Stan van Houcke Vredesjournalist van het jaar 2003
| (1909-1973) Bij K.B. van 8 december 1944, No. 7, benoemd tot Ridder der 4e klasse der Militaire Willems-Orde wegens: "Als Commandant van Onze Onderzeeboot "Zwaardvisch" grooten moed, beleid, bekwaamheid en doorzettingsvermogen betoond tijdens twee patrouilles, respectievelijk in Augustus en October 1944, te weten: tijdens den patrouilletocht in de Java-Zee in October 1944, niettegenstaande zware vijandelijke tegenwerking, met succes een kort-afstand torpedo-aanval bij daglicht uitgevoerd op een zwaar beschermden Japanschen mijnenlegger van 3500 ton, tengevolge van welken aanval dit schip tot zinken werd gebracht. Bovendien, tijdens dezen tocht nog één Duitsche onderzeeboot, twee vrachtschepen, een tankschip en met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een tweeden Japanschen mijnenlegger van hetzelfde type als de eerstvermelde tot zinken gebracht." © Foto: P.G.H. Maalderink, "De Militaire Willems-Orde sedert 1940" |
![]() © Foto: K.W.L. Bezemer, "Verdreven doch niet verslagen" Op 25 januari 1945 werden op de Nederlandse basis te Fremantle 13 opvarenden van de Hr.Ms. Zwaardvisch https://www.unithistories.com/officers/bio/dutch/Goossens_HAW.html |
'Ik wil een chroniqueur zijn van mijn tijd'
Boudewijn Chorus
Stan van Houcke ken ik uit de tijd dat
hij werkte voor Stad Radio Amster-
dam, de in de jaren '70-'80 zeer goed
draaiende lokale omroep onder lei-
ding van Leo Jacobs. Van Houcke
maakte reportages met een scherp
instinct voor nieuws en dat was in die
roerige jaren van kraken en kroning
in de hoofdstad in ruime mate voor-
handen. Eind jaren '70 nam Van
Houcke het initiatief voor een journa-
listenforum, aan het einde van de
vrijdagmiddag live uitgezonden
vanuit café de Engelbewaarder aan
de Kloveniers-burgwal. Daar werd
het nieuws besproken en becom-
mentarieerd door mensen als
Hans Knoop, Wim Klinkenberg,
Geert Mak en Hans DuIfer. Ik mocht
er ook aan meedoen, want ik schreef
voor het redasseringstijdschrift KRI,
dat enige furore had gemaakt met
primeurs over misstanden in politie-
cellen, bedenkelijk onderzoek op ge-
vangenen door criminoloog Wouter
Buikhuizen, chemische castratie van
zedendelinquenten en nog zo het een
en ander. In het forum zorgde Van
Houcke als voorzitter en gangmaker
niet alleen voor prikkelende state-
ments, maar ook voor introductie aan
de stamtafel van allerlei mensen die
in het nieuws stonden.
Mythe: een oproerkraaier
Zulke programma's bedacht en
maakte Stan van Houcke toen, en ze
waren succesvol, getuige de frequen-
te ophef erover in de krant van zater-
dag. Toen de lont in het kruitvat was
geslagen en Stad Radio rechtstreeks
verslag deed van de rellen in de Von-
delstraat verscheen in Het Parool, dat
zich stevig beconcurreerd voelde, een
zuur stuk waarin beweerd werd dat
Van Houcke krakers uit het hele land
had opgeroepen naar Amsterdam te
komen om deel te nemen aan 'het
verzet.' Dat was gelogen, en de krant
moest rectificeren. Maar de mythe
van partijdige oproerkraaier was
geschapen en die is sindsdien in
stand gebleven. Als ik hem er nu,
ruim twee decennia later, nog eens
naar vraag, plaatst hij het incident in
zijn huidige visie op het journalistie-
ke metier.
Van Houcke: 'De rectificatie in Het
Parool heb ik destijds afgedwongen
met dreiging van een kort geding.
De Parooljournalist die de beschuldi-
ging had geschreven verdedigde zich
met de opmerking dat hij een
bejaarde dame uit Amsterdam-
Zuid aan de telefoon had gehad,
die naar de uitzending had
geluisterd. Maar ja, de rectificatie was een blokje
van drie bij drie centimeter midden
op een pagina, het onheil was al
geschied. Je kunt je afvragen wat zo'n
journalist beweegt om zoiets te
schrijven. Ik ben er intussen van
overtuigd dat het te maken heeft met
een proces van conformisme. Milan
Kundera schreef het al: de media
geven altijd een verschraald wereld-
beeld. Zij bepalen wie belangrijk is en
wie niet, wie de waarheid spreekt en
wie niet, zij bepalen welke woorden
gebruikt mogen worden.
Een actueel voorbeeld. Journalisten
hoor je van uur tot uur zeggen dat er
bezuinigd moet worden. Van wie
moet dat? Van God? Van de Grote
Moloch? Van een meneer bij de bank?
Aan zoiets kun je zien, hoe gestan-
daardiseerd het wereldbeeld al is. Hoe
de journalistiek meedenkt in een heel
eng kader van figuren die willen
bepalen hoe de wereld eruit moet
zien. Dat heet objectiviteit.
Ander voorbeeld. Ik houd me inten-
sief bezig met de Arabische wereld.
Een tijdbom, die bij ongewijzigd
beleid gaat ontploffen. Driehonderd
miljoen Arabieren heeft Europa als
buren, maar wij kijken de andere
kant op. In de Arabische wereld voltrekt zich een gigantische ineenstor-
ting van de economie, er is een enor-
me bevolkingsexplosie, een opko-
mend fundamentalisme. En wat doen
de rijke landen, wat doet Europa? De
politiek van isolatie en importheffin-
gen versterken. Een politiek die
rampzalige gevolgen kan krijgen. Je
zou dus denken, dat de journalistiek
daar bovenop zit. Weet je hoeveel
Nederlandse correspondenten in de
Arabische wereld zitten? Nul!Weet je
hoeveel er in Israël zitten? Een stuk of
tien! Dat geeft al aan hoe we met die
prachtige vrijheid van meningsuiting
van ons omgaan.'
Het wereldperspectief.
Als je met Stan van Houcke praat, zit
je binnen de minuut niet langer aan
de leestafel van een rustig café aan de
Nieuwmarkt, maar midden in de
wereld. 'Mensen vinden mij radicaal,
maar ik vind mijzelf een buitenge-
woon traditioneel iemand. Ik ben
namelijk van mening, dat iedereen
het recht heeft op een dak boven zijn
hoofd, gezondheidszorg, scholing en
bescherming tegen misdaad, de basis
van de civil society die ik als hoogste
goed koester. Maar als je dat doet,
moet je het ook in perspectief kun-
nen zetten en berichten over de
schrijnende armoede en onderdruk-
king elders in de wereld. Dan zie je,
dat iets wat in Zuid-China, in India of
nog dichterbij, in de Arabische wereld
gebeurt oneindig veel belangrijker is
dan de zoveelste opportunistische
oprisping van J.P.Balkenende in Den
Haag. De gevolgen van de ontwikke-
lingen buiten dit polderland zullen
ook voor Nederland oneindig veel
groter zijn, maar er wordt nauwelijks
aandacht aan besteed. En áls er over
wordt gerept, dan is dat van een
oppervlakkigheid waar we ons voor
zouden moeten schamen.
Dat komt omdat ze er niet zitten. De
doorsnee journalist reist 'even' naar
een 'ver land,' probeert zo snel moge-
lijk één van de leiders van het land te
spreken te krijgen en zodra hij daar in
geslaagd is, slaat hij zich op de borst
en vindt dat de zaak geklaard is. Moe-
barak geïnterviewd! Oppervlakkige
vragen gesteld -- want ja weet die
journalist veel wat er speelt -- en is
tevreden met doorgaans onzin-antwoorden. Isla-
mitische leider tegen fundamenta-
lisme! Ja, dat haalt je de koekoek. Een
zetbaas die daar zit dankzij het
Westen. Maar dat op veel plaatsen
fundamentalisten de enigen zijn die
basisbehoeften als scholing en
gezondheidszorg aan het organiseren
zijn, dat weet de uitverkoren intervie-
wer niet.
Van Houcke pakt het anders aan. Hij
reist veel, lang en regelmatig, bouwt
zorgvuldig contacten op. In Arabische
landen, in de Verenigde Staten, in
Israël. Hij zorgt dat hij met allerlei
mensen uit de bevolking in contact
komt, reist daarom met openbaar
vervoer. 'Ik spreek met boeren, met
fabrieksarbeiders, met intellectuelen.
Ik slaap bij mensen thuis, desnoods
op de vloer. Ik wil weten hoe zij leven
en horen wat hen bezighoudt.'
Humanisten en Amnesty
Van Houcke is net terug van een reis
door de Verenigde Staten. Hij heeft
daar onder andere met Danny
Schechter gesproken, een intellectu-
eel in New York die beschouwd wordt als de best ingevoerde deskundige op
het terrein van de massamedia in de
Verenigde Staten. Zijn boek 'The Cor-
perate Media' documenteert hoe de
Amerikaanse media in handen van
een klein aantal megaconcerns is
gekomen, een machtsconcentratie die
zijn weerga in de geschiedenis van de
media niet kent. Eén van de gevolgen
is, dat kritische mensen, zoals
Schechter zelf, of Naam Chomsky, de
historicus Howard Zinn en andere
intellectuelen stelselmatig genegeerd
worden door de pers. De mooie vrijheid
van meningsuiting wordt zo gemani-
puleerd door een kleine groep men-
sen, die gedreven wordt door politieke en economische belangen.
Vrijheid van meningsuiting, een
grondrecht dat ook in humanisti-
sche kringen met verve wordt ver-
dedigd, is volgens Van Houcke echter
al te dikwijls volkomen vrijblijvend. Om dat te illustreren trekt hij
een parallel tussen de actuele posi-
tie van het humanisme en een
internationale organisatie als
Amnesty International. Amnesty
worstelt sinds de veranderingen op
het wereldtoneel na de val van de
Berlijnse muur met de eigen iden-
titeit. Het gaat om mensenrechten.
Die werden voorheen vooral gezien
als vrijheid van meningsuiting en
vrijheid van godsdienst. Dat sloot
prima aan bij het vijanddenken van de Koude Oorlog: in de
communistische wereld ontbeerden
de mensen die rechten immers. Maar
nu is de vraag of mensenrechten niet
ruimer moeten worden begrepen.
Gaat het niet ook om een dak boven
je hoofd, een basisinkomen, goede
scholing, toegang tot gezondheids-
zorg? Het heeft te maken met een fat-
soenlijke manier van globaliseren,
met een rechtvaardige verdeling van
rijkdommen. Dat inzien en onder-
schrijven betekent dat je ervoor pleit
dat de rijke landen een deel van hun
rijkdom zullen moeten inleveren. Of
er bij een dergelijke insteek nog
zoveel goedgevigheid zal overblijven
als tot nu het geval is, is nog even
afwachten. Het betekent natuurlijk
nogal wat voor het mandaat en voor
de taak die de organisatie zich stelt.
Amnesty zit nog steeds in het
ombouwproces, en Van Houcke denkt
dat de humanisten in een vergelijk-
bare fase zitten: 'De mensenrechten
vormen de spil. We moeten de econo-
mische factoren erbij betrekken en de
verdeling tussen arm en rijk. Lekker
progressief, liberaal en vrijzinnig den-
ken is niet meer voldoende voor een
humanist.
Stan van Houcke zegt dat hij blij is
met de prijs van het Humanistisch
Vredesberaad, omdat hij juist in die
kringen voorstanders treft van zo'n
bredere inhoud voor het humanisme.
Over andere humanisten is Van
Houcke minder te spreken. Van Paul
Cliteur bijvoorbeeld, hoogleraar
rechtsfilosofie en onder meer ook
columnist in de Humanist, moet Van
Houcke niets hebben. 'Zijn verhalen
over de vrijheid om te zeggen wat je
wilt, zijn islamkritiek, zijn principiële
atheïsme, sorry hoor maar dat zijn
toch allemaal achterhoedeschermut-
selingen. De
VVD, laat ik het maar duidelijk zeg-
gen, is een partij die puur gebaseerd
is op eigenbelang, vooral economisch
begrepen. Oftewel: zorgen dat de rij-
ken rijker worden. Hoe kan je als
humanist van zo'n partij deel uitma-
ken? En nog zoiets: Cliteur wil het
taboe op de doodstraf doorbreken,
Hofland zei me ooit dat mensen die
de doodstraf terugwillen gewoon niet
deugen. Ik sluit me daar volledig bij
aan:
Ruïnerend poldermodel
Van Houcke ergert zich mateloos aan
het nationale poldermodel. 'In Italië
zou het gewoon corruptie heten, hier
noemen we het het poldermodel. Of
het nu bouwfraude is, een complete
wijk in Enschede die wordt opgebla-
zen, een meneer in Volendam die alle
regels aan zijn laars lapt en jarenlang
bestuurlijk en ambtelijk wordt
gedekt, het kan allemaal maar in pol-
derland en niemand wordt werke-
lijk ter verantwoording geroepen.
Soms worden wel mensen gedag-
vaard, maar veroordeeld worden
ze uiteindelijk zelden of nooit. Er
wordt in dit land een gigantisch
dure spoorlijn aangelegd, die
almaar duurder wordt en iedereen
weet allang dat die spoorlijn zich in
de verste verte nooit zal terugverdie-
nen, maar denk je dat er iemand hiervoor
ter verantwoording wordt geroepen?
Welnee. Poldermodel. lees: corrup-
tie.'
Maar er is toch wetgeving gekomen om klokkenluiders te beschermen?
Debouwfraude is toch keurig in kaart
gebracht en er worden toch her en
der integriteitsfunctionarissen aan-
gesteld? Van Houcke: 'Boudewijn,
voordat je helemaal in de war raakt:
details. Zie de NS, die geprivatiseerd
moest worden. Amerikaans model. Je
geeft de boel in handen van het
bedrijfsleven, die kunnen tenminste
organiseren. Organiseren? Ja, zodanig
dat er geld mee verdiend kan wor-
den. Gevolg: de treinen rijden niet
meer op tijd, we rijden met afge-
dankt materieel uit België en Duits-
land, lokettisten worden vervangen
door automaten en de prijs van de
kaartjes gaat omhoog. Fijn, goed
geprivatiseerd, het bedrijfsleven is
fantastisch. Ja, maar we hebben nu
toch die dametjes en meneertjes op
het perron met mooie rooie petten en
het woord SERVICE daarop? Zeker.
Maar dat zijn cosmetische veran-
deringen. De zaak is uitgekleed,
maar we doen net of de service
wordt verbeterd.
De bouwfraude gaat voort, alles en
iedereen moet wijken voor de
Betuwelijn en het wachten is op de
volgende wijk die plotseling de lucht
in vliegt of in een giftige damp wordt
gezet. Op dezelfde manier komen we
er op een kwade dag achter dat er in
Hilversum geen onafhankelijke
nieuws-programma's meer worden
gemaakt. Dat het allemaal plug- en
sponsorwerk is wat uit de ether
komt, schijnbaar in allerlei toonaarden en
varianten, maar in wezen een een-
heidsworst.
Rechtvaardigheid
Hoe komt het dat Van Houcke een
'andere' journalist is? Zelf oppert hij
allereerst dat het door zijn moeder
komt. Zij was de dochter van een
kolenmijndirecteur in Schotland.
'Mijn moeder vertelde me dat in de
jaren '30 op zaterdagavond werklo-
zen met de pet in de hand aan de
achterdeur kwamen smeken om
werk. Dat vond zij zo vreselijk. zo
mensonterend. Haar verhalen over
uitbuiting en menswaardigheid
maakten grote indruk op me:
Ook het lot van Van Houcke's vader
moet een rol hebben gespeeld. Die
werkte op een koopvaardijschip toen
de oorlog uitbrak. Hij meldde zich bij
de marine en heeft de vijf lange oor-
logsjaren bij de Nederlandse marine
op duikboten gediend. Hij kwam
'gedecoreerd' behouden thuis,
maar werd in Nederland, als zovele
oudgedienden, zonder pardon afge-
dankt. Hij kon gaan helpen bij de
aanleg van kapot gebombardeerde rioleringen, studeerde in
de avonduren bij en werd leraar tele-
grafie en radartechniek. Zoals Van
Houcke het verwoordt: 'Mijn vader
kreeg een schop in zijn handen
geduwd, terwijl een halve of hele col-
laborateur als Jan de Quay binnen de
kortste keren op het pluche van de
regeringszetels zat: In die naoorlog-
se jaren werd Stan geboren en het
gevoel voor rechtvaardigheid zal hem
zo in het ouderlijk nest met de paple-
pel zijn ingegoten.
Na de middelbare school ging hij
geschiedenis studeren, maar dat
werd hem al gauw te saai. Hij sollici-
teerde bij het internationale persbu-
reau Associated Press in Amsterdam,
werd aangenomen en leerde er het
vak van verslaggever. Na een paar
maanden verkaste hij naar de Nieuwe
Revu, dat in die jaren onder Ton van
Dijk met succes een sandwichformu-
le van nieuws en ontspanning intro-
duceerde. In 1975 moest Van Dijk
plaats maken voor een 'nieuwe'
garde, die seks en societygossip inte-
ressanter vond, en vertrok ook Van
Houcke, nu naar Stad Radio Amster-
dam. Halverwege de jaren '80 werd
het bolwerk van de lokale omroep
gesloopt en ging Van Houcke werken
bij de VPRO, als programmamaker
voor Radio 747. Dat doet hij nog altijd
met veel genoegen. Een vervelend
detail dus, dat het poldermodel ook
daar zijn lange armen thans naar uit-
strekt. Want met de jongste plannen
voor bezuiniging op de publieke
omroep dreigen juist de programma-
's die verder kijken dan de Neder-
landse navel te worden weggesa-
neerd.
Van Houcke is er zich van bewust, dat
hij voor een relatief kleine groep
mensen werkt. Maar dat kan hem
niet deren. 'Ik wil een chroniqueur
van mijn tijd zijn. Niet met de
gedachte: hiermee verander ik de
wereld. Wel met het gevoel, dat het
moet gebeuren. Ik wil dat boven-
dien alleen in vrijheid doen. Zou ik
voor bladen als VrijNederland of Elsevier werken, dan moet ik voldoen aan
allerlei verborgen agenda's. Dan
moet je jezelf doorlopend verkopen.
Dat kan ik niet en dat wil ik ook niet.
Jij hebt me gevraagd voor de Huma-
nist, vijftien jaar geleden hebben
Ronald van den Boogaard en Peter
Flik mij voor de VPRO gevraagd. Ik
behoor per definitie bij de 'margina-
liteit' en ik heb daar vrede mee. De
kwaliteitskranten openen met lande-
lijke en regionale onderwerpen, terwijl de wereld
in brand staat. Hoe meer wij globali-
seren, des te provincialer worden
onze media. Ik geloof niet dat ik bij
zulke media zou kunnen gedijen. Ik geloof niet dat ik bij zulke media zou kunnen gedijen. Ik
zou het zelfs niet willen.'
de HUMANIST SEPTEMBER 2003
https://www.uvh.nl/uvh.nl/up/ZarptzaKsD_De_Humanist_2003_4_September.pdf


Mooi
BeantwoordenVerwijderen