Volgens de detailhandelsonderneming Bruna ‘richt Geert Mak zich’ in zijn pamflet Epiloog (2020):
net zoals in 'Grote verwachtingen’ tot een denkbeeldige geschiedenisstudent uit 2069.
Aan hem schrijft Mak meteen:
Als een donderslag bij heldere hemel waren wij aan de beurt. Wij, de zondoorstoofde generaties van deze decennia, werden in het voorjaar van 2020 plotseling uit onze roes wakker geschopt en proefden voorzichtig het woord 'noodlot' op onze tong. We waren toch onsterfelijk? We hadden toch een afspraak, in dit zelfbewust deel van de wereld, dat iedereen veilig was, en dat alles kon worden geregeld?
Bruna vraagt zich vervolgens af:
Wie had kunnen denken dat Mak zo snel al zou moeten getuigen van de grootste maatschappelijke ontwrichting sinds de Tweede Wereldoorlog? Oorlogen en epidemieën zijn vanouds de grootste gevaren die de mens bedreigen. Geen Europeaan die dacht een van beide nog mee te zullen maken in ons deel van de wereld, in de huidige tijd — totdat de corona-pandemie uitbrak. Plotseling werden ook wij in het welvarende Europa geconfronteerd met een gigantisch gevaar. De hele samenleving kwam tot stilstand.
Op de vraag: ‘Wie had kunnen denken dat Mak zo snel al zou moeten getuigen van de grootste maatschappelijke ontwrichting sinds de Tweede Wereldoorlog?’ is het antwoord in alle bescheidenheid: ik, Stan van Houcke, Geert’s oude vriend, die hem al sinds de jaren tachtig ervoor waarschuwde dat het toen opkomende neoliberale kapitalisme een chaos zou veroorzaken in de wereld, en dat zijn optimistische beschouwingen de werkelijkheid verdraaiden. Het opmerkelijke is dat hij dit ook weet, zoals valt op te maken uit hetgeen hij mij in januari 2012 schreef:
Het probleem met jou is dat je verdomd vaak gelijk hebt, en dat het vaak geen prettige mededelingen zijn die je te melden hebt… Jij ziet veel dingen scherper en eerder, maar,'
om hieraan toe te voegen:
ik kan niet zonder hoop, Stan, dat klinkt misschien wat pathetisch, maar het is toch zo.
Kortom, Het ‘probleem’ was ik, niet het feit dat ik ‘verdomd vaak gelijk’ had, maar ‘dat het vaak geen prettige mededelingen zijn die je te melden hebt,’ terwijl Mak ‘niet zonder hoop,’ kon en die drijfveer was voor hem veel belangrijker dan dat een ander ‘veel dingen scherper en eerder [ziet].’
Hier manifesteert zich de hele zaak in een notendop. De mainstream-opiniemaker moet namelijk rekening houden met zijn publiek, zijn opdrachtgever, én boven alles met zijn imago die hem of haar een vorstelijk inkomen verschaft. Mak’s geschriften vol ‘hoop’ hebben de domineeszoon zelfs multi-miljonair gemaakt. Maar na alle jaren gespeeld 'optimisme' meent hij ineens dat ‘wij’ als gevolg van Covid-19 overvallen zijn door ‘een donderslag bij heldere hemel,’ en ‘wij' in 'het voorjaar van 2020 plotseling uit onze roes wakker’ zijn ‘geschopt’ en ‘wij’ voor het eerst ‘voorzichtig het woord "noodlot" op onze tong’ proefden. Hoewel Geert telkens 'wij' schrijft, spreekt hij allereerst en bovenal over zichzelf, zijn milieu, en zijn generatiegenoten, van wie de overgrote meerderheid nooit een oorlog van nabij heeft meegemaakt, maar in welvaart en vrede heeft geleefd. Voor hem als bestsellerauteur stond de ‘hoop’ centraal, en niet de dagelijkse realiteit van miljarden medemensen. Het zou allemaal steeds beter worden, de Verlichtingsideologie van de westerse witte middenklasse met haar simplistische Vooruitgangsgeloof bleef voor een hele generatie babyboomers de alles overheersende waarheid. Met als gevolg dat de oud-PSP-er Mak en zijn opportunistische sociaal-democratische kornuiten zich onder het neoliberalisme geen enkel ander alternatief konden voorstellen. In hun virtuele werkelijkheid speelden feiten geen rol van betekenis, waardoor Mak’s boeken vol verwarrende tegenstrijdigheden staan, die een volstrekt valse voorstelling van zaken geven. Helaas voor hem, werkte het vurige verlangen naar ‘hoop’ op den duur verlammend. Dat kon natuurlijk niet anders, zoals de auteur van wereldniveau, Albert Camus, in zijn essay Summer in Algiers (1954) had gesteld:
From Pandora's box, where all the ills of humanity swarmed, the Greeks drew out hope after all the others, as the most dreadful of all. I know no more stirring symbool; for, contrary to the general belief, hope equals resignation. And to live is not to resign oneself.
Bij Mak geldt inderdaad dat ‘hoop’ gelijk staat aan ‘gelatenheid,’ een vlucht uit de realiteit, omdat de vluchtende niet weet wat hij met de werkelijkheid aan moet. Hij ‘berust’ in zijn eigen impotentie, maar probeert dit te verhullen door het ‘hoop’ te noemen. En zo kwam hij onvermijdelijk in een doodlopende straat vast te zitten, tot de werkelijkheid ook hem overviel, en Geert met gespeelde verbijstering beweerde dat hij en zijn publiek plotseling overrompeld waren door de coronavirus, ‘een donderslag bij heldere hemel.’ Ook die bewering is half waar, en dus in feite een leugen, want Geert Mak en zijn mede-opiniemakers waren gewaarschuwd, aangezien ‘Experts warned of a pandemic decades ago,’ en ‘Before Virus Outbreak, a Cascade of Warnings Went Unheeded,’ zoals The New York Times op 19 maart 2020 moest toegeven.
https://www.nytimes.com/2020/03/19/us/politics/trump-coronavirus-outbreak.html
‘Hoop’ is een valstrik. De Amerikaanse journaliste Alexa Nargi schreef in dit verband:
Hope is often associated with the idea of two worlds. One world is the life in which we are living, and the things that we see and feel, and then there is some distant, perfect, true world, according to Plato and Christianity. Nietzsche argues that the idea of a ‘true world’ is not motivating us to be better people, but it is torturing us because we cannot attain it and it negatively impacts how we live in the present. Camus also states that religion is a problem in that it promises people that true world; if we live morally just lives and follow a particular set of rules that have been laid out for us by the divine, then we can someday hope to enter some sort of heaven or paradise: another world. While many maintain that this concept is not harmful because it encourages what are traditionally believed to be morally correct behaviors, Nietzsche and Camus argue that this idea of a ‘better tomorrow’ haunts us and prevents us from living authentic lives presently. Focusing one’s entire existence toward reaching a goal that we may only grasp once we are dead, if we do even grasp it, is absurd. There is no evidence to support the existence of another world, just notions. The idea of having an afterlife or the existence of a greater world makes humans take their present lives for granted and does not motivate people to make serious changes in the way they conduct their lives.
https://medium.com/@anargi95/the-problem-of-hope-708f1d2a5f82
Geert Maks ‘hoop’ dat ‘it’s getting better all the time’ stond in al zijn bestsellers centraal, maar in plaats van dat deze verwachting hem en zijn publiek een ‘verlossing’ bood, gebeurde precies het tegenovergestelde. Nietzsche en Camus bleken gelijk te hebben dat hoop ‘ons kwelt en ons belet een authentiek leven te leiden.’ Zelfbedrog kan lang duren, maar op een bepaald moment ziet de mens zich gedwongen de eigen mythes onder ogen te zien. Bij Mak gebeurde dit na 2004, toen hij van zijn sociaal-democratisch geloof viel, PSP-er was hij allang niet meer. In 2005 verklaarde Mak tegenover het 'feministische' maandblad Opzij dat hij tien jaar eerder nog zou hebben gezegd ‘geen godsdienst’ meer te bezitten, maar dat hij zich inmiddels als ‘gelovig, christelijk’ beschouwde. Hij zei te geloven:
in een genadige God. Dat is heel belangrijk: een milde, liefdevolle God. En dat je die genade overbrengt op je medemensen, dat je deel uitmaakt van een gemeenschap die de hele wereld omvat, dat er lijnen lopen tussen andere mensen en jou en tussen jou en God. Dat geeft soms troost, soms ordening, soms een gevoel van verantwoording. Het geeft lijn aan je handel en wandel. Als je vraagt wat mijn godsbeeld is: een vriendelijke, vaderlijke God, een milde man, die mensen doorziet in hun zwakheid.
machten aan de gang [zijn] boven Europa, ik zeg echt bóven Europa. Het klassieke woord grootkapitaal doet hier zijn intrede, ik heb er nooit zo in geloofd, maar nu wel, die ons totaal ontglipt en waar je niks tegen kunt doen. En dat vind ik buitengewoon beklemmend!
Mak doelde op de neoliberale ‘machten,’ met voorop de financiële macht, die dankzij de politiek van deregulering en privatisering sinds eind jaren zeventig in de westerse democratieën de hegemonie hadden gegrepen. Maar al snel bleek mijn oude vriend van mening te zijn veranderd, want 5 maanden later, op 22 september 2013,verklaarde Geert tijdens de Abel Herzberg-lezing met evenveel stelligheid dat:
de EU een markt [is] van bijna een half miljard mensen met de hoogste gemiddelde levensstandaard ter wereld. Alleen al voor Nederland is de Unie goed voor tweederde van onze totale export, eenvijfde van het nationale product. We hebben nu een open toegang tot die markt,
en dus moesten ‘we de deur’ tot deze ‘markt van bijna een half miljard mensen met de hoogste gemiddelde levensstandaard ter wereld’ absoluut niet ‘dichtgooien,’ en moesten ‘we’ juist profiteren van de neoliberale ‘machten boven Europa,’ oftewel het ‘grootkapitaal,’ die ‘ons totaal ontglipt,’ hoe ‘buitengewoon beklemmend’ hij dit alles ook mocht vinden.
Vier jaar later, op 14 februari 2017, had Mak, inmiddels verheven tot 'Chevalier de la Légion d'honneur' zich weer volledig verzoend met het ‘grootkapitaal,’ waar ‘je niks tegen kunt doen,’ en verklaarde hij ditmaal over het neoliberale bolwerk Brussel:
Het Europese project is vanaf het allereerste begin gebouwd op de grondbeginselen van de Verlichting, op de rechtsstaat, de democratie en de vrijheid van meningsuiting.
Men hoeft geen hoogleraar te zijn om te beseffen dat het ‘Europese project’ onmogelijk ‘gebouwd’ kan zijn op ‘de democratie en de vrijheid van meningsuiting,’ en tegelijkertijd in handen zijn van het ‘grootkapitaal’ dat ‘ons totaal ontglipt en waar je niks tegen kunt doen!’ Maar niemand van de polderpers die hem over deze paradox aan de tand voelde. Ademloos bleven mijn mainstream-collega’s luisteren naar de profetieën van het Orakel uit Jorwerd. Maar ja, zoals het altijd gaat, was twee jaar later de tijdgeest weer veranderd, werd de kritiek op het neoliberalisme almaar sterker, en moest de kaste van opiniemakers zich aanpassen aan de nieuwe sentimenten. In NRC Handelsblad van 31 oktober 2019 verklaarde dan ook Mak als pleitbezorger van Geen Jorwerd zonder Brussel dat sinds de val van de Muur, precies dertig jaar eerder:
Het Westen de richting in[sloeg] van het extreem vrije-marktdenken, waarvan het ontkende dat het een ideologie was. Denkers van de vrije markt zeiden: dit is de werkelijkheid, er bestaat geen alternatief. Daarmee hebben ze iedere discussie kapotgeslagen. Terwijl de gevolgen van het bezuinigingsbeleid van de neoliberale regeringen soms desastreus waren. En het wel degelijk om een keuze ging. We hebben, in al die jaren, het politieke denken afgeleerd.
https://www.nrc.nl/nieuws/2019/10/31/nu-pas-begrijp-ik-hoe-het-zit-a3978694
Toen ik dit las was het alsof ik mijzelf terug hoorde, want juist deze analyse wilde Mak decennialang niet accepteren, omdat de feiten zijn ‘hoop’ wegvaagden. Hij deed wel of hij naar mij luisterde, maar in werkelijkheid was hij bijna 40 jaar lang stokdoof voor argumenten. Sterker nog: al die jaren hamerde hij erop dat ‘wij’ in de neoliberale Europese Unie moesten blijven, en dat ‘wij’ de neoconservatieve NAVO moesten blijven steunen, met het oog op wat hij het ‘landjepik’ van ‘meneer Poetin’ noemde, en legde hij samen met de rest van de westerse ‘corporate press’ de basis voor de nieuwe Koude Oorlog. Al doende werkte hij enthousiast mee aan de toenemende dreiging van een nucleair conflict. Maar hoe zit het anno 2020 met zijn ‘hoop,’ waarachter hij zich lange tijd had verscholen? Die ‘hoop’ heeft hij van het ene op het andere moment laten vallen, er zat niets anders op, een opiniemaker ziet zich namelijk altijd en overal genoodzaakt met de stroom mee te drijven. Hij kan onmogelijk tegen de opvattingen van zijn publiek ingaan, want dan verliest hij zijn geloofwaardigheid. Hij kan alleen de opinies van zijn publiek bevestigen, hoe overtuigender hij dit doet, des te beter voor zijn imago, en zijn portemonnaie. Mede gezien het feit dat, volgens Mak, ‘een Europese diplomaat die bij veel overleg’ over de Corona-pandemie ‘aanwezig was geweest,’ had opgemerkt ‘Ik kan niet verklaren waarom het gevoel van urgentie ontbrak,’ om snel en adequaat op te treden, werd Mak’s slogan ‘Geen Jorwerd zonder Brussel’ steeds minder geloofwaardig, en zag hij zich genoodzaakt uit een ander vaatje te tappen. Wist de veel geprezen bestsellerauteur nog in 2004 zijn lezers van In Europa te verzekeren dat ‘Europa als vredesproces een eclatant succes’ was, en ‘Europa als economische eenheid ook een eind op weg’ was om een daverend neoliberaal succes te worden, slechts vier jaar later ontstond een nog steeds voortdurende economische crisis, als gevolg van de -- door deskundigen voorspelde -- kredietcrisis van 2008. En bij nadere beschouwing bleek ook — na de bloedbaden in het voormalige Joegoslavië, waarbij ruim 140.000 mensen werden gedood — het Europese ‘vredesproces’ geenszins een ‘eclatant succes’ te zijn geweest. Hoogste tijd dus voor ‘de populairste geschiedenisleraar van het land’ om een ingrijpende herziening van In Europa uit te brengen, die dit keer als titel kreeg Grote verwachtingen in Europa 1999-2019. Maar in plaats van toe te geven dat Geert Mak in 2004 qua conclusies de plank volledig had mis geslagen, werd zijn 556 pagina’s tellende boek dat in 2020 verscheen als volgt aangekondigd:
In ‘Grote verwachtingen’ vertelt en duidt Geert Mak de recente geschiedenis zoals alleen hij dat kan. Het is het vervolg op het immens succesvolle ‘In Europa’ dat vijftien jaar geleden verscheen.
Dat Mak ‘de recente geschiedenis [duidt] zoals alleen hij dat kan,’ is gezien het voorafgaande geen aanbeveling, althans niet voor burgers die goed geïnformeerd zijn. En ook het volgende roept de nodige argwaan op, want volgens de aankondiging neemt Grote verwachtingen:
de draad op waar ‘In Europa’ eindigde, in 1999. Mak schetst de sfeer en stemming tijdens de eeuwwisseling, het optimisme dat toen hoogtij vierde maar dat gaandeweg verdween, de gevoelens rond de invoering van de euro, de gevolgen van de aanslag op de Twin Towers, de toestand in Oost-Europa en Rusland, de bankencrisis, de Verenigde Staten, Noord- versus Zuid-Europa, en de vluchtelingen.
Opnieuw wordt hier een leugen verspreidt, want ‘In Europa' eindigde niet ‘in 1999,’ maar vijf jaar later in 2004, toen iemand als ik mijn oude vriend waarschuwde dat de conclusies in zijn bestseller apert onjuist waren en dat zijn ‘optimisme dat toen hoogtij vierde’ op niets concreets was gebaseerd, een feit dat hij weigerde te accepteren, omdat hij ‘niet zonder hoop’ kon. Even misleidend is de aankondiging van de onvermijdelijke nieuwe VPRO-serie ‘In Europa’ met als lachwekkende ondertitel ‘De geschiedenis op heterdaad betrapt.’ Op ‘heterdaad,’ om de indruk te geven dat er een grote misdaad wordt gepleegd, terwijl de enige misdaad die hier plaatsvindt wederom de vertekening is van de werkelijkheid, alsof er sinds het nieuwe millennium een onvoorstelbare omslag heeft plaatsgevonden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de dichteres Elly de Waard verbijsterd reageerde met de opmerking:
Ik zit naar Geert Mak te kijken 'In Europa,' maar ik krijg gewoon sprookjes voorgeschoteld, ook op een kinderachtige toon. Dat kun je mensen toch niet voorschotelen, die infantiele propaganda?
Maar juist die ‘infantiliteit’ is kenmerkend voor mijn generatie mainstream-opiniemakers. Wederom bedriegt Mak met zijn Grote verwachtingen zichzelf en zijn publiek, door nu te betogen dat ‘we de nieuwe eeuw barstensvol optimisme [begonnen],’ terwijl vooraanstaande westerse denkers en kunstenaars al decennialang hebben gewezen op de keerzijde van het westers kapitalisme, en de daaraan gekoppelde, uit de Verlichting voortkomende, consumptie-civilisatie. Maar waarschuwingen bleven vergeefs, want Mak en de Makkianen lazen of hoorden ze niet. Bovendien waren de analyses van prominente intellectuelen in het verre buitenland voor hen allemaal teveel ‘doemdenken,’ een begrip dat onder de Hollanders uiterst populair is. Pas nu gaat Mak, volgens eigen zeggen, ‘op zoek naar historische klokkenluiders en sleutelmomenten die achteraf doorslaggevend bleken te zijn.’ Waarom pas nu en waarom niettijdens de voorbereidingen van zijn in 2004 verschenen bestseller In Europa? In het televisieprogramma De Wereld Draait Door van 4 november 2019 antwoordde hij op de vraag of hij al die tijd ‘te naïef’ was geweest: ‘Ik liet het gebeuren, net als iedereen. De geschiedenis overkomt je voor een deel.’ Ook nu verschuilt Geert Mak zich achter anderen. Feit is namelijk dat hij absoluut niet ‘net als iedereen’ is, want Mak claimt de werkelijkheid en de geschiedenis te kennen. Vandaar zijn bestsellers.
Maar nu is het, volgens Mak's eigen zeggen, door de komst van het ‘coronavirus’ in 'één klap voorbij met de Europese wereld van zekerheden,' en staan wij 'met open mond te kijken naar die abrupte stilstand van onze wereld, beklemd en vooral verbijsterd.' Ineens ontdekte zelfs hij stomverbaasd, zo niet verbijsterd dat onze 'toekomst niet te voorspellen' is, zoals zijn 'favoriete columnist' Maxim Februari van de NRC hem duidelijk had gemaakt. Hoewel Mak mij acht jaar geleden had bezworen dat hij 'niet zonder hoop' kon leven, blijkt nu plotseling dat dit al dietijd onzin is geweest, tenminste wanneer ik afga op zijn huidige stelling dat hij 'een gitzwarte horizon' ziet en dat 'die iedere dag dichterbij' komt, want ‘[n]aast alle angst, pijn, dood en verdriet komt er een economisch noodweer van ongekende omvang op ons afzeilen.' Sterker nog, het
wordt een crisis die veel verder en dieper zal reiken dan de bankencrisis van 2008 en die nu al wordt vergeleken met de Grote Depressie van de jaren dertig.
Bankier Steven Seijmonsbergen, die als balansbeheerder van de Fortisbank de bankencrisis van binnenuit meemaakte, vertelde me dat hem die Septemberweken van 2008 regelmatig het zweet in de handen stond: het hele financiële systeem kon van het ene moment op het andere vastlopen, er kon opeens geen euro meer uit de geldautomaten komen. Hij keek uit het raam naar het leven op straat en dacht: beseffen jullie wel dat dit in één klap tot stilstand kan komen?
Onvermeld blijft dat het neoliberale bestel voor het merendeel bestaat uit luchthandel, waaraan de kredietcrisis geen einde maakte, maar de allerrijkste één procent op aarde juist nog rijker maakte, terwijl de rest moest inleveren. The Guardian berichtte dat ‘The top 1% of families saw their income grow by 37% between 2009 to 2015,’ terwijl volgens ‘research by Paris School of Economics, Thomas Piketty and UC Berkeley’s Saez and Zucman’ het inkomen (inclusief kapitaalvermeerdering) voor ‘the top 1 percent, nearly tripled between 1980 and 2014,’ en ‘For the top 0.1 percent, it almost quadrupled in the same period. And posttax income for the 0.01 percent rose 423 percent.’
In 2019 kon Mak deze werkelijkheid tenslotte niet meer negeren en verscheen zijn 557 pagina's tellende boek Grote verwachtingen. In Europa 1999-2019. Inmiddels besefte ook zijn mainstream-publiek dat de door Mak geschetste 'sfeer en stemming tijdens de eeuwwiseling,' zelfbedrog was geweest en dat zijn 'optimisme dat toen hoogtij vierde,' niets anders was dan zinsbegoocheling. Met de geslepenheid van een ‘con-man’ probeert Mak nu ook uit zijn nieuw verworven inzicht een financieel slaatje te slaan. Overigens minder succesvol dan zijn optimistische In Europa, want enige tijd geleden zag ik een stapel van zijn Grote verwachtingen bij De Slegte Boekhandel liggen in de Amsterdamse Vijzelstraat. Zelfs deze vrij recent verschenen publicatie schampt langs de werkelijkheid, zoals blijkt uit het feit dat nauwelijks een half jaar later de EPILOOG bij Grote verwachtingen verscheen, waarin Mak een nog apocalyptischer beeld van de realiteit geeft. Van zijn stellige ‘Geen Jowerd zonder Brussel’ uit 2013 was in 2019 niet veel meer over toen hij op de vraag van Vrij Nederland of de ‘kracht onder de EU nu verdwenen [is]?’ resoluut beantwoordde met ‘Ja, dat is totaal weg.’ De voor de hand liggende vraag ‘Is dat de reden dat u nu minder hoopvol bent dan in 2004?’ probeerde hij in eerste instantie te omzeilen door de wedervraag: 'Was ik hoopvol in 2004? Ja. Nou, ja…' Hij leunt achterover, vouwt zijn handen gekruist onder zijn ellebogen als om zijn bovenarmen te dragen. ‘Oké, redelijk hoopvol.’ De bravoure is inmiddels verdwenen, zijn geloofwaardigheid bij het grote publiek blijft afnemen. Eén van de weinige Nederlandse intellectuelen die Mak’s nonsens al in een vroegtijdig stadium aan de kaak stelde was de recensent, wijlen, Michael Zeeman, die rond de eeuwwisseling het destijds tot ‘beste boek’ van het jaar uitgeroepen De eeuw van mijn vader (1999) als ‘voer voor debielen’ noemde, en in een postuum gebundelde essaybundel zich ergerde aan het 'weke sentiment' in Mak's boeken. Toch wordt Geert door de mainstream-media in Nederland en Vlaanderen beschouwd als 'één van de scherpste analisten van het continent,’ en dit is tekenend voor het lage intellectuele niveau in Nederland. Gelukkig eindigde de historicus Bastiaan Bommeljé in een recensie van Mak's In Europa (2004) met de woorden:
De functie van de vaak storende, soms lachwekkende clichés is duidelijk. Mak wil de lezer bovenal behagen. Zijn perceptie van de twintigste eeuw is ongetwijfeld bedoeld als journalistiek-intellectueel (ja, Hans Magnus Enzensberger duikt ook weer op), maar glijdt verontrustend vaak af naar een Anton Pieck-aanpak, waarin goed en kwaad bij voorbaat vast staan en de tocht alleen voert langs de allerbekendste herkenningspunten.
'De geschiedenis is geen glad verhaal,' schrijft Mak, maar de vraag blijft waarom hij zelf dan zo'n glad verhaal heeft geschreven over een bepaald niet gladde eeuw.
http://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/6337/een-dikke-kille-laag-mist-in-europa.html
Vraag: En de euro? In 1999 werd de munt geïntroduceerd als betaalmiddel tussen banken, in 2002 haalden we het uit de pinautomaat. Zag iemand de crisis van een aantal jaren later aankomen?
Mak: Toch wel. Ik stuitte op, bijvoorbeeld, een massale waarschuwing uit 1997 van maar liefst 330 Europese economen: pas op, de euro deugt niet. Met alleen een munt kunnen we geen muntunie vestigen, zeiden ze, er moet ook gemeenschappelijk financieel beleid zijn. Ze werden weggehoond, de Nederlandse minister van Financiën Zalm sprak van ‘bange economen.’ En de correspondent van Newsweek schreef dat zij in 1999 het gevoel had op de kade te staan en de Titanic zag wegvaren.
Niet alleen werden deskundigen ‘weggehoond,’ als EU-propagandist beweerde Geert Mak zeven jaar later dat de Europese Unie ‘als economische eenheid een eind op weg' was. Twaalf jaar later, in 2019, ontdekt Mak ineens:
Dus als je de geschiedenis napluist, zie je dat er in financiële kringen lang is gewaarschuwd voor de euro. Voor Schengen gold hetzelfde probleem: daar werden de grenzen opengegooid zonder gemeenschappelijk immigratiebeleid. En voor Schengen is nog minder gewaarschuwd. Eigenlijk vond iedereen dat wel leuk, met honderd kilometer over de grenzen razen. Al die douaniers weg, heerlijk.
En weer beweert Mak dat ‘iedereen’ die ontwikkeling ‘wel leuk’ vond, waarmee hij zijn eigen onwetendheid probeert te verhullen. De VN-interviewster merkt terecht op:
Zo werd het destijds ook gepresenteerd.
Mak: Ja, omdat iedereen dacht: dat gemeenschappelijk beleid komt er wel. Maar dat bleek niet het geval. Grenzen en immigratie hoorden zo bij de nationale soevereiniteit, dat is tot op heden niet opgelost.
‘Dacht iedereen’ dit, zoals Mak claimt? Nee, alleen de bureaucraten van het neoliberale bolwerk in Brussel dachten zo, en in hun voetspoor EU-propagandisten als Geert Mak, die op die manier volkomen onverdiend het imago van een deskundige verkreeg.
Voor West-Europa was ook de bankencrisis een klap.
Mak: Het is een kantelpunt. Vooral door hoe de crisis werd afgehandeld. De banken hadden een totaal onverantwoord beleid gevoerd, veel te veel uitgeleend, bonussen konden niet op. In het optimisme was het geld over de balk gesmeten. In 2008 spatte het uit elkaar…
Mensen zijn enorm bij de neus genomen. Eerst door de bankiers die uiteindelijk vrijwel zonder één schrammetje wegkwamen. Zelfs hun bonussen hebben ze niet hoeven inleveren. Dat is een moreel probleem, dat zien mensen, dat voelen mensen. Hun vertrouwen in de samenleving, met name het vertrouwen in de elite, is daardoor enorm ondermijnd.
Aldus dezelfde Geert Mak, die vijf jaar na ‘het uit elkaar’ spatten van de bancaire luchthandel, in 2013 verkondigde dat ‘wij’ — opiniemakers spreken altijd ongevraagd namens allen — de neoliberale EU niet de rug moesten toekeren, omdat het ‘een markt’ was van ‘bijna een half miljard’ potentiële klanten. En zo nam Mak op zijn eigen specifieke manier zijn publiek ‘enorm bij de neus.’ Vanzelfsprekend werd namelijk die ‘markt’ gemanipuleerd door ‘het optimisme,’ waarbij honderden miljarden euro’s ‘over de balk’ werden ‘gesmeten,’ aldus the one and only Geert M., Ridder in het Legioen van Eer, de hoogste en belangrijkste Franse nationale onderscheiding, in 1802 ingesteld door de oorlogsmisdadiger Napoleon Bonaparte om zich zodoende te verzekeren van politieke loyaliteit, en die nu ondermeer dient om de politieke trouw te waarborgen van degenen die bereid zijn de gevestigde orde te dienen à raison van ‘€6,10 per jaar’ voor ridders, ‘officieren €9,15, commandeurs €12,20, grootofficieren €24,39 en grootkruisen €36,59.’ Meer over deze toegewijde pages van de macht de volgende keer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten