A quiet revolutionary struggle is
brewing in the minds of the US ‘millennial’ generation, those 80 million
Americans between ages 16 and 34. They are wrestling with the fundamental edict
of capitalism: Buy and you shall be happy. The millennials have not rejected
consumerism, but they have also not embraced it fully. They experience its very
real downsides - that also afflict millions of older Americans and go to the
heart of capitalist sustainability and morality…
These attitudes may seem like the
self-indulgent whims of affluent, high-consuming young Americans. Or they may
seem a reaction to the Great Recession, as they can no longer afford to buy so
much. They could also reflect a phase of life since young idealists too often
turn to traditional consumerism as they assume the responsibilities of adult
life. They certainly do not suggest that young Americans are decisively
rejecting consumerism.
But a quick history of American
consumerism suggests something very important: that the growing awareness
of its real and serious downsides can largely be explained by problems of
sustainability and freedom at the core of US capitalism.
Up until the 1920s, most Americans
made their own clothes, grew their own food and bought very little. They were
producers and not consumers. This changed in the 1920s, when the growth of
capitalism had created large corporations that could no longer prosper simply
from World War I production. They needed Americans to become consumers.
The corporations hired public
relations experts and launched the modern advertising industry. Retailers such
as the giant Sears Roebuck sent out millions of catalogs with alluring pictures
of clothes, furniture and other commodities. This was the beginning of ‘coerced
consumption.’ In the 1950s and 1960s, the new advertising culture mushroomed
and became massive and irresistible, with corporations redefining American
freedom as the freedom to buy.
Since profits require ever-expanding
consumer markets, capitalism has always coerced consumption, typically by
seductive advertising but also by harsher means. In the 1920s, Los Angeles had
a huge electric trolley system that allowed people to move around the city
without cars. General Motors responded by buying the trolley system and tearing
up the tracks. By the 1950s, the automakers succeeded in getting the US
government to underwrite highways and cars. People began to buy cars because
other transportation choices had been ripped away from them, a perfect example
of coerced consumption and a form of ‘un-freedom.’
Desalniettemin blijft Geert Mak in zijn vuistdikke bestsellers over
Europa en de Verenigde Staten het consumptiemodel verheerlijken door het af te
schilderen als een systeem dat ‘grote voorspoed’ brengt, ‘burgerzin’
schept en ‘orde’ in de chaos, om zich tegen het einde van zijn
meest recente boek angstig af te vragen of ‘het zo [zal] blijven?’ Tevreden
stelt hij vast dat ‘Amerikaanse soft power… nog altijd sterk aanwezig
[is].’ Hij bedoelt daarmee ‘de overtuigingskracht’ van de
VS ‘om het debat naar zich toe te trekken, om de agenda van de
wereldpolitiek te bepalen.’ Hij schrijft dit zonder een greintje ironie
en dat kan ook aangezien Mak verzwijgt wat er met regeringen gebeurt die de ‘soft
power’ van Washington weerstaan en het militair industrieel complex van
de zwaarst bewapende macht in de geschiedenis der mensheid met ‘shock and
awe’ in actie komt. Ondertussen is de door Mak geroemde materiele ‘voorspoed’
kennelijk dankzij het ‘vitale karakter van de Amerikaanse democratie’
voor bijna de helft van de
Amerikaanse burgers als een kaartenhuis ineen gezakt, zonder dat dit de
Amerikaanse agressie ook maar enigszins intoomt.
‘Voor ons, kinderen van de jaren
vijftig, was Amerika een droomland.’ En: ‘Geert Mak is de geschiedenisleraar die we allemaal graag
hadden willen hebben,’ volgens de neoliberale spreekbuis de Financial
Times. Dit alles gaat op voor de mainstream. Maar voor serieuze lezers zijn Mak’s
boeken over Europa en de VS een chaos van paradoxale anecdotiek. Een van de grote
problemen met Mak’s publicaties is dat de mainstreamlezer, net als de doorsnee
lezer van een krant, meent dat hij nu geinformeerd is, terwijl hij slechts de propagandistische
versie van de werkelijkheid kent. In het geval van Mak betekent dit dat ‘Europa
als vredesproces een eclatant succes [was].’ En: ‘Europa als
economische eenheid ook een eind op weg [is].’ Voor de VS geldt dat het een ‘vitale… democratie’ is die
‘decennialang als ordebewaker en politieagent [fungeerde] – om maar te zwijgen
van alle hulp die het uitdeelde.’ De vooraanstaande Amerikaanse auteur
van historische werken, wijlen, Gore Vidal merkte in dit kader op dat
Half of the American population no
longer reads newspapers: plainly, they are the clever half…
The
corporate grip on opinion in the United States is one of the wonders of the
Western World. No First World country has ever managed to eliminate so entirely
from its media all objectivity — much less dissent…
We
should stop going around babbling about how we're the greatest democracy on
earth, when we're not even a democracy. We are a sort of militarised republic. The founding
fathers hated two things, one was monarchy and the other was democracy, they
gave us a constitution that saw to it we will have neither. I don't know how
wise they were…
You cannot get through the
density of the propaganda with which the American people, through the dreaded
media, have been filled and the horrible public educational system we have for
the average person. It's just grotesque…
You
know, I've been around the ruling class all my life, and I've been quite aware
of their total contempt for the people of the country...
How are we ever going to have an
informed citizenry, which means: how can we have an informed election?
Mak citeert Vidal 4
maal, maar de citaten blijven beperkt tot terloopse trivialiteiten als
‘Theodore Roosevelt was een typisch
Amerikaanse sissy,’ schreef Gore Vidal in een van zijn essays…
om zelf 3 pagina’s verder tot de bewering te komen dat
Teddy… bepaald niet een sissy was.
Mak gaat niet serieus in op het werk van Vidal. Vidal wordt door Mak ongetwijfeld geplaatst
in zijn categorie ‘doemdenker,’ net zoals hij de kritische John
Steinbeck als zodanig betitelde, die
ongenadig geconfronteerd [werd] met
degene die hij in werkelijkheid was: een oudere man die zichzelf
overschreeuwde, die zijn leeftijd niet kon accepteren, zijn jeugd niet kon
loslaten. Daarmee bereikte hij het tegendeel van wat hij wilde: de
gedeeltelijke mislukking van zijn Charley-expeditie liet juist zien hoever hij
heen was.
Het opvallende is dat niet John Steinbeck maar juist Geert Mak zelf naadloos
past in dit profiel. Zijn Reizen zonder John is de neerslag van een
aantal kortere reizen die Mak maakte, niet zoals Steinbeck in gezelschap van een
zwijgende hond, maar met zijn van origine Limburgse echtgenote wiens commentaren en aanwezigheid hij tijdens zijn werkreizen ‘gezellig’
vond. Dit feit is maar zeer ten dele de reden van de chaos die het boek
karakteriseert. De belangrijkste oorzaak van zijn oppervlakkige beschrijvingen
is dat Mak minder is geinteresseerd in zijn onderwerp dan in de oplagen van zijn boeken. Op 10 september 2012 liet hij weten dat
'De Amerikaanse politiek voor een
groot deel niet meer [wordt] bepaald door wat mensen willen en nodig hebben.
Zetels, invloed, het is tot op grote hoogte te koop. Het is corrupt.’
Ook
Obama? Ook Obama. ‘Wij maken Obama heilig. Maar er is best veel op hem aan te
merken. Hij heeft de grote fout gemaakt door toen hij net president was, niet
in te grijpen in de bankensector. Dat kwam natuurlijk omdat Wallstreet een van
zijn grote financiers was. Maar toch, hij heeft dezelfde groep mensen die de
crisis hebben veroorzaakt, aan het bewind gelaten. En op het gebied van
oorlogsvoering. Doodvonnissen uitdelen door onbemande vliegtuigjes op pad te
sturen; het is vanuit het oogpunt van een rechtsstaat buitengewoon schadelijk.
Obama doet het gewoon. Ook hij heeft vuile handen,’
aldus Mak die met evenveel
stelligheid 23 dagen later precies het tegenover gestelde beweerde. Nadat op 3 oktober 2012 in het programma van Pauw en
Witteman was vast gesteld dat armoede en het militair-industrieel complex
geen 'topics' waren in de Amerikaanse presidentiele
verkiezingscampagne stelde Witteman de vraag of het grootscheepse particuliere
wapenbezit in de VS dan een rol speelde. De voormalige RTL-correspondent
in New York, Max Westerman, antwoordde kort en bondig: 'Het is geen
thema. Je hebt de afgelopen anderhalve maand vier bloedbaden gehad en het enige
dat presidentskandidaten doen is hun medeleven betuigen, maar geen van beiden
durft het aan, ook Obama niet' om de wapenhandel aan te pakken,
'zo machtig en zoveel geld' heeft de wapenlobby dat politici het uit
hun hoofd laten om deze handel aan te pakken. Daarentegen beweerde Mak dat de
armoede 'onderhuids natuurlijk wel' degelijk een topic
was. 'Bij Obama speelt het erg over het verdedigen van verworven
rechten.' Geruststellend suggereerde Mak dat de almaar breder wordende kloof
tussen arm en rijk in de Verenigde Staten tijdens de tweede termijn van Obama
kleiner zou worden. Hij voegde daar naderhand bij de EO
Radio aan toe dat
het beter voor Nederland en de
internationale gemeenschap [is] dat Obama de verkiezingen wint.
Kortom, het is dus voor de hele
mensheid ‘beter… dat Obama’ opnieuw president wordt, omdat ‘ook
Obama… [corrupt is],’ en ‘ook hij vuile handen [heeft],’ en
hij ‘vanuit het oogpunt van een rechtsstaat
buitengewoon schadelijk’ optreedt, terwijl hetzelfde geldt ‘vanuit het oogpunt van’ de
internationale rechtsorde, die, zoals bekend, door de VS ‘decennialang als ordebewaker en
politieagent’ werd gehandhaafd. Dankzij zijn ‘vitale… democratie’ is het
land door en door ‘corrupt,’ en is het maar goed dat de ‘soft power’ van Washington ‘nog
altijd sterk aanwezig’ is, dat wil zeggen, ‘de kracht om… de agenda van de
wereldpolitiek te bepalen.’ Mak’s chaos van opinies en halve waarheden
dwingt grote bewondering af bij corrupte autoriteiten en het grote publiek dat,
volgens Mak zelf, ‘pas’ iets heeft
‘opgemerkt als het te laat is.’
Inderdaad Mak heeft gelijk wanneer
hij beaamt dat ‘het afstand in kilometers en tijd [vergt] om goed te kunnen kijken.’ Daarentegen
heeft hij geen gelijk wanneer hij
stelt dat ‘iemand die mijn boek over vijftig jaar leest ook hoofdschuddend [zal] zeggen:
Nou nou, die Mak had z’n ogen ook in z’n zak.’ De afgelopen tijd heb ik met
voorbeelden duidelijk gemaakt dat Mak niet alleen ‘z’n ogen in z’n zak’
heeft, maar ook zijn andere zintuigen en sterker nog: dat eveneens zijn
hersenen niet functioneren. Hij kan niet rationeel denken. Mak en zijn publiek
verzanden in een moeras van sentimenten die onlosmakelijk verbonden zijn aan
het heftige verlangen naar ‘hoop.’ Daar heb ik in elk geval geen ‘vijftig jaar’ voor nodig
om me dat te realiseren. Maar ik vrees tegelijkertijd dat de overgrote
meerderheid van de huidige mainstream ‘intelligentsia’
zo gehersenspoeld is dat ze inderdaad pas over een halve eeuw in staat is door
Mak’s nonsens heen te prikken. Tot dat moment kan hij blijven doorgaan voor een
‘deskundige
historicus.’
Wat bedoelt Mak nu precies met ‘Wij
maken Obama heilig’? ‘Wij’? Dit is niets anders dan een retorische truc die
Mak regelmatig toepast om zijn eigen onnozelheid te verhullen, zoals toen hij
publiekelijk de verklaarde:
Nemen wij, chroniqueurs van het heden en verleden, onze taak, het
‘uitbannen van onwaarheid’, serieus genoeg. Zeker in deze tijd? Ik vraag
het me af. Op dit moment vindt op Europees en mondiaal niveau een
misvorming van de werkelijkheid plaats die grote consequenties heeft.
Dit is een ander probleem met Mak, hij
claimt namens ons allen zijn versie van de geschiedenis. Laat ik even stilstaan bij de ‘heilig’
verklaring van Obama. Ik schreef op woensdag 29 oktober 2008, nog voordat Obama
was gekozen, op deze weblog:
Obama is een hype, een bijzonder
knappe hype. Hij verkoopt geen boodschap, maar een beeld. Niemand weet precies
wat zijn programma is, wat hij politiek gaat doen, maar velen denken toch dat
zodra deze man aan de macht is alles beter zal gaan, dat hij de hoop op een
goede toekomst is. Obama is op een geweldig slimme manier aan de man gebracht.
Hij heeft ook de financiele macht aan zijn kant, hij beschikt over twee keer
zoveel geld om reclame voor zichzelf te maken als McCain. Het feit dat iemand
als Obama door de werkelijke macht naar voren is geschoven is tekenend voor de
ernst van de crisis waarin het kapialistische systeem verkeert.
Desondanks spreekt Mak in de ‘wij’
vorm, en vertekent hij eveneens op die manier de werkelijkheid. Hij bedoelt ‘wij, van de mainstream.’ Het is de gecorrumpeerde ‘wij’ die elkaar de bal
toespelen, elkaar prijzen geven, en elkaar uitnodigen om ervoor te zorgen dat
de mainstream propaganda niet gedwarsboomd wordt door dissidente visies op de werkelijkheid.
Ook daarom is het zo belangrijk om terug te praten en om Mak te bekritiseren
zodra hij weer eens met onze
geschiedenis aan de haal gaat. Het was niemand anders dan Geert Mak die mij in
hetzelfde 2008 vermanend toespraak toen ik had opgemerkt dat Obama geen
wezenlijke veranderingen in de Amerikaanse politiek zou kunnen aanbrengen. Mak zei destijds te 'voelen' dat Obama meende wat hij zei. Maar wat had Obama dan verklaard? Nou ja: ‘Change we can
believe in!’
Maar voor intellectuelen is er geen ‘wij,’
zoals de auteur Ian Buruma nog eens
duidelijk maakte toen hij schreef dat ‘westerse intellectuelen niets dan hun eigen
idealen [vertegenwoordigen].' Maar
deze wijsheid kent Mak niet, bij hem staat het lezerspubliek centraal, de kopers van zijn boeken, zoals
bleek uit een aflevering van een serie tv-programma's van de VPRO getiteld Op Het Nachtkastje dat op 18 maart 2012 als volgt werd
aangekondigd:
Auteursportretten. Geert Mak begraaft zich in de research voor zijn
nieuwe boek. Zijn vrouw Mitzi blijft in de buurt, voor een rustig kopje thee
als het tegen zit en om het langverhoopte 'bingo!' mee te kunnen delen.
Mak verwoordde zijn
uitgangspunt bij het schrijven van Reizen zonder John aldus:
Ik heb heel
vaak het gevoel dat als ik het niet weet, of als ik het niet snap – en ik lees
goed mijn kranten, en ik ben niet op mijn achterhoofd gevallen – dan zal 90
procent, 95 procent van mijn lezers het ook niet weten en ook niet snappen. En
als ik er nieuwsgierig naar ben zullen zij dat vermoedelijk ook zijn. Dus… ik
voel mijzelf gewoon, eerlijk gezegd, meer een verspieder, iemand die een beetje
voor de troep uitloopt en kijkt wat er aan de hand is, of iemand die er ook om
heen cirkelt en dan weer achter de troep loopt en eens kijkt wat er in het
verleden gebeurd is.
Deze werkwijze
heeft een ernstige beperking, aangezien in het bewustzijn van de schrijver
uiteindelijk de lezers het uitgangspunt en het criterium vormen. En zoals
Buruma terecht stelde kan, tenminste voor ‘westerse intellectuelen,’ de lezer
geen rol van betekenis spelen, zeker niet als die lezers vooral de eigen generatiegenoten
zijn, zoals blijkt wanneer Mak allereerst de volgende woorden voorleest: ‘Voor
ons kinderen in de provincie was Amerika een dromenland met een losse
levensstijl.’
‘Wij’ staat
tegenover ‘Ik.’ Het ‘Collectief’ staat tegenover het ‘Individu.’
Zo is het altijd geweest en zo is het nog steeds. Het ‘Wij’ van Mak leidt ertoe
dat de geschiedenis van het individu wordt geconfisqueerd door een slecht
geinformeerde journalist die bij gebrek aan tegenwicht zich heeft ingebeeld dat
hij en de andere mainstream opiniemakers de ‘chroniqueurs van het heden en verleden’
zijn, terwijl die, volgens Mak zelf, hun taak, het ‘uitbannen van onwaarheid’
niet ‘serieus
genoeg nemen.’ En dat terwijl Mak weet dat
Op dit moment op Europees en mondiaal
niveau een misvorming van de werkelijkheid plaats [vindt] die grote consequenties
heeft.
Geert Mak: 'Nemen wij, chroniqueurs van het heden en verleden, onze taak, het ‘uitbannen van onwaarheid’, serieus genoeg. Zeker in deze tijd? Ik vraag het me af.'
Op 6 november 2012 verklaarde Geert Mak via de EO Radio:
Het is beter voor Nederland en de internationale gemeenschap dat Obama de verkiezingen wint.
Nu de werkelijkheid zoals die op 28 mei 2013 werd verwoord door de kritische Amerikaanse auteur Tom Engelhardt:
At the National Defense University (NDU) last Thursday, President Obama, so media reports and editorials assured us, gave a speech in which he promised to dial back the war on terror as a “global” operation, curtail U.S. drone operations abroad, and launch another effort to whittle down, if not close, Guantanamo. But a careful look at the text of his speech indicates that he still accepts the most basic premises of the previous administration: that we are “at war”; that the country, despite visible evidence to the contrary, is in “wartime”; and that, when a president decides it’s necessary, this planet will remain a global free-fire zone for drones, special operations forces, or whatever else he choses to throw at it. He may even, reports Jonathan Landay of McClatchy News, have quietly expanded the categories of human beings that U.S. drones can attack.
In those twelve and a half years between 9/11 and the recent speech, it’s been a bumpy ride through a minefield of unexpected IEDs. Two invasions of the Eurasian mainland have led to two defeats that passed for better here and are bringing U.S. combat troops home with, as this president said, their “heads held high,” but also with massive numbers of PTSD cases, suicides, and other debilitating issues. In the meantime, America’s global warring has resulted in a significant destabilization of the Greater Middle East. (The present Syrian disaster would have been unimaginable without the U.S. invasion of Iraq.) It’s also resulted in the growth of an ever larger secret military cocooned inside the U.S. military, the special operations forces -- 10,000 of whom are now in Afghanistan alone -- and the launching of a series of drone wars and assassination campaigns across a significant swath of the planet. These, from a White House that has taken on ever more power to do as it pleases in foreign and military policy, the president now claims to be curtailing and bringing under his version of the rule of law, largely because they haven't been working out so terribly well. Finally, there’s the spread of the al-Qaeda franchise into areas Washington has helped unsettle, which, as the president indicated, ensures that our “war” cannot end any time soon. Think of it as a Mobius strip of self-justifying conflict.
5 opmerkingen:
"The corporate grip on opinion in the United States is one of the wonders of the Western World. No First World country has ever managed to eliminate so entirely from its media all objectivity "
En nu juist de Universiteit van Amsterdam stelt een nieuwe hoogleraar Journalistiek en Media aan (Volkskrant 30 mei) die 8 jaar les heeft gegeven aan een amerikaanse universiteit, Een hoogleraar met als motto voor goede journalistiek : "Fun en Profit" .je moet er lol in hebben, maar je moet ook aandacht hebben voor marktwerking, wat hij dan uitlegt met " Je moet respect hebben voor je publiek"?"Niet te kritisch zijn ,want dan leest niemand je stuk" ....."En een relatie met ze aangaan"? Zijn ijkpunt is dj Armin van Buuren........? ".Journalistiek als mediaspectakek ipv controle orgaan gericht op waarheidsvinding, als belangrijke pilaar in een gezonde samenleving .
N.B. Gore Vidal wordt wel genoemd in de literatuurlijst van Reizen zonder John. Hij staat achter Kaplan, Fred als editor van The essenrial Gore Vidal terwijl Kaplan natuurlijk de editor is .
je hebt gelijk, ik zal de fout weg werken.
bedankt
stan.
situs sabung ayam terbaru anti internet positif
Mau Banyak Bonus?, Yuk Gabung Disini >> sabung ayam pw
Een reactie posten