Amerikanen zagen zichzelf als
uitverkoren volk dat na veel ontberingen eindelijk het ‘beloofde land’ had bereikt.
Geert Mak. Reizen zonder John. Pagina 97.
De
Amerikaanse auteur en academicus Louis Menand ‘best
known for his book The
Metaphysical Club (2001), an intellectual and cultural
history of late 19th and early 20th century America’ schrijft
over de stelling van de Amerikaanse filosoof James Burnham dat ‘the United States was headed toward a
social system that was the moral
equivalent of German and Soviet totalitarianism,’ en dat
The United States was a
society in which ‘war
has become an end in itself,’ and in
which ‘the ever more efficient organization of technology in the form of
large, disciplined aggregations of producers implies the modern mass-society
which implies authoritarian controls and the kind of irrational – subrational,
rather – nationalist ideology we have seen developed to its highest pitch in
Germany and Russia.’
Een visie die gedeeld werd door
de Amerikaanse auteur Dwight Macdonald, zoals Menand in de introductie schrijft
van diens boek Masscult and Midcult, waarbij
de inleider nog eens benadrukt dat ‘Just like kitsch, Midcult was a marketing phenomenon.
It was culture manufactured for the aspiring sophisticate.’ Menand merkt
daarbij op dat er nog wel één groot verschil is, te belangrijk om hier niet te
vermelden:
In the case of kitsch, no one
was being fooled. Lowbrow culture was produced in order to make a profit, and
it was purchased in order to provide simple pleasure and diversion. What
alarmed Macdonald was that in the case of what he called Midcult, everyone seemed
to be fooled – not only the readers but the writers, the editors, the
publishers, and the reviewers. They had all become convinced of their own
virtuous high-mindedness.
Het is in deze cultuur dat Het Parool Geert Mak’s Reizen zonder John kwalificeert als ‘Een
prachtig geschreven boek,’ en de Belgische
Standaard spreekt van een ‘allesomvattend, razend goed verteld en
volkomen meeslepend’ werk waarbij ‘Mak de zeldzame gave [heeft] over ieder
onderwerp razend boeiend te zijn,’ terwijl de zakenkrant de Financial Times namens de hele mensheid
schrijft: ‘Geert Mak is de geschiedenisleraar die we allemaal graag hadden willen
hebben.’ In een massacultuur is het laagste niveau de meetlat geworden.
Het toont het gelijk aan van Louis Menand’s woorden over hoe vernietigend de eerlijkheid
was van ‘Macdonald’s commitment to exposing the self-promotion,
self-satisfaction, and self-delusion that are always wrapped up in the business
of making and appreciating art,’ en het schrijven van gepopulariseerde
geschiedenisboeken, voeg ik er hier op eigen gezag aan toe. Kitsch wordt nooit
Kunst, met of zonder hoofdletter, slechte lectuur blijft slecht, hoe jubelend
ook een boek of een kunstwerk wordt geprezen. De enige functie die kitsch kan
hebben voor intellectuelen is dat hij zo duidelijk toont wat een boek of een
kunstwerk niet dient te zijn. Kitsch
is vaak pretentie zonder inhoud. Omdat een onderscheid maken tussen kitsch en
kunst belangrijk is om goed te kunnen begrijpen wat er in onze massacultuur
gebeurt, blijf ik hier wat langer bij stilstaan. Over het essentiele verschil
tussen beide schrijft Menand:
Avant-gardism arises when the
artist can no longer represent, because he no longer believes in, what society
takes to be art’s natural subject matter, that is, its own values and notion of
of the way things ought to be. The consequence is a turn inward on the part of
the serious artist, and the emergence of art for art’s sake – in the case of
painting, a turn from representations of the world to abstraction. Kitsch – the
word means ‘trash’ or, as Greenberg put it in his letter to
Macdonald, ‘crap’ – was also a
consequence of the Industrial Revolution. The Industrial Revolution made
universal literacy possible, and this produced a mass audience looking for
entertainment and diversion. The new technology of mechanical reproduction
permitted an ersatz culture to be manufactured cheaply for, and distributed to,
that audience. The success of this manufactured culture killed off folk art,
which had been a genuine popular culture.
Het kapitalisme maakte
enerzijds een elite-cultuur mogelijk, kunst voor de ‘happy few’ met een eigen
ontwikkelde esthetiek, en anderzijds een commerciele platte massa-cultuur van
wanstaltige kitsch. Louis Menand:
When Madonald equated Stalinist
cinema with Hollywood, he was not only saying that Soviet cinema had become a
medium of inoffensive crowd-pleasing banality, he was saying that the American
film industry was a top-down imposition of official ideology masquerading as
representative of popular taste. Hollywood cinema was a spurious ‘people’s art.’
Precies hetzelfde geldt voor al
die gepopulariseerde boeken over kunst en geschiedenis, waarin alle cliché’s en
platitudes weer eens ten tonele worden gevoerd. Dit voert me terug
naar Mak’s reisboek en zijn stelling dat
Amerikanen zichzelf als uitverkoren
volk [zagen] dat na veel ontberingen eindelijk het ‘beloofde land’ had bereikt.
Waarom dit vanaf de zestiende
eeuw zo was is duidelijk, fanatieke blanke christenen hebben zichzelf altijd
als superieur beschouwd omdat ze er blind vanuit gingen en nog steeds gaan de
ware god te aanbidden. De vraag is evenwel waarom het land waarin, volgens Mak,
de ‘Verlichting’
is ‘uitgevoerd, als real life
experiment,' zo irrationeel is gebleven om te denken dat het ‘uitverkoren’ is om de
hele wereld met het grootst mogelijk geweld in zijn evenbeeld te veranderen? Om
voor het gemak president Ronald Reagan maar eens te citeren:
I've spoken of the shining city
all my political life, but I don't know if I ever quite communicated what I saw
when I said it. But in my mind it was a tall proud city built on rocks stronger
than oceans, wind-swept, God-blessed, and teeming with people of all kinds
living in harmony and peace, a city with free ports that hummed with commerce
and creativity, and if there had to be city walls, the walls had doors and the
doors were open to anyone with the will and the heart to get here. That's how I
saw it and see it still,
aldus de voormalige acteur
van B-films tijdens een rede in 1984 bij de aanvaarding van zijn nominatie als
presidentskandidaat voor de Republikeinse Partij, in dezelfde tijd dat hij
direct betrokken was bij het financieren van de zogeheten Contra’s die met terreurdaden de democratische regering in
Nicaragua probeerden te verdrijven. ‘De Amerikanen’ mogen zichzelf dan
wel zien als ‘uitverkoren volk,’ maar dit betekent vandaag de dag geenszins
dat daarmee alles gezegd is, zoals de vooraanstaande Amerikaanse journalist
Chris Hedges duidelijk maakt in War Is a
Force that Gives Us Meaning:
As long as we think abstractly,
as long as we find in patriotism and the exuberance of war our fulfillment, we
will never understand those who do battle against us, or how we are perceived
by them, or finally those who do battle for us and how we should respond to it
all. We will never discover who we are. We will fail to confront the capacity
we all have for violence. And we will court our own extermination… We ignore
real injustices that have led many of those arrayed against us to their rage
and despair.
Het punt is namelijk dat ‘uitverkorenen’ zich altijd gedragen alsof ze boven de
wet staan en op die manier anderen
‘veel ontberingen’ bezorgen. De Amerikaanse historicus Gabriel Kolko schreef in 2002 in Another Century of War?:
The United States had funded, trained,
and supplied dozens of state-terrorist organizations to maintain regimes that
were described as anti-communist. But the United Stets has also supported those
– like the contras in Nicaragua – that used every form of violence, including
terrorism which injured and killed many innocent civilians, to overthrow
established governments… Suffice it to say that the United States’ sponsorship
of this form of state terrorism is one of the crucial reasons it now has to
confront violence on its own soil… Yesterday’s freedom fighters in Afghanistan,
many of them Islamic fundamentalists from other countries, are today’s
terrorists. There is a very good chance that in coming years we will see
enemies and friends reshuffled yet again.
De emeritus hoogleraar Kolko heeft
gelijk gekregen, zoals we nog steeds in Afghanistan zien waar de Taliban hun
wapens ongestoord kan financieren met heroine-opbrengsten, we zagen het in 2011
in Libie en we zien het nu weer in
Syrie. Ondertussen bloeien de Amerikaanse wapenverkopen als nooit tevoren, ook aan de Syrische
rebellen.
Syria: Religious Police Patrol Aleppo’s Countryside.
The Syrian opposition groups that
have taken control of Aleppo’s countryside are deploying a religious police
force to enforce new laws, such as barring women from driving and making prayer
compulsory.
http://www.informationclearinghouse.info/article33409.htm
http://www.informationclearinghouse.info/article33409.htm
Al decennialang financiert de
Amerikaanse regering de zionistische diefstal van land en de terreur van de ‘Joodse staat’ tegen de
Palestijnse bevolking. ‘US Senate approves $211 million for Israel in new $633
billion war bill. Legislation tightens sanctions on
Iran and authorizes nearly $480 million for US-Israeli missile defense.’ Israel
als huurlingenstaat dient in ruil daarvoor de westerse belangen in het
Midden-Oosten veilig te stellen. Hiet is opnieuw sprake van macht die
corrumpeert. De Amerikaanse historicus Henry Brooks Adams, kleinkind
van president John Quincy Adams en achterkleinkind van president John Adams
schrijft in zijn boek The Education of
Henry Adams (1907):
Politics, as a practice,
whatever its professions, has always been the systematic organization of
hatreds… practical politics consists in ignoring facts… Power is poison – its
effect on Presidents has always been tragic.
In één ding verschillen de
Amerikaanse machthebbers zeker niet van hun aristocratische voorgangers: ze
zijn even cynisch, machtsbelust en politiek corrupt als welke keizer, koning of
Bolsjewistische leider dan ook is geweest, van Nero tot Stalin. Dat onze
opiniemakers dit niet beseffen komt door een combinatie van te langdurig door
een ideologische bril kijken, en het gebrek aan integriteit. Ze kennen de oude
wijsheid niet die zo treffend geformuleerd werd door de Britse geleerde Edward
Gibbon. In The Decline and Fall of the Roman Empire, stelde hij vast dat
Augustus was sensible that mankind is governed by names; nor was he
deceived in his expectation, that the Senate and people would submit to
slavery, provided they were respectfully assured that they still enjoyed their
ancient freedom.
Maar deze
subtiliteit ontgaat hen. Net als altijd is ook de huidige intelligentsia
dolblij wanneer zij wordt uitverkoren om aan te schuiven aan de tafel van de
machtigen. Voor deze privilege is ze bereid nagenoeg alles in te leveren: de
waarheid, de schoonheid, de eigen integriteit, het belang van het publiek. Ik heb
het al jarenlang van nabij mogen aanschouwen en kan er alleen maar over zeggen
dat het geen fraai gezicht is wanneer iemand’s ijdelheid hem of haar
belachelijk maakt. En zo zijn we weer aanbeland bij Geert Mak’s opmerking over
de Amerikanen die zichzelf als ‘uitverkoren volk’ zien. De
Amerikaanse socioloog Todd Gitlin en de Israelische oud officier Liel
Leibovitz, hoogleraar comminications aan de New York University hebben onder de
titel The Chosen Peoples. America, Israel
and the Ordeals of Divine Election, een 251 pagina’s tellende studie over dit
onderwerp geschreven, waarbij ik voor alle duidelijkheid eerst even opmerk dat
het uitverkoren zijn door een al dan niet goddelijk wezen, berust op een
absurde aanname, de veronderstelling namelijk dat men als ‘uitverkorene’ anders is dan alle andere mensen. Zolang deze
veronderstelling in privesfeer blijft is er niet veel aan de hand, het kan soms
lastig zijn voor de familieleden maar die moeten zelf daar tegen optreden of
niet. Het wordt evenwel buitengewoon gevaarlijk wanneer die gedachte het politieke
beleid van een volk bepaalt. Het leidt altijd tot bloedvergieten, in de recente
geschiedenis zijn de nazi’s, de Amerikanen, en nu ook de Joden in Israel daar
een duidelijk voorbeeld van. Gitlin en Leibovitz:
‘Like Israel of old,’ wrote America’s foremost theologian, Rienhold Niebuhr, in 1963, ‘we were
a messianic nation from out birth.’
waarbij
aangetekend moet worden dat Niebuhr als adviseur van de protestantse
Amerikaanse aristocratie betoogde dat ‘rationality belongs to the cool
observers,’ terwijl ‘the proletarian’ niet de rede maar het geloof volgt, en
daardoor gemotiveerd wordt door een ‘necessary illusion.’ Zonder
illusies zou de doorsnee mens al snel bevangen worden door ‘inertia.’ De koele
waarnemers die zich bewust zijn van ‘the stupidity of the average man’ dienen
dan ook de ‘emotionally potent oversimplifications’ te verschaffen om de ‘proletarian’
in het gareel te houden, zo adviseerde ‘the official establishment theologian’
de Amerikaanse elite die ‘face the responsibilities of power.’ Niebuhr’s opvattingen over ‘necessary illusions’ sluiten
naadloos aan op de ‘noble lies’ van de neoconservatieve denker Leo Strauss, de ‘propaganda’
van Edward Bernays en de ‘myth making’ van Niccolò
Machiavelli. Gitlin en Leibovitz over het Europese messianisme:
Christopher
Columbus wrote to the Spanish court in 1500: ‘God made
mew the messenger of the new heaven and the new earth of which he spoke in the
Apocalypse of St. John… and showed me the spot where to find it.’ […]
Even in vastly more commercial and secular Virginia, the English settlers had
scarcely arrived before they proclaimed the new land santified. ‘God hath opened the door of Virginia… God
hath opened this passage unto us, and led us by the hand unto this work,’ preached the new Virginian Alexander
Whitaker in 1613, around the time he converted and baptized Pocahontas.
Hoe diep geworteld deze pathologie is, waarbij elke
misdaad vergoeilijkt kan worden door een beroep te doen op de chistelijke god,
blijkt nog eens uit het essay van de Amerikaanse auteur Gore Vidal in zijn
essay Armageddon? in 1987 gepubliceerd in het gelijknamige
bundel:
On 20 September 1970, an evangelical Christian, George
Otis, and several like-minded folk visited Reagan when he was governor of
California. They spoke rapturously of Rapture. Then, according to Otis, they
all joined hands in prayer and Otis prophesied Reagan’s coming election to the
presidency. According to Otis (‘Visit with a King’) Reagan’s arms ‘shook and pulsated’ during
this prophecy. The next summer (29 June 1971) Reagan asked Billy Graham to
address the California legislature; afterwards, at lunch, Reagan asked Graham, ‘Well,
do you believe that Jesus Christ is coming soon, and what are the signs of his
coming if that is the case?’ Graham did
not beat about this burning bush. ‘The indication’, he said, ‘that Jesus Christ is at the very door.’
Later, in 1971, Governor Reagan attended a dinner
where he sat next to James Mills, the president of California state senate.
Mills was so impressed by the dinner conversation that he wrote it all down
immediately afterwards, but published it much later (Dan Diego Magazine, August
1985), pro bono publico, if a bit late.
After the main course, the lights dimmed and flaming
bowls of cherries jubilee were served. No doubt inspired by the darkness and
the flames, Reagan suddenly asked, out of right field, if Mills had read ‘the fierce Old Testament
prophet Ezekiel’. Mills allowed that he
had (after all, you don’t get in the California state senate if you say no); as
it turned out, he did know Ezekiel. Then, ‘with firelit intensity’, Reagan began to talk about how Libya had
now gone Communist, just as Ezekiel had foretold, and ‘that’s a sign that
the day of Armageddon isn’t far off’.
Ook over het lot van Libie had de Amerikaanse
president een rotsvaste mening toen hij tegenover Mills verklaarde ‘that
everything hasn’t fallen into place yet. But there is only that one thing left
that has to happen. The Reds have to take over Ethiopia.’ En dat was
volgens hem onvermijdelijk. ‘It’s necessary to fulfil the prophecy that
Ethipia will be one of the ungodly nations that go against Israel.’
Reagan vervolgde met de opmerking:
All of the other prophecies that had to be fulfilled
before Armageddon have come to pass. In the thirty-eight chapter of Ezekiel it
says God will takes the children of Israel from among the heathen when they’d
been scattered and will gather them again in the promised land. That has
finally come about after 2,000 years. For the first time ever, everything is in
place for the battle of Armageddon and the Second Coming of Christ,
aldus ‘The Great Communicator,’ zoals zijn
bijnaam luidde. Hoewel meerdere Amerikaanse presidenten en hoge militairen en
beleidsbepalers godsdienstwaanzinnigen waren kan dit sinds de VS een kernmacht is
de toekomst van de hele mensheid vernietigen. Gore Vidal:
During the presidential race of 1980, Reagan told Jim
Bakker of the PTL network: ‘We may be the generation that sees Armageddon,’ while a writer for the New York Times
reported that Reagan (1980) told a Jewish group that ‘Israel is the only
stable democracy we can rely on as a spot where Armageddon could come,’
zo sprak de ‘machtigste
man’ ter wereld over het einde der tijden. ‘Uitverkoren volk, beloofde land,
speciale missie, exceptionalisme, shining city on a hill, chosen people, de
verlossing van de mensheid,’ ze leiden alle de hele geschiedenis door
tot hetzelfde bloedvergieten en expansionisme, want als er ‘uitverkorenen’ bestaan,
is de rest van de mensheid niet ‘uitverkoren.’ En dat zal men weten
ook. Elke verlossingsleer, van Christendom tot de Verlichting, komt in de
praktijk neer op niets anders dan het onvermogen om in vrede te leven met de
anderen. Gitlin en Leibovitz:
The nation had been chosen to
redeem mankind, but the question of who constituted that nation exactly, and
what ought to be done to, or with, those unlucky enough not to belong to it,
would roil the country for centuries. Divine election; millenarian hopes
snatched from the storms of tribulation; trust that the colonists had a
providential destiny; a belief that the rest of the world ought to be grateful:
this ideological compund continues down throughout American history, tying
together people of many different persuasions… In 1878, the elderly Emerson
declared that ‘this
country, the last found, is the great charity of God to the human race.’ Accepting the Progressive Party nomination
in 1912 – the theme song was ‘Onward, Christian Soldiers’ – Theodore Roosevelt closed his speech with
the words ‘We stand at Armageddon and we battle for the Lord.’ There is surely a straight line connecting
TR (as well as his victorious rival that year, the still more fervent Christian
Woodrow Wilson) with the George W. Bush who declared in his First Inaugural
that God’s ‘purpose is achieved in our duty’ and that ‘an angel still rides in the whirlwind and directs this
storm.’
Meer hierover morgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten