Elke dag weer demonstreert de westerse 'vrije pers' hoe bevooroordeeld zij is. Ik geef een illustrerend voorbeeld. Op de voorpagina van de International New York Times van dit weekeinde, zaterdag-zondag 12-13 september 2015, staat onder de vier kolommen brede kop: 'The British left's great radical hope':
Corbyn poised to pull Labour Party a long way from the political center. He wants to scrap Britain's nuclear missiles, nationalize strategic industries and print money to bolster the economy. He is a critic of NATO and seems less than enthusiastic about the European Union.
Met andere woorden: het is volgens de mainstream-pers buitengewoon 'radicaal' om tegen alle 'nucleaire raketten' te zijn, die in een fractie van een seconde vele honderden miljoenen burgers kunnen doden. Daarentegen presenteren de commerciële massamedia de westerse machthebbers die dit risico onderdeel hebben gemaakt van de NAVO-doctrine als 'gematigd' en zeker niet als 'radicaal.' Hoe krankzinnig de voorstelling van zaken is in de neoliberale 'democratie,' blijkt bovendien uit artikel VI van het non-proliferatie verdrag van nucleaire wapens uit 1968, waarin expliciet wordt bepaald dat
Each of the Parties to the Treaty undertakes to pursue negotiations in good faith on effective measures relating to cessation of the nuclear arms race at an early date and to nuclear disarmament, and on a treaty on general and complete disarmament under strict and effective international control.
Slechts vijf landen hebben het verdrag niet ondertekend, te weten: 'India, Pakistan, Israël, Noord-Korea en Zuid-Soedan,' waarbij ik wijs op de wrange ironie dat de 'Joodse natie,' tot stand gekomen na de holocaust, zich het recht voorbehoud om een nucleaire holocaust te veroorzaken, daarbij gesteund door de NAVO, die de Israelische marine, uitgerust met nucleaire wapens, laat deelnemen aan militaire oefeningen. Hoe dan ook, één van de drie pijlers van het non-proliferatie verdrag is de verplichting tot 'ontwapening,' de volledige afschaffing van nucleaire wapens. Desondanks achten de westerse massamedia, onder aanvoering van de New York Times, het afschaffen van 'Britain's nuclear missiles' als extreem 'radicaal.' En waarom? Omdat daardoor het terroriseren van de mensheid met massavernietigingswapens ter discussie komt te staan, want als het Verenigd Koninkrijk zijn kernbommen wegdoet komen allereerst de NAVO-bondgenoten onder druk te staan om daadwerkelijk over te gaan tot het afschaffen van massavernietigingswapens en dit zou het einde betekenen van de gewelddadige westerse hegemonie. Die is namelijk gebaseerd op wat de Amerikaanse neoconservatieve geleerde, wijlen Samuel Huntington, als volgt omschreef in zijn geruchtmakende studie The Clash of Civilizations and the Remaking of World Order (1996):
The West won the world not by the superiority of its ideas or values or religion, but rather by its superiority in applying organized violence. Westerners often forget this fact, non-Westerners never do.
De spreekbuizen van de gevestigde orde weten dat als de westerse suprematie afbrokkelt, de neoliberale ideologie dan niet langer meer met massaal geweld kan worden afgedwongen. Vandaar de perscampagne van de afgelopen maanden tegen de verkiezing van Jeremy Corbyn als leider van de Britse Labour Partij. Mijn mainstream-collega's wisten dat één van de consequenties de volgende zou zijn:
David Cameron has indicated he will abandon plans to extend military airstrikes against Islamic State (Isis) targets from Iraq to Syria if Jeremy Corbyn is elected leader of the Labour party.
In a sign of how the leftwinger could have an impact on Britain’s foreign policy, even as opposition leader, the prime minister said that he would only hold a parliamentary vote on the strikes if there is 'genuine consensus.'
Speaking in Madrid, the prime minister said: 'I would only proceed going further on this issue if there is genuine consensus in the United Kingdom about it before going back to parliament.' The frontrunner for the Labourleadership is opposed to the current airstrikes against Isis targets in Iraq and to extending them to Syria.
In een neoliberale 'democratie' is het volstrekt ondenkbaar dat een sociaal-democratische politicus, die geacht wordt onderdeel te zijn van de bestaande neoliberale 'orde,' een 'staunch antiwar campaigner' kan zijn. Men dient elke nieuwe oorlog enthousiast toe te juichen, ook als die -- net als in Afghanistan, Irak, Libië en Syrië -- bloedbaden veroorzaakt en het 'humanitair ingrijpen'van het Westen opnieuw in een totale chaos eindigt. Zo meldde De Telegraaf op vrijdag 11 september 2015 dat volgens PVDA-leider Samsom 'Het kabinet snel besluiten [kan] tot het bombarderen van terreurleger IS in Syrië,' zeker nu volgens de krant 'Bij Defensie ze het getalm bij de PvdA tandenknarsend toe[zien].'
Ten aanzien van oorlog en vrede wordt de politiek bepaald door Brussel, waar de NAVO en de EU van 'Geen Jorwert zonder Brussel' zijn gevestigd, en de carrièrist Diederik Samsom weet dat als geen ander. Brussel stippelt de economische en geopolitieke toekomst van Europa uit, in nauw overleg met Washington en Wall Street. Vandaar dat de TTIP-onderhandelingen tussen de top van het ambtelijk apparaat en de lobbyisten van de financiële en economische macht geheim blijven. In die werkelijkheid moet Labour-leider Jeremy Corbyn door de 'vrije pers' gecriminaliseerd worden als een onverantwoordelijke 'radicaal,' aangezien hij 'a critic' is 'of NATO and seems less than enthusiastic about the European Union.' Dit verzin ik niet, de westerse commerciële media melden dit zelf, letterlijk. Zodra de New York Times dit heeft verordonneerd volgt de rest van de westerse journalistiek als vanzelf. Zo meldde de NOS zaterdag 12 september 2015:
Ten aanzien van oorlog en vrede wordt de politiek bepaald door Brussel, waar de NAVO en de EU van 'Geen Jorwert zonder Brussel' zijn gevestigd, en de carrièrist Diederik Samsom weet dat als geen ander. Brussel stippelt de economische en geopolitieke toekomst van Europa uit, in nauw overleg met Washington en Wall Street. Vandaar dat de TTIP-onderhandelingen tussen de top van het ambtelijk apparaat en de lobbyisten van de financiële en economische macht geheim blijven. In die werkelijkheid moet Labour-leider Jeremy Corbyn door de 'vrije pers' gecriminaliseerd worden als een onverantwoordelijke 'radicaal,' aangezien hij 'a critic' is 'of NATO and seems less than enthusiastic about the European Union.' Dit verzin ik niet, de westerse commerciële media melden dit zelf, letterlijk. Zodra de New York Times dit heeft verordonneerd volgt de rest van de westerse journalistiek als vanzelf. Zo meldde de NOS zaterdag 12 september 2015:
Radicaal-linkse Jeremy Corbyn nieuwe Labour-leider
In zijn overwinningsspeech zei Corbyn dat hij een eerlijker Groot-Brittannië wil. 'We hoeven ons niet neer te leggen bij ongelijkheid en armoede.' Hij wil graag samenwerken met mensen binnen de partij die kritiek op hem hadden en hij sprak verzoenende woorden over zijn tegenkandidaten.
Radicaal links
Corbyn behoort tot de radicaal-linkse vleugel van de partij. Hij volgt de veel gematigder Ed Miliband op, die aftrad na de verkiezingsnederlaag van Labour, afgelopen mei.
Corbyn zit al sinds 1983 in het Lagerhuis voor Labour waar hij bekendstond als kritische backbencher. Hij ging geregeld tegen de partijlijn in.
Corbyn wil onder meer dat energiebedrijven en de spoorwegen weer in handen van de staat komen, hij wil dat de rijken meer belasting gaan betalen en hij is zeer kritisch over de NAVO.
In het korte bericht wordt drie keer de kwalificatie 'radicaal links' gebruikt, zodat de lezer er diep van doordrongen wordt dat het hier geen huis-tuin-keuken politicus betreft, maar een levensgevaarlijke linkse 'radicaal.' Wat maakt volgens de NOS-redactie Corbyn nu zo'n 'radicaal'? Wel, de NOS meldt allereerst dat volgens Corbyn 'We ons niet neer [hoeven] te leggen bij ongelijkheid en armoede.' En dat wordt dus door de gezagsgetrouwe 'vrije pers' als een belangrijk 'radicaal' standpunt gezien. Waarom? Omdat, in de woorden van de toenmalige sociaal-democratische voorman Wim Kok, '[e]r geen alternatief [is] voor de maatschappelijke constellatie die we nu hebben en dus heeft het geen enkele zin daarnaar te streven,’ en dus was het 'afschudden van ideologische veren… in bepaalde opzichten ook een bevrijdende ervaring,’ een gevoel, meer was het niet, dat met name door de immer opportunistische westerse parlementaire pers, zeker in Nederland, werd bekrachtigd. In dit verstikkende milieu is een 'eerlijker Groot-Brittannië' een absoluut 'radicaal links' standpunt. Nogmaals, dit stel ik niet, maar de NOS-redactie. Wat maakt de Britse partijleider nog meer zo 'radicaal,' volgens de met belastinggeld betaalde omroep?
Ik citeer de NOS opnieuw: 'Corbyn wil onder meer dat energiebedrijven en de spoorwegen weer in handen van de staat komen, hij wil dat de rijken meer belasting gaan betalen en hij is zeer kritisch over de NAVO.' Kortom, uitgesproken kritiek op het offensieve NAVO-bondgenootschap, dat nu overal ter wereld kan worden ingezet om de belangen van de neoliberale elite te verdedigen, is ontoelaatbaar 'radicaal.' Daarentegen getuigt het van een 'veel gematigder' opvatting om het desastreus uitgewerkte NAVO-geweld in het Midden-Oosten en Noord-Afrika door te laten gaan. Hier wordt de werkelijkheid 180 graden omgedraaid, 'oorlog is vrede, vrijheid is slavernij, onwetendheid is kracht,' en 'Big Brother Is Watching You.' Dat de 'rijken meer belasting' zouden moeten gaan betalen is binnen de ideologische versie van de NOS-waarheid een 'radicaal linkse' opvatting. Wereldwijd zijn de commerciële massamedia in handen gevallen van een kleine financiële elite en van de neoliberale staat, waardoor nu het neoliberalisme, waarbij 85 miljardairs evenveel bezitten als de helft van de hele mensheid, wordt gepropageerd als een 'gematigd' systeem, terwijl fundamentele kritiek op de heersende ideologie als 'radicaal links' wordt voorgesteld door ondermeer de NOS, een verkapte staatsomroep. Het mechanisme dat zich hier manifesteert, wordt al lange tijd in de Angelsaksische wereld wetenschappelijk bestudeerd. Zo schrijven de Amerikaanse geleerden Edward S. Herman en Noam Chomsky in Manufacturing Consent. The Political Economy of the Mass Media (1988):
In contrast to the standard conception of the media as cantankerous, obstinate, and ubiquitous in their search for truth and their independence of authority, we have spelled out and applied a propaganda model that indeed sees the media as serving a ‘societal purpose,’ but not that of enabling the public to assert meaningful control over the political process by providing them with the information needed for the intelligent discharge of political responsibilities. On the contrary, a propaganda model suggests that the ‘societal purpose’ of the media is to inculcate and defend the economic, social, and political agenda of privileged groups that dominate the domestic society and the state. The media serve this purpose in many ways: through selection of topics, distribution of concerns, framing of issues, filtering of information, emphasis and tone, and by keeping debate within the bounds of acceptable premises…
Given the imperatives of corporate organization and the workings of the various filters, conformity to the needs and interests of privileged sectors is essential to succes. In the media, as in other major institutions, those who do not display the requisite values and perspectives will be regarded as ‘irresponsible,’ ‘ideological,’ or otherwise aberrant, and will tend to fall by the wayside. While there may be a small number of exceptions, the pattern is pervasive, and expected. Those who adapt, perhaps quite honestly, will then be free to express themselves with little managerial control, and they will be able to assert, accurately, that they perceive no pressures to conform. The media are indeed free -- for those who adopt the principles required for ‘societal purpose.’
In de Volkskrant van vandaag stelt Arie Elshout, correspondent in New York, dat
'feit en commentaar nergens zo tastbaar [zijn] gescheiden als bij The New York Times, zo ontdekten Pieter Broertjes en ik toen we in 2004 voor de Volkskrant een bezoek brachten aan wat wel 's werelds beste dagblad wordt genoemd... Contact tussen deze twee werelden was niet toegestaan. Als een commentator tijdens een achtergrondgesprek met een hooggeplaatste tegen nieuws aanliep, mocht hij dat niet doorgeven aan een verslaggever.'
In werkelijkheid worden de commerciële media in het Westen elke dag weer gebruikt door de -- in de terminologie van Arie -- 'hooggeplaatsten.' Zodra die nieuws laten lekken aan mijn collega's dan is juist de bedoeling dat dit zo snel mogelijk door het journalistieke voetvolk wordt doorgegeven. Een voorbeeld van de wijze waarop bijvoorbeeld de NYT wordt gebruikt, is de zaak Judith Miller waarvoor de krant naderhand haar excuses moest aanbieden:
'Judith Miller (born January 2, 1948) is a Pulitzer Prize winning American journalist, formerly of the New York Times in Washington D.C. Her coverage of Iraq's alleged Weapons of Mass Destruction (WMD) program both before and after the 2003 invasion garnered much controversy. A number of stories she wrote while working for the New York Times later turned out to be inaccurate or completely false. Miller was later involved in disclosing Valerie Plame's identity as a CIA agent. She spent three months in jail for claiming reporter's privilege and refusing to reveal her sources in the CIA leak. Miller retired from her job at the New York Times in November 2005. As of October, 2008 she is a contributor to the Fox News Channel and a fellow at the conservative Manhattan Institute think-tank.'
'On May 26, 2004, a week after the U.S. government apparently severed ties with Ahmed Chalabi, a Times editorial acknowledged that some of that newspaper's coverage in the run-up to the war had relied too heavily on Chalabi and other Iraqi exiles bent on regime change. It also regretted that "information that was controversial allowed to stand unchallenged." While the editorial rejected "blame on individual reporters," others noted that ten of the twelve flawed stories discussed had been written or co-written by Miller.'
'May 27, 2004 | When the full history of the Iraq war is written, one of its most scandalous chapters will be about how American journalists, in particular those at the New York Times, so easily allowed themselves to be manipulated by both dubious sources and untrustworthy White House officials into running stories that misled the nation about Saddam Hussein's weapons of mass destruction. The Times finally acknowledged its grave errors in an extraordinary and lengthy editors note published Wednesday. The editors wrote':
"We have found ... instances of coverage that was not as rigorous as it should have been ... In some cases, the information that was controversial then, and seems questionable now, was insufficiently qualified or allowed to stand unchallenged. Looking back, we wish we had been more aggressive in re-examining the claims as new evidence emerged -- or failed to emerge ... We consider the story of Iraq's weapons, and of the pattern of misinformation, to be unfinished business. And we fully intend to continue aggressive reporting aimed at setting the record straight."
Omdat feiten en meningen doorgaans niet gescheiden zijn, kon Miller moeiteloos overstappen van The New York Times naar Fox News. Het beeld dat Arie Elshout suggereert bestaat in de praktijk niet. Feit en mening zijn maar te vaak onlosmakelijk met elkaar verweven. Ik geef u een voorbeeld. De voormalige Volkskrant-correspondent in Israel heeft lange tijd de illegale Israelische afscheiding op Palestijns gebied een 'veiligheidsmuur' betiteld. Dat is een mening want in 2004 bepaalde het hoogste rechtscollege ter wereld dat die afscheiding illegaal was, in strijd met het internationaal recht. Het gebruik van het woord 'veiligheidsmuur' is een mening, een kwalificatie die in strijd is met de juridische feiten. Bovendien, de commerciële media vermengen permanent feit en mening door bepaalde feiten permanent te verzwijgen. Dus als de Volkskrant weer eens schrijft over het 'vredesproces' dan is dit een mening aangezien de bouw van Joodse nederzettingen in bezet gebied gewoon doorgaat en men dus niet naar eer en geweten kan spreken van 'vredesonderhandelingen'. En toch blijft de Volkskrant dit doen.
Nog een illustratie van het vermengen van feit en mening. Twee jaar geleden schreef ik dit stukje dat begon met een citaat van Arie Elshout:
'Schrijver David Grossman zei dit jaar in een gesprek met Volkskrant-correspondent Alex Burghoorn dat ''wij Joden een verhaal [zijn] dat groter is dan het leven zelf'.' Dat is hun tragiek, maar ook die van de Palestijnen, die ook hun verhaal hebben. Het maakt het moeilijk een uitweg te vinden uit de banaliteit van geweld en vernedering.'
Dit schreef adjunct-hoofdredacteur van de Volkskrant, Arie Elshout, nadat hij en zijn metgezel 'amper een dag in Israël [zijn] of een VN-man laat ons in zijn verduisterde kantoor iets zien waardoor we volledig uit het veld geslagen worden.'
Opmerkelijk aan de uitspraken van de adjunct-hoofdredacteur is dat na al die jaren berichtgeving van de Volkskrant-correspondenten in Israel, hij niet in staat is geweest zich een beeld van de werkelijkheid te vormen, een beeld van de werkelijkheid dat hij en zijn metgezel 'amper een dag in Israel' wel kregen van 'een VN-man' en een beeld 'waardoor we volledig uit het veld geslagen worden.' Een beter bewijs dat bijvoorbeeld correspondent Alex Burghoorn propaganda bedrijft, is nauwelijks denkbaar. Dat feit benadrukt Elshout nog eens aan de hand van het citaat van Grossman, door erop te wijzen dat onder andere de Palestijnen van deze gekte het slachtoffer zijn, een feit dat Burghoorn heeft verzuimd duidelijk te maken, anders zou Elshout er niet op hoeven te wijzen.
Maar om te voorkomen dat wij Nederlanders een consequentie gaan verbinden aan de Israelische terreur zet de adjunct-hoofdredacteur van de Volkskrant er dit bij: 'Het maakt het moeilijk een uitweg te vinden uit de banaliteit van geweld en vernedering.' Ik zou zeggen, Arie, de uitweg is simpel, dwing Israel te stoppen met het bezetten en stelen van Palestijns land. Inmiddels heeft de 'joodse natie' meer dan driekwart van het aan de Palestijnen toegewezen land geconfisqueerd. Daardoor kan er inderdaad geen levensvatbare Palestijnse staat worden gesticht. Na al die jaren ben ook jij daar nu van overtuigd. Wanneer je wilt dat de joods-Israeli's zich aan het internationaal recht houden, en als je werkelijk wilt dat er een Palestijnse staat mogelijk wordt, laat dan om te beginnen je correspondent berichten vanuit de context dat het Palestijnse volk al decennialang een groot onrecht wordt aangedaan. Op die manier worden de politici gedwongen de werkelijkheid onder ogen te zien. Met andere woorden, vervang Alex Burghoorn door een onafhankelijke journalist, zodat niet iemand die door de 'pro-zionistische lobbygroep' het CIDI wordt ingehuurd de berichtgeving vanuit Israel voor jouw krant verzorgt. Je hebt nu kunnen zien hoeveel hij verzwijgt. Althans, dat maak ik op uit jouw eigen tekst.
Naar goed Nederlands gebruik reageerde Elshout niet. Van discussie houden de Nederlandse journalisten niet, die houden liever mythen in stand.
Tot zover mijn analyse van vijf jaar geleden. De hersenspoeling van journalisten als Arie Elshout is zo succesvol geweest dat hij niet beseft dat in de westerse massamedia feiten en commentaar altijd onlosmakelijk met elkaar verweven zijn, zoals bijvoorbeeld op de voorpagina van de International New York Times door in de kop meteen te stellen dat Corbyn 'The British left's great radical hope.' Een ander recent voorbeeld dat 'conformity to the needs and interests of privileged sectors is essential to succes,' in de mainstream media is het feit dat de NOS, in navolging van de New York Times, haar publiek blijft waarschuwen dat Jeremy Corbyn een 'radicaal' is die een bedreiging vormt voor de bestaande neoliberale 'orde.' Een met geweld geglobaliseerde'orde' die de kloof tussen arm en rijk wereldwijd almaar vergroot, die de mensheid heeft opgescheept met de ernstige gevolgen van de klimaatverandering en een massale milieuverontreiniging, een 'orde' die niet kan bestaan zonder steeds rampzaligere oorlogen, en die desondanks door de mainstream-media en gecorrumpeerde politici van links en rechts wordt voorgesteld als 'gematigd,' een 'orde' waar geen 'alternatief' voor bestaat, en die uiteindelijk gebaseerd is op racisme. Een alledaags racisme dat zo diep verankerd ligt in het witte, christelijke bewustzijn dat de meeste racisten zich hiervan niet bewust zijn, en dat zich openbaart in uitspraken van bijvoorbeeld Geert Mak dat de Verenigde Staten na 1945 'decennialang als ordebewaker en politieagent'functioneerde, terwijl in werkelijkheid de CIA 'Een Spoor van Vernieling' door de wereld trok, zoals de Nederlandse titel luidt van de 720 pagina's tellende 'geschiedenis van de CIA,' geschreven door de vooraanstaande Amerikaanse onderzoeksjournalist Tim Weiner. De terreur van deze Amerikaanse geheime dienst heeft volgens president Eisenhower er voor gezorgd dat toekomstige generaties worden opgezadeld met een 'Legacy of Ashes,' tevens de titel van de Engelstalige uitgave.
Geen woord hierover in Mak's bestseller Reizen zonder John. Op zoek naar Amerika (2012), volgens Volkskrant-opiniemaker Paul Brill 'een monumentaal boek' met 'een schat aan informatie.' Mak's verzwijgen en verdraaien van de werkelijkheid verraadt een onderhuids racisme, want als de Amerikaanse strijdkrachten 3,4 miljoen blanke Europeanen om het leven had gebracht, en geen 3,4 miljoen gekleurde Zuidoost-Aziaten tijdens de Vietnam-terreur, dan had hij natuurlijk nooit beweert dat hier de VS als 'ordewaker en politieagent' had opgetreden. Alleen omdat hij volkomen onverschillig staat tegenover de dood van zijn gekleurde medemens, kan Mak in al zijn hervonden christelijkheid suggereren dat de Amerikaanse oorlogsmisdaden een zegen voor de beschaving zijn geweest. In dit opzicht lijkt Geert Mak sprekend op zijn vader, dominee Catrinus Mak, wiens racisme en antisemitisme zo alledaags leek dat het voor de zoon én zijn publiek onzichtbaar bleef. Eveneens het aanprijzen van deze psychische stoornis, zoals Brill deed, getuigt van een onderhuids racisme. Een racisme gebaseerd op een combinatie van superioriteitsgevoel en onverschilligheid. De Nobelprijswinnaar voor de Vrede in 1986, Elie Wiesel, die Auschwitz overleefde, had gelijk toen hij opmerkte: 'The opposite of love is not hate, it's indifference.' Het is deze liefdeloze onverschilligheid die ertoe leidt dat Mak onweersproken in Nederland publiekelijk kan schrijven dat de 'Amerikaanse soft power' nog 'altijd sterk aanwezig is' in 'de buitenlandse politiek van de VS.' Om geen enkel misverstand te wekken voegt hij hieraan toe:
Soft power is, in de kern, de overtuigingskracht van een staat, de kracht om het debat naar zich toe te trekken, om de agenda van de wereldpolitiek te bepalen.
De 'soft power' van een imperium dat na 1945 een 'Legacy of Ashes,' oftewel 'Een Spoor van Vernieling' door de wereld trok, van Vietnam tot Chili, van Congo tot Indonesië, van Guatemala tot Iran, etc. En niemand van Mak's mainstream-publiek in de polder die protesteert tegen dit gecamoufleerde racisme. Integendeel zelfs, het is alledaags racisme waar geen witte christen in Nederland zich van bewust is. Zo succesvol is de racistische hersenspoeling geweest dat Geert Mak's boeken bestsellers zijn geworden.
Dank je Wim voor alles dat jij voor het neoliberalisme hebt betekend. Samsom en Kok. Wij gaan verder op het spoor dat jij hebt uitgestippeld.
SEPTEMBER 15, 2015
How George W. Bush Destroyed the Temple of Baal
First he bombed mercilessly, cruelly grinning throughout. Costumed in a flight suit, he proclaimed a “Mission Accomplished” after he had, with what they call “bipartisan support” (as though this lends some sort of legitimacy), destroyed the modern country of Iraq.
George W. Bush destroyed Iraq’s infrastructure, its institutions, its ruling party and its army. Then he destroyed its social fabric, which had permitted widespread Sunni-Shiite intermarriage and religiously integrated neighborhoods.
Bush destroyed the law and order which had permitted girls to walk to school, heads uncovered, in modern western dress. He destroyed the freedom of physicians and other professionals to go about their work and caused masses of them to exit their country. He destroyed neighborhoods whose residents were forced to flee for their lives. He destroyed the Christian community, which dropped from 1.5 million in 2001 to perhaps 200,000 a decade later. He destroyed the prevalent ideology of secularism and ushered in an era of bitterly contested sectarian rule. He destroyed the right to broadcast rock ‘n roll music, or sell liquor and DVDs.
He destroyed the stability of Anbar province by sowing the chaos that allowed Abu Musab al-Zarqawi to establish—for the first time—an al-Qaeda branch in Iraq.
He destroyed the stability of Syria when “Al-Qaeda in Mesopotamia” (now ISIL) retreated into that neighboring country during the “surge” of 2007. By creating power vacuums and generating new chapters and spin-offs of al-Qaeda, he destroyed Yazidi communities and their freedom from genocide and slavery. By hatching the forerunner of ISIL, he destroyed the prospects for a peaceful “Arab Spring” in Syria three years after his presidency ended.
Through his actions he destroyed the border between Syria and Iraq. He destroyed the Tomb of Jonah in Mosul. He destroyed 3,300 year old monuments, the glorious art of the Assyrians, in Nimrud. On August 23 while sitting in his home artist’s studio in Crawford, Texas, he destroyed the 2,000-year-old Temple of Baalshamin in Palmyra, Syria.
The most complete structure in that gorgeous pearl of an ancient preserved city, a mix of Roman, Syrian and Egyptian artistic influences, is now a pile of rubble.
(Have you noted how this heart-breaking loss of a world cultural treasure—designated by the UN as a World Heritage Site—has been all but ignored by the mainstream media, which takes all its cues from the State Department? It’s as though this particular ramification of the criminal war-based-on-lies is just so embarrassing that they can’t bring themselves to talk about it. So the talking heads redouble their attentions to Kentucky clerk Kimberly Davis, the spectacle of the Republican primary, the New England Patriots’ Deflategate scandal, and the routine shipment of Russian arms to Syria rather than asking frankly: What the hell have we done in the Middle East? Why has “our” government inflicted such calculated, ongoing, unforgiveable terror on so many innocent people, and on the cultural heritage of all humanity?)
The status quo in the region was grim enough in 2001, when Bush began to plan his general assault. The status quo now is far, far worse. It’s all murder, crucifixions, beheadings, ruin, and the demolition of ancient priceless cultural monuments, with no end in sight.
What will be next, you wonder. Young Muslims are flocking to the black and white banner of the Islamic State, seeing in it a revival of the glorious caliphate of the past—a turning point in world history, retribution for the sins of the west, a scourge upon traitorous leaders and sundry infidels and pagans.
No moral hesitation pauses the fanatic as he takes aim at the Buddhas of Bamiyan, or the exquisite 2900 year old stone reliefs at the palace of King Ashurnarspal II, in Nimrud. Let the unbelievers—the ecstatic vandal thinks—gasp in horror at the death of their idols! Allah wants this done. How great is He!
The destructive power of religious idiocy takes many forms. President George W. Bush was once asked by a journalist to name his favorite philosopher. “Jesus,” he replied. He initially proclaimed his War on Terror as a “crusade.” While denying any anti-Muslim intent, and indeed averring puzzlement that anyone would think him religiously intolerant, he deliberately conflated a host of Muslim targets with al-Qaeda.
GIs in Iraq put up posters in their barracks showing Saddam Hussein next to Osama bin Laden, as though these mutual enemies in real life were somehow comrades-in-arms—both Muslim, Arab, and “anti-American.” They should not be faulted for their display of stunning stupidity; it was inculcated in them. Meanwhile Bush labeled the Palestinian leader Yassir Arafat a “terrorist” and refused to deal with him, as he refused to deal with Iran, brusquely rejecting a diplomatic overture in 2003 through his co-ruler, Dick Cheney.
Bush exploited anti-Muslim feeling in this country after 9/11 to foment public support for a generalized assault on the Middle East. Famously ignorant of the world and of history, he not-so-subtly encouraged the view overtly conveyed by his Deputy Undersecretary of Defense for Intelligence from 2003 to 2007, Lt. Gen. William “Jerry” Boykin, who gave speeches in full military dress at religious events declaring that the U.S. was fighting a “spiritual battle” in the Middle East against “a guy called Satan” who “wants to destroy us as a Christian army.”
George W. Bush is directly responsible for the deaths of hundreds of thousands of Iraqi civilians, plus tens of thousands of Iraqi soldiers doing what soldiers typically do when their country is invaded. Estimates of the total death toll between 2003 and 2011 range from around 150,00 to over 600,000. The U.S. military provides no estimate, expressing disdain for such activity (“We don’t do body counts”). But surely the numbers killed by U.S. forces in Iraq and elsewhere in the Middle East since 2011 far exceed the death count of the Islamic State.
Bush himself did not take a sledgehammer to the walls of Temple of Baalshamin, but he did enable those who destroyed the temple, who are now systematically destroying the ancient tombs surrounding it, battling, in their own fevered minds, some mythical Satan of Gen. Boykin’s imagination.
Col. Lawrence Wilkerson, former Secretary of State Colin Powell’s chief of staff, said in an interview on RT television September 3 that Cheney “should be in prison for war crimes” and “Dick Cheney, in a word, is an idiot.” I’d say Powell himself bears enough responsibility for war crimes to stand trial, and that he was a “useful idiot” in presenting that collection of lies to the UN Security Council on February 5, 2003—even while privately harboring grave doubts about the charges’ validity.
(Notice how following his stint as “the first African-American Secretary of State,” in which he did the white power structure’s bidding—as loyally as he did when he covered up the My Lai Massacre during a tour in Vietnam—Powell despite some forays out into the media has become for the most part a quiet recluse, allowing Wilkerson to reclaim his dignity, and portray him as a victim of the war-mongers rather than a war crimes co-defendant himself?)
But the buck stops at the Chief Executive’s desk. Bush is the chief war criminal. Obama also ranks with Cheney among others who, in a better world, would today be in the dock. Obama stands charged with absolving the Bush cabinet of any legal responsibility for their crimes, and with following up on their regime-change agenda by destroying Libya and spreading unimaginable suffering in Syria and Yemen.
Bush and Obama share blame for the tragic death of the three-year-old Syrian Kurdish refugee boy Aylan Kurdi found in coastal waters by the Turkish official. They bear responsibility for the refugee crisis in Europe unknown for the last 70 years.
When Obama and his then-secretary of state Hillary Clinton decided to support the armed opposition to the Damascus regime in 2011 they took—whatever they might say—the side of radical Islamists versus secularists. Their M198 howitzers supplied to the tiny, pathetic, largely imaginary “Free Syrian Army” wound up in the hands of ISIL, along with tanks and Humvees wrested from the collapsing Iraqi Army across the border. ISIL has acquired U.S.-produced hand grenades, ammunition and rocket-propelled grenade launchers intended for Kurdish forces in Syria.
ISIL and other Islamist forces (some supported by U.S. allies Turkey, Saudi Arabia and Qatar), as well as U.S.-backed armed “moderates,” have forced the flight of tens, even hundreds of thousands of Syrians into Europe.
Washington would like to blame the government of Bashar al-Assad, who they allege “fired on his own people” during the peaceful protests of the Arab Spring. But those peaceful forces have not by and large joined the Islamist crazies but proposed negotiations with the Syrian regime. Such talks are supported by Russia and Iran but opposed by the U.S. which stubbornly orders Assad to leave the scene.
By insisting on Assad’s removal, sustaining the pipe-dream of a viable U.S.-aligned “Free Syrian Army” that will topple him while also defeating al-Nusra and ISIL, castigating (the seriously anti-ISIL) Russians and Iranians for their assistance to Damascus, and most recently castigating Moscow for its supposed “vast increase” in aid to the hard-pressed regime, the Obama administration is prolonging the civil war that promotes the worst players while sending hundreds of thousands of refugees into an ill-prepared, crisis-wracked Europe. Even the most compassionate, welcoming forces on that continent ask reasonably why Europe should shoulder the burden for Washington’s arrogant regime-change ambitions.
The Original Sin was the war on Iraq, and its destruction in that war-based-on-lies. The inability of the imperialist state to recognize that, and punish those responsible, or generate presidential candidates who can speak honestly about this history (or even coherently address issues of contemporary world politics) confirms that the sin cannot be washed away by or within the system. All we hear is calls to “Make America great again”— as though the destruction of the Middle East is something other than a display of U.S. greatness in all its vicious savagery.
As though the failure of the U.S. to wipe out the Taliban, or al-Qaeda, or ISIL, or the diverse, pesky, disobedient forces from Libya to Pakistan to Ukraine who refuse to fall in line behind the U.S.’s agendas makes this country a victim or laughing-stock as Donald Trump wants us to imagine.
Virtually all the presidential candidates in one way or another deploy the themes of national humiliation and renewed national greatness. They cannot look reality in the face. Or if they do, they cannot share with the people their understanding that they’re agents of the One Percent in this country struggling to maintain global hegemony as our standard of living sinks, as global alliances fray, and as the world becomes increasingly sick and tired of U.S. bullying.
When the closest thing to an “alternative” candidate is Bernie Sanders, who has voted for every military appropriations bill and every pro-Israel Senate resolution, and whose challenge to Wall Street is softened by his politically mandatory loyalty oath to free enterprise, what hope is there for real change through the system?
Wall Street once determined that a black presidential candidate with a (false) reputation as an antiwar figure was just what was needed to revive faith in its bogus “democratic process. Obama got the job. Nothing changed except that there was a “surge” in Afghanistan and a record number of murderous drone strikes infuriating people in Afghanistan, Pakistan, Yemen and elsewhere. And a record number of prosecutions of whistle blowers and journalists revealing uncomfortable truths about U.S. imperialism.
The fraction of the One Percent that makes the vital decisions knows that what’s important is not so much what candidate wins, as that the system wins, by reaffirming its legitimacy every four years as voters dutifully head to the polls, voting for Tweedledee or Tweedledum, only to become—as all pollsters know—disillusioned down the road, voting next time for the “other party” (there being precisely two assigned by game rules a chance to win) as an impotent “protest” that leads nowhere.
The Original Sin of the Iraq crime cannot be redeemed by a bourgeois election preordained to elect another clown citing U.S. “exceptionalism” as an excuse to break more countries and sow more havoc. The system that bred that crime, inflicting unending misery on the world, cannot be dislodged without truly revolutionary change. I don’t know how it will happen, any more than I know how to repair the damage inflicted to human memory and culture by the monsters now occupying the exquisite dying jewel of Palmyra.
But now we are confronted—by this splendid democratic system—with the choice of Hillary Clinton (“We came, we saw, he died”), airhead Donald Trump (“I’m the most militaristic person here”), asshole Jeb Bush (“anyone would have invaded Iraq”) or even “support our troops” Bernie Sanders as the only feasible options o change course.
Their whole antiquated system, based on the worship of capital and war, needs to go the way of the Temple of Baalshamin. Only that destruction would meet with global relief and celebration.
1 opmerking:
http://www.nakedcapitalism.com/2015/09/john-helmer-mh17-dutch-prepare-missile-attack-on-moscow.html
Een reactie posten