27 februari verschijnt het nieuwe boek van Pankaj Mishra: De wereld na Gaza (The World after Gaza), vertaald door Nannie de Nijs Bik-Plasman en Arjanne van Luipen. Lees hier al de eerste bladzijden.
Lange tijd was de Holocaust het morele ijkpunt van de wereld. Althans, in het Westen. In de rest van de wereld was de dekolonisatie het belangrijkste referentiekader van de vorige eeuw. Als je de recente gebeurtenissen in Gaza vanuit deze twee perspectieven beschouwt, welke morele inzichten levert dat op? Pankaj Mishras werk draait altijd om het hypocriete westerse zelfbeeld en de voortdurende mondiale raciale ongelijkheid. Volgens Mishra is het essentieel om te kijken naar de ervaringen en perspectieven van de meerderheid van de wereldbevolking om de verschillende reacties op de oorlog in het Midden-Oosten te begrijpen. Mishra beantwoordt fundamentele vragen of sommige levens er meer toe doen dan andere, welk lijden het verdient herinnerd te worden en waarom radicaal-rechts op winst staat in het Westen. De wereld na Gaza is een essentiële morele gids tot het verleden, heden en toekomst.
- Lees Peter Hoomans over De wereld na Gaza
- Lees onze bespreking van De universele woede van de moderniteit van Pankaj Mishra
Proloog
Denk aan de immense hoeveelheid wreedheden, gruwelen en leugens die de kans krijgen zich over de beschaafde wereld te verspreiden. Gelooft u werkelijk dat een handvol ambitieuze en gewetenloze mannen er via misleiding in zou slagen al deze kwade geesten te ontketenen als hun miljoenen volgelingen hun schuld niet delen?Sigmund Freud
Op 19 april 1943 namen een paar honderd jonge Joden in het getto van Warschau alles wat ze aan wapens konden vinden op tegen hun nazivervolgers. De meeste Joden uit het getto waren al naar de vernietigingskampen gedeporteerd. De opstandelingen probeerden nog iets van hun waardigheid te redden, zoals een van hun leiders, Marek Edelman, vertelde: ‘Het ging er alleen nog maar om dat we ons niet als lammeren wilden laten afslachten wanneer we aan de beurt waren. Het was gewoon een kwestie van kiezen hoe je wilde sterven.’
Na enkele wanhopige weken werden de rebellen overmeesterd. De meesten werden gedood. Sommigen die op de laatste dag van het verzet nog in leven waren, sloegen de hand aan zichzelf in de commandobunker terwijl de nazi’s er gas in pompten; slechts een paar van hen slaagden erin via rioolbuizen te ontsnappen. Vervolgens staken Duitse soldaten het getto in brand, blok na blok, waarbij ze vlammenwerpers gebruikten om de overlevenden uit te roken.
De Poolse dichter Czesław Miłosz vertelde later over het geschreeuw dat hij uit het getto had gehoord ‘op een mooie rustige avond, op het platteland net buiten Warschau’:
Dat geschreeuw bezorgde ons kippenvel. Het was het gegil van duizenden mensen die vermoord werden. Het trok door de stille stukken van de stad, van de rode gloed van vlammen, onder onverschillige sterren door, naar de weldadige stilte van tuinen waarin planten nijver zuurstof afgaven, de lucht geurig was en een mens blij was nog in leven te zijn. Er was iets bijzonder wreeds aan die vredige avond, waarvan de schoonheid en de menselijke wandaad het hart tegelijkertijd troffen. We keken elkaar niet aan.
In het gedicht ‘Campo dei Fiori’ dat Miłosz in het bezette Warschau schreef, roept hij het beeld op van de zweefmolen naast de muur van het getto, paren die door de rook van lijken steeds verder stegen, en vrolijke melodieën die het gejammer van pijn en wanhoop overstemden. Toen Miłosz in het Californische Berkeley woonde in de periode dat het Amerikaanse leger honderdduizenden Vietnamezen bombardeerde en doodde, een gruweldaad die hij vergeleek met de misdaden van Hitler en Stalin, voelde hij weer een beschamende medeplichtigheid aan extreme wreedheid. ‘Als je mededogen voelt en tegelijkertijd niets kunt doen, dan verkeer je in een staat van machteloze woede,’ schreef hij.
De vernietiging van Gaza door Israël, door westerse democratieën mogelijk gemaakt, heeft tot een maandenlange psychische beproeving van miljoenen mensen geleid; onvrijwillige getuigen van een daad van politiek kwaad, die zichzelf nu en dan toestonden blij te zijn dat ze nog leefden en dan het gillen van een moeder hoorden die haar dochter zag verbranden in de zoveelste school die door Israël werd gebombardeerd.
De Shoah tekende verschillende generaties Joden: in 1948 ervoeren Joodse Israëliërs de geboorte van hun natiestaat als een kwestie van leven en dood, en dat was opnieuw het geval in 1967 en in 1973 vanwege de vernietigingsretoriek van hun Arabische vijanden. Voor veel Joden die zijn opgegroeid in de wetenschap dat de Joodse bevolking van Europa bijna volledig is uitgeroeid, om geen enkele andere reden dan dat ze Joods was, moet de wereld er heel kwetsbaar uitzien. De massamoord en gijzelingen in Israël op 7 oktober 2023 door Hamas en andere Palestijnse groepen wakkerden bij hen de angst voor een nieuwe Holocaust aan.
Maar het was meteen duidelijk dat het fanatiekste Israëlische leiderschap in de geschiedenis er niet voor zou terugdeinzen het alomtegenwoordige gevoel van schending, verlies en afschuw uit te buiten. De Israëlische leiders claimden het recht op zelfverdediging tegen Hamas, maar zoals de gerenommeerde Holocausthistoricus Omer Bartov in august 2024 onderkende, streefden ze er van begin af aan naar ‘de hele Gazastrook onbewoonbaar te maken en de bevolking ervan zodanig te verzwakken dat ze ofwel zou uitsterven of al het mogelijke zou doen om het gebied te ontvluchten’. En vervolgens aanschouwden miljarden mensen in de maanden na 7 oktober een ongekende aanval op Gaza, waarvan de slachtoffers ‘hun eigen vernietiging in realtime uitzenden in de wanhopige, tot nu toe ijdele hoop dat de wereld iets zal doen’, zoals verwoord door Blinne Ní Ghrálaigh, een Ierse advocate die Zuid-Afrika vertegenwoordigt bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag.
De wereld, of in het bijzonder het Westen, deed niets. Achter de muren van het getto in Warschau was Marek Edelman ‘vreselijk bang’ dat ‘niemand ter wereld ook maar iets zal merken’ en ‘niets, geen enkel bericht over ons, ooit naar buiten zal komen’. Dit was niet het geval in Gaza, waar slachtoffers hun dood enkele uren voor hun executie op digitale media aankondigden en hun moordenaars hun daden zelfingenomen op TikTok wereldkundig maakten. Toch werd de live gestreamde liquidatie van Gaza elke dag versluierd, zo niet ontkend, door middel van de militaire en culturele hegemonie van het Westen: van de Amerikaanse en Britse leiders met hun aanvallen op het Internationaal Strafhof en het Internationaal Gerechtshof tot de redacteuren van The New York Times die hun mensen in een interne memo instrueerden om de termen ‘vluchtelingenkampen’, ‘bezet gebied’ en ‘etnische zuivering’ te vermijden.
Elke dag wordt inmiddels vergiftigd door het besef dat terwijl ons leven gewoon doorgaat honderden gewone mensen vermoord worden, of gedwongen worden getuige te zijn van de afslachting van hun kinderen. Pleidooien van mensen in Gaza, vaak bekende schrijvers en journalisten, die waarschuwen dat zij en hun dierbaren op het punt staan vermoord te worden, gevolgd door het nieuws van hun dood, verhevigden de vernedering van het fysieke en politieke onvermogen. Degenen die gedreven door het schuldgevoel van machteloze betrokkenheid het gezicht van Joe Biden afspeurden naar een teken van mededogen, een einde aan het bloedvergieten, zagen een griezelig gladde hardheid, slechts doorbroken door een nerveuze grijns toen hij de Israëlische leugens over door Palestijnen onthoofde Joodse baby’s verkondigde. Gegronde hoop, gewekt door resoluties van de Verenigde Naties, verwoede oproepen van mensenrechtenorganisaties, uitspraken van het hof in Den Haag en de last-minute vervanging van Biden als presidentskandidaat, werd wreed de kop ingedrukt.
Eind 2024 hadden veel mensen, ver weg van de slachting in Gaza, het gevoel – op afstand, maar een gevoel – dat ze door een uitgestrekt landschap van ellende en gebrek, lijden en uitputting waren gesleept. Dit klinkt misschien als een overdreven emotie voor degenen die slechts toeschouwer zijn. Maar de schok en woede die Picasso teweegbracht toen hij de Guernica onthulde, met daarop gillende mensen en brullende paarden die vanuit de lucht werden vermoord, was niet groter dan het effect van één enkel beeld uit Gaza van een vader met in zijn armen het onthoofde lichaam van zijn kind.
De oorlog zal uiteindelijk naar het verleden verdwijnen en de tijd zal de enorme berg verschrikkingen misschien afvlakken. Maar de littekens van het onheil zullen nog tientallen jaren in Gaza te zien zijn: aan de verwonde slachtoffers, de verweesde kinderen, het puin van de steden, de dakloze mensen en het bewustzijn van de alomtegenwoordige massale rouw. En zij die van veraf machteloos toekeken terwijl tienduizenden mensen op een smalle kuststrook werden verminkt en afgeslacht en ook getuige waren van het applaus of de onverschilligheid van de machtigen, zullen nog jarenlang met een innerlijke wond en een trauma leven.
Het dispuut over hoe het geweld van Israël moet worden geduid – als legitieme zelfverdediging, een gerechtvaardigde oorlog in harde stedelijke omstandigheden of een etnische zuivering en misdaden tegen de menselijkheid – zal nooit worden beslecht. Het is echter niet moeilijk om in Israëls morele en juridische schendingen tekenen van de ultieme gruweldaad te herkennen: de openlijke en routineuze besluiten van de Israëlische leiders om Gaza te vernietigen; de impliciete goedkeuring door een publieke opinie die de vergelding in Gaza nog ontoereikend vindt; het vereenzelvigen van slachtoffers met onverzoenlijk kwaad; het feit dat de meeste slachtoffers volkomen onschuldig waren, veelal vrouwen en kinderen; de schaal van de verwoesting, verhoudingsgewijs groter dan die van de geallieerde bombardementen op Duitsland in de Tweede Wereldoorlog; het tempo van de uitroeiing, met massagraven in heel Gaza tot gevolg, en de manier waarop, zowel sinister onpersoonlijk (vertrouwend op ai-algoritmen), als persoonlijk (sluipschutters die kinderen door het hoofd schieten, vaak twee keer); het ontzeggen van voedsel en medicijnen; de gloeiende stalen stokken in het rectum van naakte gevangenen; de verwoesting van scholen, universiteiten, musea, kerken, moskeeën en zelfs begraafplaatsen; het infantiele kwaad belichaamd door Israëlische soldaten ronddansend tussen de lingerie van dode of gevluchte Palestijnse vrouwen; de populariteit van dergelijk TikTok-infotainment in Israël; en dan nog de doelbewuste executie van journalisten die de vernietiging van hun medemensen vastleggen.
Natuurlijk is de harteloosheid die gepaard gaat met een slachting op industriële schaal niet nieuw. Al tientallen jaren wordt de Shoah gezien als de normering van menselijk kwaad. De mate waarin mensen het als zodanig identificeren en beloven alles te doen om antisemitisme te bestrijden, dient – in het Westen – als maatstaf voor hun beschaving. Maar veel gewetens raakten gecorrumpeerd of afgestompt in de jaren dat het Europese jodendom werd uitgewist. Een groot deel van het niet-joodse Europa deed, vaak ijverig, mee aan de nazi-aanval op Joden, en de berichten over de massamoord op Joden werden in het Westen, met name in de Verenigde Staten, zelfs met scepsis en onverschilligheid ontvangen. Verhalen over wreedheden tegen Joden ‘ketsten van gewetens af als erwten van een stalen helm’, schreef George Orwell in februari 1944 nog. Na de onthulling van de nazimisdaden weigerden westerse leiders nog jarenlang grote aantallen Joodse vluchtelingen op te nemen. Daarna werd het Joodse lijden genegeerd en weggemoffeld. Ondertussen kreeg West-Duitsland, hoewel nog lang niet gedenazificeerd, goedkope absolutie van westerse mogendheden en werd het ingelijfd in de Koude Oorlog tegen het Sovjet-communisme.
Deze gebeurtenissen, die in levende herinnering plaatsvonden, tornden aan het basisidee van zowel religieuze tradities als de seculiere Verlichting: dat de mens in de kern een ‘deugdzame’ aard heeft. Nu heerst wijdverbreid het bijtende vermoeden dat dit niet zo is. Veel meer mensen zijn van dichtbij getuige geweest van dood en verminking, onder regimes van harteloosheid, lafheid en censuur; ze beseffen met een schok dat alles mogelijk is, dat de herinnering aan gruweldaden in het verleden geen garantie is dat ze in het heden niet herhaald worden, en dat de fundamenten van het internationaal recht en de moraal verre van veilig zijn.
Er is de laatste jaren veel gebeurd in de wereld: natuurrampen, financiële debacles, politieke aardverschuivingen, een mondiale pandemie en oorlogen aangewakkerd door expansie- en vergeldingsdrift. Maar geen van die rampen is te vergelijken met die in Gaza; niets heeft zo’n ondraaglijk gewicht aan verdriet, verbijstering en gewetensnood teweeggebracht. Ons gemis aan passie en verontwaardiging, onze beperkte blik en ons gebrek aan diepgang zijn nog nooit zo pijnlijk blootgelegd. Een hele generatie jonge mensen in het Westen is door de woorden en daden (en het gebrek aan daadkracht) van haar ouderen in de politiek en journalistiek tot morele volwassenheid gedwongen en moet nu, min of meer zelfstandig, de door de rijkste en machtigste democratieën ter wereld gesteunde gruweldaden verwerken.
De koppige kwaadaardigheid en wreedheid van Biden ten opzichte van de Palestijnen was slechts één van de vele gruwelijke raadsels waarvoor westerse politici en journalisten gesteld werden. Het zou voor westerse leiders heel makkelijk zijn geweest hun onvoorwaardelijke steun te onthouden aan een extremistisch regime in Israël, en tegelijkertijd te erkennen dat de schuldigen aan de oorlogsmisdaden op 7 oktober vervolgd en berecht moeten worden. Waarom beweerde Biden dan herhaaldelijk gruwelvideo’s gezien te hebben die niet bestaan? Waarom beweerde de voormalige mensenrechtenadvocaat Keir Starmer dat Israël het recht heeft Palestijnen ‘stroom en water te onthouden’ en dat leden van de Labour Party die tot een staakt-het-vuren oproepen bestraft moeten worden? Waarom sprong Jürgen Habermas, de grote voorvechter van de westerse Verlichting, in de bres voor openlijke etnische zuiveraars? Wat bracht The Atlantic, een van de oudste tijdschriften in de Verenigde Staten, na de moord op bijna achtduizend kinderen in Gaza ertoe te beweren dat ‘het mogelijk is kinderen legaal te doden’? Waarom nemen de mainstream westerse media hun toevlucht tot een passieve stem bij de verslaggeving van Israëlische wreedheden, waardoor het moeilijker wordt om te zien wie wat doet tegen wie en onder welke omstandigheden (DE EENZAME DOOD VAN EEN GAZAAN MET HET SYNDROOM VAN DOWN was de kop van een BBC-verslag over Israëlische soldaten die een aanvalshond op een Palestijn met een beperking loslieten)? Waarom begonnen Amerikaanse miljardairs lastercampagnes tegen demonstranten op universiteitscampussen en moedigden ze meedogenloos optreden tegen hen aan? Waarom werden wetenschappers en journalisten ontslagen, werd kunstenaars en denkers hun platforms ontnomen en jonge mensen een baan geweigerd omdat ze niet meegingen in de pro-Israël-consensus? Waarom sloot het Westen, terwijl het Oekraïners verdedigde en beschermde tegen een venijnige aanval, Palestijnen zo nadrukkelijk uit van het verbond van humane plicht en verantwoordelijkheid?
https://athenaeumscheltema.nl/leesfragmenten/2025/de-wereld-na-gaza
Geen opmerkingen:
Een reactie posten