donderdag 25 oktober 2018

Roel van Duijn. Hoe een Oud-Provo een Regent Werd

De chaos en verwarring worden almaar groter. Dat is niet vreemd. Het westerse systeem wordt vandaag de dag geconfronteerd met, wat in de Angelsaksische wereld, ‘a systemic crisis’ wordt genoemd. Al in zijn internationale bestseller The Turning Point. Science, Society and The Rising Culture uit 1982 schreef de Amerikaanse natuurkundige Fritjof Capra dat

het ware probleem dat ten grondslag ligt aan onze ‘idea crisis’ het feit is dat de meeste academici uitgaan van een uiterst beperkt beeld van de werkelijkheid, een beeld dat niet in staat is om te gaan met de belangrijkste problemen van onze tijd.  Die problemen zijn systeem problemen, hetgeen betekent dat zij nauw met elkaar samenhangen en onderling afhankelijk zijn. Zij kunnen niet begrepen worden binnen een gefragmentariseerde methodologie, die karakteristiek is voor onze academische disciplines en voor onze overheidsinstellingen. Een dergelijke benadering zal nooit enig probleem oplossen maar ze alleen maar verplaatsen in het complexe web van sociale en ecologische betrekkingen. Een oplossing kan slechts gevonden worden  als de structuur van het web zelf veranderd wordt, en dit houdt een diepgaande transformatie in van onze maatschappelijke instituten, waarden en denkbeelden...

Wanneer sociale structuren en gedragspatronen zo rigide zijn geworden dat de samenleving zich niet langer meer kan aanpassen aan veranderende situaties, zal zij niet in staat zijn de creatieve processen van culturele evolutie voort te zetten. Zij zal ineen storten, en tenslotte uiteenvallen. Terwijl groeiende civilisaties een eindeloze verscheidenheid en veelzijdigheid vertonen, tonen degenen die in een proces van desintegratie verkeren uniformiteit en gebrek aan inventiviteit. Het verlies aan flexibiliteit in een uiteenvallende samenleving wordt over de gehele linie vergezeld door een totaal verlies aan overeenstemming, dat onvermijdelijk leidt tot het uitbreken van maatschappelijke tweedracht en ontwrichting.

'Maar,' zo vervolgde Capra al 36 jaar geleden,

tijdens het pijnlijke proces van het uiteenvallen gaat de creativiteit van de samenleving  — het vermogen te reageren op uitdagingen — niet helemaal verloren. Hoewel de culturele mainstream verlamd is geraakt door zich vast te klampen aan vaststaande denkbeelden en rigide gedragspatronen, zullen er toch creatieve minderheden op het toneel verschijnen en doorgaan met het proces van het beantwoorden van uitdagingen. De dominante maatschappelijke instituten zullen weigeren hun leidende rol aan deze nieuwe culturele krachten af te staan, maar zij zullen onvermijdelijk hun macht verliezen en desintegreren, en de creatieve minderheden zouden in staat kunnen zijn om de oude elementen in een nieuwe constellatie om te vormen. Het proces van culturele evolutie zal dan doorgaan, maar in nieuwe omstandigheden en met nieuwe hoofdrolspelers. 

Ik moest aan Capra's scherpzinnige woorden denken toen ik vandaag bij Café Weltschmerz op internet het gestamel hoorde van de voormalige anarchist en Provo Roel van Duijn. Naar aanleiding van het feit dat de mensheid in haar voortbestaan ernstig wordt bedreigd door de vernietigingsdrang van het kapitalisme merkte de hoog bejaarde Van Duijn op:

Wij moeten ons redden. Dus, wij moeten uit die narcose ontwaken. Daar is niet iedereen toe in staat. Dus, daarom moet het gezag ingrijpen, moet de weg wijzen naar de redding. Dat is ook de reden dat ik me geen anarchist meer wil noemen, wat ik vroeger dus wel heb gedaan.

Met andere woorden: de oud-anarchist eist van de staat, die het geweldsmonopolie bezit, dat zij de mensheid 'de weg' zal 'wijzen naar de redding.' Of nog anders gesteld: de macht die de vernietiging heeft mogelijk gemaakt, en er onderdeel van is, moet nu, desnoods met geweld, 'ingrijpen.'




In wat voor een wereld leeft de 75-jarige voormalige Provo? Welnu, in dezelfde door de macht vervormde wereld als ik, en als die van de Amerikaanse hoogleraar Peter Phillips die het onthullende boek Giants. The Global Power Elite (2018) schreef, een wetenschappelijke studie die

follows in the tradition of C. Wright Mills's 1956 book, The Power Elite. Like Mills, we seek to raise awareness of power networks affecting our lives and the state of society. Mills described the power elite as those ‘who decide whatever is decided’ of major consequence. Sixty-two years later, power elites have globalized and built institutions that facilitate the preservation and protection of capital investments everywhere in the world. 

Central to the idea of a globalized power elite is the concept of a Transnational Capitalist Class, theorized in academic literature for some twenty years. Chapter 1 of this book reviews the transition from the nation state power elites described by Mills to a transnational power elite centralized on the control of global capital around the world. The Global Power Elite function as a nongovernmental network of similarly educated wealthy people with common interests of managing, facilitating, and protecting concentrated global wealth and insuring the continued growth of capital. Global Power Elites influence and use international institutions controlled by governmental authorities — namely, the World Bank, International Monetary Fund (IMF), NATO, World Trade Organization (WTO), G7, G20, and many others. These world governmental institutions receive instructions and recommendations for policy determinations from networks of nongovernmental Global Power Elite organizations and associations. 

Our effort is to identify the most important networks of the Global Power Elite and the individuals therein. We name some 389 individuals in this book as the core of the policy planning nongovernmental networks that manage, facilitate, and protect the continued concentration of global capital. The Global Power Elites are the activist core of the Transnational Capitalist Class — 1 percent of the world’s wealthy people — who serve the uniting function of providing ideological justifications for their shared interests and establishing the parameters of needed actions for implementation by transnational governmental organizations. 

This concentration of protected wealth leads to a crisis of humanity, whereby poverty, war, starvation, mass alienation, media propaganda, and environmental devastation are reaching a species-level threat. We realize that humankind is in danger of possible extinction and recognize that the Global Power Elites are probably the only ones capable of correcting this condition without major civil unrest, war, and chaos. This book is an effort to bring awareness of the importance of systemic change and redistribution of wealth, to readers as well as to the Global Power Elites themselves, in the hope that they can begin the process of saving humanity. 

Dezelfde staat die via een politiek van deregulering en privatisering, de macht heeft overgedragen aan de banken en geld-speculanten moet aldus Van Duijn nu 'ingrijpen.' Hoe? Daarover zwijgt hij. Kennelijk meent hij dat de macht van het geld met haar militair-industrieel complex voetstoots de macht zal afstaan. Zoveel naïviteit van een generatiegenoot is beschamend. Deze ideologische praatjesmaker heeft in de driekwart eeuw op aarde werkelijk niets geleerd. Hij laat een failliete boedel achter en verraadt op de drempel ook nog eens het enige zinnige waarin hij ooit heeft geloofd, namelijk het anarchisme. 

In 1913 schreef de joods-Duitse Walter Benjamin, lang voordat hij als marxistische cultuurfilosoof, op de vlucht voor de nazi’s zelfmoord pleegde, het essay ‘Ervaring,’ waarin hij het volgende stelde:

Ons gevecht om verantwoordelijkheid vechten wij uit met een gemaskerde. Het masker van de volwassenen heet 'ervaring.' Het is uitdrukkingloos, ondoorgrondelijk, altijd hetzelfde. Alles heeft deze volwassene al achter de rug: jeugd, idealen, hoop, de vrouwen. Het was allemaal een illusie. Vaak zijn wij uit het veld geslagen of verbitterd. Misschien heeft hij gelijk. Wat zouden we er tegenin moeten brengen? Wij missen nog elke ervaring.

We zullen eens een poging doen om het masker op te lichten. Wát heeft deze volwassene ervaren? Wát wil hij ons bewijzen? Vóór alles eerst dit: ook hij is jong geweest, ook hij heeft gewild wat wij wilden, ook hij heeft zijn ouders niet geloofd, maar het leven heeft ook hem geleerd dat zij gelijk hadden. Nu denkt hij met een hautain glimlachje: zo zal het ook ons gaan – bij voorbaat ontneemt hij de jaren die we doormaken hun waarde, deelt ze in bij de tijd van de zoete jeugdzonden, de kinderlijke roes voordat de lange nuchtere jaren aanbreken van de ernst deze levens. Aldus de welwillenden, de verlichten. We kennen nog andere pedagogen, en die zijn zo bitter dat ze ons niet eens de snel voorbijgaande jaren van de 'jeugd' gunnen; ernstig en onverbiddellijk willen ze ons nu al onder de zware last van het leven doen buigen. Beide types ontwaarden en ruineren onze levensjaren. En steeds meer krijgen wij het gevoel van: je jeugd is niet meer dan een korte nacht (vul haar met roes!); daarna volgt de grote 'ervaring,' jaren van compromissen, ideeenarmoede en gebrek aan vitaliteit. Zo is het leven. Dat vertellen de volwassenen ons, dat hebben ze ondervonden. Ja! Dat hebben ze ondervonden, dit ene, onveranderlijke: de zinloosheid van het leven. De hardheid van het leven. Hebben ze ons ooit opgewekt tot het grote, tot het nieuwe, het toekomstige? O nee, want dat kan men immers niet ervaren. Alle zin, het ware, goede en schone is geworteld in zichzelf; wat moeten we hier met ervaring? – En daar hebben we het geheim: omdat hij nooit zijn blik richt op het grote en zinvolle werd de ervaring het evangelie van de fillister. Ze werd voor hem de boodschap van de alledaagsheid van het leven. Maar hij heeft nooit begrepen dat  er nog iets anders is dan alleen maar ervaring, dat er waarden zijn – niet te ervaren waarden – die wij dienen.

De gemaskerde dient de macht en zijn eigen opportunisme, niets anders. Walter Benjamin adviseerde tenslotte:

Zegt u hem
Dat hij de dromen van zijn jeugd
Niet minacht als hij eenmaal man geworden is.
Niets haat de filister meer dan 'de dromen van zijn jeugd.' [...] Want wat er in die dromen aan hem verscheen, was de stem van de geest die ook hem eens riep, net als ieder ander.



Rennen Roel!




1 opmerking:

Paul zei

Hoi Stan
Prachtig citaat van Walter Benjamin.

De verhouding "global power elite" en de nationale staat is, voor zover ik weet, een open vraagstuk. Een belangrijke visie lijkt mij die van Bill Mitchell en Thomas Fazi die in hun recente boek 'Reclaiming the State' betogen dat de nationale staat helemaal niet zijn macht verloren heeft. Als sprekende illustratie daarvan noemen zij de talrijke lobbyisten die in de VS het nationale beleid naar zich toe willen trekken. Ook binnen de EU stikt het in Brussel van de lobbyisten die het EU-beleid willen invullen (dat is weliswaar op supranationaal niveau maar kennelijk zijn de regels waar de individuele EU-staten zich moeten houden zo belangrijk dat het bedrijfsleven er miljarden voor over heeft). Mitchell en Fazi wijzen ook op de heftige reacties vanuit de elite op de opkomst van rechtse populisten in Europa. Kennelijk is het niveau van de individuele staat toch zo belangrijk dat het niet verkeerde handen mag vallen. Zij pleiten ervoor dat Links zijn ineffectieve internationalisme (bv. van de soort van DIEM de Europese politieke groep van Yanis Varoufakis) opgeeft en weer begrijpt dat op het niveau van de nationale staat economische hervormingen doorgevoerd kunnen en moeten worden wil Links zijn doelstellingen halen. Een van de instrumenten daarbij is een eigen munteenheid. Mitchell en Fazi zien de Brexit voor Links als een kans, vooral ook omdat de UK een eigen munteenheid heeft. Zie hun artikel hier: https://www.jacobinmag.com/2018/04/brexit-labour-party-socialist-left-corbyn

Bill Mitchell is een linkse econoom en grondlegger van wat wordt aangeduid als MMT (Modern Money Theory). Volgens mij is dit voor linkse partijen een cruciaal gedachtengoed. Mitchell heeft onlangs fel gediscussieerd met de economische adviseurs van Jeremy Corbyn, die zich nog steeds niet kunnen losmaken van de verwerpelijke dogma's van het neoliberalisme. Bill heeft een benadering die wel 'functional finance' wordt genoemd: er worden langs democratische weg maatschappelijke doelstellingen geformuleerd (bv geen werkloosheid)en vervolgens voert de overheid dat financiële beleid dat die doelstellingen verwezenlijkt. Er worden geen in feite betekenisloze financiële kengetallen nagestreefd (zoals een max. begrotingstekort van 3%) maar er wordt alleen gekeken hoe het financiële beleid moet zijn om de maatschappelijke doelen te halen. Een van de doelen is natuurlijk om geen geen te grote inflatie te hebben dus dat dient ook meegenomen te worden in een adequaat financieel beleid.

Groeten.

Het Nihilistische Israel

‘Het Westen heeft de wereld niet gewonnen door de superioriteit van zijn ideeën, waarden of religie, maar eerder door zijn superioriteit in ...