zaterdag 4 juni 2016

Erdogan's Turkije

Turkse zusternatie vecht met Israëlische wapens tegen Armenië 
29 mei 2016 in Turkije |
israel azer index

Istanbul/Peter Edel (COLUMN) – De betrekkingen tussen Israël en Turkije gaan door een transformatie. In 2010 werden ze ronduit slecht en ontstond een diep conflict. De isolatie van Turkije binnen de regio nam echter vormen aan waaronder Ankara zich deze situatie niet meer kan veroorloven.

Premier Binali Yildirim, de verse buikspreekpop van president Erdogan, benadrukt dat Turkije goed nieuwe vrienden kan gebruiken. Israël is daarbij een primaire kandidaat, al is het eerder uit noodzaak dan enthousiasme.

Erdogans Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) komt voort uit de Milli Görüs-beweging van de antisemitische en zeer anti-Israëlische Necmettin Erbakan. Toch stond Erbakan tijdens zijn premierschap in de jaren negentig toe dat Turkije zijn banden met Israël verdiepte. Turkije had Israël nodig, zoals tegen de Koerdische PKK, en daarom matigde Erbakan zijn anti-Israëlische retoriek.

Israël vond het allang best. Daar is men min of meer gewend om onder bepaalde omstandigheden met antisemieten samen te werken. De grondlegger van het zionisme, Theodor Herzl, deed dat al in 1895, toen hij de benoeming van de antisemitische burgemeester Karl Lueger in Wenen steunde.

Uit pragmatische overwegingen heulen met de vijand moet af en toe kunnen, zo wordt geoordeeld. De Afro-Amerikanen van de Nation of Islam deden het ook toen ze in de jaren dertig in zee gingen met de Ku Klux Klan.

Een samenwerking tussen islamisten en zionisten is tegenwoordig niet eens uitzonderlijk. Dat koning Salman van Saoedi Arabië de verkiezingscampagne van Bibi Netanyahu in Israël financierde, zoals uit de Panama Papers bleek, is er een ander voorbeeld van.

Bedreiging

Zoals Erbakan zijn aversie tegen Israël twintig jaar geleden even vergat, zo doet Erdogan dat nu. Zijn achterban lijkt op het eerste gezicht trouw te volgen. Uit een onderzoek van de Kadir Has Universiteit in Istanbul blijkt dat 26 procent van de Turken Israël dit jaar als een bedreiging beschouwt. Vorig jaar was dat nog 42,6 procent. Rusland en de VS zouden nu als een grotere dreiging worden ervaren dan Israël. Respectievelijk 34,9 en 44,1 procent van de Turken denkt er zo over, zo stelt de Kadir Has Universiteit.

Toch is het nog wennen voor Erdogans conservatieve grassroots dat hij Israël niet langer het ultieme kwaad afbeeldt. De media op zijn hand wekken de indruk zich in een aanpassingsproces te bevinden. Ze bestoken Israël weliswaar niet zo intens meer met kritiek als voorheen, maar het gebeurt nog vrijwel dagelijks, waarbij het antisemitisme er als vanouds vanaf druipt.

Langs deze weg blijkt dat een herstel van de betrekkingen met Israël een gevoelig thema is voor de conservatieve kringen waar de AKP het van moet hebben bij verkiezingen. En zoals bekend gaat Turkije dit jaar weer naar de stembus. Is het niet voor nieuwe verkiezingen, dan voor een referendum, met de invoering van een presidentieel systeem als inzet.

Armeniër

Wie kritiek uit op Erdogan loopt nog altijd kans om door diens medestanders voor ‘zionist’ of ‘Jood’ uitgemaakt te worden, al gebeurt ook dat minder sinds de besprekingen tussen Israël en Turkije over een beëindiging van het conflict niet meer in het geheim plaatsvinden.

Er is een verschuiving zichtbaar. De vijand wordt er nu vaker van beschuldigd ‘Armeniër’ te zijn. Waar de PKK eerder in opdracht van Israël heette te handelen, bestaat de separatistische Koerdische organisatie nu uit christelijke Armeniërs voor medestanders van de AKP. Zij menen zelfs dat PKK-strijders een kruis aan de hals dragen.

De vorige maand in Turkije aangehouden columniste Ebru Umar had volgens veel Turkse Nederlanders ook al een Armeense achtergrond. Althans, dat schreef men over haar op de sociale media. Het hoefde niet hard gemaakt te worden, want voor de ware Turkse nationalist is een bewering met bewijs onderbouwen iets voor mietjes. Daar doe je niet aan. Umar beledigde Erdogan en daarom is ze een Armeense, punt uit.

Haatlijst

Dat tegenstanders door Erdogans meute als Armeniërs beschouwd worden volgt uit de hoge notering van Armenië op de Turkse haatlijst. Daar liggen verschillende oorzaken aan ten grondslag. Dat de Armeniërs tijdens de Eerste Wereldoorlog de kant kozen van de Russische vijand is een punt. Dat destijds veel moslims sneuvelden in Anatolië eveneens. Maar wie weet was dat ondertussen vergeven en vergeten geweest als de Armeniërs niet zo’n lelijk woord hadden bedacht voor de wraakmaatregel die hen in 1915 werd opgelegd door het triumviraat dat het Ottomaanse Rijk destijds bestuurde.

Ik zal dat woord hier maar niet noemen. In plaatst daarvan omschrijf ik die vergeldingsmaatregel als ‘deportatie met de intentie tot zoveel mogelijk slachtoffers.’ De memoires van Halil Koet, een van de direct betrokkenen aan Turkse zijde in 1915, wijzen exact in die richting.

Naar aanleiding van ‘de gebeurtenissen van 1915’ waarin Halil een fors aandeel had, ondernam de Armeense organisatie ASALA in de jaren zeventig en tachtig wraakoperaties op Turkse doelen. De Turkse haat jegens Armeniërs werd daar extra door opgestookt. Zover dat tegenstanders van de AKP nu alleen maar Armeniërs kunnen zijn.

Azerbeidzjan

Een andere oorzaak van het uitermate negatieve beeld van Armenië in Turkije bestaat uit Nagorno-Karabach, de Armeense enclave die zich na het uiteenvallen van de Sovjet Unie in 1991 afscheidde van Azerbeidzjan. Dat leidde destijds tot een oorlog, gevolgd door een wankele wapenstilstand. Ook nu wordt die nog regelmatig geschonden. Vorige maand werd wederom gevochten.

Turken voelen zich nauw verbonden aan de bevolking van Azerbeidzjan. Het gaat zo ver dat wel van ‘twee staten, maar een natie’ wordt gesproken. Dat komt vooral omdat Azeri’s in etnisch opzicht zo Turks zijn als de Turken. Ze zijn ook hoofdzakelijk islamitisch, al behoren ze in tegenstelling tot de overwegend soennitische Turken vooral tot het sjiisme. Een ander onderscheid is dat het strikte secularisme waar de AKP in Turkije een einde aan maakte, in Azerbeidzjan nog volledig wordt nageleefd.

Dat laatste levert verschillen op. Om een voorbeeld te noemen: de naar een herinvoering van het kalifaat strevende organisatie Hizb ut-Tahrir wordt in Turkije niets in de weg gelegd, terwijl leden daarvan in Azerbeidzjan worden vervolgd.

Toch staan de inzichtelijke verschillen bij de invulling van het secularisme (vrijheid van religie tegenover vrijheid voor religie) de warme banden tussen beide landen niet in de weg.

Betrekkingen met Israël

Azerbeidzjan knoopte evenals Turkije in de jaren negentig nauwe betrekkingen aan met Israël. Dat land steunde Azerbeidzjan al tijdens de oorlog rond Nagorno-Karabach. In tegenstelling tot Turkije onderbraken de Azeri’s die banden nooit. Dat wil niet zeggen dat ze ermee te koop lopen. President Ilham Aliyev van Azerbeidzjan vergeleek het met een ijsberg: ‘negentig procent ervan bevindt zich onder de oppervlakte.’

De banden omvatten een economische samenwerking. Sinds Azerbeidzjan de economie liberaliseerde zijn daar diverse Israëlische ondernemingen actief, vooral in de telecommunicatiesector. Omgekeerd dekt Azerbeidzjan ongeveer achttien procent van de Israëlische oliebehoefte. Tot dusver geen verschil met Turkije, dat ondanks de diplomatieke afstand sinds 2010 de economische banden met Israël in stand hield. Sterker nog, dwars door het conflict heen nam de handel tussen beide landen stevig toe.

Aan de samenwerking tussen Israël en Turkije op militair, veiligheids- en inlichtingengebied kwam echter een einde. Dat Azerbeidzjan in deze opzichten doorging met Israël heeft veel te maken met Iran, het buurland van de Azeri’s dat door Israël als de grootste dreiging in de regio wordt beschouwd. Sinds Turkije als partner werd verloren is Azerbeidzjan in dit opzicht nog belangrijker geworden voor de Israëliërs. Om die reden leveren ze wapens en andere defensiesystemen aan de Azeri’s.

Harep drones

De Israëlische wapens van Azerbeidzjan worden ook ingezet tegen Armenië, dat niet alleen op goede voet staat met Rusland, maar ook met Iran. Toen het begin vorige maand weer tot een confrontatie kwam over Nagorno-Karabach, maakten de strijdkrachten van Azerbeidzjan gebruik van bewapende Harep drones van Israëlische makelij. Hoewel Armenië daar moord en brand over schreeuwde, kregen de Turken er nagenoeg niets te horen. Alleen de Turkse krant Hürriyet schreef er over; de regeringsgezinde media deden er volledig het zwijgen toe

De AKP houdt de Israëlische steun voor het Turkse zusterland liever voor haar stemmers verborgen. Dat wil zeggen, voor de stemmers die na jaren van anti-Israëlische tirades uit Erdogans mond niet weten wat ze moeten denken over de U-bocht van de AKP ten aanzien van de zionistische staat. Om te voorkomen dat de AKP haar achterban van zich vervreemdt dient de partij voorzichtig te manoeuvreren bij het herstel van de betrekkingen met Israël.

Verkoopargument

Wat de AKP nodig heeft is een argument om het herstel van de betrekkingen met Israël te kunnen verkopen aan de vaak anti-Israëlische stemmers. Een verkoopargument dat al het andere, waaronder de samenwerking tussen Azerbeidzjan en Israël, in de schaduw plaatst.

Een volledige opheffing van de Israëlische blokkade van Gaza zou de AKP-achterban overtuigen, maar of de Israëliërs zover willen gaan is natuurlijk zeer de vraag. Ze kunnen de AKP echter tegemoet komen door de geleidelijk verlichting van de blokkade van Gaza over de laatste jaren weer te geven als een consequentie van de Turkse eisen.

Zo krijgt de AKP iets in handen waarmee de indruk gewekt kan worden dat Israël op de knieën gaat voor het ‘nieuwe Turkije’. Israël zal geen bezwaar hebben tegen een dergelijk stukje theater, zolang Ankara in blijft stemmen met transport van Israëlisch gas naar Europa over Turkse bodem. Naast een eventuele samenwerking met Turkije (en Saoedi Arabië) ten aanzien van Iran, is het Israël daar voor een belangrijk deel om te doen bij het repareren van de banden.

Ondertussen probeert de AKP Turkije tot een soort islamitische lookalike van Israël te maken. Dat land verdient al decennia veel geld aan zijn wapenindustrie – dat wil zeggen: aan oorlog – en dat lijkt Erdogans adviseur Yigit Bulut ook wel wat. Hij benadrukte onlangs hoe belangrijk de wapenindustrie in de toekomst zal zijn voor de Turkse economie. Het moet gezegd dat die sector een van de weinige Turkse industrietakken is die momenteel in de lift zitten. Juist daarom wordt het echter als gênant ervaren dat de zusternatie Azerbeidzjan aanmerkelijk meer Israëlische wapens ontvangt dan Turkse.

Frustrerend

Kortom, de militaire samenwerking tussen Azerbeidzjan en Israël blijft frustrerend. Niet eens alleen voor de Turkse nationalisten. Christenen in Europa en de VS, die te doen hebben met het christelijke Armenië, maar tegelijkertijd Israël een warm hart toedragen, zullen evenmin weten wat ze ermee aan moeten. De kop in het zand steken is voor hen wellicht eveneens de aangewezen weg.

Dat is het fijne wanneer je als publicist tot geen enkel kamp behoort. Dan hoeft er nergens over gezwegen te worden.

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)



Ook interessant om te lezen
Turkije gaat Israëlische militairen vervolgen
De belastingdienst als wapen tegen lastige kranten; waar gingen die wapens heen? (COLUMN)
Turkije vecht sancties tegen Iran aan
Erdogan: Israël is barbaarser dan Hitler
Maatregel Turkse overheid tegen website Braziliaanse cartoonist (COLUMN)



Geen opmerkingen: