zaterdag 29 juni 2019

VN over Máxima: ‘Zwijgen is medeplichtigheid’


VN-rapporteur over gesprek koningin 

Máxima met Saoedische kroonprins: 

‘Zwijgen is medeplichtigheid’

Rijksvoorlichtingsdienst: Moord op Jamal 

Khashoggi kwam niet ter sprake

Door:  , 16:43, 29 juni 2019 


Saudi Arabia's Crown Prince Mohammed bin Salman, Argentina's President Mauricio Macri, Queen Maxima of the Netherlands, Advisory to the President Ivanka Trump and US President Donald Trump attend an event on women's empowerment during the G20 Summit in Osaka on June 29, 2019. Brendan Smialowski / AFP
De kritiek zwelt aan op de ontmoeting die koningin Máxima had met de Saoedische kroonprins Mohammed bin Salman. De VN-rapporteur die de moord op de Saoedische journalist Jamal Khashoggi onderzocht, beschuldigt Máxima van medeplichtigheid door de zaak niet met de prins te bespreken. “Dat is meer dan teleurstellend’’, zegt de speciale VN-rapporteur voor buitengerechtelijke executies, Agnes Callamard, tegen het AD.
Vorstin onder vuur – D66 ontstemd over ontmoeting Máxima en omstreden Saudische kroonprins Mohammed bin Salman
De koningin sprak de omstreden prins gisteren tijdens de G20-top in Japan. Het gesprek ging over microkrediet en het helpen van vrouwen om ondernemingen op te zetten.
De moord op de Saoedische journalist Khashoggi is tijdens het gesprek niet aan de orde geweest, zo blijkt uit een verklaring van de Rijksvoorlichtingsdienst.

https://tpo.nl/2019/06/29/vn-rapporteur-over-gesprek-koningin-maxima-met-saoedische-kroonprins-zwijgen-is-medeplichtigheid/?fbclid=IwAR0UMkBDQkZtffpP6qGHF41B5djYaXnIUKdqs7iSu90dE7IQhEBgPEltgBc



Ko Colijn, nog zo'n foute mainstream-opiniemaker

Ko Colijn, nog zo'n foute mainstream-opiniemaker, die met gecorrumpeerde meningen zijn geld verdient over de ruggen van zijn slachtoffers.


Steun aan jihadisten? Fout, maar overdrijf niet

Volkenrechtelijke orthodoxie maakt voeren van buitenlandse politiek onmogelijk, schrijft . Soms moet je dansen met de duivel.
Pick-up met een zwaar machinegeweer in de laadbak: het favoriete snelle vervoermiddel van allerlei strijdgroepen in het Midden-Oosten. Dit is een strijder van een Libische militie in Ajdabiya in 2011.
Maar toch ook een paar goedbedoelde gedachten. We moeten de exportkwestie niet overdrijven: groene uniformen en Toyota pick-ups staan nu eenmaal niet op een (strategische) vergunningenlijst, en dienstverlening sowieso (helaas) niet. „Een voertuig, zoals een pick-up, kan uitstekend dienen tot aanvoer van verse troepen naar het front of om wapens te vervoeren of daarop te monteren”, citeert Nieuwsuur  Willebrord Davids, auteur van het befaamde Irak-rapport. Diens uitspraak dat mogelijk gebruik van exportgoederen volkenrechtelijk niet geoorloofd zou zijn, is principieel onjuist. Sinds de invoering van de In-en Uitvoerwet in 1963 volgt Nederland de lijn dat je zonder politieke toestemming geen goederen mag leveren aan het buitenland die ‘speciaal ontworpen zijn voor militaire doeleinden’ en daar vallen Toyota’s nu eenmaal buiten. 

Nogal buitenaards

Het argument dat de externe volkenrechtelijk adviseur van Buitenlandse Zaken, prof. mr. André Nollkaemper, niet geraadpleegd is, verdient ook een kritische kanttekening. Niet alleen is raadpleging geen verplichting, heeft BZ een eigen juridisch adviseur en bestaat er een Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken. Maar vooral is de opinie van Nollkaemper – met alle respect – nogal buitenaards. „Het leveren van dergelijke goederen is volkenrechtelijk problematisch”, zei hij. „Want je mengt je op deze manier in een strijd tegen een soevereine staat.” Het internationaal recht verbiedt het staten zich te mengen in de interne gelegenheden van een andere staat, zegt hij, tenzij sprake is van zelfverdediging, of met een VN-mandaat.
Dat laatste is onomstreden, maar dat je je niet zou mogen mengen in de interne aangelegenheden van een andere [soevereine] staat schiet door. Dat zou tirannen als Assad en Maduro in deze wereld te veel ruimte geven. Deze volkenrechtelijke orthodoxie heeft Nederland al in een krampachtige rechtvaardiging gedreven voor zijn deelname aan luchtbombardementen op Islamitische Staat in Syrië (niet op uitnodiging van het ‘soevereine’ bewind van de Syrische leider Assad, maar uit overwegingen van ‘zelfverdediging’ van onze F-16’s die daar nu eenmaal wel op uitnodiging van Irak vliegen).
Ik weet wel dat de volkenrechtelijke uitweg, de  Responsibility to Protect-doctrine, sinds 2011 (Libië) dood is, maar op een orthodox advies van ‘het mag niet’ zit geen diplomaat te wachten. 
Überhaupt wordt het voeren van buitenlandse politiek wel erg moeilijk als het ‘volkenrechtelijk verbod op non-interventie’ (Nollkaemper) te letterlijk wordt genomen. Het zou het leven van Stef Blok trouwens wel makkelijker maken.

Te ruime definitie

De coördinatiekwestie is veel ernstiger, maar niet helemaal zonder precedent: het kennelijke gebrek aan afstemming van BZ met het OM over de definitie van ‘terroristische groep’ is heel ongelukkig (en politiek riskant). Maar de definitie van het OM – „elke groep die een kalifaat wil vestigen” – lijkt me te ruim, al spreekt de rechter daarover nog het laatste woord. 
Lees ook: In 2015 leek het politiek nog zo’n goed idee...
Wel opvallend dat we het zeventien jaar na ‘11 september’ onderling nog steeds niet eens zijn over definitie van het begrip ‘terroristische groep’. Ook de afwezigheid van NCTV in dezen is opvallend.
Ten slotte de kwestie ‘staatsgeheim’: die heb ik gemist in de discussie. In het belang van de nationale veiligheid mag de staat soms wel iets geheims doen. Al is het onbekend of het een type operatie was, waarbij Nederland bijvoorbeeld in ruil voor steun waardevolle inlichtingen ontvangt. Een hoofdman van een verdachte militie sprak op tv wel van ‘onderhandelingen’, dus kennelijk was er geen sprake van eenzijdige Nederlandse steun. 
Dance with the devil mag soms. Vergelijk het met samenwerking (zelfs contractueel) met foute milities/krijgsheren in Afghanistan en Mali: je had ze nodig voor beveiliging van de Nederlandse militairen en voor andere (betaalde) klusjes. Van hun milities mocht je natuurlijk ook geen lid zijn, maar kennelijk mag je er wel contracten mee sluiten. 
Hoewel Nederland zich politiek volkomen vertild heeft aan deze steunoperatie, ben ik benieuwd naar deze, mogelijk hogere belangenafweging.


Professor Nollkaemper en NRC Worden Eindelijk Wakker

Zelfs de NRC begrijpt nu dat het internationaal recht niet voor niets bestaat. De krant heeft hoogleraar Internationaal Recht André Nollkaemper geïnterviewd, die eerder tenminste drie jaar verzweeg dat Nederland terroristen in Syrië steunde.



Zonder verzoek Assad geen Nederlandse inzet in Syrië’

Mandaat grondoperatie Er is geen juridische basis voor een Nederlandse militaire inzet in Syrië, zegt hoogleraar internationaal recht André Nollkaemper. 


Raqqa, destijds ‘hoofdstad’ van het IS-kalifaat, eind mei van dit jaar.

Deelname van Nederlandse militairen aan een grondoperatie in Syrië is juridisch gezien alleen mogelijk met steun van de regering-Assad. Of er moet sprake zijn van een ophanden zijnde gewapende aanval door IS-strijders vanuit Syrië op Irak. Dat zegt André Nollkaemper, hoogleraar internationaal recht aan de Universiteit van Amsterdam en volkenrechtelijk adviseur van de Nederlandse regering.
Eind mei heeft de Amerikaanse regering Nederland om een bijdrage gevraagd voor een militaire missie in Syrië. Die missie moet voorkomen dat IS zich hergroepeert na het verlies van het kalifaat. Donderdag maakte de Amerikaanse ambassadeur Pete Hoekstra in de Volkskrant duidelijk dat Nederland wat de VS betreft grondtroepen levert.


Volgens Hoekstra kan Nederland onder hetzelfde mandaat meedoen als in 2014, toen besloten werd om met F16’s deel te nemen aan de luchtaanvallen op IS boven Irak en Syrië. Minister van Defensie Ank Bijleveld (CDA) is het met hem oneens. „Voor grondtroepen hebben we geen mandaat. Dat zal heel ingewikkeld worden”, zei ze vrijdag na de ministerraad.
De juridische basis onder dat oude mandaat is inderdaad weggevallen, zegt hoogleraar Nollkaemper in een telefonisch interview. Dat komt doordat het kalifaat is verdwenen.

Lees ook: Syriëmissie: het kabinet kan nu moeilijk nog terug
Waar zit het verschil precies? IS is niet definitief verslagen.
„De enige juiste juridische basis voor deelname aan de luchtaanvallen destijds lag in de bescherming van Irak. Het argument was enigszins opgerekt, maar bepleitbaar: als IS vanuit Syrië aanvallen uitvoert op Irak, en de Syrische staat kan of wil daar niet tegen optreden, mag je geweld inzetten tegen niet-statelijke actoren – in dit geval IS – in Syrië. Irak had toen om internationale hulp gevraagd.
„Ik weet niet of er nu een Iraaks verzoek om hulp ligt, maar dat is niet eens relevant, omdat er geen sprake meer is van een gewapende aanval op Irak. Het argument voor de nieuwe missie is dat nieuw geweld door IS moet worden voorkomen. Maar volgens het internationaal recht is zogeheten preëmptief geweld alleen toegestaan als er een concrete dreiging van een aanval is. Dan moet je bijvoorbeeld denken aan het in stelling brengen van raketten, gecombineerd met concrete aanwijzingen dat een aanval aanstaande is. Dat zie ik nu niet, maar het kan natuurlijk zijn dat de Amerikaanse regering die informatie wel heeft.”
Zou een extra argument niet zijn dat westerse landen door deelname zichzelf beschermen tegen IS-aanslagen op hun eigen grondgebied?
„In 2014 hebben de Verenigde Staten dat argument ook gebruikt. Ik heb toen in mijn advies aan de Nederlandse regering opgenomen dat dit alleen geldt als er een concrete dreiging is. Dan moet IS dus troepen opbouwen in Syrië met als beoogd effect om aanslagen in Europa te plegen. Dat lijkt me weinig aannemelijk. Een latente angst voor aanslagen op Nederlands grondgebied is niet genoeg.”
Is er een juridisch verschil tussen een grondmissie en luchtaanvallen?

Lees ook: Dit is het wespennest waarin Nederlandse troepen terecht zouden komen
„Nee, in beide gevallen gaat het om de inzet van militair materieel voor een gewapende aanval op het grondgebied van een soevereine staat.”
Een minder agressief alternatief dat genoemd wordt is dat Nederland lokale veiligheidsdiensten gaat opleiden.
„De vraag is wie je dan gaat trainen. Toen Nederlandse militairen hielpen bij de opleiding van Afghaanse veiligheidsdiensten, gebeurde dat op verzoek van de Afghaanse regering. Als je Syrische Koerden gaat opleiden, is het de vraag hoe ze die kennis gaan inzetten. Gaan ze alleen IS bestrijden? Of gebruiken ze de nieuwe vaardigheden ook om voor meer autonomie te strijden of zelfs om Assad omver te werpen? Dat is echt niet toelaatbaar onder het internationaal recht. Wat wel kan is mensen in Irak opleiden die gericht zijn op het afslaan van IS-aanvallen in Irak.”
Wat kan Nederland wel doen in Syrië?
„Het gebruik van geweld in Syrië kan via drie wegen: met instemming van Assad, met een resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, of als hulp bij de zelfverdediging van Irak. Voor dat laatste moet er dus sprake zijn van een daadwerkelijke aanval of tenminste een concrete dreiging.
„De meest directe weg, dat Assad Nederland rechtstreeks toestemming geeft, lijkt me politiek niet haalbaar. Zowel Nederland als de VS doen rechtstreeks geen zaken met zijn regering. Een VN-resolutie is moeilijk, omdat China en Rusland niet zullen toestaan dat de Veiligheidsraad beslissingen voor Assad neemt. 
„Als actie in Syrië nodig is, is de beste weg te streven naar een door de VN onderhandelde regeling, waarmee ook Irak en Syrië instemmen. Die zou tot stand kunnen komen door een reeks bilaterale gesprekken, met bemiddeling door de VN. Aan de hand daarvan kan worden vastgesteld of er een gemeenschappelijke basis is voor een missie in Syrië. Het is niet ondenkbaar dat Assad meewerkt. Ook hij heeft nu geen belang bij de aanwezigheid van IS in het noordoosten van Syrië.
„Dat betekent wel dat Nederland over zijn eigen schaduw moet heenspringen. Wij willen geen deal sluiten met Assad, maar Assad is een realiteit. Als je iets wilt bereiken in Syrië, moet je bereid zijn zaken met hem te doen. Het is ook in het Nederlandse belang dat IS zich niet kan hergroeperen in Syrië.
„Nederland kan natuurlijk wel, met instemming van Irak, militairen naar Irak sturen om te voorkomen dat IS zich vanuit dáár hergroepeert. Dat is de enige concrete weg naar deelname aan een missie. Het is dat, of de complexe weg via de VN.”