zaterdag 17 januari 2009

Carl Stellweg van het AD 12

Beste Carl Stellweg,

Ik sprak vanochtend een mij bevriend echtpaar dat jij tot jouw publiek mag rekenen, doorsnee Nederlanders die alleen via de commerciële massamedia geïnformeerd worden. Tijdens het gesprek merkte de echtgenote op dat het allemaal wel waar kon zijn wat ik zei, maar dat ‘ook Hamas geen lieverdjes zijn’. Ik moest onmiddellijk denken aan wat jij aan mij hebt geschreven: ‘Ook nu, in Gaza, wordt de Geneefse Conventie geschonden, door beide partijen, met het verschil dat de Israelische schendingen veel grootschaliger zijn, omdat Israel veel meer middelen daartoe heeft dan Hamas. Maar dat maakt Hamas niet moreel beter dan Israel… Slachtoffers zijn niet noodzakelijkerwijs nobele mensen, Stan.’

En zo is het maar net, Carl, ook ‘Hamas zijn geen lieverdjes.’ Een serieuze journalist laat het vervolgens niet bij deze veroordeling, maar gaat zich verdiepen in de achtergronden en drijfveren van de Hamasleden. Hoe komt het dat ze doen wat ze doen. Wat heeft hen gemotiveerd om zich gewapend te verzetten tegen de langdurige Israelische onderdrukking, en om uiteindelijk ook terreuraanslagen te plegen, dus om oorlogsmisdrijven te begaan?

Over dat onderwerp sprak ik lang met Rifat Kassis, een Palestijnse christen, president van Defence for Children International en ook van de Palestijnse sectie van deze internationale mensenrechtenorganisatie. Daarnaast werkt hij voor de Wereldraad van Kerken in Genève en is actief in verschillende besturen van internationale en locale organisaties. Vanwege zijn activiteiten op het gebied van de mensenrechten en de politiek is hij door de Israëlische overheid verschillende keren gearresteerd en gevangen gezet. Toch blijft Kassis zich verzetten tegen de Israëlische schendingen van de mensenrechten. Hij verklaarde ruim een jaar geleden tegen me:

‘Onder een bezetting leiden mensen een abnormaal bestaan, dat niet zal normaliseren tenzij de voornaamste oorzaak van die abnormaliteit verdwijnt, en dat is natuurlijk de bezetting en het onrecht dat onlosmakelijk eraan verbonden is. Vooral westerlingen zijn binnen deze rechteloze context almaar op zoek naar een druppeltje hoop, naar licht aan het einde van de tunnel. Vergeefs. De situatie verbetert niet doordat bijvoorbeeld de Nederlandse regering zijn financiële steun aan de bezette gebieden met enkele miljoenen euro’s verhoogt, en ook niet doordat drie Palestijnse dorpen zojuist zijn aangesloten op het waternet. Dit alles gebeurt binnen de context van een gewelddadige onderdrukking, die alle facetten van het dagelijkse leven bepalen. In werkelijkheid verslechtert de situatie van de Palestijnen. Als een mens zich in abnormale omstandigheden bevindt dan ontwikkelt hij zich psychologisch abnormaal, denkt hij abnormaal, handelt hij abnormaal. De algehele situatie wordt geleidelijk aan steeds uitzichtlozer, tot de oorzaak van de abnormaliteit stopt. Alles, het hele leven, is onder een bezetting abnormaal, niet slechts één onderdeel ervan. Op dit moment bevinden we ons in de absoluut verschrikkelijkste fase van onze geschiedenis, want nooit eerder is er een gewapende strijd geweest tussen verschillende Palestijnse facties. En dat geweld komt voort uit de abnormaliteit van de bezetting. Ik bedoel daar niet mee te zeggen dat als de bezetting stopt we intern niet zullen strijden, maar we zouden de kans krijgen geweldloze manieren te vinden om de onderlinge tegenstellingen te overbruggen. Ik ben niet iemand die de schuld van alles meteen aan de bezetter geeft, maar in dit geval is de bezetting wel degelijk de oorzaak. Zonder buitenlandse interventie ontwikkelen mensen mechanismen om vreedzaam naast elkaar te kunnen leven. Maar door het externe geweld van de langdurige bezetting is de harmonie binnen onze samenleving ernstig verstoord geraakt en daarom zeg ik dat de militaire bezetting de voornaamste oorzaak is van onze huidige problemen… Ongeveer 53 procent, dus meer dan de helft van de Palestijnen is onder de 18 jaar, dus als de bezetter bijvoorbeeld huizen vernietigt dan zijn het vooral jongeren die getroffen worden, dat geldt ook voor de talrijke en veelvuldige beperkingen in onze bewegingsvrijheid. De confrontatie met het wrede geweld van een bezetting creëert zowel lichamelijke trauma’s als psychische. Die trauma’s weerspiegelen zich niet bij iedereen op dezelfde manier, het is afhankelijk van iemands karakter en de wijze waarop de omgeving hem of haar opvangt. Duidelijk is wel dat het hele leven getekend wordt door de terreur van de langdurige onderdrukking, sommige effecten zijn onmiddellijk te zien, andere symptomen zijn pas veel later zichtbaar. Ik geloof niet zo erg in statistieken, maar ik weet één ding uit ervaring: een bezetting laat diepe sporen in je achter. Wanneer die zich tonen, en hoe die zich tonen, dat weet niemand, ook jijzelf niet. Sommigen weten zich van de ergste effecten te bevrijden, anderen niet, sommigen worden er sterker van als mens, anderen worden erdoor vernietigd. Op onze scholen is het percentage van kinderen met leerproblemen bijzonder hoog. Uit onderzoek blijkt dat de abnormaliteit van een onderdrukking de oorzaak hiervan is. Bijna alles hier heeft te maken met de langdurige Israëlische interventie in ons dagelijks leven. Sociale wetenschappers die onderzoek verrichten, zijn regelmatig verbaasd over de uiteenlopende reacties. Er zijn kinderen die vol goede moed de Muur met graffiti bespuiten, terwijl anderen de deur niet uitdurven, er zijn veel kinderen die achtervolgd worden door nachtmerries, maar er zijn ook kinderen die op tanks springen, die met stokken en stenen op de tanks afgaan. Hoe dan ook: al deze reacties zijn niet normaal. En zelfs degenen met de beste cijfers op school blijken door de bezetting te zijn gevormd, maar dan op een manier die hem of haar juist motiveert meer te bereiken. Wat er echter binnen in hem of haar gebeurt, weten zelfs de wetenschappers niet precies. Daar moet nog veel meer onderzoek naar worden gedaan. Vandaar ook dat ik huiverig sta tegenover statistieken zodra het over trauma’s gaat. Een trauma kan de één stimuleren en de ander te gronde richten. Zodra de bezetting eindigt, zullen we werkelijk onze trauma’s onder ogen moeten zien. Het probleem is dat wij Palestijnen er niet over praten. Ikzelf bijvoorbeeld heb verschillende keren in de gevangenis gezeten, maar heb zelfs nooit met mijn vrouw over mijn ervaringen gesproken. Niet omdat ik dit niet wil, maar ik kan het niet. Ben ik nu een normaal mens? Ik weet het niet, ik heb soms mijn twijfels. Ik geloof dat ik diep in me iets verberg, waarover ik zou moeten praten of schrijven. Met andere woorden: het is bijzonder moeilijk om te bepalen wat precies de gevolgen zijn van langdurig onrecht en geweld. Ik kan u wel zeggen dat iedereen erdoor beïnvloed is, zelfs de meest talentvolle en levendige kinderen, die een rijk sociaal leven leiden en die aan volksdansen meedoen en in zangkoren zitten, zijn door het geweld gevormd, allen ondervinden aan den lijve de dagelijkse terreur van de bezetting. De voortdurende vernedering dwingt ons óf te gehoorzamen óf te rebelleren. Wanneer men zich verzet, zijn er twee alternatieven: je gedraagt je als een beest omdat de Israëli’s je als een beest behandelen, of je wordt politiek actief. Mannen voelen die onderdrukking meer dan vrouwen en dat komt omdat de samenleving mannen een andere rol heeft gegeven. De vernedering komt bij hen harder aan. Bovendien zijn vrouwen, ook in onze samenleving, sterker dan mannen. Ze zijn opener en directer, geven ongezouten kritiek, mannen potten meer op. Vrouwen kunnen hun angst onder ogen zien en schamen zich niet om over hun angst en zorgen te praten of om hun zwakheden te tonen, om te huilen als daar reden voor is. Dit in tegenstelling tot mannen, die hun gevoelens onderdrukken, ze moeten immers mannelijk lijken. De effecten van de bezetting komen bij hen harder aan dan bij vrouwen. Soms doen buitenstaanders onderzoek naar huiselijk geweld hier, maar zelden leggen ze verband tussen het huiselijk geweld en de bezetting. Men gaat ervan uit dat de Palestijnen tot een tribale, patriarchale maatschappij behoren waarbij het gebruikelijk is dat mannen hun vrouwen slaan. Maar ze zien dit gedrag niet in de context van een langdurig en zwaar onderdrukte samenleving waarbij huiselijk geweld tevens een reactie is van een man die publiekelijk door bewapende soldaten is vernederd en eenmaal thuis op zijn beurt vrouw en kinderen vernedert.’ Meer van dit interview kun je in mijn boek De oneindige oorlog lezen dat volgende maand bij uitgevrij Atlas verschijnt.

En nu komen we op het punt dat voor mij van belang is. Jij schrijft: ‘Slachtoffers zijn niet noodzakelijkerwijs nobele mensen, Stan.’ Dat klopt, maar waarom moeten ze dat van jou zijn, Carl? Waarom is dit voor jou relevant? Bestond het Nederlands verzet in de Tweede Wereldoorlog uit ‘nobele mensen’? Nee natuurlijk, het verlangen nobel te zijn was niet het belangrijkste motief, het verzet bestond uit mensen die het onrecht niet langer meer lijdzaam konden accepteren, dan wel op zoek waren naar een avontuurtje, of zich wilden verrijken, enzovoorts. Talloze los van elkaar staande drijfveren speelden een rol. Zaten en zitten er gangsters onder het verzet? Ja, natuurlijk! Afgezien van allerlei mogelijk biologische, genetische oorzaken die een verzetstrijder vormen, zijn er vooral ook sociale oorzaken. Elke langdurige onderdrukking vervormt de mens. Sterker nog, het vervormt niet alleen de onderdrukte, maar ook de onderdrukker zelf. De in Martinique geboren Franse zwarte dichter en denker Aimee Cesaire vatte het zo samen:
'The colonizer, who in order to ease his conscience gets into the habit of seeing the other man as an animal, accustoms himself to treating him like an animal, and tends objectively to transform himself into an animal... They thought they were only slaughtering Indians, or Hindus, or South Sea Islanders, or Africans. They have in fact overthrown, one after another, the ramparts behind which European civilization could have developed freely.'

Mijn vraag is dan ook: waarom moeten slachtoffers ‘nobele mensen’ zijn van jou en ook van het met mij bevriend echtpaar? Er doet zich een psychologische merkwaardig proces voor: slachtoffers moeten in onze westerse cultuur altijd alleen maar slachtoffer zijn, een volledig onbevlekt slachtoffer, een 'nobel' slachtoffer. Ze moeten weerloos blijven, dus het eeuwige slachtoffer. Slachtoffers mogen zeker niet in verzet komen, autonoom optreden, want dan ontdekt de buitenstaander dat ook zij ‘geen lieverdjes zijn’, en dus geen ‘nobele mensen’. Uit jouw reacties op mij blijkt dat het onbesmet zijn van een slachtoffer voor jou een belangrijk criterium is. Waarom? Waarom is dat voor jou relevant? Is voor jou het feit relevant dat het Nederlandse verzet niet bestond uit allemaal ‘nobele mensen’? Nee, natuurlijk. Waarom is dat criterium dan ineens bij de Palestijnen voor jou wel een belangrijk criterium?

Natuurlijk hebben Hamas en sommige andere Palestijnse organisaties terreurdaden gepleegd, niemand ontkent dat Carl, maar dat doet Israel ook, en dat bevestig je met een zin als deze: ‘ik weet dat Israel de Conventie van Genéve doorgaans aan zijn laars lapt.’ De vraag is alleen waarom je het Palestijnse verzet langs een morele meetlat legt en de joods-Israelische strijdkrachten niet? Je zult nooit, maar dan ook nooit in jouw krant spreken van Israelische terreur. Waarom niet? Vanwaar toch dat onderscheid? Wat is daar journalistiek relevant aan? Waarom is het onderwerp ineens niet langer meer de langdurige bezetting door Israel, en de belegering en al die andere schendingen van het internationaal recht, maar is het onderwerp voor jou de morele kwaliteiten van Hamas en daarmee van het gehele Palestijnse volk? Het enige resultaat van je werkwijze is dat de lezer denkt, ja alles goed en wel, maar ‘ook Hamas zijn geen lieverdjes,’ terwijl de hele context van het geweld achter de horizon is verdwenen, onzichtbaar is gemaakt en de lezer het idee krijgt dat het geweld voortkomt uit Hamas-raketten. Dit is bewust verwarring zaaien, met als gevolg dat het lijkt alsof de Palestijnen de agressors zijn. Het volgende schreef de joods-Israelische hoogleraar Benjamin Beit-Hallahmi over deze taktiek: ‘Het lijden van de joden door de eeuwen heen, en speciaal tijdens de Holocaust, is gebruikt om het ontzeggen van Palestijnse rechten te rationaliseren en te rechtvaardigen. Dit is zo doeltreffend gebeurd dat de Palestijnen beschouwd worden als de agressors in het Israëlisch-Palestijnse conflict, dat gezien wordt als een simpele voortzetting van de eeuwenlange joodse vervolging.’ En degenen die een doorslaggevende rol spelen in het verspreiden van deze propaganda zijn de journalisten, de mensen zoals jij, Carl, die Israelische oorlogsmisdaden verkoopt als ‘beheerst en effectief’. Er druipt bloed aan je pen. Jij kunt dit alles consequentieloos doen, het zijn anderen, met name vrouwen, kinderen, bejaarden die de rekening betalen voor jouw propaganda.

9 opmerkingen:

Anoniem zei

Duidelijk Stan.
Mijn ervaring ,als ik met mensen over Gaza praat,is dat ze een zeer uitgesproken mening hebben,maar totaal geen feitenkennis.
Hun mening is gebaseerd op de media (des)informatie.Je hebt heel veel lef nodig om dat beeld in je kop te herzien.Een echt goeie
journalist is daarom ook niet zomaar iemand.....

Anoniem zei

Beste Stan (en Sonja),


Veel van wat ik heb beweerd, houd ik overeind. Maar niet alles. Op hetgene waar het bij jou in de eerste plaats om draait, moet ik terugkomen. Ik heb mijn artikel, dat de inzet is van deze voortgaande discussie, nog eens kritisch gelezen. Nu eens écht kritisch gelezen. Daar hebben jij en Sonja en wie deze discussie verder ook mag volgen, immers wel recht op. Ik het het dus proberen te lezen met jullie ogen. En sommige van mijn formuleringen verdienen geen schoonheidsprijs. Sterker nog, de schoonheidsprijs is wel het laatste wat ze verdienen.

Het was absoluut mijn intentie niet het optreden van Israel goed te praten, dat moet je maar in goed vertrouwen van mij aannemen. Maar dat jij, en hoogstwaarschijnlijk dus ook anderen met jou, die gevolgtrekking hebben gemaakt, kan ik me voorstellen. Ik heb de plank misgeslagen, en daar ben ik, hm... niet fier op.

Je vraag is missschien nu hoe dat kon gebeuren. Om daarop een antwoord te geven, zal ik toch even moeten psychologiseren, iets over mijzelf moeten vertellen (sorry, Sonja.)

Toen het jongste bloedvergieten in Gaza uitbrak, kwamen, bij mij, ´professional´ en ´mens´ met elkaar in botsing. Ik ben een aantal keren in Gaza geweest, en het klinkt misschien vreemd, of niet, maar ik had er niets van willen missen. Aardige mensen ontmoet, aangrijpende verhalen gehoord en aangrijpende dingen gezien, met andere woorden: het was zowel in journalistiek als in menselijk opzicht een verrijking, ondanks alle ellende. Je zult hierin vast wel iets herkennen, Stan.

Goed, deze geweldsuitbarsting in Gaza hakte er bij mij in. Natuurlijk heeft Gaza veel vaker blootgestaan aan buitensporig geweld, maar deze keer was het erger dan ooit. Het nam bezit van me. Dat was ik niet gewend, en daardoor heb ik op de rem getrapt. Tegen mijzelf gezegd: hoho, laat je niet meeslepen. Houd het hoofd koel. Professioneel blijven! Is het allemaal zo erg als het lijkt, of zit er meer achter? Journalistieke distantie!

In mijn verhalen uit en over conflictgebieden heb ik door de jaren heen een onderkoelde, feitelijke toon gebezigd. Dat is nu eenmaal mijn stijl. De feiten, indien juist beschreven en in de juiste context geplaatst, spreken immers voor zich. Het is niet de taak van de auteur zijn gevoelens aan de lezer mede te delen, maar gevoelens in de lezer los te maken, ´alsof hij er zelf bij is geweest´.

Maar dat is wel een evenwichtsnummer tussen afstand en betrokkenheid en nu ben ik van deze evenwichtsbalk afgelazerd. Ik ben in een krampachtige objectivering geschoten. Ofwel: door het Israelische perspectief te veel op te zoeken, heb ik mijzelf wijsgemaakt dat ik objectief was en mijn emoties in de hand had. Ik schreef niet wat ik meende - en meende juist dat dit goed was.

De woorden ´beheerst en effectief´ zijn volstrekt ongepast. Gelijk heb je, Stan. Ik heb ze in vorige posts als ´bewust klinisch´ gekwalificeerd. Daarmee wilde ik laten uitkomen dat ik boven de gebeurtenissen stond, dat ik er nog steeds nuchter en feitelijk over kon berichten. Maar ik had er beter nog eventjes naar kunnen kijken en mijzelf de vraag moeten stellen: wat heb jij daar nu eigenlijk opgekalkt, meneer de objectieve, superieur koelbloedige journalist? Als ik dat had gedaan, zou ik tot de conclusie zijn gekomen dat wat ik had opgetikt, niet klinisch meer was, maar wreed, onmenselijk.

Het probleem van ons vak is dat we ons geen ´slips of the pen´ kunnen veroorloven, zoals een arts het zich niet kan veroorloven om een slordige diagnose te stellen, op basis van een op dat moment opspelend innerlijk ongerief.

Druipt er bloed aan mijn pen, zoals jij schrijft? Ik hoef niet stan te pede als medeplichtige aan Israelische oorlogsmisdaden te worden gebrandmerkt, want er staan heel veel andere verhalen van mij tegenover die jij niet kent en die jij dus irrelevant mag vinden, maar dat zijn ze niet voor mij. Ik heb mij in veruit de meeste gevallen behoorlijk en naar beste weten van mijn taken gekweten. Dat weet jij niet, maar ik wel. Dat jij, op basis van één verhaal, mij geheel en al als propagandist, racist, enzovoorts, meent te mogen neerzetten, dat jij op basis van één verhaal meent te weten wat voor soort journalist ik ben, is voorbarig. Maar dat ik in dit verhaal Israelische oorlogsmisdaden verdonkeremaan, klopt. En het is ook terecht dat jij passages in dit verhaal aan de schandpaal hebt genageld. Je hebt de zaak op scherp gezet, al heeft het enige tijd geduurd voordat ik mijzelf gewonnen gaf.

Ik voel verder niet de behoefte zoete broodjes met je te bakken. En ik sta ook niet voor een tribunaal. Jouw vorm van journalistiek bedrijven is niet de mijne, want ik vind dat jij jezelf iets te belangrijk maakt. Ik denk niet dat dit ijdelheid van je is, maar het bevalt me gewwon niet zo. Maar jezelf helemaal wegpoetsen, zoals ik in het gewraakte verhaal heb gedaan omdat ik geen last wilde hebben van mijn gevoel, het wilde kaltstellen, is natuurlijk ook niet de manier.

Nu even de slachtoffers die van mij nobel moeten zijn. Slachtoffers hoeven van mij niets te zijn, Stan, ik wil slachtoffers beschrijven zoals ze zijn, het gaat niet om mij, maar om de slachtoffers. Hun daden moeten worden beschreven, maar natuurlijk ook de motieven, oorzaken en redenen voor hun daden. Natuurlijk, natuurlijk. Ik verkeerde in de veronderstelling dat jij vond dat slachtoffers nobel zijn. Dat blijkt dus niet het geval, prima. Ik heb je realiteitszin onderschat. Wel, dat doet me deugd.

Ik begrijp echter niet op grond waarvan jij denkt dat ik vind dat alleen de slachtoffers en niet de daders langs de morele meetlat moeten worden gelegd. Of dat ze langs een gelijke morele meetlat moeten worden gelegd. Ik zou het prettiger gevonden hebben als je had gevraagd óf ik dat vind, dan wáárom ik dat vind.

Ik heb mijn morele meetlat niet in de aanslag. Evenzo als slachtoffers moeten worden beschreven zoals ze zijn en waarom ze zo zijn, moeten daders worden beschreven zoals ze zijn en waarom ze zo zijn, in zo veel mogelijk relevante facetten. En verder vind ik dat misstanden, door wie ze ook worden gepleegd, openbaar moeten worden gemaakt - ja, én verklaard, in een perspectief geplaatst, enzovoorts, opdat duidelijk wordt wat de hoofdoorzaak is van het probleem.

Geboren criminelen zijn zeldzaam. Dat ze crimineel zijn geworden, daar zit vaak ook een heleboel achter. Daar kunnen weer maatschappelijk misstanden of misstanden in de persoonlijke levenssfeer achter zitten. Betekent dit dat criminelen geen rekenschap hoeven af te leggen? Stel, een Palestijn doodt een Israelische burger. Deze burger is, geheel buiten zijn schuld, in Israel geboren, heeft in Israel zijn leven, werk en wortels, het lot heeft hem tot een Israelische burger gemaakt. Misschien vindt hij wel dat de Palestijnen net zo goed recht hebben op een staat als hij. Misschien ijvert hij op zijn manier daar wel voor. Die Israelische burgers zijn er ook, al lijken ze in aantal af te nemen. Dat weet die Palestijn niet, hij doodt de Isralier zonder hem dat te vragen. Als hierbij de bezetting waaronder hij lijdt als verzachtende omstandigheid mag worden aangevoerd, dan mag je, bij wat een Isralier doet, de Holocaust er dus ook bij halen. In mindere mate, omdat de Holocaust voorbij is en de bezetting niet, omdat de Palestijnen geen schuld hebben aan de Holocaust en Israel wel schuld heeft aan de bezetting - maar toch.

Even voor de duidelijkheid: ik zeg niet dat je er zus of zo over denkt. Ik teken dit gewoon op ter overweging.

Hamas, Stan, dat zijn geen lieverdjes. Nee, en Israel, dat zijn al helemàààl geen lieverdjes. Hamas, Stan, dat zijn óók geen lieverdjes, en zo is het. Jouw bevriende echtpaar wilde misschien alleen zeggen dat de zaken niet geheel zwart/wit liggen, zonder te weerspreken dat het spectrum in Israelische richting duidelijk het zwartst uitslaat.

Zouden de ideologen van Hamas hun onprettige ideeen aan de bezetting te danken hebben? Ik twijfel. Het lijkt me zeer moeilijk te achterhalen. Wacht even, Stan, ik maak wel degelijk een onderscheid tussen iemand als Khaled Meshal en de vluchtelingen in, pak´m beet, Rafah, Khan Younis en Jabaliya, die op zijn beweging hebben gestemd. Hoe kom je erbij dat ik de morele kwaliteiten van het gehele Palestijnse volk gelijk stel aan die van Hamas?

Ja, Hamas heeft zijn succes voor een groot deel te danken aan de omstandigheden waaronder de Palestijnen moeten leven, en die omstandigheden zijn weer te wijten aan de Israelische politiek. Monster van Frankenstein, enzovoorts. Dat zet ik er allemaal weer voor jou bij, zoals ik het ook ten behoeve van het lezerspubiek van mijn commerciele massamedium heb opgeschreven, want je richt je pijlen vaak op wat ik niet schrijf omdat ik veronderstel dat het onomstreden is, althans: tussen ons, mensen die er wat meer van weten.

Maar Hamas, dat zijn ook geen lieverdjes, er is niets mis mee om dat op te merken. Moet dát soms worden verzwegen? Betekent het, wanneer je dit niet verzwijgt, onmiddellijk dat de Israelische wandaden onderbelicht blijven? Behoren de morele kwaliteiten van Hamas tot verboden informatie?

Lieverdjes waren ook de Palestijnse schutters niet die de levens van Palestijnse kinderen welbewust in gevaar brachten, door over hun hoofden naar Israelische soldaten te schieten, waarop deze terugschoten en daarbij gelukkig geen kinderen raakten. Ik heb dat duidelijk waargenomen. Dat is dus geen Israelische propaganda, dat gebeurt écht, en het is geen actie van wat loslopende gangsters, het is taktiek. Ik heb het - helaas - niet opgeschreven, omdat ik het niet wilde geloven en mijn waarneming niet vertrouwde, en uit de onterechte, misschien zelfs laffe vrees een verkeerd accent te leggen in mijn berichtgeving over slachtoffers en daders.

Maar wacht, wacht, wacht, Stan, als dat roadblock op de weg naar die nederzetting - Beit-El bij Al-Bireh - er niet was geweest, als de nederzetting er niet was geweest, dan waren die schutters er ook niet geweest. Ik zet het er maar weer even bij, voor het geval je denkt dat ik te dom of gewetenloos ben om dit evidente feit te erkennen.

Tot zover,
Carl

De Viegende Karper zei

Prachtige Blog. Schitterende teksten. Ik kreeg een berichtje binnen van een zekere YELAMDENU dat toen ik checkte oorspronkelijk van deze blog bleek te komen. Ik heb op mijn Blog ook een en ander over Gaza. Je mag alles overnemen, behalve de posting van Noam Chomsky, die is copyrighted. Heb veel beelden uit Gaza. Als je ze kunt gebruiken, kom ze maar halen.
Mvg.

De URL van mijn Blog is feitelijk
http://thewingsofthecarp.wordpress.com/. Ik post hier wel met het ID van mijn andere blog, maar dat is meer een kladblog.
Mvg
Daniël Verhoeven uit Gent, België

Anoniem zei

Tjezus Stan, al die citaten van je van mensen die je gesproken hebt. Maakt je me nix wijzer mee. Carl heeft n punt: onder de doden zitten vast ook een paar raketwerpertjes. Daar hoef je geen tweede wereldoorlog voor erbij te slepen om alles te ontkrachten of je punt te maken. Feit is dat Hamas raketjes is beginnen te gooien en dat Israel dat niet leuk vindt. Geloof trouwens niet dat t probleem ooit wordt opgelost. Daar is t namelijk een veel te moeilijk probleem voor, zelfs voor iemand als stan van houcke.

Anoniem zei

Hallo Stan (en Sonja),

Ik breng het met enige schroom onder de aandacht, maar wellicht dat onderstaand verhaal aardig is in de discussie daders/slachtoffers (voor wat de jongens in dit verhaal zeiden, had ik trouwens behoorlijke bewondering).

donderdag 07 juni 2007
'Ze wilden ons breken, kapot maken'
Door CARL STELLWEG

LEIDEN - Soms steken ze een groetende hand op, niet zozeer uit behoefte aan toenadering, maar uit doodgewone medemenselijkheid.
De blikken die ze terugkrijgen, zijn moeilijk op waarde te schatten, maar in elk geval intimiderend.

Kolonisten - het zijn de enige Israëlische burgers die de Palestijnen Shehadah Salah (15) en Ziad Mahfuth (16) ooit zien. Het andere soort dat hun pad kruist is altijd gewapend, blaft hen af, dreigt hen, legt hen verboden op, slaat hen. En zorgt er soms ook voor dat ze om betrekkelijk kleine vergrijpen achter de tralies verdwijnen, hoe jong ze ook zijn.

Des te opvallender is de kalme, niet eens bittere wijze waarop ze de relatie met hun bezetters analyseren: ,,Dat we niet weten wat voor mensen Israëliërs zijn, komt door hen, niet door ons.’’

Op initiatief van de Nederlandse Stichting Talliq (‘vrijgelaten’), die zich inzet voor de rechtspositie van Palestijnse kinderen, zijn Shehadah en Ziad in Nederland om te vertellen over hun ervaringen in de Israëlische gevangenissen waar zij respectievelijk vijftien en negen maanden verbleven. In het kader van de herdenking, deze week, van de 40-jarige bezetting van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook.

Voor het eerst zijn de twee jongens in het buitenland. En wat blijkt? Ze missen de hachelijke plek die hun thuis is. ,,We dachten dat alles in Nederland fantastisch zou zijn,’’ zegt Shehadah. ,,Dat is ook zo, maar toch is Nederland geen Palestina, beseffen we nu. Daar horen we, daar willen we naar terugkeren.’’

Zowel Shehadah (uit het dorpje Al-Khadr bij Betlehem), als Ziad (uit het vluchtelingenkamp Al Aroub bij Hebron) werd om een klassieke reden opgepakt: stenen gooien. Ontkennen had geen zin. Ze waren gefilmd en gefotografeerd. Hoe ver de bezetting reikt, was hen tot dan niet bekend. ,,We wisten niet dat de Israëliërs alles en iedereen zo scherp in de gaten houden.’’

Hoewel een bekentenis dus niet eens nodig was, ontsnapten de twee niet aan een zeer brute behandeling. Ziads gezicht werd, nog tijdens het transport naar het ondervragingscentrum, met de kolf van een geweer bewerkt, Shehadah moest op de grond van een militair voertuig gaan liggen, waarop hij de macht en de kracht van Israëlische legerkisten voelde. Ze drukten zo hard door dat hij van zijn stokje ging. Eenmaal in het ondervragingscentrum aangekomen, mocht er anderhalf uur worden ‘uitgerust’, daarna begon het molesteren opnieuw.

Shehadah bracht twee weken in een dergelijk centrum door en Ziad 25 dagen. Ziad werd er nog in zijn been geschoten. Daarop werden ze overgebracht naar de Telmond-gevangenis tussen Tel Aviv en Haifa. En hoewel daar van fysieke mishandeling vrijwel geen sprake meer was, begon daar pas de echte beproeving: de afzondering, voor langere duur, van de eigen familie.

Tijdens zijn detentie van vijftien maanden zag Shehadah zijn moeder drie keer en zijn vader slechts een keer. Ziad kreeg in negen maanden niet meer dan drie keer bezoek. Oorzaak: Israël is voor niet-joodse inwoners van de bezette gebieden verboden gebied. Uitzonderingen kunnen worden gemaakt, maar vergen nogal wat bureaucratische rompslomp. Bovendien is de reis, vanwege de vele checkpoints, voor de familie een mijl op zeven: voor het krieken van de dag moet er worden vertrokken, ’s avonds laat is men pas weer thuis, voor een bezoek van drie kwartier. En dan kwamen de ouders van Shehadah ook nog eens twee keer voor niets: hij was die dag naar de rechtbank overgebracht, maar dat was hun niet meegedeeld.

Wanneer buiten de gevangenis iets gebeurde - een aanslag bijvoorbeeld - brak de hel los. Dan was de beruchte methode van de collectieve straf van kracht. ,,Ze spoten onze cel vol met pepperspray en sloegen ons vervolgens in elkaar,’’ zegt Ziad.

Een hap van twee jaar uit twee jonge levens, voor het gooien van wat stenen; een behandeling die geheel indruist tegen de Conventie voor de Rechten van het Kind, die door Israël is geratificeerd, wat zou daar volgens de jongens zelf achter zitten? ,,Het ging er niet om ons te straffen,’’ zeggen ze, ,,maar om ons te breken, van binnen kapot te maken.’’

Het verhaal van de twee is natuurlijk moeilijk te verifiëren. Maar het komt wel overeen met tientallen getuigenissen van leeftijdgenoten, die uitgebreid door mensenrechtenorganisaties zijn gedocumenteerd. Dit zijn feiten: voor de Israëlische justitie is een Palestijn op zijn 16de volwassen, een Israëliër pas op zijn 18de. Het verschil doet er niet eens veel toe: alle Palestijnen uit de bezette gebieden tegen wie een aanklacht is ingediend, worden voor een militair tribunaal voorgeleid, ongeacht hun leeftijd. Een kinderrechter komt er nooit aan te pas.

Maar voor Shehadah en Ziad is vrede tussen Israël en de Palestijnen nog steeds een optie. Inshallah, als Allah het wil, verzuchten ze. ,,Wij hebben niets tegen Joden,’’ voegen ze er aan toe. ,,Alleen tegen zionisten. Het probleem is dat het onderscheid vaak moeilijk is te maken.’’

Sonja zei

Bedankt voor je ontboezeming Carl. De vraag is vervolgens: (hoe) ga je dat in de krant corrigeren?

"Kolonisten - het zijn de enige Israëlische burgers die de Palestijnen Shehadah Salah (15) en Ziad Mahfuth (16) ooit zien. Het andere soort dat hun pad kruist is altijd gewapend, blaft hen af, dreigt hen, legt hen verboden op, slaat hen.
Voor zover je the big picture niet begrepen hebt: kolonisten zijn óók bezetters. En die zijn óók bewapend. Die blaffen ook af, bedreigen ook, spugen, treiteren, vernielen Palestijns bezit, etcetera. Het is 'hetzelfde soort' Carl, alleen met een ander uniform. Wanneer je dat niet weet of begrijpt ben ik van harte bereid je van vele bronnen te voorzien.

Anoniem zei

Sonja,

Dank je voor je laatste kat. En je belerende toontje. Ik weet héél goed wat kolonisten zijn, dus jouw bronnen heb ik voor de big picture niet nodig, al mag je me gerust van bronnen voorzien, er zit vast genoeg tussen wat de moeite waard is.

Ik zou jou een verhaaltje kunnen toesturen van mij in het AD, over kolonisten in de Gazastrook die ik acht jaar geleden sprak, vlak na het uitbreken van de Al-Aqsa Intifadah.

Een van deze kolonisten zei me: ,,We schieten Palestijnse kinderen dood en dat is verkeerd.´´ En nadat ik hem bemoedigend had toegeknikt: ,,Het is beter om hun huizen te vernielen, want ze geven meer om hun huizen dan om hun kinderen.´´

Ik weet dus wel iets over kolonisten.

Overigens zijn niet alle kolonisten even erg. Je hebt ze in gradaties van ´ergte´. Die in Gaza waren erg, die in het centrum van Hebron zijn het allerergst. Niet alle kolonisten gedragen zich zo onheus ten opzichte van de Palestijnen als je hierboven heb geschetst. Ik hoop niet dat je dit weer een schandalige nuancering vindt.

De twee jongens repten niet van onheuse behandeling door kolonisten en dat heb ik hun dus niet in de mond gelegd. Dat ze die kolonisten groeten, lijkt er op te wijzen dat ze niet al te bang voor hen zijn. Sorry, als ik je met deze jongens heb teleurgesteld.

Hou ik mijn fout goed ga maken? Niet met een rectificatie, als je dat soms verlangt, maar door dergelijke fouten niet meer te maken.

Groet,
Carl

Anoniem zei

Hé Sonja,

Uit een interview van mij met de historicus Menachem Klein, begin dit jaar gepubliceerd in de weekendbijlage van het AD.

,,De nederzettingen zijn niet alleen een zaak van de kolonisten. Ze zijn een project dat is verankerd in de nationale ideologie en politiek. Israël is begonnen als een staat van pioniers, vandaar dat het afbreken van nederzettingen zo gevoelig ligt, het is alsof je de grondbeginselen van de natie ondermijnt. Daarnaast is sprake van een verregaande militarisering. Alle nederzettingen zijn zwaar beveiligd, alle kolonisten zijn gewapend, veel militairen wonen tussen de kolonisten in de nederzettingen en als er een riskante operatie op stapel staat, voeren kolonisten en militairen deze meestal in eendrachtige samenwerking uit. Kolonisering en militarisering zijn dus vervlochten. Zie zo’n structuur maar eens af te breken, en propageer in dergelijke omstandigheden maar eens een niet-militaire benadering.’’

Iets verderop:

,,Wij weten alles beter, wij kunnen alles beter. Wij pikken ideeën van anderen op en maken die beter. We zijn in de greep geraakt van een meerderwaardigheidscomplex. Heel opmerkelijk, want zoiets heeft eeuwenlang geen deel uitgemaakt van de joodse cultuur. Het is ontstaan na de zionistische revolutie, de emigratie van joden naar Palestina die aan het begin van de vorige eeuw op gang kwam en door de Tweede Wereldoorlog werd versneld. Het joodse nationalisme veranderde van een passieve in een actieve ideologie. Onze militaire successen hebben mede bijgedragen aan de mythe van de nobele, briljante, dappere jood. Geheel in strijd hiermee is de enorme angst om onszelf werkelijk te leren kennen, om onze daden eerlijk onder ogen te zien.’’

Groetjes,
Carl

Sonja zei

Het was geen "belerende kat" Carl, en ook niet zo bedoeld. Ik meende het serieus, zonder bijbedoelingen. Je schrijft namelijk letterlijk dat "kolonisten" van een "ander soort" zijn dan het bezettingsleger, omdat ze zich anders zouden gedragen. En suggereer je dat ze zich 'beter' zouden gedragen dan het IDF. Dat is onjuist en dat meldt ik, en biedt je vriendelijk aan om je van bronmateriaal over dit feit te voorzien. Dat kun je natuurlijk afdoen met het predikaat 'belerende kat'. Maar daarmee wordt het niet minder onjuist.

"Niet alle kolonisten gedragen zich zo onheus ten opzichte van de Palestijnen als je hierboven heb geschetst."
Ja Carl, er bestonden ook vriendelijke bezetters in Nederland tijdens WOII.
Sterker nog, vrijwel iedereen is tegen oorlog en voor vrede, Israëliers en Palestijnen gelijk. Dat is een feit, maar binnen de context van de realiteit is het lucht, en gratuit.
Wanneer jij drie alinea's krijgt om de lezer te informeren over de illegale nederzettingen op de Westoever, ga je dan een verhaal houden over vriendelijke kolonisten? Ik mag hopen van niet.

Een deel van je betoog is doorspekt met suggesties over mijn vermeende opvattingen en gevoelens waar ik geen tijd aan wil besteden. Tenminste, ik ga er van uit dat je je niet zal beroepen op een paranormale talent waardoor je van tevoren al weet hoe ik ergens op zal gaan reageren. En waarom het nodig is dat je je van tevoren moet indekken voor mijn reactie begrijp ik niet.

Wat Klein stelt over het 'meerderwaardigheidscomplex' van de Israëliers zie ik als de helft van het verhaal. Er is namelijk ook een enorm slachtoffercomplex, waar de Palestijnen ook voor moeten boeten. Niet voor niets stelde Naftaniël van het CIDI: "Schoolkinderen moeten joden ook weer als slachtoffer leren zien. De tendens is nu dat men, door het conflict in Israël, joden als daders ziet." Het beeld van de kleine, kwetsbare doch moedige "Joodse staat" moet immers in stand gehouden worden, en hoe kun je dat beter doen dan onze kinderen op school te laten leren dat mensen die het joodse geloof hebben eeuwige slachtoffers zijn, en dus ons mededogen en steun verdienen.