donderdag 22 november 2018

Staatsgeheimen over Nederlandse steun aan Terroristen

Staatsgeheimen over Nederlandse steun aan Syrische rebellen zijn per ongeluk onthuld

DEMOCRATIE
Ghassan Dahhan en Milena Holdert 
Fragment uit een video van Jabhat al-Shamiya © x
Trouw en ‘Nieuwsuur’ onderzochten de afgelopen twee weken alle van de in totaal 1866 pagina’s aan wob-documenten minutieus, en troffen daar opmerkelijke feiten aan. Hoewel de meeste documenten over het steunprogramma in Syrië zijn geweigerd, en het vrijgegeven deel ook nog eens veel zwartgelakte passages bevat, bleken de stukken per ongeluk staatsgeheime informatie te bevatten.
De door Nederland gesteunde strijdgroepen en de twee uitvoerders – de bedrijven die de hulpgoederen namens Nederland aan de Syrische rebellen leverden – komen voor in de stukken, terwijl deze, bij navraag bij het ministerie van buitenlandse zaken, tot in ieder geval gisteravond staatsgeheim waren. Ook informatie waaruit de namen van de groepen en bedrijven kon worden herleid, vielen onder deze categorie.
De Syrische strijdgroep Levant Front (Jabhat al-Shamiya) wordt meerdere keren genoemd in leveringsovereenkomsten (een keer in november 2017 en een keer in februari 2018). In een document komt zelfs een tevredenheidsonderzoek voor. Daaruit blijkt dat ‘100 procent’ van de strijders zeer tevreden is met de kwaliteit van het Nederlandse voedsel. 
Trouw en Nieuwsuur onthulden al eerder, op basis van gesprekken met Syrische commandanten, dat deze strijdgroep Nederlandse steun ontving, maar Blok wilde dit ontkennen noch bevestigen. Het Nederlandse Openbaar Ministerie vervolgt op dit moment een Nederlandse man voor terrorisme omdat hij zich enkele jaren geleden zou hebben aangesloten bij Jabhat al-Shamiya. Volgens mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International heeft de groepering zich schuldig gemaakt aan mensenrechtenschendingen, waaronder het uitvoeren van standrechtelijke executies en het runnen van shariarechtbanken. Ook speelde de strijdgroep een rol bij de Turkse invasie in Afrin.
De naam van het Turkse bedrijf Candor International (het bedrijf dat namens Nederland de goederen stuurde) is openbaar gemaakt.

Zwartgelakt 

Daarnaast komen nog twee andere groeperingen voor in de documenten, die nog niet eerder door Trouw en Nieuwsuur genoemd waren: de ‘Tweede Centrale Divisie’ en de ‘Hama Rebellen Gathering’. De laatste is onderdeel van het al vaker genoemde Jaish al-Nasr.
In de documenten komen ook de tot nu toe geheim gehouden namen van de ‘uitvoerders’ van het steunprogramma voor. Het gaat om het – al eens door Trouw en Nieuwsuur genoemde – Turkse bedrijf Candor International en het Amerikaanse Creative Associates, die namens Nederland goederen aan de rebellen leverden. Meestal zijn de bedrijfsnamen zwartgelakt, maar toch komen ze voor in de stukken, soms met hun logo erbij.
Dat de informatie afkomstig is van het ministerie van buitenlandse zaken zelf brengt Blok in een lastige positie. De minister wilde de berichtgeving van Trouw en Nieuwsuur tot nog toe niet in het openbaar bevestigen omdat het bekendmaken van de namen van de door Nederland gesteunde Syrische strijdgroepen ‘mensenlevens op het spel’ zou zetten. En ondanks dat de commandanten zelf dit gevaar niet zagen en openlijk spraken over de Nederlandse hulp, zei Blok dat hij alsnog niets mocht zeggen vanwege ‘bondgenootschappelijke verplichtingen’ en de betrokkenheid van Nederlandse veiligheidsdiensten (AIVD en de MIVD) bij het steunprogramma.
Blok kon tot nu toe lastige vragen over het zogeheten NLA-programma ontwijken. Dat bleek ook deze week toen de minister vragen van CDA-Kamerlid Omtzigt over het Nederlandse steunprogramma moest beantwoorden. “Het kabinet doet geen uitspraken over namen en locaties van gematigde gewapende groepen die het al-dan-niet heeft gesteund”, aldus Blok.
Nu zwart op wit staat dat Nederland ook daadwerkelijk een aantal groeperingen heeft gesteund, zal Blok moeten uitleggen waarom zijn ambtenaren de namen van gesteunde groeperingen geopenbaard hebben.

Dilemma 

Als Blok vasthoudt aan het stempel staatsgeheim dan erkent hij dat hier fouten zijn gemaakt. Laat hij het stempel los, dan zal de Kamer hem vragen ook de andere namen van gesteunde groepen publiek te maken.
Op het onthullen van informatie die ‘staatsgeheim’ is verklaard, staat een flinke straf. Kamerleden van de commissie Buitenlandse Zaken, die in september de kans kregen om overheidsdocumenten vertrouwelijk in te zien over het Syrië-programma, moesten  een geheimhoudingsverklaring tekenen. Daarin stond dat hun een gevangenisstraf van zes jaar boven het hoofd hing als zij informatie naar buiten zouden brengen.
Uit de opgevraagde stukken wordt duidelijk dat de veiligheidsdiensten nauw betrokken waren bij het steunprogramma. In de inventarislijst van het Wob-verzoek om alle documenten waarin het Nederlandse steunprogramma voorkwam, staan 27 geweigerde stukken met als beschrijving ‘veiligheidsdiensten/gespreksverslag’. Ook staat in een memo beschreven dat het NLA-programma van ‘onschatbare waarde’ is voor de ‘Nederlandse inlichtingenpositie’.
Al eerder bleek dat binnen het Nederlandse Syrieteam, dat het steunprogramma vanuit Turkije en Jordanie aanstuurde, ook een medewerker van de MIVD actief was. Hij bleek een van de belangrijkste contactpersonen van de Syrische rebellen, die hem allemaal kenden bij zijn voornaam.

Wat is er nou gebeurt met de voedselpakketten? 

Minister Blok meldde vorige maand dat gedurende het gehele NLA-programma in totaal twee incidenten hadden plaatsgevonden, waarin Nederlandse goederen in handen waren gevallen van extremisten. Het eerste incident vond plaats in november 2015, toen Al-Qaida in totaal 1800 Nederlandse voedselpakketten in beslag nam die bedoeld waren voor ‘gematigde strijders’. Het tweede incident vond plaats in maart 2017, toen de terreurbeweging een Nederlandse mobiele oven in handen kreeg.
Bij de overval in 2015 door Al-Qaida zijn nog veel vragen onopgehelderd. De toenmalige minister van buitenlandse zaken Bert Koenders zei dat de voedselpakketten na bemiddeling zouden zijn teruggegeven. Maar uit de wob-documenten blijkt dat nooit te zijn vastgesteld. Er waren twijfels over het verhaal van de door Nederland gesteunde commandant. Hij stuurde beelden op van de ‘teruggegeven’ voedselpakketten maar deze waren niet voorzien van ‘tijdsaanduiding, locatie en de flyer’.
De Nederlandse regering maakte indertijd zich grote zorgen over de ophef die het incident zou kunnen teweegbrengen als het naar buiten kwam, vanwege de flyer op de voedselpakketten. Daarop stond ‘Donatie van Nederland’ met de Nederlandse vlag. De regering wilde geen ruchtbaarheid aan de zaak geven en koos voor een ‘passieve woordvoering’.
Er blijkt echter nog een derde incident te hebben plaatsgevonden dat nog niet eerder was gemeld door de regering, ook niet na Kamervragen. In mei 2016 raakten door Nederland gesteunde groeperingen een vijftigtal dekens en nog een aantal matten kwijt in de strijd tegen terreurbeweging Islamitische Staat (IS). Volgens het verslag zijn de goederen waarschijnlijk in handen gekomen van de groepering.

Lees ook:  

De Nederlandse hulp aan Syrië was wel militair van aard

Nederlandse hulpgoederen aan Syrische rebellen zijn wel degelijk militair ingezet. Minister Blok weersprak dit eerder.

Hoe Al-Qaida aan een mobiele bakkerij uit Nederland kwam

Hoe kwam de omstreden hulp aan Syrische strijdgroepen daar eigenlijk terecht, en wat gebeurde ermee? Trouw en Nieuwsuur brachten het logistieke proces in kaart, voorafgaand aan het Kamerdebat vandaag. Er ging veel mis.
https://www.trouw.nl/democratie/staatsgeheimen-over-nederlandse-steun-aan-syrische-rebellen-zijn-per-ongeluk-onthuld~a5639f66/?fbclid=IwAR3h7jgeUJJmlWBgxOSDqENlHM_froLh04FJao7i6JPUvVm9qxVnYgdFuqM

Geen opmerkingen: