maandag 4 januari 2010

De Iconografie van het Totalitarisme






De beeldentaal van elke totalitaire ideologie, of dat nu of dit nu het nazisme, het communisme of zionisme is, bestaat altijd uit dezelfde elementen. De mens is er permanent waakzaam, op weg ergens naartoe, uitgerust met een ideologie, geloof en natuurlijk een wapen. En let op: ze staren, hun ogen zijn doorgaans gericht op iets dat voorbij de horizon schijnt te liggen. De helden stralen een verpletterende vitaliteit uit. Kenmerkend is vooral ook dat ze altijd vanuit een lagere positie worden afgebeeld, zodat ze machtiger lijken dan de kijker.

Negen maanden geleden schreef ik in dit verband het volgende:

In een interview met Trouw verklaarde Heleen Mees: 'En wat mijn kinderwens betreft: ik ben er nog niet uit.

Er is een grondsteward bij Delta, een mooie zwarte jongen, die mij steeds belt. Misschien moet ik de

volgende keer toch maar eens vragen of hij langs komt.'

Zie:
http://www.trouw.nl/achtergrond/Dossiers/article1432053.ece


Ik moest hieraan denken toen ik een tijd geleden een boekbespreking las van Mees over onder andere een biografie over Leni Riefenstahl, de vrouw die de nazi-propagandafilm Triumph des Willens maakte die door Hitler zelf geprezen werd als 'een geheel unieke en onvergelijkbare verheerlijking van de kracht en de schoonheid van onze Beweging.'

In de recensie van de biografie schrijft Mees over 'het genie van regisseur Leni Reifenstahl' die volgens haar 'in de eerste plaats een vakvrouw' was voor wie het 'niet uit[maakte] of ze SS'ers filmde of groenten', een nonsens bewering al was het maar omdat ze voor het filmen van groenten nooit geld van de nazi's had gekregen en dan al helemaal geen propaganda had kunnen maken voor een van de misdadigste politieke bewegingen in de geschiedenis der mensheid. Desalniettemin beweert Mees dat het de nazi-propagandiste 'slechts te doen [was] om de schoonheid van de compositie en het artistieke effect.'

Interessant wordt het wanneer Mees het volgende schrijft: 'Nadat Riefenstahl internationale roem en aanzien had vergaard als regisseur selecteerde ze haar minnaars louter op fysieke schoonheid.' Maar dan wel op een bepaald soort lichamelijke schoonheid die door de publicist Ron Kaal in de HP scherpzinnig ontleed werd in 2000 toen hij stelde dat 'er zoiets [bestaat] als "fascistische esthetiek", en Leni Riefensthal heeft de grammatica daarvan in niet geringe mate helpen bepalen.' Het belang van dit feit ontgaat Mees, maar wie het zeker niet ontging was de intelligente Susan Sontag die 'heeft opgemerkt dat de zes films die Riefenstahl tussen 1926 en 1933 als actrice onder regie van Arnold Fank heeft gemaakt, een bloemlezing vormen van proto-nazisentimenten. Deze bergfilms, vol ijs en gevaar, zijn verhalen over de hunkering naar het hogere, de uitdaging van het elementaire, het primitieve, van de vuurproef en de overwinning. Riefenstahl's latere documentaires vieren de wedergeboorte van het lichaam en de gemeenschap, gekanaliseerd in de aanbidding van een onweerstaanbare leider. Fascistische kunst bejubelt overgave en onderwerping.' En juist daarover rept Mees in haar recensie met geen woord. Voor haar tellen alleen 'de schoonheid van de compositie en het artistieke effect.' De buitenkant, de binnenkant ziet ze niet, de boodschap lijkt haar te ontgaan, in tegenstelling tot de vele miljoenen Duitsers die in Riefenstahl's propaganda een bevestiging zagen van de juistheid van de nazi-ideologie.

'Stijl -- "schoonheid en esthetiek" -- is precies datgene wat de bewonderaars van Riefenstahl roemen en wat ze willen loszingen van de inhoud. "Kijk toch eens hoe mooi!" moet maskeren: "Kijk toch eens hoe gevaarlijk!"' aldus Ron Kaal. Hij schrijft dit naar aanleiding van het verschijnen van Riefenstahl's fotoboek Five Lives, waarin foto's te zien zijn van de Nuba. Veel gespierd glimmend vlees van mooie, zwarte jongens, om in de terminologie van Mees te blijven. Geen beeld te zien van 'het onvoltooide en het problematische' van dat wat de nazi's 'inferieur' vonden. Het is de esthetiek van de kitsch met grote naakte negers onder een meedogenloze zon, het toonbeeld van oerkracht, 'van lichaam en sculptuur, van sport en ideaal, van kracht en harmonie... van trotse zwarte mannen, de rijzige, slanke lichamen van de Nuba worstelend en dansend... Het is een en al koelheid en perfectie, stilering en perfectie, kracht en perfectie, kleur en perfectie.' En dat noemt Heleen Mees 'de schoonheid' en 'het artistieke effect' en juist dat bewonderd ze, de esthetiek van de kitsch, dezelfde esthetiek die de nazi's bewonderden. Het is de wereld van de 'mooie, zwarte jongen... Misschien moet ik de volgende keer toch eens vragen of hij langs komt.' In haar steriele, liefdeloze kosmos is geen plaats voor 'het onvoltooide en het problematische', en met die tragiek zal ze moeten leven nu ze de 40 is gepasseerd.

Zie: http://stanvanhoucke.blogspot.com/2009/04/heleen-mees-van-de-nrc-4.html

2 opmerkingen:

AdR zei

En de wolken aan het zwerk, die het te overwinnen Kwaad symboliseren, horen er ook bij.

Anoniem zei

By the way, de 5 paarden zijn uitgehinnikt, moeten een andere stal vinden.

anzi