woensdag 25 november 2020

Ian Buruma en White Trash

Bernard Hammelburg heeft vrijdagmiddag 15 november (2019) een koninklijke onderscheiding ontvangen, als erkenning van zijn buitengewone verdiensten voor de Nederlandse buitenlandjournalistiek. Hammelburg kreeg een lintje opgespeld door minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok, waarmee de journalist zich nu Officier in De Orde van Oranje Nassau mag noemen.

https://www.bnr.nl/nieuws/binnenland/10394988/bernard-hammelburg-koninklijk-onderscheiden-voor-50-jaar-buitenlandjournalistiek 


Ik pak de draad weer op van het interview dat BNR’s-journalist Bernard Hammelburg voerde met Ian Buruma. Na gevraagd te zijn waarom de ‘Democraten Trump opnieuw hebben onderschat,’ bleek mijn oude vriend Ian geen antwoord te hebben. Hij zei namelijk:

Nou, ik denk dat het te maken heeft met het feit dat de zogenaamde progressieve partijen eigenlijk sinds de laatste decennia van de vorige eeuw steeds meer hun greep verloren zijn geraakt op, wat ooit, de arbeidersklasse werd genoemd. 


Zoals bijna altijd in de mainstream-journalistiek, is dit geen verklaring, maar slechts een beschrijving. Nog onnozeler werd het toen professor Buruma hieraan toevoegde dat de ‘progressieve partijen,’ in de VS die ‘oorspronkelijk’ de belangen van ‘de arbeidersklasse’ zouden hebben behartigd, ‘zich toch meer zijn gaan richten op de hoger opgeleide klassen. Daardoor zien zij vaak niet wat er aan de gang is in gebieden waar Democraten zelfs weinig komen.’ Opnieuw, dat is allang bekend, maar geen antwoord op de vraag waarom de ‘Democraten Trump opnieuw hebben onderschat.’  Hammelburg vroeg vervolgens, en let op de formulering, ‘Kun je zeggen dat de Democraten, ja hoe moet je dit zeggen, een beetje elitair clubje zijn?’ Buruma, die zichzelf als opiniemaker heeft verkocht aan dit ‘elitaire clubje’ van ‘urban elites’ antwoordde:


Een beetje wel, ja, en daarom hebben ze zich ook toegelegd op zaken die de lager opgeleide mensen meestal niet zoveel voeling mee hebben, niet zoveel belangstelling voor dat eindeloos gehamer op rassengelijkheid, gender, sexualiteit, en zo, die op zichzelf belangrijk zijn, maar niet de dingen zijn die echt aanslaan op het platteland of in de oude industriewijken waar mensen hun banen zijn kwijtgeraakt. 


Let ook hier op de formulering en de voorstelling van zaken van een doorsnee mainstream-opiniemaker wiens meningen niet fundamenteel mogen afwijken van de welvarende elite die hij dient. Buruma ziet zich gedwongen toe te geven dat de Democraten, die de dienst in de partij uitmaken, inderdaad een ‘beetje elitair clubje,’ vormen. En hoe komt dat? Volgens mijn oude vriend omdat de 73 miljoen kiesgerechtigden, die op Trump hebben gestemd, ‘niet zoveel belangstelling’ hebben voor ‘rassengelijkheid, gender, sexualiteit, en zo.’ Zij behoren tot wat Hillary Clinton afdeed als de ‘deplorables,’ en die ook wel ‘white trash’ worden genoemd, of 'trailer trash,' de gemarginaliseerde overtolligen van het neoliberalisme. Buruma voegt hier de categorie van werklozen aan toe, in de ‘industriewijken’ van de steden in het noordoosten, die tot de jaren zeventig van de vorige eeuw het industriële hart van ‘de Amerikaanse Droom’ vormden. Kortom, professor Buruma spreekt hier over 47 procent van het totale aantal kiezers dat in 2020 zijn stem heeft uitgebracht, 4 procent minder dan degenen die op Biden stemden, maar toch acht miljoen meer dan in 2016 op Donald stemden. In de ogen van Ian allemaal ‘laag opgeleide mensen.’ In totaal gaat het om bijna de helft van alle kiezers die een stem hebben uitgebracht in 2020. 

Zelfs als ik er vanuit ga dat zijn bewering klopt, dan nog is de vraag: hoe is het te verklaren dat er zoveel ‘laag opgeleide mensen’ zijn in de Verenigde Staten, het land dat zichzelf altijd aanprijst als het rijkste land in de geschiedenis van de mensheid? Bovendien is bekend dat sinds 1945 tot het aantreden van Trump, de helft van alle Amerikaanse presidenten Democraten waren. Waarom hebben de Democraten sinds 1945 geen verandering gebracht in het feit dat zoveel Amerikaanse kiezers ‘laag opgeleide mensen’ zijn? Hoe is dit te verklaren? Ian Buruma zwijgt erover. Ik heb nog een vraag: hoe is het mogelijk dat de helft van het aantal Congresleden miljonair is, en dat de Democratische 'Speaker of the United States House of Representatives,' Nancy Pelosi, met een vermogen van 114 miljoen op de derde plaats staat van de ‘list of members of the United States Congress by wealth,’ een lijst die bovendien aangeeft dat van de vijftien rijkste Congresleden er acht Democraten zijn? Zou dit de reden kunnen zijn dat 73 miljoen ‘deplorables’ op Trump hebben gestemd en, volgens Buruma, tot de massa van ‘laag opgeleide mensen’ behoren.   

https://www.theguardian.com/news/datablog/2012/oct/15/us-presidents-listed 


De zogeheten ‘White Trash,’ is zowel onder Democratische als Republikeinse presidenten net zo bewust gekweekt als de almaar rijker wordende witte elite die de VS heeft veranderd in een, volgens president Carter, ‘oligarchy with unlimited political bribery.’ Maar ook dit verzwijgt de speciaal door Hammelburg uitgenodigde Ian Buruma. Daarom, even een fragment van een insider die wel weet waarover hij spreekt. In zijn boek The Roaring Nineties. A New History Of The World’s Most Prosperous Decade (2003) stelt de Amerikaanse Nobelprijswinnaar Economie in 2001, professor Joseph E. Stiglitz over de binnenlandse- en buitenlandse financiële schandalen:


When the problems described in this book first rose to the surface, many abroad felt vindicated: they had always been suspicious of American-style capitalism. Many CEOs in Europe and Asia, while they may have envied the fat pay packets of American CEOs, felt that there was something unseemly (onbetamelijk. svh) about their high salaries. The American CEOs didn’t seem that much better — if at all — than CEOs elsewhere, but America was successful and — perhaps the CEOs had forged this success, and so perhaps the high pay packages were justified. But doubts grew as the paychecks continued to grow, even as America’s economy slid into recession and downturn, even as stock prices plummeted. The story changed; now they were to be rewarded not for producing growth but for preventing decline. And if they didn't fully prevent decline, at least they stopped it from being as bad as it might otherwise have been, or so it was claimed. Interest in the story of America’s failure was as much motivated by an attitude of ‘I knew something was wrong all along’ as it was by a desire to learn from America’s experience. 


In the last year, however (2008. svh), as we have come to learn that the scandals — the corruption — in America’s free market system were more pervasive than was apparent at the time, a number of European countries have had their own scandals, including Parmalat in Italy, Vivendi in France, and Ahold in the Netherlands. While each was different, there were common themes: creative new techniques of accounting and finance had outpaced whatever advances in detection of problems that had occurred.


Volgende keer meer over de propagandisten Hammelburg en Buruma, en over de politieke corruptie die, onder president Clinton, de financiële corruptie mogelijk maakte.


 


Geen opmerkingen: