zondag 18 augustus 2019

De Zionistische Meute 10




Volgens de beginselverklaring van Een Ander Joods Geluid is ‘het Joods om EAJG te zijn!’ aangezien de ‘missie & visie van Een Ander Joods Geluid’ de volgende zijn:

EAJG wil werken aan een ander Israël, dat:

de internationale rechtsorde en de universele mensenrechten respecteert

zijn belang voor de Joodse gemeenschappen in de wereld definieert in termen van menswaardigheid en mensenrechten en aan deze rechten een absolute waarde toekent.

Dat betekent dat Israël:

zijn rol als bezetter beëindigt

stopt met de schendingen van mensenrechten binnen en buiten zijn grenzen

zijn inwoners zowel naar wet als beleid als gelijkwaardige en gelijkgerechtigde burgers behandelt en daarin geen onderscheid maakt naar religie en af- of herkomst

zijn lidmaatschap van of deelname aan internationale organen verdient op basis van het hanteren van de regels, normen en waarden van die organen.

Waar we staan:

Een Ander Joods Geluid wil de stem zijn van die Joden, die zich actief willen inzetten voor dat andere Israël vanuit:

verbondenheid met en daarom bezorgdheid over Israël, zijn toekomst en zijn voortbestaan

de Joodse humanitaire traditie en geschiedenis

hun onbehagen met een Israël dat zegt te spreken en te handelen namens en in het belang van alle Joden in de wereld.

Waar we naar toe willen:

Een Ander Joods Geluid:

focust op het Israëlisch-Palestijnse conflict en de situatie in Israël

mengt zich in zaken die daarmee samenhangen of die door anderen daarbij in het debat worden betrokken

toont zich solidair met de slachtoffers van het conflict
wil zijn bereik verbreden en versterken.

Hoe nobel dit streven ook mag zijn, feit is dat Een Ander Joods Geluid een zionistische organisatie blijft, en zodoende met een fundamentele tegenstrijdigheid zit opgescheept. Die contradictie is inherent aan het zionisme zelf. De officiële definitie van zionisme luidt namelijk dat het 

een nationale beweging en ideologie [is] die een Joods thuisland of Joodse staat ondersteunt in het gebied waar in Bijbelse tijden de Israëlitische koninkrijken Israël en Juda zouden hebben gelegen.  

Welnu, de totstandkoming van een ‘Joodse staat’ was onmogelijk geweest zonder grootscheeps geweld tegen de oorspronkelijke bewoners, de Palestijnse bevolking. Hun grondgebied moest etnisch gezuiverd worden, wilden de zionisten hun beoogde eigen staat vormen. Al in juni 1919 schreef David Ben-Goerion, de politieke grondlegger van de 'Joodse ,’ het volgende:

Everybody sees a difficulty in the question of relations between Arabs and Jews. But not everybody sees that there is no solution to this question. No solution! There is a gulf, and nothing can bridge it… We, as a nation, want this country to be ours; the Arabs, as a nation, want this country to be theirs.

In 1937 schreef Ben-Goerion in een brief aan zijn zoon:

Ik ben een enthousiaste aanhanger van de Joodse staat, ook als dat betekent dat we nu Palestina moeten verdelen, want ik ga er van uit dat een gedeeltelijke Joodse staat niet het eindpunt is maar het begin... De formering van een staat, ook al is het nog maar een gedeeltelijke staat, zal de grootste bijdrage zijn aan onze kracht, en een machtige uitvalsbasis vormen bij ons historische streven om het gehele land te bevrijden.  

En het ‘gehele land’ betekende het huidige Israel en de bezette dan wel belegerde gebieden, vanaf Egypte tot de grens van het huidige Turkije, terwijl rechtse Joden van oordeel zijn dat Jordanië en Libanon, plus een deel van Irak en zelfs een klein deel van Iran tot 'Eretz Israel' behoren (zie poster links van de zionistische terroristische groepering Irgoen, waarvan de latere premier Menachem Begin de leider was). Het opmerkelijk hierbij is dat de grote meerderheid van de eerste generatie zionisten atheïst was, en logischerwijs geen aanspraak kon doen op ‘het gehele land.’ Bovendien is bekend dat de Azkenazische joden geen semieten zijn, maar afstammelingen van de Chazaren, een Turkstalig nomadenvolk dat de steppen van Centraal-Azië en de noordkant van de Zwarte Zee beheerste van de zevende tot de tiende eeuw, en zich in de negende eeuw tot het Judaïsme bekeerde. Zo toont de Joods-Israelische historicus, professor Shlomo Sand in zijn studie The Invention of the Jewish People (2010) geloofwaardig aan ‘hoe,’ net als meeste andere volkeren, ‘het Joodse volk werd uitgevonden,’ en 

dat het Joodse volk nooit heeft bestaan als een 'natie-ras' met een gemeenschappelijke oorsprong, maar dat het eerder een kleurrijke mix van groepen is die op verschillende tijdstippen in de geschiedenis het Joodse geloof aannamen. Hij beargumenteert dat bij een aantal zionistische ideologen de mythische perceptie van de Joden als een oud volk daadwerkelijk leidde tot echt racistisch denken.

Een component van Sands argumentatie is dat de mensen die de oorspronkelijk in Israël levende Joden waren, in tegenstelling tot wat algemeen wordt gedacht, niet werden verbannen na de Bar Kochba-opstand (132-136). Hij stelt dat veel van de hedendaagse Joodse bevolking afstamt van individuen, en groepen, die zich op latere tijdstippen tot het jodendom hebben bekeerd, zoals de Chazaren. Aanvullend stelt hij dat het verhaal van de verbanning een mythe is, die door vroege christenen is gepromoot om Joden voor het nieuwe geloof te werven. Sand schrijft: ‘Christenen wilden latere generaties Joden laten geloven dat hun voorouders waren verbannen als straf van God.’ Sand beargumenteert dat de meeste Joden niet werden verbannen door de Romeinen, en dat hen werd toegestaan in het land te blijven. Hij stelt dat het aantal bannelingen hooguit in de grootte-orde van tienduizenden ligt. Verder betoogt hij dat veel Joden zich (noodgedwongen) bekeerden tot de islam volgend op de Arabische verovering en overheersing, en door de veroveraars werden geassimileerd.

Hij concludeert dat deze oorspronkelijke Joden het werkelijke voorgeslacht van de Palestijnse Arabieren zijn.

Sand verklaart de geboorte van het concept van een Joods volk als volgt: ‘[o]p een zeker moment in de 19e eeuw namen intellectuelen van Joodse oorsprong in Duitsland, beïnvloed door het volkse karakter van het Duits-Germaanse nationalisme, de taak op zich “retrospectief” een volk uit te vinden, vanuit de wens een modern Joods volk te creëren. Vanaf de historicus Heinrich Graetz begonnen Joodse historici de geschiedenis van het jodendom op te tekenen als de geschiedenis van een natie die een koninkrijk was, een dolend volk werd en uiteindelijk terugkeerde naar zijn geboortegrond.’ 

Kortom, het zionisme, is net elk ander nationalisme gebaseerd op slechts een serie mythen: 

In this bold and ambitious new book, Shlomo Sand shows that the Israeli national myth has its origins in the nineteenth century, rather than in biblical times when Jewish historians, like scholars in many other cultures, reconstituted an imagined people in order to model a future nation. Sand forensically dissects the official story and demonstrates the construction of a nationalist myth and the collective mystification that this requires.

De mythe van ‘het uitverkoren volk’ dat van een onzichtbaar opperwezen ‘het beloofde land’ kreeg, kent genocidale aspecten, niet alleen bij de joden, maar ook bij andere zich superieur wanende volkeren die naar hegemonie streven. In The Chosen Peoples. America, Israel and the Ordeals of Divine Election (2010) stellen de joods-Amerikaanse hoogleraar Todd Gitlin en de Joods-Israelische academicus Liel Leibovitz dat vele Amerikanen:

during the Revolutionary War envisioned continental expansion as the proof of America’s divinity… Such was the case with Ezra Stiles, the president of Yale and a leading exponent of the Christian-republican synthesis. Stiles, convinced that ‘true religion’ was necessary to perfect ‘our system of dominion and civil polity,’ greeted what he called ‘God’s American Israel,’ with Washington cast as ‘the American Joshua,’ in a sermon on May 8, 1783, titled ‘The United States Elevated to Glory and Honor.’ Stiles’s text was Deuteronomy 26:19, Moses’s declaration that the Lord would elevate his ‘holy people’ ‘high above all nations.’ In Stiles’s vision, America’s ascendency in world trade would fulfill biblical prophecy.

Het is hierbij van belang te weten dat in Deuteronomium, het vijfde boek van het Oude Testament, de ‘judeo-christelijke God’ genocide rechtvaardigt door de Joodse veroveraars van het ‘beloofde land’ opdracht te geven: ‘van de steden dezer volken, die u de HEERE, uw God, ten erve geeft, zult gij niets laten leven, dat adem heeft.’  De ‘uitverkorenen,’  zo zegt het woord zelf al, zijn ‘uitverkoren’ door een hogere macht, en staan dus per definitie boven elke juridische en morele wet op aarde. Universele normen en waarden gelden al helemaal niet ten opzichte van degenen die niet zijn ‘uitverkoren’ door de oud-testamentische 'God der Wrake.' De 'Almachtige' wordt nog immer aangeroepen zodra de VS en/of Israel weer eens een oorlog beginnen. 

Tijdens zijn laatste toespraak als opperbevelhebber liet George Washington in 1783 zijn gehoor weten dat hij hoogstpersoonlijk ‘the Divine Arm’ had gezien ‘visibly outstretched for our deliverance.’ Zichzelf zag hij slechts in de rol van ‘humble instrumentality in carrying the designs of Providence into effect.’ Vijf jaar later betitelde de geestelijke en latere president van de prestigieuze Yale University, Timothy Dwight, zijn landgenoten als ‘this chosen race’ dat ‘all the improvements of all lands’ kon claimen als zijn ‘basis’ zo ‘Far o’er the Atlantic wild its beams aspire/The world approves it, and the heavens admire…’ Voor niets of niemand op aarde zou dit Amerikaans imperium hoeven te wijken, zo was gelijk vanaf het begin de algemene opvatting. Over Thomas Jefferson, de rijke slaveneigenaar die bij een slavin kinderen had verwekt, en die in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring had geproclameerd dat ‘all men are created equal,’ schreven de auteurs van The Chosen Peoples:

Thomas Jefferson, who, unfazed by contradiction, entertained at various times an intense theory of chosenness; a profound suspicion of government; a willingness to exercise arbitrary power; and a vivid ambition for what would later be called America’s Manifest Destiny,

dat de witte man het recht gaf op andermans land en zelfs diens leven, zoals velen Joden van elke kleur en overtuiging in Israel vandaag de dag menen met betrekking tot het Palestijnse volk.

In his First Inaugural, in 1801, Jefferson made explicit what had earlier been implicit: he grafted the concept of chosenness specifically onto physical territory. Americans, he said, ‘possess[ed] a chosen country, with room enough for our descendants to the thousandth and thousandth generation.’ In his religiously unorthodox manner, he assured Americans that he and they were ‘enlightened by a benign religion, professed, indeed, and practiced in various forms,’ all of which ‘acknowledg[ed] and ador[ed] an overruling Providence.’

Hoe het protestantse geloof in een almachtige luchtgod kon samengaan met de ‘Verlichtingsidealen’ is vrij simpel verklaarbaar: ‘Jefferson himself was deeply involved in Virginia land speculation.’

It might… have surprised literal-minded citizens when, a mere two years later, Jefferson as president seized the opportunity to double the territory of the United States of America with one grand move – the Louisiana Purchase of 1803 (waarbij de VS meer dan 2 miljoen vierkante kilometer land van Frankrijk kocht. svh). Hadn’t he just pronounced the United States ‘room[y] enough’? Why moreover, was he ready to resort to arms if peaceful negotiations failed to procure New Orleans and guaranteed access to the Mississippi River? 

Gezien het feit dat de Amerikaanse elite de Joodse grondbeginselen van ‘uitverkoren volk’ en ‘beloofde land’ klakkeloos hebben overgenomen, is het interessant de huidige ontwikkelingen in de joods-Amerikaanse gemeenschap te volgen. Niet alleen voelt een groeiend aantal jonge joodse Amerikanen geen enkele affiniteit meer met het jodendom, maar neemt ook hun weerzin tegen de Israelische terreur razendsnel toe. Zo stelde Alice Rothchild in The Seattle Times van 9 augustus 2019 dat ‘I can’t support an ideology grounded in Jewish privilege and persecution of Palestinians.’ Rothchild is niet de eerste de beste, zij 

is a Seattle author, filmmaker, and retired obstetrician-gynecologist. She is the author of three books, most recently ‘Condition Critical: Life and Death in Israel/Palestine,’ and has contributed to a number of anthologies including ‘Reclaiming Judaism from Zionism: Stories of Personal Transformation.’

Eindelijk maken nu ook joden het noodzakelijke onderscheid tussen ‘Zionisme en Judaïsme.’ Zionisme is in de praktijk een criminele politieke beweging, terwijl Judaïsme de godsdienst van de Joden is.   In verband hiermee schrijft Alice Rothchild: 

A central debate within the U.S. Jewish community involves Zionism and its relationship to Judaism. In the recent anthology ‘Reclaiming Judaism from Zionism: Stories of Personal Transformation,’ 40 rabbis, scholars and activists reflect on their particular intellectual and emotional journeys that began with an unquestioning love of Israel. Like the other contributors, I became aware that the ideology of Jewish nationalism and the policies of the Israeli government have corrupted my concept of Judaism and its central religious and cultural values.

I grew up in a family, post Nazi Holocaust, that viewed the creation of a modern Jewish state as a miracle to be celebrated. We idealized the kibbutzim, saved our quarters to plant trees in the barren land and loved the romantic ideal of the Israeli pioneers making the desert bloom.

At the same time, like many Jews, I was proud of my progressive politics. I supported civil rights, women’s rights, labor unions; this was my lived expression of a religion that extolled healing the world and working for justice. As a second-generation immigrant, it was also how I saw my role in America, a land where my grandparents, fleeing the pogroms of Eastern Europe, found a home, even if it was only the hard scrabble ghettos of Brooklyn in the early 1900s.

My transformation began as I delved into the complicated issues of colonialism, imperialism, racism and genocide. I realized that my education about the creation of the U.S. had conveniently left out the destruction of native peoples, the primacy of slavery, the ubiquitous racism and the role of European colonialism. Similarly, there was much in my Hebrew school and subsequent Jewish education that was left unspoken about the founding of the state of Israel.

I experienced an awakening as I learned from the Israeli and Palestinian historians who gained access to newly opened state archives that told the story of the ethnic cleansing of Palestine. As I began to travel and work in the region, my connections with progressive Jewish Israelis and Palestinians became a force that I could not turn back. Standing at an Israeli checkpoint in the West Bank with hundreds of mostly Palestinian women and children waiting for a 20-year-old, heavily armed Israeli soldier; sifting through the puzzles, broken dishes, Legos and underwear in the rubble of a bombed neighborhood in Gaza; listening to women who grabbed their children and ran from Israeli bombs in 2014, stumbling over blood and shattered bodies — these are all experiences that cannot be ‘unseen.’

This led me to question Zionism, the ideology of Jewish nationalism, where the creation and defense of a Jewish state is the only viable answer to anti-Semitism. I learned that this is a modern idea born out of European Jew-hatred. The ideology was modeled after European settler colonialism: build a state in an untamed region of the world and bring modernity to the remaining natives. Zionism is also the litmus test for being a good Jew in America. I began to understand that Zionism inherently involves harm to Palestinians who were living in historic Palestine when Jewish immigration began in the early 1900s. In 1948 with the expulsion of 750,000 and the destruction of more than 450 villages, the Palestinian people were ultimately forced to bear the price of the Nazi Holocaust. That Nakba (catastrophe) has continued to the present day with the Israeli government’s racist and militaristic approaches to the challenging project of sharing a land that is claimed by two peoples.


Alice Rothchild.


Kortom, iemand die zich in het Westen jood voelt of daadwerkelijk ook is,  kan zich niet met fatsoen een zionist noemen. Sterker nog het joodse geloof staat, net als de geclaimde westerse normen en waarden, haaks op het zionistisch fascisme. Meer daarover later.  




Geen opmerkingen:

Een reactie posten