001


BASED On Declassified Israeli Documents & Personal Diaries


It is worth emphasizing that the 'Jewish state' was founded on the basis of an ancient Biblical map, and to this date the 'Jewish state' still refuses to declare its borders in favor of future expansion. There is nothing like this Biblical map to send shivers among Arabs and Muslims, since its borders spans the occupied West Bank (including occupied East Jerusalem), occupied Gaza Strip, southern Lebanon, the western parts of Jordan, and southern Syria including the occupied Golan Heights. This deep fear was the prime motive behind the Palestinian and Arab rejection of the U.N. GA proposed partition plan in 1947. 


Famous Quotes


As WWI was ending, Ben-Gurion went on to draw a map of the 'Jewish state' to be. This map clearly excluded Damascus (although it was part of Biblical 'Eretz Yisrael'), and limited the 'Jewish state's' future northern borders to 20 km south of the Syrian Capital. He rationalized this decision as follows:


'It is unthinkable that the Jewish state, in our day and age, could include the city of Damascus… This is a large Arab city, and one of the four centers of Islam. The Jewish community there is small. The Arabs will never allow Damascus, their pride, to come under Jewish control, and there can be no doubt that the English, even were it in their power, would agree to such a thing.' (Shabtai Teveth, p. 34)


If these are all sound reasons to exclude Damascus from being under Jewish control, then what makes Zionists think that occupied Jerusalem is any different? Although Damascus was never occupied by the Christian Crusaders, Jerusalem was occupied and pillaged, and to liberate it almost a million Muslim and Arab were martyred! Palestinians, Arabs, and Muslims often wonder where the Zionist Jews were when their 'Promised Land' needed them during the Crusaders' genocide!


From the beginning, Zionists advocated a 'Jewish State' not just in Palestine, but also in Jordan, southern Lebanon, and the Golan Heights as well. In 1918 Ben-Gurion described the future 'Jewish state's' frontiers in details as follows:


'to the north, the Litani river [in southern Lebanon], to the northeast, the Wadi 'Owja, twenty miles south of Damascus; the southern border will be mobile and pushed into Sinai at least up to Wadi al-'Arish; and to the east, the Syrian Desert, including the furthest edge of Transjordan' (Expulsion Of The Palestinians, p. 87) Click here to view the 'Greater Israel' map that was submitted by the Zionists to the peace conference after WWI.


In the mid-1930s, Ben-Gurion met George Antonius (an advisor to al-Mufti, Hajj Amin al-Husseini, who was one of the few Palestinians whom Ben-Gurion had contacts with), and suggested that Palestinians should help the Zionists to expand the borders of their future 'Jewish state' to include areas under French control, such as southern Lebanon and the Golan Heights. In response, Mr. Antonius burst laughing and answered:


'So, you propose that what England did not give you [as stated in the Balfour Declaration), you will get from us.' (Shabtai Teveth, p. 162)

According to Ben-Gurion, Antonius had complained about Zionists who 'want to bring to Palestine the largest number of Jews possible, without taking [the Palestinian] Arabs into consideration at all. With this type,' said Antonius, 'it is impossible to come to an understanding. They want a 100% Jewish state, and the [Palestinian] Arabs will remain in their shadow.' By the end of their talk, Antonius could, with reason, conclude that Ben-Gurion belonged precisely to this category of Zionists. (Shabtai Teveth, p. 163)


According to Ben-Gurion, Palestine was a 'matter of life and death' for the Jews. 'Even pogroms in Germany or Poland, and in Palestine, we prefer the pogroms here.' (Shabtai Teveth, p. 163)


On July 29, 1937, Ben-Gurion stated to the World Convention of Ihud Po'alei Tzion in Zurich that Maronite ruled Lebanon would serve the Christian minority better if it allied itself with the future 'Jewish state.' He said:


'Having Lebanon as a neighbor ensures the Jewish state of a faithful ally from the first day of its establishment. It is not, also, unavoidable that across the northern side of the Jewish state border in southern Lebanon the first possibility of our expansion will come up through agreement, in good will, with our neighbors who need us.' (Expulsion Of The Palestinians, p. 88)


Ben-Gurion was enchanted that Jerusalem's neighboring Palestinian communities had been emptied. He stated to the Mapai Council on February 8, 1948:


'From your entry into Jerusalem, through Lifta, Romema [East Jerusalem Palestinian neighborhood]… there are no [Palestinian] Arab. One hundred percent Jews. Since Jerusalem was destroyed by the Romans, it has not been Jewish as it is now. In many [Palestinian] Arab neighborhoods in the west one sees not a single [Palestinian] Arab. I do not assume that this will change… What had happened in Jerusalem… is likely to happen in many parts of the country… in the six, eight, or ten months of the campaign there will certainly be great changes in the composition of the population in the country.' (Expulsion Of The Palestinians, p. 180-181)


Ben-Gurion 'had a dream' to annex southern Lebanon to the 'Jewish state,' and to establish a Christian state north of the Litani River. At the beginning of the 1948 war, he stated:


'The Muslims rule of Lebanon is artificial and easily undermined. A Christian state ought to be set up whose southern borders would be Litani River. Then we'll form an alliance with it.' In the coming years he repeated this idea, and according to Moshe Sharett, Moshe Dayan (who was Israeli's chief of staff in the early 1950s) responded favorably to this idea and who according to Sharett said: 'In his [Dayan] view, all we need to do is to find a Christian Lebanese officer, perhaps no higher than a captain, and win him over or buy him with money, so that he would declare himself the savior of Maronite population. Then the Israel army would enter Lebanon, occupy the territory in question and establish a Christian government which would form an alliance with Israel.' Sharett himself considered this an 'awful' idea. (1949, The First Israelis, p. 10 & Righteous Victims, p. 497)


What's ironic that this 'awful' idea was precisely executed thirty later by Manahem Bagin and Ariel Sharon during the Israeli invasion and occupation of Lebanon between 1982-2000.


In a letter Chaim Weizmann sent to the Palestine-British high Commissioner while the Peel Commission was convening in 1937, he wrote:


'We Shall spread in the whole country in the course of time ..... this is only an arrangement for the next 25 to 30 years.' (Expulsion Of The Palestinians, p. 62)


In 1938, Ben-Gurion made it clear of his support for the establishment of a Jewish state on parts of Palestine ONLY as an intermediary stage, he wrote: 


'[I am] satisfied with part of the country, but on the basis of the assumption that after we build up a strong force following the establishment of the state--we will abolish the partition of the country and we will expand to the whole Land of Israel.' (Expulsion Of The Palestinians, p. 107, One Palestine Complete, p. 403)


Ben-Gurion emphasized that the acceptance of the Peel Commission would not imply static borders for the future 'Jewish state.' In a letter Ben-Gurion sent to his son in 1937, he wrote: 


'No Zionist can forgo the smallest portion of the Land Of Israel. [A] Jewish state in part [of Palestine] is not an end, but a beginning... Our possession is important not only for itself... through this we increase our power, and every increase in power facilitates getting hold of the country in its entirety. Establishing a [small] state... will serve as a very potent lever in our historical effort to redeem the whole country.' (Righteous Victims, p. 138) 


In August 1937, the 20th Zionist Congress rejected the Peel Commission proposed partition plan because the area allotted to the 'Jewish state' was smaller than expected. On the other hand, the concept of partitioning Palestine into two states was accepted as a launching pad for future Zionist expansions, and to secure unlimited Jewish immigrations. In September 1938, Ben-Gurion explained why he advocated partitioning the country NOW, and to accept the Peel Commission's proposal: 


'The ONLY reason that we agreed to discuss the [Peel commission proposed] partition plan,' Ben-Gurion wrote Moshe Sharett, 'is mass immigration. Not in the future, and not according to abstract formula, but large immigration now.' (Shabtai Teveth, p. 184) And in October 1938, he wrote to his children that : 'I don't regard a state in part of Palestine as the final aim of Zionism, but as a mean toward that aim.' (Shabtai Teveth, p. 188)


In September 1937, he stated to a group of American Jewish labor leaders in New York: 'the borders [of the Jewish state] will not be fixed for eternity.' (Shabtai Teveth, p. 188)… Soon after the U.N. Proposed Partitioning Palestinian in November 1947, Ben-Gurion urged his party to accept the partition because it will never be final, 'not with regard to the regime, not with regard to borders, and not with regard to international agreements.' (Simha Flapan, p. 32) 


Similarly, even most left wing parties reaffirmed their commitment to the complete redemption of Biblical 'Eretz Yisrael,' the United Hebrew Labor (Ahdut Haavodah) stated: 'partition is the best or shortest way of realizing greater Zionism' and declared that its members would 'not cease to strive for the integrity of the homeland.' (Simha Flapan, p. 33)When Pinhas Rozen, who became Israel's first Israeli Justice, demanded that Israel's Declaration of Independence should cite the COUNTRY'S BORDERS, Ben-Gurion objected, and both exchanged the following points: ROZEN: 'There's the question of the borders, and it CANNOT BE IGNORED.' BEN-GURION: 'Anything is possible. If we decide here that there's to be no mention of borders, then we won't mention them. Nothing is a priori [imperative].' ROZEN: 'It's not a priori, but it is a legal issue.' BEN-GURION: 'The law is whatever people determine it to be.' (1949, The First Israelis, p. xviii)


Ben-Gurion clearly never believed in static borders, but dynamic ones as described in the Bible. He stated during a discussion with his aides: 'Before the founding of the state, on the eve of its creation, our main interests was self-defense. To a large extent, the creation of the state was an act of self-defense… Many think that we're still at the same stage. But now the issue at hand is conquest, not self-defense. As for setting the borders -- it's an open-ended matter. In the Bible as well as in our history, there all kinds of definitions of the country's borders, so there's no real limit. Bo border is absolute. If it's a desert -- it could just as well be the other side. If it's sea, it could also be across the sea. The world has always been this way. Only the terms have changed. If they should find a way of reaching other stars, well then, perhaps the whole earth will no longer suffice.' (1949, The First Israelis, p. 6) 


It has been customary among all Zionists leaders to use the Bible to justify perpetrating WAR CRIMES. Regardless of the methods used to build the 'Jewish state,' the quote above is a classical example how the Bible is used to achieve political objectives. During the course of the 1948 war, Yigal Allon submitted a detailed plan to Ben-Gurion for the military conquest of the West Bank, arguing that the Jordan River would provide the best strategic border. He believed that a substantial part of the Palestinian population would flee east because of the military operations, he stated: 'Our offensive has to leave the way open for the army and the refugees to retreat. We shall easily find the reason or, to be more accurate, the pretexts, to justify our offensive, as we did up to now' (emphasis added). (Simha Flapan, p. 114) 


When Israel signed the armistice agreements with Egypt, Jordan, Syria, and Lebanon, Ben-Gurion stated: 'The November 29[, 1947 U.N.] decision had given the Jewish state 14,920,000 dunums; now we have 20,662,000 dunums in our control. While the UN has not yet recognized our borders, Egypt, Transjordan, Syria, and Lebanon have done so.' (Simha Flapan, p. 49) 


In other words, Israel managed to expand its borders 38% more than the area allotted to the 'Jewish state' by 1947 UN GA partition plan. It should be noted that 60% of the Israelis soldiers were killed in action, were killed in offensive actions in the areas conquered beyond areas allotted by the UN to the 'Jewish state.' (Simha Flapan, p. 198-199).


One day after the U.N. vote to partition Palestine, Menachem Begin, the commander of the Irgun and Israel's future Prime Minster between 1977-1983, proclaimed:


'The Partition of Palestine is illegal. It will never be recognized... Jerusalem was and will for ever be our capital. Eretz Israel will be restored to the people of Israel. All of it. And for Ever.' (Iron Wall p. 25)


Yigal Allon wrote in an article published just before the outbreak of the 1967 war:


‘In… a new war, we must avoid the historic mistake of the War of Independence [the 1948 war]. . . and MUST NOT cease fighting until we achieve total victory, the territorial fulfillment of the Land Of Israel.' (Righteous Victims, p. 321)


In 1934 Ze'ev Jabotinsky introduced for his youth movement followers the Betar Oath:


'I devote my life to the rebirth of the Jewish State, with a Jewish majority, on both sides of the Jordan.' (Israel: A History, p. 76) 

http://www.palestineremembered.com/Acre/Famous-Zionist-Quotes/Story695.html



In 1895, in the early years of the Zionist enterprise, Theodor Herzl wrote in his diary: 'We shall endeavour to expel the poor population across the border unnoticed, procuring employment for it in transit countries, but denying it employment in our own country.' David Ben-Gurion, one of the founding fathers of the state of Israel and chief architect of the ethnic cleansing of Palestine in 1947/48, wrote to his son, Amos, in 1937: 'I am an enthusiastic advocate of the Jewish State, even if it involves partitioning Palestine now, because I work on the assumption that a partial Jewish state will not be an end, but a beginning. When we acquire 1,000 or 10,000 dunams of land, we are happy.


Because this acquisition of land is important not only for its own sake, but because, through it, we are increasing our strength, and every increase in our strength helps us to acquire the whole country. The formation of a state, even if only a partial state, will be the greatest increase of strength we could have today, and will constitute a powerful lever in our historic effort to redeem the country in its entirety.' Plan Dalet, finalized by Ben-Gurion and his Consultancy Group advisers on March 10,1948, says: 'These operations can be carried out in the following manner: either by destroying villages (by setting fire to them, by blowing them up, and by planting mines in their debris) and especially of those population centers which are difficult to control continuously; or by mounting combing and control operations according to the following guidelines: encirclement of the villages, conducting a search inside them. In case of resistance, the armed forces must be wiped out and the population expelled outside the borders of the state.'


From the beginning, violence towards the indigenous Palestinian people has been the norm. Since the passing of the infamous, immoral and totally corrupt UN resolution 181, in November, 1947, that violence has been given effective international sanction under the umbrella of various world powers.


The dispossession, and forced expulsion, of the Palestinians (the NAKBA) is the one unacknowledged crime against humanity of the 20th century. The violence has gone on, on a daily basis, since 1967, in the Occupied West Bank. Gaza is the direct consequence of this blind folly on our part, as the current atrocities are seamless with the aims of the original Zionists.

https://www.irishexaminer.com/opinion/columnists/arid-20278745.html 


Kortom, Raymond van den Boogaard, als journalist van een avondblad dat claimt een 'kwaliteitskrant' te zijn, heb jij een vakbondsbestuurder die opkwam voor de mensenrechten door de zionistische terreur tegen de Palestijnse burgerbevolking met klem af te wijzen, ten onrechte beticht van 'ideologisch antisemitisme.' Het was een kleine moeite geweest om jezelf, door het lezen van boeken of via internet, te informeren. Jouw beschuldiging was niet gebaseerd op enige kennis van zaken, maar op jouw 'chaotisch,' zoals je het zelf noemt, 'gevoelsleven' dat jij verwart met 'de echte werkelijkheid.' Raymond, ik vrees dat jij geen journalistiek bedrijft, maar ordinaire propaganda voor de gevestigde wanorde. Jouw ongeïnformeerdheid bewijst tevens hoe tendentieus de NRC al decennialang over Palestina en Israel bericht. Vandaag de dag ken jij, als journalist, nog steeds niet niet de meest simpele, elementaire feiten. Het fundamentele probleem hier is dat  jouw veronderstelling dat het 'gevoelsleven de echte werkelijkheid' is een waanbeeld is. Net als iemand bij die meent Napoleon te zijn leidt de gedachte dat perceptie de werkelijkheid is uiteindelijk tot krankzinnigheid. Jouw emotionele oprispingen zijn en blijven een weerspiegeling van de chaos in je hoofd. De 'heftige wereld van affecties, angsten, associaties, tegenspraken, verlangens en nachtmerries' vertegenwoordigt niet de historische 'werkelijkheid,' zoals ik hierboven aan de hand van de feiten heb aangetoond. Typerend  aan jouw reactie in de krant was de heftige verontwaardiging, oftewel, de geconditioneerde reflex van de kleinburger zodra één van zijn vooroordelen onderuit wordt gehaald. De feiten die vakbondsbestuurder Lot van Baaren aanvoerde gaven jou niet de impuls om de historische achtergronden uit te zoeken. En dat nu is een veel betekenende en kenmerkende reflex van de westerse mainstream-journalistiek. Daarover volgende keer meer.

https://stanvanhoucke.blogspot.com/2015/01/raymond-van-den-boogaard-van-de-nrc-4.html 


Zo schreef ik op 21 januari 2015 op deze weblog over de altijd smetteloos geklede, maar wel getatoeëerde, poseur Raymond van den Boogaard. Wie is nu de ‘gepatenteerde warhoofd,’ waarover hij  prefereert  ‘te zwijgen.’ Bijna zeven jaar lang had hij mij kunnen betrappen op voorbeelden van warhoofdige betogen, maar het is hem tot nu toe niet gelukt, en dus blijft hij zwijgen. En omdat hij niet met feiten kan komen, ziet hij zich genoodzaakt een niet onderbouwde mening te geven, een ressentiment. Vanwege zijn narcisme kan hij geen kritiek accepteren, en omdat in Nederland geen serieuze mediakritiek bestaat, kan hij al jarenlang onweersproken stupide kolder verkopen. Nederland is een te klein en te bekrompen landje om een volwassen ‘politiek-literaire elite’ erop na te houden. Hier kent een ieder elkaar, met als gevolg dat nagenoeg niemand uit de pas durft te lopen, zeker niet een conformist als Van den Boogaard. En hij heeft de wind mee. Conformisme is vooral in een totalitair functionerende technocratie de overlevingsstrategie bij uitstek van de opportunist, zoals Alberto Moravia in zijn boek Il Conformista (1951) zo helder heeft aangetoond. Zijn protagonist is een man die 'tot elke prijs' streeft 'naar normaliteit; een wil tot aanpassing aan een algemeen aanvaarde norm, een verlangen om gelijk te zijn aan alle anderen, omdat anders-zijn hetzelfde was als schuldig zijn.' Dat pijnlijke verlangen veroorzaakt 'een zucht tot behagen die aan slaafsheid of aan koketterie grensde,' en resulteert in de collaboratie van Moravia's protagonist met het heersende fascisme, een ideologie waarin de conformist niet gelooft, maar die hem wel een vaste baan geeft, een functie, en zodoende een valse identiteit. Eindelijk hoort hij ergens bij, en is hij als conformist juist daardoor iemand geworden. 


Door het lenen van een eigentijdse identiteit lijkt de leegte te zijn verdwenen, en kan de conformist onbekommerd zijn rol spelen van moordenaar, beul, verrader, brave burger, journalist van een zelfbenoemde ‘kwaliteitskrant.’ Het conformisme stelt hem in staat op elk moment een passende rol aan te nemen. Er is geen beroep waar de ‘zucht tot behagen’ zo dicht aan ‘slaafsheid of aan koketterie' grenst als de mainstream-journalistiek. Overal en altijd duiken de Raymond van den Boogaard’s op.  


Milan Kundera:

Het woord kitsch verwijst naar de houding van degene die tot elke prijs zoveel mogelijk mensen wil behagen. Om te behagen dien je je te conformeren aan wat iedereen wenst te horen, in dienst te staan van de pasklare ideeën, in de taal van de schoonheid en de emotie. Hij beweegt ons tot tranen van zelfvertedering over de banaliteiten die wij denken en voelen… Op grond van de dwingende noodzaak te behagen en zo de aandacht van het grootst mogelijke publiek te trekken, is de esthetiek van de massamedia onvermijdelijk die van de kitsch en naarmate de massamedia ons gehele leven meer omsluiten en infiltreren, wordt de kitsch onze dagelijkse esthetiek en moraal.









Geen opmerkingen: