zondag 24 november 2019

Geert Mak's 'Grote verwachtingen' 9



Bijna vijftien jaar geleden, begin 2005, zond de BBC The Power of Nightmares uit, een driedelige televisieserie van de scherpzinnige Britse documentairemaker Adam Curtis. Zijn inleiding ging als volgt: 

In het verleden beloofden politici een betere wereld te scheppen. Ze hadden verschillende manieren om dit tot stand te brengen, maar hun macht en autoriteit kwam voort uit de optimistische visie die ze hun aanhangers boden. Die dromen zijn niet uitgekomen en vandaag de dag hebben de mensen hun geloof in ideologieën verloren. In toenemende mate worden politici slechts gezien als managers van het openbare leven. Maar nu hebben ze een nieuwe rol ontdekt die hun macht en autoriteit herstelt. In plaats van het verschaffen van dromen beloven politici ons nu te beschermen tegen het leven. Ze zeggen dat ze ons zullen redden van verschrikkelijke gevaren die we niet kunnen zien en niet begrijpen. En het grootste gevaar van alles is internationaal terrorisme, een machtig en sinister netwerk, de slapende cellen in landen verspreid over de wereld. Een dreiging die bestreden moet worden door een oorlog tegen terreur. Maar een groot deel van deze dreiging is een verzinsel dat overdreven en vertekend is door politici. Het is een duister waandenkbeeld dat zich onweersproken verspreidt onder regeringen in de gehele wereld, veiligheidsdiensten en de internationale media. 

Dit is een serie films over hoe en waarom deze fantasie was gecreëerd en wie er het meest van profiteerde. Centraal in het verhaal staan twee groepen, de Amerikaanse neoconservatieven en de radicale islam. Beide waren idealisten die voortkwamen uit het falen van de liberale droom om een betere wereld op te bouwen en beide hadden een in hoge mate vergelijkbare verklaring van wat deze mislukking had veroorzaakt. Deze twee groepen hebben de wereld veranderd, maar niet op de manier die ze beoogden. Samen schiepen ze het huidige nachtmerrieachtige visioen van een in het geheim georganiseerd kwaad dat de wereld bedreigt. Een fantasie die - zo ontdekten de politici - hun macht en autoriteit in een gedesillusioneerd tijdperk herstelde. En degenen met de ergste angsten werden het machtigst.

Curtis stelde dat: 

Al Qaida as an organization does not exist… With the American invasion (van Afghanistan in oktober 2001. svh) that group had been destroyed, killed or scattered. What was left was the idea. And the real danger was the way this idea could inspire groups and individuals around the world, who had no relationship to each other. In looking for an organization the Americans and British were chasing a phantom enemy and missing the real threat.

Zo werden de gefantaseerde angsten door politici gebruikt om de bevolking gehoorzaam te houden. Adam Curtis: 

What the British and American governments have done is both distort and exaggerate the real nature of the threat… No one questions this phantasy because increasingly it is serving the interests of so many people. The terrorist as well as the neoconservatives and of course the weapons industry.

De conclusie van The Power of Nightmares was: 

The fear will not last. And just as the dream that politicians once promised turned out to be illusions so too will the nightmare. And then our politicians will have to face the fact that they have no vision, either good or bad to offer us any longer.

Dit punt is de westerse cultuur inmiddels gepasseerd. Maar het wezenlijke probleem is en blijft dat:

[i]n a society that believes in nothing, fear becomes the only agenda and a society that believes in nothing is particularly frightened by people who believe in anything. But that is a measure of how much we have become isolated and atomized rather than of our inherent strength.


Door die vervreemding in de technocratische klassenmaatschappij ziet de elite zich genoodzaakt om in toenemende mate in te spelen op allerlei, al dan niet existentiële, angsten. Wie daartoe het beste in staat blijven, zijn vanzelfsprekend de alomtegenwoordige mainstream-opiniemakers. En dus zagen Geert Mak en de NRC-chef Michel Krielaars zich gedwongen om na al hun neoliberaal optimisme nu te wijzen op ‘de kredietcrisis, de Brexit, de vluchtelingencrisis, het populisme, de radicale islam, het extreme marktdenken, de onvoorspelbare Trump en de sluwe tacticus Poetin.’ Zodra het systeem hapert of in een diepe crisis geraakt moeten er nieuwe angsten worden gekweekt. En hoewel voor een serieuze waarnemer overduidelijk is dat het NAVO-expansionisme de Russische Federatie bedreigt, blijft een propagandist als Geert Mak genoodzaakt zijn half geïnformeerd publiek, bang te maken met teksten als: ‘Russia is on the move again,’ aangezien na ‘the collapse of the Soviet Empire it wants to start making history once more, and how!’ Voor de Makkianen geldt dat het ‘maken van geschiedenis’ voorbestemd blijft aan het Atlantisch Verbond, zoals met name de koloniale West-Europese machten zo lang hebben aangetoond. Nu de vijand ISISverslagen lijkt te zijn, moet de open gevallen plaats opnieuw bezet worden door de Russen, zodat de Tweede Koude Oorlog met zijn ontelbare miljarden verslindend militair-industrieel complex, ongestoord kan worden voortgezet. De kans dat een gewapende conflict met Rusland uitloopt op honderden miljoenen slachtoffers is een zaak dat mijn oude vriend Geert vanuit zijn leunstoel op de koop toe neemt. Bij hem gaat de oude regel op ‘Dulce bellum inexpertis,’  oftewel, ‘Aangenaam is de oorlog voor wie hem niet kent.’ Opvallend is dat de meest oorlogszuchtige Makkianen van mijn generatie bejaarde mannen zijn die nooit een oorlog van nabij hebben meegemaakt. De wijze waarop zij hun hetze tegen Rusland voeren, is misdadig. Een typerend voorbeeld was Geert Mak’s optreden in het amusementsprogramma De Wereld Draait Door van 5 februari 2019. Het gaat daarbij niet zozeer over wat hij letterlijk zegt, maar wat hij tussen de regels door suggereert. Nadat een filmfragment is getoond, waarin Geert Mak met Noorse militairen langs de Russische grens patrouilleert, en hij door een verrekijker tuurt naar ‘de agressor,’ zoals de interviewer Matthijs van Nieuwkerk opmerkt, beweert mijn oude vriend dat ‘het een kwetsbare plek is,’ kwetsbaar voor de NATO. Waarom? Wel, hier volgt een samenvatting van zijn tamelijk chaotische uiteenzetting: 
  1. ‘Washington ligt totaal plat’ door de strijd tussen Democraten en Republikeinen overs van alles en nog wat.
  2. ‘Ook Engeland ligt plat,’ als gevolg van Brexit.
  3. ‘Trump zegt dat we misschien de NAVO kunnen afschaffen.’
En ondertussen wordt het Verdrag voor Middellange Afstandsraketten uit de lucht geschoten,’ (allereerst door de VS, maar dat vertelt Mak er wijselijk niet bij), ‘wat van Europa een potentieel slagveld maakt. Een ontzettend gevaarlijke ontwikkeling. De EU heeft er helemaal geen antwoord op. En als ik in het Kremlin zou werken, dan zou ik met mijn collega’s even aan tafel gaan zitten om te vragen: “Kunnen we hier nog iets mee doen?”’ 

Zonder expliciet te stellen dat ‘de Russen gaan komen,’ suggereert de voormalige pacifist Mak dit wel degelijk impliciet. Het gaat hierbij niet om feiten zoals dat de Russen wel gek moeten zijn om een veertien maal sterkere NAVO aan te vallen. Waar het hier om draait is het mobiliseren van angst onder de bevolking, ter legitimering van miljarden aan belastinggeld voor het militair-industrieel complex in een tijd dat elk gewapend conflict tussen grootmachten dreigt te eindigen in het gebruik van massavernietigingswapens, zodra één van de partijen meent te  verliezen. Naast het militair-industrieel complex is de enige winnaar in deze waanzin de kassa van bestsellerauteur Mak, voor wie het in feite allemaal consequentieloos spel is. Net als dit voor zijn vader was toen Catrinus Mak als predikant in 1936 in de Sumatra Post schreef dat de antisemitische Neurenberger Rassenwetten ‘op staatsterrein tolerabel’ waren. En dit terwijl op 19 augustus 1935 dezelfde krant ‘uitvoerig over nieuwe antisemitische uitbarstingen’in nazi-Duitsland had bericht, en: 

over het huwelijksverbod tussen ariërs en niet-ariërs en de jongste haatcampagne van Julius Streicher  voor een stampvol en jubelend Berlijns Sportpalast. Een week later schreef mijn vader over de ‘ariër-politiek’ van Hitler; hij zag er wel een aanval op de Kerk in maar sloot de ogen voor het anti-semitisme dat erachter lag. ‘Op staatsterrein tolerabel’ — en dat terwijl hij nooit anders dan met eerbied sprak over het ‘uitverkoren volk Gods,’ 

Toen ik de opvattingen van zijn ouders antisemitisch had genoemd, reageerde hij verontwaardigd. Desondanks vergoelijkte Geert Mak in zijn bestseller De eeuw van mijn vader (1999) het ‘gereformeerde anti-semitisme’ van zijn ouders door de opmerking dat wat jodenbetreft zijn vader ‘niet verschilde van de overgrote meerderheid,’ die ‘Hitlers jodenvervolging’ vooral ‘als een probleem van de joodse gemeenschap zelf’ beschouwde. Ook hier vertelt Mak junior de ontluisterende waarheid niet echt, hij schampt langs de geschiedenis, en wel zo succesvol dat geen enkele lezer van zijn boek die ik ernaar vroeg, zich deze passage herinnerde. Toch weet mijn oude vriend wel degelijk dat zijn ouders met betrekking tot joden geen kosjere opvattingen koesterden, want, zo schreef hij in De eeuw van mijn vader:

Soms vraag ik me af: heeft bij de mannenbroeders van voor de oorlog, die zich zelf zo graag ‘de kinderen Gods’ noemden, wellicht ook een uitgesproken jaloezie meegespeeld? Jegens de enige echte ‘kinderen Israëls’? Joden pasten immers niet in het beeld van de ideaalstaat uit de zeventiende eeuw die de mannenbroeders altijd voor ogen hadden. 
  
Mijn moeder meldde dat een bepaalde film heel mooi was, ‘een beetje pro-joodsch, maar wel erg de moeite waard om te zien,’ en zo ging het voort.

Geert Mak verontschuldigde de anti-semitische sentimenten van zijn ouders — die model staan voor de Nederlandse kleinburger — als een voortdurend ‘zoeken naar een houding in deze wereld,’ aangezien:

[m]ijn ouders nu eenmaal niet [wisten], zoals niemand dat weet, op welke plek ze zich bevonden in de geschiedenis. En met name wisten ze één ding niet: dat hun leven zich afspeelde tussen een voorbije wereldoorlog en een komende,

net zo min als hun zoon, Geert, getuige zijn uitspraken, zich vandaag de dag realiseert dat ook hij tussen twee wereldoorlogen leeft, met als enig verschil dat de Derde Wereldoorlog dermate genocidaal zal zijn dat de holocaust een ‘bagatel’ zal blijken, zoals Mulisch in zijn verslag van het Eichmann-proces schreef. Wat dit betreft heeft mijn oude vriend niets geleerd van de bloedige twintigste eeuw, de eeuw van zijn vader, en van zijn eigen familiegeschiedenis. Het is allemaal theater voor hem, hij en zijn publiek worden er niets wijzer van. 


De ‘chroniqueur van Europa’ doorziet nog steeds niet dat ieder mens zijn verantwoordelijkheid dient te aanvaarden door uiteindelijk een moreel standpunt in te nemen. In dit verband getuigt Mak’s opmerking in het televisieprogramma College Tour dat ‘het probleem is dat de wereld héél slecht leert van de geschiedenis’ van een diep cynisme. Meer en meer lijkt hij op zijn vader die, aldus junior, tegen

het eind van zijn leven schreef dat hij zich nog altijd afvroeg hoe de vrijheidslievende Nederlanders — hemzelf inbegrepen — ‘jaren en jaren lang zonder hartzeer deze koloniale toestanden hebben geaccepteerd, vrijheidsstrijders als misdadige opstandelingen onschadelijk hebben gemaakt, veroveraars geëerd en kalmweg gesproken hebben van óns Indië. En zelfs de eerste legitieme tekenen van ‘merdeka’ hebben we niet onderkend, laat staan erkend.

De geschiedenis is voor Geert Mak geen spiegel, maar een rechtvaardiging van het eigen verraad. Dominee Catrinus Mak verraadde niet alleen het ‘uitverkoren volk’ van zijn gereformeerde, judeo-christelijke, God, maar tevens ‘de leer die de kerk onder beroep op het Woord van God als normatief laat gelden.’ Hij verraadde zodoende zelfs het bestaan van zijn God, van wie hij als zielenherder een werkzaam leven lang de normatieve boodschap verspreidde. Dat kon kennelijk niet anders, aangezien volgens Mak junior het leven van zijn ouders en de meeste andere christelijke ‘Europeanen’ als het ware was gedetermineerd, omdat

[d]e kern van hun denken van hun denken bleef uitgaan van de absolute superioriteit van de blanke Hollanders, hoe dom, dik, agressief, geldzuchtig, kortzichtig en stompzinnig velen ook waren.

Maar ook dit is geen verklaring, maar ene beschrijving. De vraag blijft dan ook: hoe is het in godsnaam mogelijk, dat hij als herboren christen vrijwillig meewerkt aan het creëeren van een angstsyndroom tegen de Russen, en daarmee aan de voorbereidingen van een genocidale oorlog die volgens zijn geloof het einde der tijden zal inluiden, een armageddon, waarbij alle volkeren ‘zullen erkennen dat de God van Israël de enige ware God is,’ aldus het christelijke draaiboek dat al millennia-lang zoveel mogelijk angst genereert. De mensheid wordt hier geconfronteerd met de pathologische leer van joden en christenen, met een terroristische angstcultuur die ontelbare mensen heeft geofferd aan een wraakzuchtige God. Deze angstcultuur berust op het wetenschappelijk bewezen feit dat het mogelijk is bij het grote publiek angst op te wekken om zodoende via emotionele vooroordelen politieke doeleinden te verwezenlijken. Een treffend voorbeeld is een recensie van Mak’s nieuwe boek in De Groene Amsterdammer, geschreven door de Vlaamse hoogleraar Geert Buelens, die eindigt met de woorden: 

Dat in de week waarin het boek op de markt komt de Britse regering een rapport over de Russische infiltratie in de Conservatieve Partij lijkt te willen tegenhouden, suggereert dat het eindspel van Grote verwachtingen nog maar net is begonnen. We kunnen alleen maar hopen dat we daar in 2069 eens goed om kunnen lachen: O, die eerste decennia van de eeuw toch, toen we ons nog als naïeve schoolkinderen uit elkaar lieten spelen door een judoka op jaren.

Ziehier, zelfs de bewoordingen van deze academicus doen bijbels aan, ‘het eindspel van Grote verwachtingen’ dat ‘nog maar net is begonnen.’ En maar ‘hopen’ dat ‘we’ -- wij allen op aarde, de hele mensheid, meer dan 7 miljard zielen -- daar ‘in 2069’ wanneer het allemaal voorbij moet zijn, ‘eens goed om kunnen lachen.’ Zo niet, dan zijn ‘we’ uitgelachen, ‘door een judoka op jaren,’ te weten Vladimir Poetin, aldus dit simplistisch manicheïsme van een hoogleraar die zijn kindertijd nooit is ontgroeid, en daarom nog steeds niet beseft dat ‘wij’ door sociopaten en psychopaten worden geleid. In zijn boek A History Of Bombing (2001) wijst de auteur en voormalig Zweeds cultureel attaché in China, Sven Lindqvist, op het gegeven dat, zodra het erop aankomt, de macht niet voor het belang van de eigen bevolking kiest. Lindqvist schreef: 

1918. Several months later when the war was over, a demand was made that the German pilots who had bombed London be brought to trial as war criminals. The British Air Ministry protested. Trials of that sort 'would be placing a noose round the necks of our airmen in future wars.' Since the aim of the British air attacks against German cities had been 'to weaken the morale of civilian inhabitants (and thereby their 'will to win') by persistent bomb attacks which would both destroy life (civilian and otherwise) and if possible originate a conflagration which should reduce to ashes the whole town,' the application of the Hague Convention in these cases would defeat the very purpose of bombardment. 

This was top secret. Publicly the air force continued to say something quite different, just as the navy had done throughout the 19th century. This was the best tack to take, wrote the air staff in 1921: 'It may be thought better, in view of the allegations of the of the “barbarity” of air attacks, to preserve appearances by formulating milder rules and by still nominally confining bombardment to targets which are strictly military in character... to avoid emphasizing the truth that air warfare has made such restrictions obsolete and impossible.' 

Hoe misdadig ook westerse politici zijn, bleek medio november 2019 nog eens toen aan de partijleider van de Britse Liberal Democrats Jo Swinson gevraagd werd 'would you ever be prepared to use a nuclear weapon?' en zij onmiddelllijk antwoordde: 'Yes,' zonder er rekening mee te houden dat dit miljoenen burger slachtoffers zal veroorzaken. De interviewster van ITV-News reageerde dankbaar met de opmerking 'That is a brilliant short answer. Thank you very much.' Het is deze criminele orde die de westerse mainstream-pers dag in dag uit verdedigt. 

Nog steeds wordt het bewustzijn van de Makkianen bepaald door een kinderlijk wereldbeeld, waarbij ‘een judoka op jaren’ vecht tegen wat de ‘liberal’ opiniemaker Ian Buruma zonder enige ironie de ‘Pax Americana’ noemt, waarnaar ‘we’ later ‘met weemoed’ zullen ‘terugkijken,’ vanwege het ‘betrekkelijk goedaardige imperialisme vanuit Washington.’ Het is natuurlijk allemaal schaamteloze propaganda van corrupte broodschrijvers die zowel hun publiek als hun opdrachtgevers willen behagen, maar het was wel de enige 'waarheid,' tot de komst van internet dat voor een groot publiek een ander beeld van de wereld mogelijk maakte. Volgens Buruma en zijn mainstream-collega’s stond de VS tot de komst van president Trump voor ‘a force for good. An ideal of American openness and democracy was still worthy of admiration.’ En in het kader van deze ‘bewondering’ voor 's werelds zwaarst bewapende ‘force of good’ moesten, volgens mijn oude vriend Ian, ‘we’ in Europa ‘must share America's dirty work, and take the risk of being held accountable.’ Hij schreef dit in de aanloop naar de illegale en rampzalige agressieoorlog tegen Irak in een poging greep te krijgen op de oliereserves in het Midden Oosten, maar die Buruma vandaag de dag verkoopt als een ‘attempt by George W. Bush to reorder the Middle East by invading Iraq.’ Een ‘war of agression’ presenteren als een ‘poging om het Midden Oosten te herschikken’ is misdadig, want juist vanwege een dergelijke ‘agressieoorlog’ werd in 1946 de overgrote meerderheid van de nazi-top in Neurenberg ter dood veroordeeld. Feit is dat ook de nazileiders met geweld streefden naar een ‘herschikking’ van de bestaande orde. De rechters bij het Neurenberg Proces tegen 24 nazi-kopstukken veroordeelden hen op grond van het feit dat ‘to initiate a war of aggression… is the supreme international crime differing only from other war crimes in that it contains within itself the accumulated evil of the whole.’ Eerder al had Robert Jackson, de Amerikaanse hoofdaanklager tijdens de Processen van Neurenberg, erop gewezen dat:

If certain acts of violation of treaties are crimes, they are crimes whether the United States does them or whether Germany does them, and we are not prepared to lay down a rule of criminal conduct against others which we would not be willing to have invoked against us.

Het is dan ook begrijpelijk dat Buruma deze feiten verzweeg toen hij oordeelde dat Bush junior’s ‘agressieoorlog’ niet meer was dan een ’poging om het Midden Oosten te herschikken,’ want ook Ian B. heeft zich financieel volledig afhankelijk gemaakt van de gevestigde neoliberale orde met zijn gewelddadige, fascistische aspecten. Geen van de westerse mainstream-opiniemakers is werkelijk geïnteresseerd in het feit dat de ‘Iraq war was illegal and breached UN charter,’zoals de toenmalige secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan, in 2004 andermaal expliciet benadrukte. 

Zolang de belangen van de westerse elite met geweld verdedigd worden, zal geen enkele opiniemaker van de ‘corporate press’ het in zijn of haar hoofd halen om het illegale westerse geweld terrorisme noemen, laat staan het in een breder historisch kader te plaatsen. Nog steeds verzwijgen zij dat de geopolitiek geen strijd tussen goed en kwaad is, licht tegen duisternis, dat hun stripboeken-waarheden in werkelijkheid ordinaire propagandapraatjes zijn, en dat — zoals ik uit decennialange contact met hem heb ik geleerd — Geert Mak een handige zowel als gevaarlijke poseur is, op zoek naar zoveel mogelijk schouderklopjes.      

Een andere, onverzadigbare narcist is de voormalige NRC buitenland-commentator Hubert Smeets ondermeer bekend van zijn ongenuanceerde beweringen dat het ‘typisch Russisch [is], om altijd alles om te draaien’ en dat het 'een klassiek Russische koers [is] om verwarring te zaaien.’ 

Het ironische is dat Hubert desondanks getrouwd blijft met een Russin. De opiniemaker Smeets, een welkome gastspreker bij de Atlantische Commissie, die als propaganda-tak van de NAVO functioneert, kreeg bijna driehonderdduizend euro van de voormalige VVD-PVDA regering toegezegd om de anti-Poetin website Raam op Rusland op te zetten. De door het tijdschrift Quote getypeerde ‘graai-journalist,’ beantwoordde de vraag hoe ‘de samenwerking’ tussen hem en de Nederlandse overheid ‘tot stand’ was ‘gekomen' met de woorden: 

[e]r is geen verzoek gekomen vanuit beide partijen. Maar het is een grijs gebied, ik ken natuurlijk ook wel wat mensen en tijdens bepaalde gelegenheden komt dit wel eens ter sprake,

waarmee hij onbedoeld te kennen gaf dat er achter de schermen, in een ‘grijs,’ niet democratisch gecontroleerd, ‘gebied’ tussen de macht en ‘de vrije pers’ nauwe banden bestaan, en dat Walter Lippmann’s credo voor de ‘vrije pers’ nog steeds opgaat dat de  massa door journalisten gedwongen moet worden: 

to take sides. We have to be able to take sides. In the recesses of our being we must step out of the audience on to the stage, and wrestle as the hero for the victory of good over evil,

hetgeen precies de reden is waarom NAVO-lid Nederland bereid was de propaganda-website van Smeets cum suis met belastinggeld te subsidiëren. Typerend voor Smeets’ houding is dat hij in NRC Handelsblad de Russische gangster Michail Chodorkovski niet alleen als betrouwbare bron opvoerde, maar tevens als democratisch alternatief voor ‘Poetin’ en diens ‘Poetinisme.’ Chodorkovski, voormalig ‘deputy head of Komsomol (the Communist Youth League),’ wist in het ineengestorte Rusland binnen een decennium de op zestien na rijkste man ter wereld te worden, tot de regering Poetin een einde maakte aan Chodorkovski's corrupte plunder-praktijken. Smeets laat de oligarch, die vijftien miljard bij elkaar schraapte, en die, net als de Amerikaanse gangster Al Capone, vanwege 'belastingontduiking en fraude,’ tot een langdurige gevangenisstraf werd veroordeeld, onweersproken beweren dat Poetin 'niet op[komt] voor het Russisch belang,’ daarmee suggererend dat Chodorkovski dit wel doet. Chodorkovski opvoeren als een betrouwbare bron is  slechts één voorbeeld van de journalistieke corruptie van Hubert Smeets, aangezien deze Russische gangster exemplarisch is voor ‘de jaren negentig’ in het verpauperde Rusland namelijk een ‘oligarch, snel rijk geworden over de ruggen van vele anderen, een man die absoluut over lijken ging,’ aldus de voormalige Volkskrant-correspondent in Rusland, Olaf Koens. De wijze waarop de westerse commerciële media Chodorkovski presenteren verraadt hun doortraptheid. Zo luidde de kop boven Koens’ beschrijving van de ‘man die absoluut over lijken ging’ zonder enige terughoudendheid:‘Chodorkovski is terug en bereid Rusland te leiden.’ Kortom, de lezer verneemt dat een parasitaire ‘oligarch’ met een dubbele nationaliteit zich opoffert om ‘Rusland te leiden.’ Het artikel opent met het volgende citaat: 

‘Als Rusland zich normaal zou ontwikkelen, zou ik niet geïnteresseerd zijn in het presidentschap,’ zei Chodorkovski tegen de Franse krant (Le Monde) 'Maar als blijkt dat het noodzakelijk is om de crisis te overwinnen en constitutionele hervormingen door te voeren, ben ik bereid deze taak op me te nemen.’ 


Boven: de gangster Chodorkovski, 'die absoluut over lijken ging.' Onder: Chodorkovski's fan Hubert Smeets, columnist van NRC tijdens één van zijn anti-Poetin tirades.


Opmerkelijk is dat de Franse kwaliteitskrant Le Monde in de kop het veel neutralere begrip ‘envisager’ gebruikt, oftewel ‘overweegt.’ De Volkskrant meldde tevens:

Ook hekelde Chodorkovski de anti-Europese politiek van het Kremlin. 'We staan voor een keuze: ofwel Rusland keert terug naar het Europese pad van ontwikkeling dat het de laatste 400 jaar heeft gevolgd, of het rot weg achter het hek waarmee het zichzelf wil afsluiten van de rest van de wereld. Een derde keuze is ons helaas niet gegeven.’

Omdat de freelancende stukjesschrijver Jennie Barbier verzuimt te vermelden dat vanuit een historische context deze bewering ronduit absurd is, wordt de Volkskrant-lezer op het verkeerde been gezet. Allereerst is er geen ‘anti-Europese politiek van het Kremlin,’ maar is er wel sprake van een inmiddels afbrokkelende anti-Russische politiek van de NAVO-lidstaten, getuige het almaar verder oostwaarts uitbreidden van militaire bases, de CIA-steun aan de Maidan-oppositie, de EU-steun aan het corrupte staatsbestel van Oekraïne, en het voor Europese concerns desastreuze EU-sanctiebeleid tegen Rusland. Maar omdat mevrouw Barbier zich aan de westerse consensus-journalistiek houdt, ziet zij zich genoodzaakt hierover te zwijgen. Daarnaast dwingt gebrek aan elementaire kennis en gezond verstand haar om klakkeloos de bewering over te nemen dat Rusland ‘het Europese pad van ontwikkeling’ de ‘laatste 400 jaar heeft gevolgd.’ Niet alleen was het Sovjet-communisme geenszins een bewijs hiervan, maar de hele geschiedenis van Rusland demonstreert dat het Russische rijk altijd een andere weg heeft gevolgd. Zo wees de gerenommeerde Brits-Amerikaanse historicus en Rusland-deskundige Robert Conquest in de introductie van Tibor Szamuely’s meesterwerk The Russian Tradition (1974) op het feit dat ‘at least since the time of the Mongols’ de Russische geschiedenis: 

had been of a type totally unlike that of any other country. And century-long habits are not to be changed by fiat. It is Dr Szamuely’s theme, which he develops so effectively, that te circumstances of the past seven centuries in Russia had produced an order in which society as a whole had become totally dependent upon the state, and moved according to the subjective decision taken by the state leadership. Moreover, the almost complete lack of any autonomous social and civic phenomena led to the absence of ideas of political adjustment and give-and-take among the state’s opponents as well: so that these central peculiarities of Russian history produced the practice and principle of absolutism, of rule by decree, not only in the established order, but equally in the revolutionary tradition which opposed it.                                     

Onder Russische intellectuelen en onafhankelijke westerse Rusland-deskundigen is dit een gedeelde zienswijze. Zij zijn bekend met Poesjkin’s opmerking dat ‘The Tartars were unlike the Moors: having conquered Russia, they gave her neither algebra nor Aristotle.’ In tegenstelling tot de huidige stemming- en opinie-makende Makkianen besefte de grote Russische dichter dat de Russen ongeveer 250 jaar lang onder het juk hadden geleefd van de ‘Tartaren,’oorlogszuchtige nomadische horden uit Mongolië en Turkstalige volkeren uit het Verre Oosten. In tegenstelling tot de Arabieren en de Perzen, die een grote bijdrage leverden aan de algebra, een Arabisch woord dat letterlijk ‘het bijeenbrengen van gebroken delen’ betekent, en daarmee de Europese wetenschappen sterk beïnvloedden, vormden de ‘Tartaren’een sterk hiërarchische, nauwelijks geciviliseerde, tirannieke autocratie, waardoor de eigen Russische ontwikkeling werd gestopt juist op het moment dat in Europa de Renaissance nieuwe impulsen gaf. Bovendien kreeg Europa, via de Arabische intelligentsia, de beschikking over de in het Arabisch vertaalde verloren gegane werk van oude Griekse denkers. Tibor Szamuely, een in Moskou geboren joods-Hongaarse historicus, zet in zijn boek The Russian Tradition uiteen dat: 

the Mongols, though ignorant of algebra, Aristotle and the finer things of life, were able to give Russia something of more lasting importance: a political and administrative system, a concept of society, quite unlike anything that was to be learned in the West.  

Net zo min als Zuid en West-Europa zijn Renaissance-erfenis kan veranderen, kan Rusland de invloed van de Tartaarse nalatenschap wijzigen. En al helemaal niet binnen het tijdsbestek van één generatie, een feit dat niet doordringt tot de ideologisch gehersenspoelde westerse opiniemakers, in dienst van een corrupt establishment. Volgende keer meer daarover.


Jennie Barbier kan zich vanzelfsprekend als journaliste onmogelijk verdiepen in de Russische geschiedenis wanneer zij het volgende moment over bijvoorbeeld de gevaren van een geschoren kruis moet bezighouden.

Geen opmerkingen: