zaterdag 27 oktober 2018

Psychiater Esther van Fenema met 'Pitbull' Mark Koster

Misschien wist u het al, maar op onder andere You Tube zijn de uitzendingen van Café Weltschmerz te zien. Daaronder een interview met de 

‘Pitbull’ van de journalistiek, Mark Koster

die in de ogen van psychiater Esther van Fenema

de gevreesde journalist [is] van maandblad Quote. Hij heeft de inmiddels uitzonderlijke, journalistieke nieuwsgierigheid om ‘tot het bot toe’ door te vragen. Koster ziet zichzelf als ‘hard op de inhoud, maar zacht op de mens’. Je bent al snel een pitbull als je doorvraagt, stelt hij vast. Koster vindt hard interviewen om het later zacht op te schrijven eerlijker dan slijmerig vragen te stellen om deze later keihard neer te pennen. Het profiel van een nog zeldzaam nieuwsgierig journalist.

Koster werkte eerder al voor Quote en bij Het Financieele Dagblad. Hij was van 2004 tot 2005 werkzaam als hoofdredacteur van de Nieuwe Revu en werkte bij het Talpa-programma NSE. In 2006 richtte hij met twee compagnons het Amsterdamse productiebedrijf Campus TV op.

⚙️Deze aflevering is geadopteerd door designbureau MEGAVOLT, Amsterdam

Ik had tot voor betrekkelijk kort nooit iets van deze ‘pitbull van de journalistiek’ vernomen, terwijl ik toch na bijna vijf decennia journalistiek aardig wat collega’s ken. Ik werd me pas in maart 2018 bewust van het bestaan van deze kennelijk ‘gevreesde journalist’ tijdens de presentatie van het boek Nepnieuws Explosie. Desinformatie in de Nederlandse Media. Aangezien ik hierin ook een artikel had geschreven, voelde ik me genoodzaakt hierbij aanwezig te zijn. Na binnenkomst werd ik onmiddellijk gestalkt door een hinderlijk aanwezig meneer, die iets van mij wilde. Aangezien hij zich niet voorstelde, kwam ik er pas naderhand achter dat de man Mark Koster heette, die tijdens de presentatie schichtig naar achteren bleef kijken om te zien of ik er nog wel was. Omdat hij zich met zijn ook nog eens opvallend glimmende schedel nogal on-journalistiek gedroeg nam ik enkele foto’s van hem. Toen het moment van vragenstellen aanbrak, wilde Koster weten of er volgens de critici van de mainstream-journalistiek, die het aangedurfd hadden gedetailleerd en gedocumenteerd de Nederlandse corporate media aan te vallen, nog goede journalisten bestonden. Om hem op weg te helpen, antwoordde ik dat er talloze uitstekende journalisten bestonden in de wereld, zoals Chris Hedges, John Pilger, Seymour Hersh, Adam Lebor, Dan Kovalik, etcetera, allen namen die de ‘pitbull’ van de polder ‘journalistiek’ niet kende, zo ontdekte ik toen ik naderhand zijn verslagje las van de bijeenkomst. Op dinsdag 27 maart 2018 berichtte Mark Koster, de zo ‘gevreesde journalist,’ het volgende op de website villamedia.nl onder de kop:

Koster & Vrienden: Nepnieuwsbestrijders verdrinken in eigen complotten

Ze was er die middag nog geweest, maar deze avond liet ze passeren. Minister van nepnieuwsbestrijding Kajsa Ollongren had geen zin om op vrijdagavond nog een keer te worden gemangeld over haar uitspraken dat de informatiestromen in de lage landen worden gemanipuleerd door Big Brother Poetin.

Ollongren is het nieuwe spotobject voor een nieuwe generatie kritiese journalisten. De nepnieuwsbestrijdbrigade verzamelde zich in een verder uitgestorven Nieuwspoort om te debatteren over feit en fictie van de verslaggeving betreffende die grommende Beer uit het Oosten.

De opkomst was redelijk, zij het dat vertegenwoordigers van bekende journalistieke merken, ze werden door aanwezigen smalend omschreven als ‘de mainstream media’, afwezig waren. Het NOS Journaal had geen zin om te komen, meldde de organisatie in een persbericht.

Misschien was dat ook omdat Arnold Karskens in het boek Nepnieuwsexplosie, dat werd gepresenteerd, de staatsomroep had gefileerd. De Kale Schrik van het Journaille kwam in gezelschap van de Belgische mediacriticus Willy van Damme die een tikkie doorsloeg in zijn achterdocht tegen de gevestigde machten. De Belg beweerde dat de dood van fotograaf Jeroen Oerlemans in scène was gezet, omdat zijn kinderen en zijn vrouw op de eerste rij zaten te ginnegappen tijdens de uitvaart. Dat was best een beetje pijnlijk.

Ook met de stelling dat er geen feiten bestaan, maar dat dit ‘reconstructies’ zijn (aldus Joost Niemöller) dreigde de discussie wel héél theoretisch te worden op een avond dat iedereen liever aan de bar hangt. Het duurde nog vrij lang voor we eindelijk aan de toog stonden. Veroorzaker voor het oponthoud was VPRO-mastodont Stan van Houcke die een college hield over progressieve Amerikaanse journalisten die we ‘moeten’ lezen. Toen de gespreksleider hem zachtjes probeerde te onderbreken, werd hij boos en beende hij weg. ‘Als je me niet laat uitpraten dan houdt het op.’ 

Wat valt mij op aan dit werkstuk van Mark, ‘de Kale Schrik van het Journaille’?Allereerst natuurlijk dat hij vergeten is de hele titel van het boek te vermelden, wat toch een beginnersfout is. Wie, Wat, Waar, en Wanneer, is de vuistregel in ons vak. Tevens wordt duidelijk dat Koster het  boek niet haeeft gelezen, wat eveneens een kwalijke omissie is, aangezien een journalist -- voordat hij een tendentieus stukje schrijft -- toch op zijn minst moet weten wat de schrijvers van het boek precies naar voren brengen. Ook dit is broddelwerk van iemand die psychiater Esther van Fenema verzekerde dat hij zich ‘laat leiden door mijn nieuwsgierigheid,’ en hij zich bovendien altijd ‘goed voor[bereid].’ Van Fenema die in de inleiding had verklaard dat zij ‘erg blij’ was ‘met mijn gast vanavond, Mark Koster, Pitbull van de Journalistiek,’ liet opnieuw de geïnterviewde kritiekloos leeglopen met opmerkingen als dat hij een ‘intellectueel vrijzinnige’ persoonlijkheid was, die als leitmotiv heeft ‘het standpunt van een ander' te begrijpen, oftewel dat je een ‘poging’ doet ‘je in te leven in waarom een ander iets vindt, en, laten we eerlijk zijn, dat ontbreekt af en toe toch wel in het intellectuele debat.’ Als we ons beperken tot Nederland en zijn poldermentaliteit dan kan ik niet anders dan Koster voor de volle honderd procent gelijk geven. Hij sprak uit ervaring, want Mark is het vlees geworden voorbeeld van dit gebrek, zoals u uit zijn opstel hierboven kunt opmaken. Gezien ondermeer het feit dat in het boek de journalist Arnold Karskens een serieuze analyse van het werk van het NOS-Journaal geeft, en de redactie het niet de moeite vond om één van haar bijna 700 medewerkers naar de presentatie van het boek Nepnieuws Explosie te sturen, zou voor een zelfbenoemde ‘intellectueel vrijzinnige’ aanleiding moeten zijn geweest om zich hierover te verwonderen.  Maar omdat de mainstream-journalistiek in Nederland in het algemeen en de journalistieke ‘pitbull’ Koster in het bijzonder weigeren zich ‘in te leven’ in de vraag ‘waarom’ kritische journalisten ‘iets’ vinden, en al een oordeel hebben  over een kritisch boek ondanks het feit dat ze het niet gelezen hebben, blijft de mediakritiek in de polder op zo’n laag peil. Desondanks luisterde Van Fenema ademloos naar haar gast die volgens haar ‘recht door mensen heen[kijkt],’ om hier snel aan toe te voegen: ‘dat zeggen mensen ook van mij.’   Het jammerlijke is alleen dat mevrouw Van Fenema niet bij machte was de kijker attent te maken op hetgeen zij zag bij Mark Koster. Haar bewondering van dit journalistieke lichtgewicht was daarvoor te groot. Ik kom hier later op terug. 



'Pitbull' Mark Koster.
  

1 opmerking:

  1. Dank voor het artikel, je moet wel beter je huiswerk doen heer Van Houcke, mark koster neigt graag in bed te liggen met zionisten zoals mossad-media boy cnaan liphshiz https://politiek.tpo.nl/2014/08/21/deel-van-joden-schilderswijk-wil-vertrekken-na-rellen/ en https://electronicintifada.net/content/haaretz-journalist-doubles-anti-delegitimization-operative/9153

    BeantwoordenVerwijderen