vrijdag 15 december 2006

11 September 1973 (11)



Naar aanleiding van mijn kritiek op het Pinochet-item van NOVA schreef de hoofdredacteur van dit tv-programma onder andere dit:

‘De aanname dat Schaad niet kritisch is ondervraagd of onweersproken blijft, is onjuist. Maar als hij zegt 3000 doden en 17 jaar onderdrukking een verantwoorde schadepost te vinden, dan komt het niet aan op doorvragen maar op een oordeel of die afweging abject is of niet. Dat geldt ook voor zijn overtuiging dat niet ieder land (en volk) gebaat is bij democratie. En voor dat oordeel heeft de kijker ons niet nodig.
NOVA is er uiteindelijk om te informeren; niet om te getuigen. De impliciete opvatting van sommige briefschrijvers dat we de kijker maar op verkeerde ideeën brengen door mensen als Schaad aan het woord te laten, kunnen we niet serieus nemen. Aan bevoogding van het kijkerspubliek doen we niet mee, ook al omdat dat zomaar kan leiden tot vormen van zelfcensuur die haaks staan op onze informerende taak.
Tot slot: tegenover Schaad staat de Chileen Bincho Alarcon, die niet alleen duidelijk is in zijn veroordeling van Pinochet, maar ook heldere vraagtekens en nuances plaatst bij de welvaart die de junta Chili heeft gebracht met het kapitalistische experiment en vooral bij wijze waarop dat is gebeurd: namelijk door alle critici de mond te snoeren. Om zijn opvattingen goed voor het voetlicht te brengen, hebben we besloten Alarcon te ondertitelen. Sommige kijkers ervaren dat kennelijk als denigrerend. Maar dat Alarcon minder goed Nederlands spreekt kan toch moeilijk reden zijn minder gewicht te hechten aan zijn woorden.’

Welnu, dat Schaads woorden door de interviewer onweersproken bleven, blijkt uit de bewering van de geintervieuwde dat er onder Pinochet geen corruptie was, en uit het feit dat zijn betoog over de ‘de vrucht van een economisch experiment’ begeleid en daarmee ondersteund werd door beelden van welvarende Chileense burgers op een roltrap van een luxueus winkelcentrum, zonder ook maar een woord of beeld over het feit dat 1 op de 5 Chilenen onder de armoedegrens leeft, ‘de vrucht van’ datzelfde ‘economische beleid.’

Het gaat er daarbij niet om dat NOVA een mening moet geven, integendeel, NOVA moet de feiten geven, op grond waarvan de kijker een gefundeerde mening kan vormen, per slot van rekening ‘NOVA is er uiteindelijk om te informeren; niet om te getuigen.’ Het alleen maar doorgeven van twee uiteenlopende, ongecheckte en door de feiten onweersproken meningen, is geen ‘objectieve’ weergave van de werkelijkheid, maar journalistieke misleiding. Het schept een beeld dat niet gesteund wordt door feiten, waardoor er juist sprake is van ‘bevoogding van het kijkerpubliek.’ Wat helemaal bevoogdend is, is het feit dat Schaads verdediging van terreur vaker door NOVA is uitgezonden, getuige de brief van mijn oude vriend en NOVA-medewerker Jan van Loenen: ‘‘We hebben hem wel vaker in NOVA gehad, toen Pinochet zich in Londen liet behandelen, en min of meer de gast was van Margareth Thatcher.’ Waarom moet de kijker meermaals geconfronteerd worden met ongecheckte en onweersproken beweringen en meningen? Bovendien was Schaad ook al uitgebreid aan het woord geweest in het tv-programma Buitenhof.

Vanzelfsprekend beaam ik dat NOVA een informerende taak heeft. Hier werd evenwel niet geïnformeerd. NOVA gaf de suggestie dat de Pinochet dictatuur weliswaar kwalijke uitwassen kende, maar dat daartegenover het ‘economische experiment’ zijn vruchten heeft afgeworpen. Dat daarvoor de democratie vernietigd werd en burgers gemarteld en vermoord zijn was nu eenmaal een onfortuinlijk bijverschijnsel, of in de onweersproken woorden van Schaad: ‘waar gehakt wordt vallen spaanders.’ Kortom, de dictatuur kent twee kanten. En tot op zekere hoogte klopt dat ook nog, tijdens Mussolini reden de treinen op tijd, onder Hitler werden de autobanen aangelegd, en onder Pinochet was er sprake van een - in de woorden van de hoofdredactie – ‘kapitalistisch experiment.’ Een experiment gesteund door Schaad en ‘een grote groep aanhangers’ in Chili die ‘de offers misschien niet goedpraat, maar wel relativeert en voor een deel rechtvaardigt.’ Met andere woorden, gesteund door een groep die ‘goed verdiende’ aan en tijdens de terreur van Pinochet. Dat de hoofdredacteur van NOVA het begrip ‘offers’ gebruikt, is tekenend voor de wijze waarop het item werd gepresenteerd. Er werden ‘offers’ gebracht om dit ‘kapitalistische experiment’ een succes te maken. Voor wat hoort wat.

Als onafhankelijk journalist zou ik nooit het begrip ‘offers’ hebben gebruikt voor het doodmartelen en vervolgen van burgers. Ik denk nooit in deze termen zodra het gaat om het martelen, vermoorden en vervolgen van burgers. Voor mij is dat geen ‘offer’ maar een misdaad. En vanuit die visie zou ik het item over Pinochet ook hebben gemaakt. Als dan toch het woord 'offer' moet vallen dan zou ik het hebben over de 'slachtoffers,' en dat zijn ze natuurlijk ook. De reden dat ik ze slachtoffers noem is niet 'om te getuigen,' maar 'om te informeren.' Dat ik deze mensen slachtoffer noem berust niet op een mening, maar op een feit. Het begrip 'offer' daarentegen is in de allereerste plaats gebaseerd op een mening 'om te getuigen' en zeker niet op een feit 'om te informeren'.

Wat betreft het laatste argument van Carel Kuyl. Ik heb niet beweerd dat het feit dat Alarcon minder goed ‘Nederlands spreekt’ een reden zou zijn om ‘minder gewicht te hechten aan zijn woorden.’ Uit het bovenstaande blijkt hoeveel ‘gewicht’ ik hecht aan woorden. Wat ik ermee bedoelde te zeggen was dat men haast nooit in staat is om in een vreemde taal zo genuanceerd zijn verhaal te verwoorden als in de eigen taal, en dat men dus al bij voorbaat een achterstand heeft. Juist in de eigen taal kent men het 'gewicht' van woorden beter dan in een vreemde taal; men drukt zich bijna altijd beter uit in de eigen taal, waarmee men zowel intellectueel als gevoelsmatig directer verbonden is. Dat is geen bewering maar een ervaringsfeit. Het feit dat zijn woorden ondertiteld moesten worden onderstreept mijn punt nog eens.

Dan nog dit. NOVA-verslaggever Jan van Loenen schreef mij het volgende:

'Beste Stan,Wat een enorm verhaal over de dictator.Ik hem minder tijd (en zin) om zo uitvoerig op deze kwestie ingegaan.Ik vond de aanpak die we hadden gekozen wel verrassend eerlijk gezegd.De 24 uur die volgde op zijn dood is is vrijwel alle media stilgestaan bijzijn misdadige regime. Wij hebben o.a. geluisterd naar een vriend van Pinochet,wat niet hetzelfde is dat we het met deze mijnheer Schaad eens zijn.We hebben hem wel vaker in NOVA gehad, toen Pinochet zich in Londenliet behandelen, en min of meer de gast was van Margareth Thatcher.Ik denk dat we door Schaad aan het woord te laten ons werk gewoon hebben gedaan.Dat geluid hoor je niet vaak.Verder zou ik het betreuren als je door één reportage die je niet aanstaat onzevriendschap opzegt. Dan zou die vriendschap niet veel voorstellen, en dat ideeheb ik nou juist niet.Nou Stan, mijn antwoord zal je wel niet bevallen, maar ik groet je in vriendschap, dat wel.’

Beste Jan,
Ik ga ervan uit dat je nu begrijpt waarom ik zo uitgebreid aandacht besteed heb aan dit precies acht minuten durende item. Het gaat hier niet om een akkefietje, maar om het wezen van de journalistiek. Ik weet dat elke generatie de geschiedenis herschrijft en dat is begrijpelijk en goed. Telkens weer moet een nieuwe generatie haar plaats bepalen ten opzichte van het leven. Maar opmerkelijk is dat onze generatie haar eigen geschiedenis probeert te herschrijven en haar vroegere humanitaire visie ineens verwisselt voor een neoliberaal wereldbeeld. Het Pinochet-item staat niet op zichzelf, ik merk dat er in de hele Nederlandse journalistiek een omslag gaande is, waarbij de feiten ingewisseld worden voor meningen. Die ontwikkeling wordt grotendeels veroorzaakt door de commerciële druk om te scoren, maar ondertussen is men er wel onderdeel van. De vraag is tot hoever je het laat komen. En wat betreft onze vriendschap: die blijft onveranderd doorgaan. Per slot van rekening ken ik je als een integere vriend en collega.

Met een vriendschappelijke en collegiale groet,
stan

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Mocht Jan dit lezen:

Jan, als politici en de elite zakenwereld geen normen en waarden meer ten tonele spreiden in het gesproken en geschreven woord, hun feitelijke handelen buiten beschouwing gelaten, mag ik dan op zijn minst nog verwachten dat journalisten dit in hun berichtgeving verweven?

Als het slechts om menignen gaat kunnen Holocaust-ontkenners en rassenhaters ook best onbeperkte tv-tijd krijgen. Het zijn immers meningen en je hoeft het er niet mee eens te zijn. Door dit soort deze lieden onbesproken aan het woord te laten doe je dan immers je werk gewoon.

Dank u.

Anoniem zei

Tja, wat een vertrouwen in een "integere" vriend...

Mijn vertrouwen echter is al zeer lange tijd tot onder het nulpunt gedaald...

Anoniem zei

Geachte redactie,

De maker van de documentaire blijft veel te braaf en neutraal op het moment dat Schaad schaamteloos de grootste enormiteiten debiteert. Ik zag
op ARTE een aangrijpende documentaire over de slachtoffers. Daarmee werd pas werkelijk recht gedaan aan de geschiedenis - op een cruciaal moment.
Stel je voor dat er 17 jaar na Auschwitz een documentaire was gemaakt over Hitler-Duitsland: over hoe geweldig de wapenindustrie tot bloei was
gekomen in de jaren ´30, over de briljante wijze waarop de werkloosheid werd bestreden, over hoe goed het nazi-bewind wel niet was geweest voor de Duitse economie!
Nederlandse verslaggevers geven vaak blijk van een grote onnozelheid zodra
het over Latijns-Amerika gaat.

Met vriendelijke groet,

Quinten Jiskoot