I. It’s not a
crisis, it’s a con
Why is the crisis
a problem? Why, in societies twice as rich as they were 30 years ago, are we
told that ‘there is no money’ to maintain social rights and that a decent
income for all is an impossible demand? These are patently obvious questions
that have nonetheless been purged from the current media discourses.
The crisis has
been a huge scam from the beginning. None of the so-called ad- justment
programmes that have been imposed in the last four years are justified by the
alleged nature of economic affairs. Not one of the measures being implemented,
or that will be implemented in the coming years (flexible and precarious labour
markets, narrowing the right to a decent pension, privatisations) is designed
to resolve an economic situation that has already left 30 million Europeans
without access to a regular income. They are, rather, designed to strengthen
the interests of the financial elites of the continent. In this sense, the
intuition of the European movements is sharp (‘we are being robbed’) as is
their refusal to succumb to the blackmail (‘we will not pay for the crisis’).
Observatorio
Metropolitano. Crisis and revolution in
Europe. April 2013
Nu.nl vind ik een lekker internetkrantje: bij de tijd,
snel, het nieuws is redelijk opgeschreven. Maar dan de reacties erop onder het
kopje 'JIJ'. Daar komt het internetlompenproletariaat tevoorschijn, zeg. Niéts
weten ze ervan! En allemaal maken ze ruzie met elkaar.
Henk Hofland. Ik
schrijf als een snuffelende hond. 2011
the Third World – the main arena of neo-imperial discourse
about ‘failed states’ and postmodern white men’s burdens – is increasingly a universe
of urban slums and peri-urban shantytowns…
according to UN demographers, the world’s rural
population has now reached a maximum plateau of three billion people and will
never significantly increase. Cities, on the other hand, are growing by sixty million per year per year, and 90 percent of the increase in world population over the next generation
will be accommodated by the urban areas of less-developed regions. By 2030, in
other words, two billion more people will struggle for survival in cities,
especially in the teeming metropolitan complexes of Africa and Asia.
As UN researchers pointed out in their watershed 2003
report, The Challenge of Slums, this urban population explosion will be almost
completely delinked or ‘disincorporated’ from industrial growth and the supply
of formal jobs…
This outcast proletariat – perhaps 1.5 billion people
today, 2.5 billion by 2030 – is the fastest growing and most novel social class
on the planet. By and large, the urban informal working class is not a labor
reserve army in the nineteenth-century sense: a backlog of strikebreakers
during booms, to be expelled during busts, and then reabsorbed in the next
expansion. On the contrary, this is a mass of humanity structurally and
biologically redundant to global accumulation and corporate matrix.
Mike David. In
Praise of Barbarians. Essays Against Empire. 2007
Afgaande op de uitspraken van mainstream opiniemakers
als Henk Hofland is duidelijk dat de consument van hun journalistiek niet het besef krijgt
van de dreiging, omvang en urgentie van een catastrofale toekomst en de dringende noodzaak om het huidige neoliberale systeem fundamenteel te herzien. De nestor van
de polder journalistiek mag dan wel ‘Nu.nl’ aanprijzen als ‘lekker,’
omdat ‘het nieuws’ hapklaar wordt gepresenteerd, maar ‘een
lekker internetkrantje’ dat ‘het nieuws’ zo ‘bij
de tijd’ en ‘snel’ oplepelt is niet in staat de consument daadwerkelijk te
informeren. De soundbite-journalistiek, waarbij uiterst
complexe en gevaarlijke fenomenen gefragmenteerd, zonder een bredere context,
in enkele zinnen opgediend, kan de burger niet het besef van urgentie bijbrengen, hoe ‘lekker’ het ‘nieuws’ ook mag worden opgediend.
Het hedendaagse jargon van Hofland spreekt boekdelen. Wat betekent in het raamwerk van de journalistiek het begrip ‘lekker’?
Wel, vooral ‘snel,’ de consument hoeft niet te lang bij ‘het
nieuws’ stil te staan en toch krijgt hij het gevoel ‘bij
de tijd’ te zijn. Het is zo ‘lekker,’ omdat ‘het nieuws’ een snelle
kick geeft, het verduidelijkt niets, het geeft alleen, net als fastfood, even het
gevoel van verzadiging. Maar omdat dit gevoel tijdelijk is, moet de consument
de hele dag worden bestookt met ‘het nieuws,’ op de radio en
televisie zelfs elk uur, de roes is snel uitgewerkt. Zomers is ‘het nieuws’ op,
dan is het ‘komkommertijd,’ de autoriteiten zijn dan met vakantie. De
functie van ‘het nieuws’ is in de eerste plaats niet bedoeld om mensen te
informeren, maar om hen te indoctrineren, om hen als schakeltje van een groter
geheel bij de les te houden. Om hen er permanent van te doordringen dat het
bestaande systeem de best denkbare is. En wanneer Hofland verklaart dat het ‘internetlompenproletariaat’
absoluut ‘niéts’ weet, dan heeft hij daarin volkomen gelijk, maar verzwijgt hij
tegelijkertijd het feit dat dit ‘internetlompenproletariaat’ niet
van de planeet Mars komt, maar bewust door het kapitalistische systeem is gecreëerd, net zoals het
‘lompenproletariaat’
in de Derde Wereld bewust is gekweekt en in stand wordt gehouden, mede dankzij
de onmisbare inzet van de westerse ‘politiek-literaire elite,’ zoals de
eerder geciteerde Amerikaanse hoogleraar Mike Davis in zijn werk overtuigend aantoont.
Een duidelijk voorbeeld van die collaboratie is Hoflands typering ‘het
vredestichtende Westen.’ Nog afgezien van het feit dat het blanke expansionistische
Europa en naderhand ook de VS de meest gewelddadige cultuur in de geschiedenis
is, zoals zelfs Samuel Huntington terecht opmerkte, is het hele geglobaliseerde
neoliberale systeem een manifestatie van puur economisch geweld, en zeker niet
van ‘vrede’
stichten. Maar dat geweld wordt door de mainstream ‘elite,’ waartoe Hofland
en zijn collega’s behoren, angstvallig verzwegen en zelfs in vele gevallen
gelegitimeerd. Geen zinnig mens, laat staan een journalist, kan volhouden dat voor
de politieke en economische elite in Washington ‘democratie’ een ‘exportartikel’
was, en toch beweert Marc Chavannes, hoogleraar journalistiek, deze nonsens in
de NRC, onweersproken door de andere Nederlandse
mainstream opiniemakers. Geen enkele intellectueel bij zijn volle verstand kan
beweren dat de
Amerikaanse machthebbers ‘een begin van orde brachten in de mondiale
politiek en economie,’ en toch doet bestseller auteur Geert
Mak dit in zijn Reizen zonder John, een overigens juiste titel die nog
eens onderstreept hoe slecht zijn boek is vergeleken met Travels with
Charley van Nobelprijswinnaar John Steinbeck. Ook Mak is net als alle
andere Makkianen ziende blind, ook hij beseft niet wat er voor
zijn ogen gebeurt op economisch gebied. Na een kwarteeuw neoliberaal
dereguleren en privatiseren concludeerde hij in 2004 aan het slot van zijn
bestseller over Europa optimistisch dat ‘Europa als economische eenheid… een
eind op weg’ was, om nog geen decennium later, april 2013,
verschrikt op te merken dat het ‘grootkapitaal,’ waarin hij ‘nooit
zo in geloofd’ had ‘maar nu wel,’ de kapitalistische ‘democratie’
uitholt en dat die macht ‘ons totaal ontglipt en waar je niks tegen kunt
doen.’ Om vervolgens enkele maanden later ineens weer te pleiten voor
een versterking van de neoliberale Europese Unie met de woorden: ‘Geen
Jorwerd zonder Brussel.’ Dit absurde opportunisme kenmerkt de
polder-intellectueel, maar niet de kritische intellectuele ‘elite’ in de grote cultuurlanden, die al
eeuwenlang nauwlettend de ontwikkelingen in het Westen tegen het licht
houdt. Zij behoren tot de kosmopolitische intellectuelen van wie ik het werk met interesse volg en
waaraan ik regelmatig op deze weblog refereer. Hun kritische onafhankelijke
houding is fundamenteel anders dan die van de polder ‘elite’ van
Hofland, die alleen voor haar eigen peergroup schrijft. Het gevolg is dat geen van de
Nederlandse mainstream opiniemakers een analyse kunnen geven als deze van het Spaanse Observatorio
Metropolitano:
There are… a
number of issues we can usefully address in terms of deepening our
understanding of why the economic elites and the European political class are
managing the crisis in this manner. Moreover, these same issues will be useful
when dealing with some of the questions this situation throws up for European
movements (questions which can no longer be answered by the conventional
solutions of the left, e.g. employment, a different model of production,
rationalisations of finance). The issues are threefold. (1) The current form of
capitalism has little or nothing to do with the old models based on output (of
goods and services) which still dominate mainstream economics; ours is a time
of financialisation and the government of financial profit. (2) The current
phase of the crisis (the sovereign debt crisis), which is leading some European
countries to bankruptcy, is the outcome of a set of monetary policies and an
institutional architecture at the service of the big financial players of the
continent. (3) In this crisis the social, political and economic nature of the
European Union is at stake. We are witnessing a powerful attack on the welfare
state while, even more intriguingly, the European project moves along a
seemingly suicidal trajectory.
1.1 The government of finance
Our time is
marked by a huge imbalance. This takes the form of the contradiction between,
on the one hand, the enormous amount of wealth accumulated in financial assets
and the government and administration thereof, against, on the other hand, any
possibility of an equitable and sustainable distribution of wealth. 1. To take
one indication of the immensity of the wealth concentrated in the financial
system, the value of goods and services produced on the planet (known as World
Gross Domestic Product) is $60 trillion per year while the amount of wealth in
the financial markets is between 4 and 7 times greater (between $240 and $400
trillion). This means that for every dollar of goods or services produced in a
year there are at least 4 others to buy it.
In principle this
need not be a problem, at least not if a significant portion of this money was
devoted to investments in social, economic or environmental infrastructure.
Obviously, such volumes of financial wealth could have a myriad of useful
applications if they were subject to even minimum democratic controls. Access
to education and health for all the inhabitants of the planet, the eradication
of hunger in the poorest countries, or the implementation of energy conversion
measures necessary to stop the silent and criminal march of global warming,
would make up only an incredibly small proportion of global financial wealth.
It is estimated that all these programmes together would not consume more than
two or three percent of this wealth.
In stark contrast
to any such possibility, financial wealth has become a sort of end in itself.
For the purposes of financial capital, and especially of its owners and
managers, all that matters is making the most money in the shortest possible
time. To put it very briefly, modern capitalism, our capitalism, is no longer
based on ways of obtaining profit via the production of goods and services but,
rather, via the purchase and sale of financial assets (shares, bonds, deeds,
options etc.) that can be traded for a profit in the short or even very short
term, without being mediated by any production whatsoever.
This economic
transformation is so huge that for almost two decades financial profits in the
major Western economies have exceeded all other forms of profit combined (i.e.
those involving the production and exchange of goods and services or the
extraction of natural resources).
In de jaren
zestig en zeventig oefende de Europese en Amerikaanse intellectuele ‘elite’
invloed uit op de politieke besluitvorming en was er sprake van een democratisering
van de samenleving. Maar met de opkomst van het neoliberale ideologen vond er
een omslag plaats en bepaalt nu de economische ‘elite,’ welke koers de politieke
‘elite’ moet uitstippelen, en tevens wat de intellectuele ‘elite’ dient te
propageren. Vandaar dat de commerciële pers niet bij machte is een
onafhankelijke analyse te geven van de economische werkelijkheid. Het failliet
van het winst maken via de handel in geld en niet door de productie van goederen en
diensten, daarover kunnen de commerciële massamedia niet berichten, omdat zij domweg een onderdeel vormen van dit systeem en ervan leven. Dus kan de ‘linkse’ zowel als ‘rechtse’ politieke ‘elite’
ongestoord doorgaan met bezuinigen, waardoor er nog minder koopkracht is onder
de bevolking, de economie logischerwijs verder stagneert en de zogeheten ‘crisis’ voortduurt. Inderdaad,
‘it’s not a crisis, it’s a con,’ een zwendel die het mogelijk maakt dat
de rijken vandaag de dag nog rijker worden, terwijl het aantal armen
schrikbarend toeneemt, ook nu in het ontwikkelde Westen. Maar de rijken, hun
politici en woordvoerders in de commerciële massamedia komen er mee weg omdat:
First, the
fifty-year decline and consequent weakness of the labor union movement and the
extreme decline of socialist and communist movements removed them as effective
agents for such a solution. During his first term in office, President Obama
did not even propose, let alone implement, any federal hiring programs, and
supported the contraction, not expansion, of Social Security benefits. Second,
the majority of business and the rich see little need – yet – for any
compromise solution that would increase their taxes. Third, no actually
existing socialism (such as the Soviet Union represented during the 1930s)
poses an alternative today that might attract significant working-class support
and thereby frighten conservatives into FDR-type political partnerships,’
aldus de
Amerikaanse emeritus hoogleraar economie Richard Wolff over de New Deal-politiek in de jaren dertig van Franklin Delano Roosevelt. In zijn boek Democracy At Work. A Cure For Capitalism laat hij aan de hand van concrete voorbeelden zien hoe deze roofbouw werkelijk functioneert. Het probleem in Nederland is dat een
dergelijk inzicht niet door de ‘politiek-literaire elite’ van Hofland kan worden geaccepteerd. In het land van doe maar normaal dan doe je al gek genoeg is de
mainstream pers niet bereid om af te wijken van wat Gustave Flaubert satirisch
omschreef als ‘des idées reçues,’ de tegenstrijdige
platitudes, onbenullige cliché’s en
de onlogische opvattingen die
hij belachelijk maakte. En dus ontbreekt het de polder 'elite' aan gezond verstand, logica,
begrip. Ze zijn als de keizer zonder kleren, die nog steeds niet door heeft
dat hij in zijn blote bips staat te pronken met zijn al even naakte ‘elite.’ Ondertussen gaat de
avant garde en de intellectuele ‘elite’ elders gewoon hun eigen weg. Die zien dat de parasitaire
neoliberale greep op de werkelijkheid desastreus is. Observatorio
Metropolitano. Crisis and revolution in Europe:
The consequences
are incredible and indeed still not fully understood. There are at least three
significant changes worth discussing here.
Firstly, in a
situation in which most profit tends to coincide with some form of financial
(or property based) earnings, the traditional capitalist justification of profit,
based on the veneration of the work of the capitalist in coordinating and
organizing production, is lost. Consequently, and secondly, in the new finance
led framework, the figure of the capitalist tends to look more like a rentier
and less like an entrepreneur. This shift is plain to see. For instance, in today’s
financial jargon and in the media the prototypical capitalist is known as an
‘investor’. Perhaps the only significant difference compared to the classic
landlord-rentier, who passively rented or sold property (usually real estate),
is that today’s investor plays an active role in finding the most lucrative
placements for ‘their’ capital by speedy adaptation to opportunities for
enrichment. Thirdly, financial capitalism, to the extent that it becomes
increasingly independent of real wealth production, takes on a parasitic
relationship with the latter. This is exemplified in many current economic
conflicts, for example, between financial capital and small and medium
enterprises. As is known, the latter generate most of the goods and services
(in addition to employment) in our economies, and yet are forced to adopt a
position of perfect subordination to the owners of capital (e.g. banks,
financial institutions and large corporations, as much as landlords and
property owners).
To spell it out,
even large industrial corporations (such as the car industry) earn more today
from financial activities (e.g. via the issuing of shares or the sale of
financial assets) than from the actual production of goods. The main conclusion
of this set of transformations is that the capitalist promise of producing more
and cheaper goods becomes an obsolete and empty promise. That promise today
resembles a past or distant utopia drowned under the weight of speculative bubbles
and financial greed.
These shifts,
from productive to financial capitalism, from profit (as traditionally
understood) to ‘rent’, from the entrepreneur to ‘the investor-rentier’, can be
condensed into a single concept: financialisation. This term denotes that
wealth today is primarily financial wealth, or rather, that all wealth tends to
be related and subject to some form financial instrument or function. To a
large extent this is possible because financial engineering can play with the temporal
dimension of economics, realizing future profits in the present and displacing
today’s risks to the future.
For example, if
someone wants to buy a home they can do so by committing their future earnings
to obtain a mortgage. The bank that grants that mortgage can then obtain the
money just lent to the worker by selling the mortgage debt to a third party
(known as securitisation). This is done by creating a financial product
corresponding to this debt and packaging it such that it can be sold as a bond
with long-term financial returns. For its part, the buyer of that debt can
ensure profitability through the purchase of another financial asset as a
security guaranteeing at least a portion of its value (so-called derivatives
markets). In turn, the company issuing or guaranteeing the value of those
future options could also resell the special financial tools to third parties.
And so on.
The same goes for
a multitude of aspects relating to large monetary aggregates, e.g. government
bonds issued to meet current public spending; the accounts of households, who
use the markets to ensure decent pensions or their children’s access to
university; or companies that issue shares and secure a good portion of their
profits in the financial markets.
The benefits of
financial engineering in facilitating a multitude of economic interactions are clear. However, its alleged benefits, especially its complex and artificial
mathematics, should not blind us to the enormous weakness of its foundations,
and the powerful effects of domination and submission involved. To put it very
briefly, to understand financialisation we must recognise the three factors
which seem to determine its machinery: (1) financialisation can only operate in
a context of permanent financial expansion; (2) this is achieved through a
multiplication debts and continuing obligations; and (3) it results in a
massive concentration of economic power.
http://www.observatoriometropolitano.org/wp-content/uploads-observatorio/2012/05/CR_eng_02.pdf
Door deze
luchthandel heeft het neoliberale kapitalisme de productie van goederen en
diensten niet nodig om hun winsten te verhogen. Ondertussen kunnen de volksvertegenwoordigers
van links en rechts ongestoord doorgaan met miljarden bezuinigingen, gelegitimeerd door de
valse belofte dat daardoor werk wordt gecreeerd en kan deze grootschalige zwendel doorgaan onder het mom ‘democratie.’ Om nu deze schijn-‘democratie’ te beschermen en ook nog eens te verspreiden hebben
de Tweede Kamerleden ingestemd met de miljarden-aanschaf van de Joint Strike Fighter. Maar deze context verzwijgen de Makkianen. Die proberen het totalitair systeem, waar geen democratische
greep meer op is, te verkopen onder met de slogan ‘Geen Jorwerd zonder Brussel.’ En
het bedrogen ‘volk’ dat woedend reageert, kan afgedaan worden als ‘internetlompenproletariaat’
dat van niets weet. Maar in dat laatste vergissen de Makkianen zich, zoals
blijkt uit het gebrek aan vertrouwen in de producten van de ‘politiek-literaire elite,’ en uit de toenemende woedde over de gecorrumpeerde politici. Beter dan de
gehersenspoelde en gecorrumpeerde ‘politiek-literaire elite’ in de
polder weten ze één ding zeker: ‘It’s not a crisis, it’s a con.’ In
dat opzicht weet juist Hofland cum suis werkelijk van ‘niets.’ En zelfs dit laatste weten hij en de andere mainstream opiniemakers
niet, totdat straks de geschiedenis hun voordeur binnen marcheert, en ze ineens
in een nachtmerrie wakker worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten