Uitgemergelde joodse vrouw in het ghetto van Warschau tijdens de Tweede Wereldoorlog.
In de genocidale reactie van het huidige zionistische regime speelt op de achtergrond een griezelig aspect mee, te weten het gecultiveerde slachtofferschap. Niets haat het slachtoffer meer dan andere slachtoffers. Die confronteren hem met zijn eigen zwakte, en vormen een obstakel bij het claimen de sterkste te zijn. De diaspora-jood had 'gecapituleerd,' terwijl de nieuwe Jood, de Sabra, weigert te capituleren, en zijn eeuwige vijand, de niet-Jood, zal straffen.
De vooraanstaande joods-Israëlische journalist Tom Segev schreef hierover: ‘Vele Israëli’s verachten de zwakheid van de slachtoffers en vroegen waarom de joden zichzelf niet hadden verdedigd. Een groot deel van hen, die claimden een nieuw soort Jood te vertegenwoordigen, de “nieuwe mens” gepropageerd in de zionistische mythologie, keek neer op de overlevenden. Anderen voelden zich schuldig en beschaamd over hun eigen zwakheid, omdat ze niet in staat waren geweest om joden te redden.’ Het is het beeld dat terugkeert in Hannah Arendts beschrijving van het merendeel van de joodse Europeanen die zich zonder verzet de dood in lieten drijven. Dat zou niet weer gebeuren. Segev: ‘We dachten dat we betere mensen waren: wij zijn Bijbelse helden; wij zijn geen onderdeel van de diaspora. De term die in de begindagen werd gebruikt was “een nieuwe mens”, een concept afkomstig uit de Sovjet-Unie, de Weimarrepubliek, fascistisch Italië, een soort combinatie daarvan. Wij zouden de “nieuwe mens” zijn. Men kent dat wel: wij zijn recht door zee en sterk en patriottisch; wij hebben een land te verdedigen; wij bezitten eer; wij doen niet in zaken, kleine zaken zoals de joden van de diaspora.’ Deze ‘nieuwe Joden’ zouden zich nooit meer slachtoffer laten maken. Zich beroepend op hun eeuwenlange slachtofferschap maakten ze de Palestijnen tot slachtoffer van hetzelfde westerse mens- en wereldbeeld dat hen eerder zelf tot slachtoffer had gemaakt.
De Joods Israelische hoogleraar Benjamin Beit Hallahmi constateert op zijn beurt het volgende:
‘Hoewel overal in de moderne wereld het kolonialisme verworpen is, is Israël nog steeds een koloniale garnizoensstaat.’
Als hoogleraar psychologie aan de Universiteit van Haifa, doceerde hij in de VS, Engeland en Frankrijk, en is auteur van talloze boeken waaronder Original Sins. Reflections on the History of Zionism and Israël. Ik interviewde hem begin maart 2008. Hij wees ondermeer op het volgende:
‘Het lijden van de joden door de eeuwen heen, en speciaal tijdens de Holocaust, is gebruikt om het ontzeggen van Palestijnse rechten te rationaliseren en te rechtvaardigen. Dit is zo doeltreffend gebeurd dat de Palestijnen beschouwd worden als de agressors in het Israëlisch-Palestijnse conflict, dat gezien wordt als een simpele voortzetting van de eeuwenlange joodse vervolging.’
‘Diep (of niet zo diep) is iedere zionist zich bewust van de fundamentele immoraliteit van de manier waarop het zionisme de oorspronkelijke bewoners heeft behandeld.’
‘In ruil voor de onbeperkte politieke steun aan Israël hebben de Amerikaanse joden gekregen waaraan het ze het meest ontbreekt: een ideologische inhoud om de leegte van hun identiteit te vullen.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten