maandag 16 april 2007

Het Kabinet 3


RTL-Nieuws bericht:
'Palestijnse premier krijgt geen visum
De Palestijnse premier Haniyeh komt toch niet naar Nederland. Hij krijgt geen visum van minister Verhagen van Buitenlandse Zaken.
Uitgenodigd
Haniyeh was uitgenodigd door het Palestijns Platform voor Mensenrechten en Solidariteit (PPMS) om naar de vijfde Palestijns-Europese conferentie op 5 mei in Rotterdam te komen.Anti-Palestijnse houdingHaniyeh had nog geen visum aangevraagd. Een woordvoerder van het PPMS noemt 'deze anti-Palestijnse houding van het kabinet' slecht voor het vredesproces in het Midden-Oosten.'
Misschien dat tenminste 1 van onze volksvertegenwoordigers deze christelijke minister het volgende kan vragen:
Geachte heer Verhagen,
Uw motivering om in dit geval een visum te weigeren, is gebaseerd op het volgende: 'De Palestijnse regering erkent de staat Israël niet en heeft geweld tegen de staat Israël niet afgezworen. Om die reden wil u alleen een dialoog voeren met individuele leden van de Palestijnse regering die wel aan die voorwaarden voldoen.' Waarom moet Hamas Israel erkennen, een staat die nog steeds weigert een resolutie van de VN te respecteren waarbij geeist wordt dat 'de joodse natie' de in 1948 etnisch gezuiverde Palestijnen laat terugkeren. Zoals ook u bekend is, meneer Verhagen, mag een onderdrukt volk, wier land voor een groot deel is bezet, zich volgens het internationaal recht gewapend verzetten tegen dit onrecht. Waarom verstrekt u wel visa voor Israelische politici die weigeren de VN-resoluties uit te voeren en die niet eens willen praten over een terugkeer dan wel compensatie van Palestijnse vluchtelingen? Waarom moet Israel niet eerst een Palestijnse staat accepteren die ook al het door Israel bezette land bevat? Vanwaar dat meten met twee maten? Schuldgevoelens van een christelijke wereld die de holocaust veroorzaakte? Of iets anders? Wat dan? Zou u dit de Kamer kunnen uitleggen?
Voor alle duidelijkheid nog even dit, meneer Verhagen, 'The accepted international and Palestinian call for a two-state solution is based on 22 percent of historic Palestine -- the West Bank and Gaza Strip, with East Jerusalem as its capital.'
En: 'In Resolution 181, the United Nations adopted a definition of Israel's borders in the form of a ‘Partition Resolution’ that assigned approximately 53 percent of the land mass of historic Palestine exclusively to the then 5.6 percent of the resident population adhering to the Jewish religion... UN Partition Plan to the Palestinians: 47 percent of the 100 percent. Oslo Agreement to the Palestinians: 22 percent of the 100 percent Former Israel Prime Minister Ehud Barak’s offer to the Palestinians: 80 percent of 22 percent Under Sharon’s ‘Peace Plan’ to the Palestinians in 2000, as well as the ‘Road Map’ of 2002, the Palestinians were offered 42 percent of 80 percent of 22 percent of 100 percent of the land, calculated to be 7.4 percent of the initial 100 percent of land, on condition that:1. Palestinians stop resistance to the occupation, 2. Refugees give up their right of return to their ancestral homes, 3. Palestinians agree to only elect officials acceptable to Bush and Sharon, 4. Palestinians do not object to the ‘wall’ that Sharon is building, 5. Palestinians agree not to claim Jerusalem as their capital.' En hoeveel procent Olmert gaat stelen is nog niet precies bekend. Met andere woorden: Israel heeft volgens het VN-Verdelingsplan 53-22 al 31 procent Palestijns land gestolen. Maar zelfs van de resterende 22 procent die de Palestijnen bereid waren te accepteren wil Israel nog eens een aanzienlijk deel stelen, met economische, politieke en militaire steun van christenen zoals u, meneer Verhagen. Op grond waarvan meent u dat u in uw recht staat? Behalve het ronduit krankzinnige idee dat de joden het door uw luchtgod 'uitverkoren volk' zijn die recht hebben op 'het beloofde land,' lijkt mij geen enkele andere rechtvaardiging te bestaan. Het is waar, ieder mens heeft recht op zijn eigen ideosyncracies, desondanks kunnen we absurde opvattingen niet als leidraad nemen in een rationele parlementaire democratie. Meneer Verhagen, het is een aanfluiting van onze democratie dat wij al niet veel eerder Israel tot de orde hebben geroepen middels een boycot en dat we integendeel dit expansionistische land steunen in zijn terreur. Waarom steunt u deze terreur, terwijl u toch zegt tegen het terrorisme te zijn? Tenslotte nog dit: waarom weigert u een democratisch gekozen Palestijns politicus een visum te verlenen, terwijl niet democratisch gekozen politici hier altijd welkom zijn zodra ze geld te besteden hebben? Belemmert u daarmee niet een democratisch proces?
Nu we toch bezig zijn, zou u de Kamer willen vertellen wat uw reactie is op een artikel van twee deskundigen in het NJB, het Nederlands Juristen Blad?
Zie: 1
Afl. 2007/14
'Israël's recht op bestaan: een issue?'
Veel kwesties in het Israëlisch Palestijns conflict behoeven een nieuwe juridische beschouwing
als onderdeel van de noodzakelijke kritische dialoog.
Een van die kwesties is Israël's claim dat Hamas Israël erkent. Deze claim is niet alleen
klakkeloos overgenomen door het Kwartet (VN, VS, Russiche Federatie en EU), maar is
tevens voorwaarde voor het verstrekken van hulpgelden geworden. Wij beargumenteren hier
dat deze wijze van onderhandelen geen recht doet aan internationaal recht en geen bijdrage
levert aan het constructieve politieke doel om het conflict te beëindigen.
WAT MAAKT EEN STAAT?
Ten eerste, internationaal recht kent een subtiel, maar fundamenteel verschil tussen het
juridisch 'recht op bestaan' van een staat (right of existence) en het morele/filosofische
argument dat een staat het 'recht van bestaan' (right to exist) heeft.
Volgens internationaal recht vindt de erkenning van een Staat op twee manieren plaats,
namelijk door impliciete erkenning op basis van objectieve criteria en door expliciete
erkenning door andere Staten. Criteria voor een Staat zijn in het Verdrag van Montevideo 1933
te vinden, waaronder: (1) een permanente bevolking, (2) vaste grenzen, (3) een regering en (4)
de capaciteit om relaties met andere staten aan te gaan.
Expliciete erkenning is niet nodig als de impliciete criteria vervuld zijn. Het politieke belang
van expliciete erkenning blijft echter wel aanwezig, bijvoorbeeld zoals bij de Volksrepubliek
China in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Ondanks de regionale invloed werd
China door veel staten lange tijd niet erkend en was zelfs geen lid van de VN voor 1971.
Op basis van de eerste, tweede en vierde van de bovengenoemde factoren, is Israël duidelijk
een staat. Israël is verder expliciet erkend door veel staten onder andere de Verenigde Naties.
Maar, niet vergeten moet worden dat er een fundamenteel verschil bestaat tussen expliciete
erkenning van een staat en het feit dat een staat bestaat, het 'recht op bestaan'.
NIET ERKENNING IS OOK MOGELIJK
Er zijn veel staten die weigeren diplomatieke betrekkingen met andere staten te onderhouden,
en expliciete erkenning van een staat tegenhouden. Dit kan om verschillende redenen zijn,
bijvoorbeeld uit protest tegen mensenrechtenschendingen door een regering. In het verleden
waren de Sovjet-Unie en Zuid-Afrika op deze manier geïsoleerd. In recente jaren zijn
Myanmar (Burma) en Zimbabwe ook op deze manier geïsoleerd.
Veel staten, leden van de VN, weigeren om Israël te erkennen of hebben diplomatieke relaties
verbroken. Zo heeft de regering van Venezuela in de zomer van 2006 zijn ambassadeur
teruggetrokken als protest tegen Israël's bombardement op burgers in Libanon.
EEN STAAT HEEFT OOK VERPLICHTINGEN
Erkenning van een staat gaat gepaard met verplichtingen, onder andere dat de bevolking, in het
eigen grondgebied of in bezet gebied volgens mensenrechten en humanitair recht behandeld
dient te worden. Zo geldt het recht voor minderheden, is discriminatie op basis van ras, religie
of nationale herkomst verboden en moeten alle burgers gelijkwaardig kunnen deelnemen aan
het maatschappelijke en politieke leven.
Ten slotte, 'het recht op het bestaan' van een staat is geen esoterisch recht; het moet binnen een
2
afgebakend grondgebied gerealiseerd zijn. Dit 'recht' is per definitie een kwestie van grenzen.
Over het feit dat Israël sinds haar oprichting geen grenzen heeft willen bepalen, wordt niet
gesproken door het Kwartet.
IS ISRAËL'S RECHT OP BESTAAN IN GEVAAR? ONEVENWICHTIG EISEN
De eis van het Kwartet (VS, Rusland, VN en EU) is dat Hamas Israël erkent. Hamas is echter
slechts een politieke partij, geen staat, waardoor erkenning van Israël geen juridische impact
zal hebben. De vraag van het Kwartet is daardoor geen juridische, maar een politieke vraag.
Moeten wij dan niet tegelijkertijd ook vragen waarom Israël geen wedervraag gesteld is?
Een wedervraag kan behelzen dat Israël het recht op terugkeer van Palestijnse vluchtelingen
volgens internationaal recht erkent en dat de West Bank, Gaza en Golan bezette gebieden zijn.
Of kan het Kwartet Israël vragen om het Advies van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) uit
2004 te erkennen? Dit Advies stelt dat de basis voor het oplossing van het conflict tussen Israël
en de Palestijnen in internationaal recht ligt, met duidelijke verplichtingen niet alleen voor
Israël, maar ook voor de overige staten, ook voor de leden van het Kwartet.
Arafat heeft, lang geleden, als hoofd van de internationaal erkende PLO, erkend dat 'de Staat
Israël het recht heeft om in vrede en veiligheid te bestaan'.
Dus, wat betekent deze eenzijdige voorwaarde aan Hamas eigenlijk?
Omdat de EU eist dat Hamas Israël erkent op basis van het in internationaal recht en bovendien
zonder wedervraag aan Israël, concluderen wij dat de EU, bewust of niet, een eenzijdig
politieke agenda voert. Deze agenda is contraproductief in het zoeken naar een rechtvaardige
en duurzame vrede. Deze positie ondermijnt de EU als onafhankelijk onderhandelingspartner.
DE EUROPESE UNIE MOET DAAROM HAAR POSITIE HEROVERWEGEN
De EU, als grootste handelspartner, zou zich moeten laten leiden door evenwichtigheid en door
principes gebaseerd op internationaal recht, zoals uitgesproken in het Advies van het ICJ in
2004.
Dit Advies, waarover geschreven is in eerdere afleveringen van het Nederlands Juristenblad,
stelt dat de verplichtingen die Israël als staat heeft, door haar worden geschonden. Daarnaast
stelt het Hooggerechtshof dat de hele gemeenschap van staten, de VN en de EU, haar eigen
verplichtingen heeft om te garanderen dat het Palestijnse recht op zelfbeschikking en andere
rechtstatelijke verplichtingen onder humanitair recht en vastgelegd in de mensenrechten,
gerespecteerd worden.
Alle staten, bij uitstek die staten die Israël erkent, hebben de verplichting om Israël tot
verantwoording te roepen. Daarom moeten de Algemene Vergadering van de VN en vooral het
Kwartet zo snel mogelijk op basis van internationaal recht een onderhandelingsproces in gang
zetten hetgeen een oplossing, met respect voor vrede en veiligheid voor de hele regio kan
bieden.
Door de politieke eis aan Hamas om eenzijdig Israël als staat te erkennen, wordt geen basis
gelegd voor een rechtvaardige vrede.
Jeff Handmaker
universitair docent ontwikkeling, mensenrechten en bestuur van het Institute of Social Studies
in Den Haag
Gentian Zyberi
Ph.D. Candidate van het Studie- en Informatiecentrum Mensenrechten, Universiteit Utrecht.

3 opmerkingen:

Sonja zei

Goede info Stan, van Gentian Zyberi. Gewoon zo af en toe even herhalen.

Zoals dat in andere landen heel gebruikelijk is, kun je contact opnemen met "uw volksvertegenwoordiger". Immers, zij zijn er om de burger te dienen, en daar worden ze voor betaald. Maar nu heb ik al een paar honderd mailtjes met vragen rondgestuurd in Den Haag, en je krijgt gewoon geen antwoord. En als je een zeldzame reactie krijgt (na een maand) dan gaat die niet in op de vragen (voor Harry van Bommel maak ik een uitzondering, die doet zijn best).

stan zei

niet zo ongeduldig sonja, onze volksvertegenwoordigers moeten een beetje aan de democratie wennen. vergeet niet dat het passief kiesrecht voor vrouwen pas in 1917 werd ingevoerd, tegelijk met het algemeen kiesrecht voor mannen. van het actief kiesrecht voor vrouwen kon pas in 1922 voor het eerst gebruik van worden gemaakt. 'De partijen die zich zo lang tegen het vrouwenkiesrecht hadden verzet, de protestantse en katholieke partijen, bleken er groot profijt van te hebben.' het is allemaal nog wennen. we doen weliswaar alsof we al eeuwenlang democratisch en tolerant en beschaafd zijn, maar het is allemaal nog een betrekkelijk nieuw fenomeen, nog niet eens een eeuw oud. ook vrouwelijke parlementsleden hebben het nog steeds moeilijk met de democratie. voor velen van hen is het een opstapje naar een carriere in een wereld die nog steeds door mannen en hun mannelijke normen en waarden wordt gedicteerd

Anoniem zei

Over onze democratie is er een aardig artikel geschreven ("De illusie van democratie", 4 mei 2002, NRC M):

http://www.queeste.eu/jongkind/?Artikelen:De_illusie_van_democratie

Nog een puntje over dat de Palestijnse Premier Haniyeh niet toegelaten wordt: Hoe is het mogelijk dat een premier die zich te houden heeft aan het regeerakkoord, waar ook Abbas en co. zich aan te houden heeft, Nederland niet mag bezoeken maar "gematigde" ministers wel?

Dat Haniyeh lid is van de Hamas is in deze situatie geen argument, want hij moet binnen de kaders van het regeerakkoord werken waardoor hij als Premier geen vertegenwoordiger van Hamas kan zijn.

Wij zouden hier moord en brand schreeuwen als een land vice-premier Bos als ongewenst persoon zou beschouwen omdat zijn partij een onderzoek naar de Irak oorlog wil. Wij zouden duidelijk maken dat Bos zich te houden heeft aan het regeerakkoord en niet aan hoe zijn partij erover denkt.