dinsdag 11 augustus 2015

Henk Hofland en de Massa 93


Monte Amiata, Toscane's hoogste berg.


Obama... accurately described himself and his own record of militarism. To defend against charges that he Loves the Terrorists, he boasted:

'As commander-in-chief, I have not shied away from using force when necessary. I have ordered tens of thousands of young Americans into combat... I’ve ordered military action in seven countries.'

By 'ordered military actions in seven countries,' what he means is that he has ordered bombs dropped, and he has extinguished the lives of thousands of innocent people, in seven different countries, all of which just so happen to be predominantly Muslim.

The list includes one country where he twice escalated a war that was being waged when he was inaugurated (Afghanistan), another where he withdrew troops to great fanfare only to then order a new bombing campaign (Iraq), two countries where he converted very rare bombings into a constant stream of American violence featuring cluster bombs and “signature strikes” (Pakistan and Yemen), one country where he continued the policy of bombing at will (Somalia), and one country where he started a brand new war even in the face of Congressional rejection of his authorization to do so, leaving it in tragic shambles (Libya). That doesn’t count the aggression by allies that he sanctioned and supported (in Gaza), nor the proxy wars he enabled (the current Saudi devastation of Yemen), nor the whole new front of cyber-attacks he has launched, nor the multiple despots he has propped up, nor the clandestine bombings that he still has not confirmed (Philippines).

[As the military historian and former U.S. Army Col. Andrew Bacevich noted  in the Washington Post after Obama began bombing Syria, 'Syria has become at least the 14th country in the Islamic world that U.S. forces have invaded or occupied or bombed, and in which American soldiers have killed or been killed. And that’s just since 1980.' That is the fact that, by itself, renders tribalistic Westerners who obsessively harp on the violence of Muslims such obvious self-deluded jokes.]... 

as he himself just proudly touted yesterday, the overall record of the 2009 Nobel Peace Prize laureate is one of violence, militarism and aggression that has left a pile of dead bodies of innocent people. That Obama feels the need (or desire) to boast about how many countries he’s bombed, and that the only mainstream criticisms of him in the Iran debate is that he is too unwilling to use more aggression and force, says a lot about Obama, but even more about U.S. political culture. And none of what it says is good.
Glenn Greenwald. The Intercept. 6 augustus 2015.

Terwijl ik schrijf zie ik vanaf mijn berg in Umbrië dat de meer dan 70 kilometer verderop gelegen Monte Amiata, met een hoogte van 1732 meter de hoogste berg van Toscane, geheel in de nevel is verdwenen. Het is 35 graden Celsius en de luchtvochtigheid is hoog. De gedachte dat deze uitgedoofde vulkaan honderdduizenden jaren na mijn dood nog steeds onbewogen op dezelfde plaats zal liggen, terwijl de mens als soort naar alle waarschijnlijkheid zal zijn uitgestorven, vervult me met een intens gevoel van nietigheid. De gedachte dat er miljarden jaren zijn verstreken zonder de aanwezigheid van de mens, en dat er straks weer miljarden jaren mensloos zullen verstrijken, wijst het individu op zijn juiste plaats in het geheel. Amiata heeft de mensheid niet nodig om te kunnen zijn, niets in de natuur is afhankelijk van de mens. Omgekeerd wel. De natuur is onmisbaar voor het voortbestaan van homo sapiens. Vandaar ook dat al in 1886 Friedrich Nietzsche in Voorbij Goed en Kwaad van leer trok tegen 'de zogenaamde ontwikkelden,'aangezien bij

de gelovigen van de ‘moderne ideeën’ misschien niets zo walgelijk [is] als hun gebrek aan schaamte, hun gemakzuchtige brutaliteit van oog en hand waarmee zij alles aanraken, belikken, betasten...

Dit besef relativeert mijn bestaan op aarde, en brengt mijn leven terug tot reële proporties, namelijk minder dan een vonk in de eeuwigheid. Het wijst mij er tevens op hoe volkomen absurd de verwijzing van president Obama is dat 'he has ordered bombs dropped, and he has extinguished the lives of thousands of innocent people, in seven different countries, all of which just so happen to be predominantly Muslim.' Dit soort waanzin maakt me bewust van het intens vergeefse van al het menselijk handelen, en doet me denken aan Shelly's sonnet Ozymandias dat in 1818 voor het eerst verscheen:

I met a traveller from an antique land
Who said: 'Two vast and trunkless legs of stone
Stand in the desert. Near them on the sand,
Half sunk, a shattered visage lies, whose frown
And wrinkled lip and sneer of cold command
Tell that its sculptor well those passions read
Which yet survive, stamped on these lifeless things,
The hand that mocked them and the heart that fed.
And on the pedestal these words appear:
"My name is Ozymandias, King of Kings:
Look on my works, ye mighty, and despair!"
Nothing beside remains. Round the decay
Of that colossal wreck, boundless and bare,
The lone and level sands stretch far away.' 


Zelfs het machtigste imperium aller tijden zal vroeger of later ten onder gaan en tot stof vervallen. Alleen de ijdele mens blijft in zijn handelen volharden in het waanidee dat hij de oneindigheid van ruimte en tijd kan trotseren. Zoals de nevel suggereert dat Monte Amiata in het niets is opgegaan, en als het ware net zo is 'verdampt' als de vele miljarden die de banken nooit bezaten maar vervolgens wel van de belastingbetaler opeisten, zo is het hedendaagse politieke theater niets anders dan zinsbegoocheling. Intussen blijft Amiata onwrikbaar en onaangedaan op zijn plaats liggen, millennium na millennium. Ik vertel dit om de betrekkelijkheid te benadrukken van de 'waarheden' die de massamedia elke dag weer aan het grote publiek proberen te slijten om op die manier de status-quo van het establishment te handhaven. Door de tijd te bevriezen en zichzelf almaar te herhalen, poogt de zogeheten 'politiek-literaire elite,' waar geen 'natie' zonder zou kunnen, de werkelijkheid zo voor te stellen dat het lijkt alsof de bestaande orde even onvermijdelijk is als de natuurwetten die Monte Amiata onwrikbaar op zijn plaats houden. In dat opzicht verschilt de postmoderne opiniemaker in niets van zijn voorganger, de rooms-katholieke en protestantse geestelijke. Aan de hand van het werk van de gereformeerde domineeszoon, de Bartlehiemse journalist Geert Mak, probeer ik dit al enige tijd duidelijk te maken. Ik heb juist Mak eruit gepikt, omdat ik hem al 35 jaar als vriend van nabij ken, veel met hem gesproken heb, weet wat hij intellectueel voorstelt, én vooral ook omdat hij een bestseller-auteur is die door de mainstream wordt gezien als een deskundige op talloze gebieden. Als journalist en auteur heeft hij, mijns inziens, volkomen ten onrechte buitensporig veel invloed. Zijn pretenties staan in geen enkele reële verhouding tot zijn kennis, laat staan inzicht. Geert Mak is een intellectueel lichtgewicht die in zijn eigen pedanterie is gaan geloven. Bovendien is hij een poseur, vooral wanneer hij zekerheden verkondigt als de volgende:

Een goede elite kenmerkt zich door kwaliteit, zeker, maar ook door empathie en courage. Een goede elite erkent dat ze een elite is, en dat ‘noblesse oblige,’ in de breedste zin van het woord. Een goede elite luistert en kijkt met duizend ogen en oren. Een goede elite ligt dwars. Een goede elite durft het idee los te laten dat politiek alleen maar een vorm is van publiek management, durft luidop te dromen, durft ook onaangename waarheden onder ogen te zien en uit te spreken. Een goede elite durft te verliezen en klappen te krijgen. Een goede elite vecht voor het ambt, als trotse dienaren van de publieke zaak. Een goede elite gedraagt zich niet als burgers, maar als citoyens, elke dag.

Kwaliteit, empathie en courage, ja, dat hebben wij, als elite, in deze tijd nodig. Maar de grootste van deze drie is courage.


Hoewel ik het volkomen eens ben met zijn beschrijving, is nu juist Geert Mak niet de aangewezen persoon om deze definitie te verspreiden, aangezien hij, zoals ik uit persoonlijke ervaringen weet, alles behalve intellectueel integer is, nooit echt 'dwars' durft te liggen, nooit 'onaangename waarheden' durft uit te spreken, en nooit 'durft te verliezen en klappen te krijgen.' Daarvoor is hij teveel een kleinburgerlijke Nederlander, te uitgekookt, te vaak wisselend dominee en koopman. Zou hij voldoen aan zijn hierboven gegeven omschrijving dan was hij er nooit in geslaagd een bestseller-auteur te worden, want die is gedwongen een zo groot mogelijk publiek behagen. De dwarsligger in elk systeem is altijd de eenling, de outsider die onbewust een avant-garde aanvoert. Mak zelf mag dan graag gezien worden als één van de 'trotse dienaren van de publieke zaak,' maar dat is slechts een aanmatigend verlangen, niet gebaseerd is op de werkelijkheid zoals ik zal proberen aan te tonen door middel van zijn eigen uitspraken. 

Tijdens het voorlopige hoogtepunt van de demonisering van president Vladimir Poetin verscheen Geert Mak op bevrijdingsdag 2014 als 'Chroniqueur van Europa' in het televisieprogramma Eén op Eén. In de loop van de uitzending beweerde interviewer Sven Kockelmann het volgende:

Terug naar de werkelijkheid: u had het net over Poetin. De meeste Europese landen besteden véél te weinig aan hun defensie-uitgaven. Dat is een belangrijk politiek onderwerp op dit moment. We dragen véél te weinig bij aan de NAVO, in ieder geval in verhouding tot de afspraken die zijn gemaakt. Als wij straks te maken krijgen met agressie uit het Oosten, wat we nog maar moeten afwachten, maar sommigen vrezen daarvoor, en het ziet er in ieder geval tamelijk eng uit, dan kunnen wij niet zonder de hulp van de Amerikanen, en de Amerikanen vinden Europa minder belangrijk tegenwoordig dan de Pacific.

Aangezien Kockelmann en Mak geen experts zijn op het gebied van bewapening en kennelijk niet wisten dat de NAVO-landen tezamen 11 keer meer besteden aan hun militair-industrieel complex dan de Russische federatie, praatten beide journalisten zonder enige bedenking of aarzeling de officiële NAVO-propaganda na, die werd aangekondigd als 'de werkelijkheid.' Na eerst met grote stelligheid te hebben verklaard dat 'meneer Poetin' heel 'Europa [dwingt] om meer aan defensie uit te geven,' verklaarde hij om zijn woorden kracht bij te zetten:

Kijk, er is iets heel geks gebeurt. In Europa waren we zo bezig met die soft power en op een andere manier een internationale orde te scheppen, en Europa is daar heel succesvol in geweest. Alleen Poetin doet dat weer op een negentiende eeuwse manier. Het is een andere manier van denken die hij ineens weer de Europeanen door de strot douwt. Wij moeten er wel op voorbereid zijn dat her en der de negentiende eeuw ook nog heerst. Dus defensie kun je niet helemáál afbreken.

Met het oog op Mak's bewering dat 'Kwaliteit, empathie en courage, ja, dat hebben wij, als elite, in deze tijd nodig,' is het noodzakelijk om zijn beweringen tegenover Kockelmann in een historisch perpectief te plaatsten. Volgens de bestseller-auteur was 'Europa' druk doende om via 'soft power' een 'andere manier een internationale orde te scheppen,' en is 'Europa is daar heel succesvol in geweest.' Het antwoord op de vraag waar Europa 'heel succesvol [is] geweest?' moet zo voor de hand liggend zijn geweest dat Kockelmann er geen vraag over stelde. Op het gevaar af voor een 'doemdenkende' dwarsligger te worden versleten, een type waar Mak enorm de pest aan heeft zoals uit zijn beschrijving van Nobelprijswinnaar John Steinbeck blijkt, stel ik toch de vraag: waaruit blijkt dat Europe 'heel succesvol' is geweest in het op een 'andere manier' scheppen van 'een internationale orde'? In het Joegoslavische conflict, waarbij mede door de houding van de EU en de NAVO, tenminste 130.000 doden vielen? Dat lijkt me niet 'heel succesvol.' In Irak dan, waar meer dan een miljoen Iraakse burgers om het leven kwamen na de illegale inval onder aanvoering van de VS met politieke en zelfs militaire steun van meerdere NAVO-landen? Nee, ook dat kan niet 'heel succesvol' worden genoemd. In Afghanistan, waar de NAVO volop actief is geweest, en vervolgens met de staart tussen de benen afdroop om het land in een totale chaos achter te laten? Dat kan niemand die bij zijn volle verstand is, 'heel succesvol' noemen. In Libië misschien, waar het NAVO-geweld het land veranderde in elkaar bestrijdende locale milities? In Syrië dan, waar het Westen al jarenlang anti-Assad-groeperingen, inclusief fundamentalistische terroristen, financieel en militair steunen, waardoor nu

A joint US-European mission to Libya involving soldiers from six countries is being hatched under the pretext of combating Islamic State in Iraq and Syria (ISIS) and with the aim of establishing a pliant pro-Western government and 'stabilizing' the country. On August 1, the London Times reported, 'Hundreds of British troops are being lined up to go to Libya as part of a major new international mission.' It stated that the UK soldiers would join 'Military personnel from Italy, France, Spain, Germany and the United States…in an operation that looks set to be activated once the rival warring factions inside Libya agree to form a single government of national unity'?

Ook die Europese/Amerikaanse interventie kan onmogelijk 'heel succesvol' worden gekwalificeerd. Dan blijft alleen Oekraïne over dat door de houding van Mak's EU-politici in een uitzichtloze burgeroorlog is veranderd. Ook dat is op geen enkele manier 'heel succesvol' te betitelen. Kortom, Mak verdraaide de werkelijkheid om de gevestigde orde met haar militair-industrieel complex te dienen. Generaal Tom Middendorp, Commandant der Strijdkrachten, maakte amper twee weken na Mak's woorden gretig gebruik van diens opzetje door het volgende bekend te maken:

In Nederland is discussie ontstaan over onze veiligheid en het geslonken Defensiebudget. Een belangrijke ontwikkeling. Hoe breder de discussie, hoe beter. Veiligheid is immers voor iedereen van belang en zeker geen luxeartikel.

De oproep van de Amerikaanse president Barack Obama aan Europese landen om meer te spenderen aan hun krijgsmacht en niet langer disproportioneel op de Amerikanen te leunen als het gaat om de veiligheid heeft de discussie aangewakkerd. Maar ook de spanningen in de Oekraïne maken veel los.

Dit land - op slechts 2 uur vliegafstand en gelegen aan de grenzen van de EU - laat namelijk zien dat een schijnbaar stabiele situatie zo kan omslaan en dat veiligheid helemaal niet vanzelfsprekend is. Sommigen noemen het niet voor niets een wake-up-call. Wie had immers 4 maanden geleden gedacht dat de verhoudingen zo snel konden verslechteren?

Dat geeft ook te denken. Zo liet de schrijver Geert Mak in het programma ‘Eén op Eén’ weten: 'We waren zo bezig met die soft power - en dat is ook goed - alleen Poetin reageert op een 19e-eeuwse manier.' Mak, ooit pacifist, meende daarom dat we 'Defensie niet moeten afbreken' en dat we 'meer moeten samenwerken met anderen.'

En de Britse militair historicus en oud-journalist Max Hastings zei in een interview met NRC Handelsblad over de situatie in de Oekraïne: 'Ik stel geen moment voor dat we een militair antwoord moeten geven, maar ik suggereer wel dat we moeten laten zien dat we dat kunnen. Het is angstaanjagend dat Europa niet eens kan pretenderen dat het een militair antwoord heeft.'

Zo is het maar net. Dat is ook de reden waarom ik zelf vorige week bij een debatbijeenkomst opmerkte dat een brullende leeuw veel geloofwaardiger is als die ook zijn tanden kan laten zien. Het is nu eenmaal geloofwaardiger als je praat vanuit een sterke positie. Vriend en vijand weten dat.

Mijn uitspraken trokken de aandacht van de media, maar het moest gezegd worden. Europa levert slechts 25% van de NAVO en moet een meer geloofwaardige partner worden. Dit vooral door meer rendement te halen uit onze samenwerking en de krachten nog meer te bundelen. Maar daarmee verandert dit percentage niet. Daar is meer voor nodig.

Bij militaire samenwerking geldt dat de liefde van 2 kanten moet komen. Je kunt als land niet voor een dubbeltje op de eerste rang zitten, en voor een lagere premie een hogere dekking verwachten. Je moet ook bereid zijn te leveren.

En dat is nu net het probleem. Nederland investeert nu 1,16% van het Bruto Nationaal Product in Defensie. Als we de pensioenen en wachtgelden niet meetellen slechts 0,87%. Ter vergelijking: de gemiddelde bijdrage van de Europese NAVO-landen is 1,56% en de NAVO-norm is 2%.

Wij zitten met onze 1,16% dus ruim onder de gemiddelde EU-bijdrage en de NAVO-norm. En dat terwijl onze economische positie zich juist meer in de kopgroep bevindt. En dat in een tijd waarin we in toenemende mate afhankelijk zijn van stabiliteit, zowel binnen als buiten Europa…

Dat baart mij zorgen. Of we het nu leuk vinden of niet, in veiligheid en vrijheid moeten we blijven investeren. Of zoals Geert Mak in de uitzending ‘Eén op één’ concludeerde:

'Vrijheid komt niet vanzelf. Voor vrijheid moet je knokken. Moet je concessies doen. Moet je ruzie over maken. Rode koppen krijgen en uiteindelijk weer naar de stembussen sjokken. Dat is allemaal vrijheid. Vrijheid moet je verrekt alert op zijn, want anders glipt het zo door je vingers.'

Keep a clean nose
Watch the plain clothes
You don't need a weather man
To know which way the wind blows


Als Mak werkelijk meent dat 'Kwaliteit, empathie en courage, ja, dat hebben wij, als elite, in deze tijd nodig. Maar de grootste van deze drie is courage,' dan had deze gecorrumpeerde miljonair allereerst zijn huiswerk gedaan voordat hij voor de vuist weg maar wat aan babbelde in het tv-programma Eén op Eén. Dan had hij Kockelmann van repliek kunnen dienen toen de televisie-journalist met grote stelligheid verkondigde dat 'De meeste Europese landen besteden véél te weinig aan hun defensie-uitgaven.' Hij had onmiddellijk moeten verklaren dat de NAVO-landen tezamen 11 keer meer aan bewapening spenderen dan de Russische Federatie, dat in tegenstelling tot het Warschau-Pact de NAVO na de val van de Sovjet Unie niet werd ontbonden, maar in ledenaantal bijna verdubbelde en daarmee over nog meer geld kon beschikken, en dat ondermeer daardoor de NAVO, in strijd met de afspraken, almaar verder oostwaarts, richting Moskou is opgerukt. Mak verkoos te zwijgen, want hij weet wie hij moet behagen en welke belangen hij moet dienen. Vrijwillig is hij de stem van het neoliberale establishment geworden, een besluit dat hem rijk heeft gemaakt.  Die gevestigde neoliberale 'orde' maakte geen gebruik van wat na de val van het Sovjet-communisme in het begin van de jaren negentig door vooraanstaande westerse politici het 'peace dividend' werd genoemd. In de praktijk betekende dit het economisch voordeel van de sterk verminderde noodzaak om het westers militair-industrieel complex  met biljoenen aan belastinggeld optimaal te blijven financieren. Het gaf het Westen een mogelijkheid de wapenwedloop te stoppen om een voor alle partijen rampzalige Derde Wereldoorlog te voorkomen. Maar zoals David Rockefeller, voorzitter van de invloedrijke Rockefeller Group, op 14 september 1994 voor waarschuwde:

this present window of opportunity during which a truly peaceful and interdependent world order might be built will not be open for too long. Already there are powerful forces at work that threaten to destroy all of our hopes and efforts to erect an enduring structure of global cooperation.

Op wie Rockefeller precies doelde, bleef tamelijk onduidelijk, maar het is zeker niet overdreven te stellen dat de Amerikaanse neoconservatieve haviken en neoliberale fundamentalisten alles in het werk hebben gesteld om die 'window of opportunity' zo snel mogelijk te sluiten. 

The PNAC's stated goal was 'to promote American global leadership.' The organization stated that 'American leadership is good both for America and for the world...'

Of the twenty-five people who signed the PNAC's founding statement of principles, ten went on to serve in the administration of U.S. President George W. Bush, including Dick CheneyDonald Rumsfeld, and Paul Wolfowitz. Observers such as Irwin Stelzer and Dave Grondin have suggested that the PNAC played a key role in shaping the foreign policy of the Bush Administration, particularly in building support for the Iraq War...

PNAC's first public act was to release a 'Statement of Principles' on June 3, 1997. The statement had 25 signers, including project members and outside supporters (see Signatories to Statement of Principles). It described the United States as the 'world's pre-eminent power,' and said that the nation faced a challenge to 'shape a new century favorable to American principles and interests.' In order to achieve this goal, the statement's signers called for significant increases in defense spending, and for the promotion of 'political and economic freedom abroad.' It said the United States should strengthen ties with its democratic allies, 'challenge regimes hostile to our interests and values,' and preserve and extend 'an international order friendly to our security, our prosperity, and our principles.' Calling for a 'Reaganite' policy of 'military strength and moral clarity,' it concluded that PNAC's principles were necessary 'if the United States is to build on the successes of this past century and to ensure our security and our greatness in the next.'


Washington en Wall Street zouden ook in de 21ste eeuw, in de woorden van Geert Mak, 'als ordebewaker en politieagent' moeten blijven optreden, een taak waarvoor de Amerikaanse macht, volgens hem, geknipt is, aangezien 'de Verenigde Staten [nog steeds] het anker [zijn] van het hele Atlantische deel van de wereld in de ruimste zin van het woord.' Opvallend is hoe Mak's opvattingen voortdurend naadloos passen in de ideologie van de neoconservatieven en neoliberalen. Voor het orakel van Bartlehiem is de VS 

nog altijd de 'standaardmacht' 

in de wereld, 'een rol die Rusland, Europa en ook China niet snel zullen overnemen,' een zienswijze die hij letterlijk heeft overgenomen van neoconservatieve ideologen. En dus beweert ook de voormalige pacifist Mak dat het 'dictatoriale' Rusland de EU van 'Geen Jorwert zonder Brussel' bedreigt en dat 'je' daarom 'defensie niet helemáál' kunt 'afbreken.' Op zijn beurtgebruikte de Commandant van de Nederlandse strijdkrachten, generaal Middendorp, onmiddellijk Mak's propaganda om te stellen dat 'Europa slechts 25% [levert] van de NAVO' en daarmee  geen werkelijk 'geloofwaardige partner' is, een boodschap die de bestseller-auteur al eerder had verspreid door te stellen dat Als je invloed en macht wilt hebben, moet je groots zijn. Dat is iets wat we in Europa van ze kunnen leren.’ En die 'ze' zijn in concreto de macht in Washington en op Wall Street, die volgens Mak kennelijk in Vietnam en Irak zo duidelijk hebben aangetoond hoe 'groots' de VS is door al 'decennialang als ordebewaker en politieagent' op te treden. Het is deze absurde leugen die mijn oude vriend rond bazuint. Waarom? Louter en alleen omdat propaganda hem aanzien heeft gegeven bij de gevestigde orde en hem daarnaast miljonair heeft gemaakt. Door zijn opportunisme is hij in Nederland een onmisbare schakel geworden in de neoliberale en neoconservatieve propaganda. Hij functioneert als loopjongen van het financieel, economisch, ideologisch, en moreel failliete kapitalisme, dat, ik herhaal het voor alle duidelijkheid, 85 miljardairs zo rijk heeft gemaakt dat ze nu evenveel bezitten als de helft van de hele mensheid, meer dan 3,5 miljard straatarme individuen. Desondanks, of beter nog, juist daarom suggereert Geert M. dat hij en zijn soortgenoten opereren 'als trotse dienaren van de publieke zaak,' gemotiveerd door 'Kwaliteit, empathie en courage,' en dat, beste vrienden,'hebben wij, als elite, in deze tijd nodig.' Net als zijn vader, de evangelisatie-predikant Catrinus Mak die in 1936 de anti-joodse rassenwetten van de nazi's 'tolerabel' vond, zo probeert zoon Geert tegenover zijn eigen volgelingen nu de westerse economische terreur en het grootscheepse NAVO-geweld te rechtvaardigen. De appel valt niet ver van de boom. 

Wanneer Mak en Middendorp stellen dat de Europese lidstaten van de NAVO 'slechts 25 procent' van het NAVO-budget financieren, dan verzwijgen beide heren het volgende: sinds de val van de Berlijnse Muur in 1989 het einde van de Koude Oorloginluidde is het Amerikaanse 'defensie-budget' explosief gestegen van 388 miljard tot 738 miljard in 2015. Er is dus sprake van bijna een verdubbeling van het Amerikaanse belastinggeld dat, ten koste van onderwijs, volksgezondheid, sociale voorzieningen, volkshuisvesting etcetera, naar het militair-industrieel complex vloeit. Waarom? Volgens de neoconservatieven in zowel Republikeinse als Democratische regeringen moeten de strijdkrachten met dat geld de Amerikaanse hegemonie handhaven en zelfs uitbreiden, en elke regering, democratisch of niet, dient te worden verpletterd zodra die -- in het neoconservatieve jargon -- 'hostile to our interests and values' mocht zijn. En 'hostile' dient hierbij te worden opgevat als 'vijandig' tegenover een neoliberaal beleid dat wereldwijd de kloof tussen arm en rijk almaar vergroot. Dat de Amerikaanse elite hiervoor ontelbare miljarden aan bewapening en oorlogen gebruikt, betekent niet dat Europa hierin mee moet gaan. '25 procent' is meer dan genoeg in een tijd die wordt gekenmerkt door een structurele economische crisis, terwijl bovendien de vermeende vijand ongeveer eentiende spendeert aan bewapening vergeleken met de NAVO.

Ik deel Mak's opmerking dat 'Een goede elite dwars [ligt],' en hoewel ik me niet tot zijn 'politiek-literaire elite' in de polder wens te rekenen, stel ik wel de vraag waarom Mak deze informatie angstvallig verzweeg toen hij suggereerde dat 'wij als elite in deze tijd' kritische tegenstemmen 'nodig [hebben].' Waar bleven Geert Mak en zijn opportunisten als 'trotse dienaren van de publieke zaak'? Geert, dit was toch opnieuw niets anders dan een schoolvoorbeeld van jouw opportunistische en conformistische houding. Dat je jouw publiek bedriegt is nog begrijpelijk, maar dat jij jezelf zo erg kunt bedriegen is een raadsel. Hoe kun je jezelf 's ochtends voor de spiegel in de ogen kijken? Bezit je werkelijk geen enkel zelfrespect meer? Waar is jouw waardigheid? En dit allemaal voor een schouderklopje van de macht en een zak vol zilverlingen, die je straks op aarde moet achterlaten.

Wat Mak en Middendorp tevens verzwijgen is de continuïteit van het Amerikaanse expansionisme. De gerenommeerde Angelsaksische kunstcriticus, wijlen Robert Hughes, schreef in zijn overzichtswerk Amerika’s Visioenen. Het epos van de Amerikaanse kunst (1998) met betrekking tot de Indiaanse volkeren:

Zolang sommige puriteinen vonden dat ze bekeerd moesten worden, zagen ze hen als onschuldige kinderen die wachtten op de verkondiging van Gods woord. Toen de Indianen in opstand kwamen tegen het christendom en zijn boodschappers, werden ze gebombardeerd tot handlanger van Satan… De verlichte kijk op de Indianen als Nobele wilden was in Amerika altijd wisselvallig: op de achtergrond loerde het andere stereotype van de Indiaan als onbetrouwbaar, sluw, gewelddadig en dierlijk, en tijdens conflicten kwam dat onmiddellijk boven als rechtvaardiging om hen te doden… Maar rond 1845 was het ook veel blanke Amerikanen duidelijk dat de indianen de strijd om hun land en waarschijnlijk hun leven zouden verliezen – dat ze een ‘uitstervend ras’ waren, het zoveelste beeld van de teloorgang van de oorspronkelijke natuur van Amerika. Meteen na hun overwinning konden de blanken hun verslagen vijand met grootmoedige spijt door de lens van hun kunst zien – zij het nooit met schuldgevoel. Hadden ze zichzelf niet verdoemd door ‘hun suïcidale weerzin tegen het licht van de beschaving,’ zoals een document van het Congres het omschreef? De Indiaan was gedoemd door de wetten van de vooruitgang… Zijn liquidatie was een natuurlijk gegeven in een orde waarin de sterken de zwakken verdrongen…. Het motto van de Amerikaanse expansiepolitiek vanaf het midden van de negentiende eeuw was Manifest Destiny, altijd op hoogdravende toon uitgesproken en gewoonlijk met hoofdletters geschreven.

Over die 'Onloochenbare Voorbestemdheid' van de VS schreef Hughes:

Nooit is ze beter onder woorden gebracht dan in 1846, en kort daarna voorgelezen aan de Senaat, door de journalist William Gilpin, die twee jaar eerder over de Oregon Trail was getrokken:

De nergens vastgelegde bestemming van het Amerikaanse volk is het continent te onderwerpen – over dit uitgestrekte veld te razen tot aan de Stille Oceaan – de honderden miljoenen zielen van zijn bevolking op te wekken, hen te verheffen […] oude naties een nieuwe beschaving te leren – de bestemming van het menselijk ras te bevestigen […] Goddelijke taak! Onsterfelijke missie! Laat ons vastberaden en vreugdevol het pad dat voor ons open ligt betreden! Laat elke Amerikaans hart zich wijd openen, opdat patriottisme ongetemperd kan gloeien, en met godsdienstig geloof kan vertrouwen op de sublieme en wonderbaarlijke bestemming van zijn geliefde land.

De bestemming die Gilpin en de chauvinistische Senatoren die zijn woorden toejuichten voor ogen stond, bleef niet beperkt tot Noord-Amerika. Zijn ‘imperium’ dat ‘vele honderden miljoenen’ omvatte in ‘oude naties’, was dat van Latijns-Amerika, de Stille Oceaan en Azië – niet alleen de Indianenstammen. De Indianen op wie expansionisten op weg naar de Stille Oceaan stuitten, waren niets dan stof onder de hoeven en wagenwielen van de Vooruitgang. Manifest Destiny meende wat het zei. Ze was onloochenbaar, boven elke discussie verheven, dat het imperium zich moest uitbreiden aan de andere kant van de Mississippi en doordenderen tot aan de Stille Oceaan, waar het even kon rusten en krachten vergaren voor de volgende Amerikaanse sprong in de geschiedenis. Wat je op je weg tegenkwam, kwam je rechtens toe. Zien was ontdekken, en ontdekken was veroveren. Als de Indianen terugvochten, verzetten ze zich niet zomaar tegen indringers, maar kwamen ze in conflict met de geschiedenis, en wie zichzelf ziet als drijvende kracht achter de geschiedenis, is bevrijd van medelijden en schuldgevoel. Manifest Destiny was Amerika’s mythe van verlossing door geweld en schiep zijn eigen helden,

aldus de in 2012 overleden Robert Hughes. De Amerikaanse historicus Richard Drinnon wijst op zijn beurt op het feit dat het christelijke verleden doorwerkte in de verlichtingsideologie van de grondleggers van de staat.

It was there in that very embodiment of capitalism, Benjamin Franklin, who sat quietly through the discussions, resting comfortably on his maxim: ‘God gives all things to industry.’ […] He represented, as Max Weber, saw, the identical attitudes of Puritan worldly asceticism, ‘only without the religious basis, which by Franklin’s time had died away.’

Over het expansionisme van het Amerikaanse rijk verklaarde deze Amerikaanse Founding Father dat

We are, as I may call it, scouring our planet, by clearing America of woods, and so making this side of our globe reflect a brighter light.

Drinnon:

And in a famous sentence, he anticipated an America cleared as well of the children of the woods: ‘If it be the design of Providence to extirpate these savages in order to make room for the cultivators of the earth, it seems not improbable that rum may be the appointed means.’ As a speculator in Western holdings, he was by no means a playful or disinterested student of this particular providential windfall. Linked to the past and a shaper of things to come, Franklin illustrated in his writings and speculations a truth destined for future neglect: If agricultural products later provided the wherewithal for the rise of industrial capitalism in the New World, the whole proces commenced on Indian lands acquired by pressured purchase, fraud, and violence.

Precies dezelfde praktijken kenmerkten de Europese elite die dankzij het kolonialisme in de Derde Wereld schatrijk werd en op die manier de industriële revolutie op gang kon brengen. Dit proces gaat nog steeds door, zoals blijkt uit de westerse interventies onder aanvoering van de VS. Helaas heeft Geert Mak zowel het boek van Hughes niet gelezen en ook niet dat van Richard Drinnon. Dat de VS vandaag de dag ‘de agenda van de wereldpolitiek’ bepaalt, komt niet door zijn ‘soft power,’ maar juist door het dreigen dan wel toepassen van grootscheeps geweld, door ‘shock and awe.’ Waarom zou anders -- in de woorden van Mak zelf -- 'de militaire uitgaven van de Verenigde Staten hoger [zijn] dan die van de tien daarop volgende landen bij elkaar, dus inclusief China, Rusland, Frankrijk, Engeland.' Het is weer één van de vele Makkiaanse tegenstrijdigheden. En ook deze bewering op pagina 463 van zijn reisboek is een vertekening van de werkelijkheid:

De Amerikaanse diplomaten horen tot de beste ter wereld, het land beschikt over voortreffelijke informatiesystemen, het leger kent geen grenzen, de universiteiten en het State Department beschikken over briljante strategen en politieke analisten, het Amerikaanse bedrijfsleven over de hele wereld opereert. De Verenigde Staten hebben de hand gehad in talloze vredesonderhandelingen, niet zelden met succes.

Maar wanneer men afgaat op de beoordeling van talloze vooraanstaande Amerikaanse waarnemers, variërend van hoogleraren, CIA-functionarissen, hoge militairen, tot oud-diplomaten zelf, blijkt de werkelijkheid diametraal anders. Voorbeelden daarvan zijn er genoeg. Zo schreef Anders Stephanson, hoogleraar Geschiedenis aan de Columbia University en auteur van Kennan and The Art of Foreign Policy over George Kennan, de geestelijk vader van de Amerikaanse naoorlogse Containment Politiek die de invloed van de Sovjet Unie tot een minimum moest beperken, dat deze vooraanstaande beleidsbepaler voortdurend scherpe kritiek uitoefende op onder andere de Amerikaanse buitenlandse politiek omdat die onvoldoende oog had voor de werkelijkheid. Stephanson op pagina 176:

To be realistic in these circumstances was in a way to understand the inherent limits of things, the futility (indeed blasphemy) of extending radically beyond the existing, the real. At different moments Kennan thus criticized the Sovjet Union and the United States alike for being unrealistic in this sense of not acknowledging given limits... he was aware by the end of the 1940s that the United States was embarking on a course of potentially open-ended commitments around the world, and this he could not but find dangerous and unnatural.

Kennan was geen progressieve ideoloog, geenszins, als hoofd van het Planning Bureau van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken had hij in 1948 de Amerikaanse machthebbers geadviseerd:

Wij hebben ongeveer 50 procent van de rijkdommen in de wereld, maar slechts 6,3 procent van haar bevolking… In deze omstandigheden zullen we niet in staat zijn te voorkomen dat wij het voorwerp worden van jaloezie en haat. Onze werkelijke taak in het komende tijdperk is om een netwerk van betrekkingen op te bouwen die ons in staat stelt deze positie van ongelijkheid te handhaven… Daartoe zullen we alle sentimentaliteit en dagdromen opzij moeten zetten en dient onze aandacht overal geconcentreerd te zijn op onze directe nationale doelstellingen… We moeten ophouden te spreken over vage en… imaginaire doelstellingen als mensenrechten, het verhogen van de levensstandaard, en democratisering. De dag is niet veraf dat we in pure machtsconcepten moeten handelen. Hoe minder we daarbij gehinderd worden door idealistische slogans, des te beter het is.

Zoals elk imperium in de geschiedenis gedraagt ook de VS zich als een hegemonistische ‘super power,’ zonder zich iets aan te trekken van de wensen en verlangens van de rest van de wereldbevolking, zodra deze in strijd zijn met de belangen van de ‘National Security State.’ Mak zwijgt erover, omdat hij wanorde als de normale 'orde' beschouwt, en dus 'fungeerde' de VS in zijn ideologie daadwerkelijk ‘als ordebewaker en politieagent.’ Net als zijn ouders gaat Mak junior ervan uit dat de heerschappij van de zogeheten blanke, christelijke beschaving als het ware de natuurlijke ‘orde’ in de wereld is. Het enige verschil is dat bij Geert Mak deze veronderstelling impliciet is, niet uitgesproken, en bij zijn ouders wel. Hoe onnatuurlijk die kapitalistische ‘orde’ is blijkt ook uit de opmerkingen van Smedley Butler, in het interbellum 

Major General in the U.S. Marine Corps, the highest rank authorized at that time, and at the time of his death the most decorated Marine in U.S. history. During his 34-year career as a Marine, he participated in military actions in the Philippines, China, in Central America and the Caribbean during the Banana Wars, and France in World War I. Butler is well known for having later become an outspoken critic of U.S. wars and their consequences, as well as exposing the Business Plot, a purported plan to overthrow the U.S. government.

In 1933 verklaarde Butler:

I spent 33 years and four months in active military service and during that period I spent most of my time as a high class muscle man for Big Business, for Wall Street and the bankers. In short, I was a racketeer, a gangster for capitalism. I helped make Mexico and especially Tampico safe for American oil interests in 1914. I helped make Haiti and Cuba a decent place for the National City Bank boys to collect revenues in. I helped in the raping of half a dozen Central American republics for the benefit of Wall Street. I helped purify Nicaragua for the International Banking House of Brown Brothers in 1902–1912. I brought light to the Dominican Republic for the American sugar interests in 1916. I helped make Honduras right for the American fruit companies in 1903. In China in 1927 I helped see to it that Standard Oil went on its way unmolested. Looking back on it, I might have given Al Capone a few hints. The best he could do was to operate his racket in three districts. I operated on three continents.

Maar ook dit verzwijgen Mak en Middendorp. De centrale vraag is nu waarom Europa zich door de NAVO op sleeptouw zal laten nemen om de Amerikaanse hegemonie in stand te houden en zelfs uit te breiden. Welk belang het Europa van 'Geen Jorwert zonder Brussel' hierbij heeft is duidelijk, het consolideert de bestaande machtsverhoudingen? Maar welk belang heeft het Europa van de burgers hierbij? Terwijl de spanning met Rusland wordt opgevoerd, de NAVO een autonome koers voert, is er nooit in Nederland en ook niet in de EU een serieuze politieke discussie hierover geweest, laat staan een maatschappelijke. Het enige dat Mak en de Makkianen hebben gedaan is het impliciet of expliciet verdedigen van de belangen van het militair-industrieel complex in een neoliberaal systeem dat zelfs niet eens meer de schijn van democratie hoog houdt. Let op met Geert Mak, want als de vos de passie preekt boer pas op je kippen. Zo vader, zo zoon.





The US Economy Continues Its Collapse — Paul Craig Roberts

The US Economy Continues Its Collapse
Paul Craig Roberts
Do you remember when real reporters existed? Those were the days before the Clinton regime concentrated the media into a few hands and turned the media into a Ministry of Propaganda, a tool of Big Brother. The false reality in which Americans live extends into economic life. Last Friday’s employment report was a continuation of a long string of bad news spun into good news. The media repeats two numbers as if they mean something—the monthly payroll jobs gains and the unemployment rate—and ignores the numbers that show the continuing multi-year decline in employment opportunities while the economy is allegedly recovering.
The so-called recovery is based on the U.3 measure of the unemployment rate. This measure does not include any unemployed person who has become discouraged from the inability to find a job and has not looked for a job in four weeks. The U.3 measure of unemployment only includes the still hopeful who think they will find a job.
The government has a second official measure of unemployment, U.6. This measure, seldom reported, includes among the unemployed those who have been discouraged for less than one year. This official measure is double the 5.3% U.3 measure. What does it mean that the unemployment rate is over 10% after six years of alleged economic recovery?
In 1994 the Clinton regime stopped counting long-term discouraged workers as unemployed. Clinton wanted his economy to look better than Reagan’s, so he ceased counting the long-term discouraged workers that were part of Reagan’s unemployment rate. John Williams (shadowstats.com) continues to measure the long-term discouraged with the official methodology of that time, and when these unemployed are included, the US rate of unemployment as of July 2015 is 23%, several times higher than during the recession with which Fed chairman Paul Volcker greeted the Reagan presidency.
An unemployment rate of 23% gives economic recovery a new meaning. It has been eighty-five years since the Great Depression, and the US economy is in economic recovery with an unemployment rate close to that of the Great Depression.
The labor force participation rate has declined over the “recovery” that allegedly began in June 2009 and continues today. This is highly unusual. Normally, as an economy recovers jobs rebound, and people flock into the labor force. Based on what he was told by his economic advisors, President Obama attributed the decline in the participation rate to baby boomers taking retirement. In actual fact, over the so-called recovery, job growth has been primarily among those 55 years of age and older. For example, all of the July payroll jobs gains were accounted for by those 55 and older. Those Americans of prime working age (25 to 54 years old) lost 131,000 jobs in July.
Over the previous year (July 2014 — July 2015), those in the age group 55 and older gained 1,554,000 jobs. Youth, 16-18 and 20-24, lost 887,000 and 489,000 jobs.
Today there are 4,000,000 fewer jobs for Americans aged 25 to 54 than in December 2007. From 2009 to 2013, Americans in this age group were down 6,000,000 jobs. Those years of alleged economic recovery apparently bypassed Americans of prime working age.
As of July 2015, the US has 27,265,000 people with part-time jobs, of whom 6,300,000 or 23% are working part-time because they cannot find full time jobs. There are 7,124,000 Americans who hold multiple part-time jobs in order to make ends meet, an increase of 337,000 from a year ago.
The young cannot form households on the basis of part-time jobs, but retirees take these jobs in order to provide the missing income on their savings from the Federal Reserve’s zero interest rate policy, which is keyed toward supporting the balance sheets of a handful of giant banks, whose executives control the US Treasury and Federal Reserve. With so many manufacturing and tradable professional skill jobs, such as software engineering, offshored to China and India, professional careers are disappearing in the US.
The most lucrative jobs in America involve running Wall Street scams, lobbying for private interest groups, for which former members of the House, Senate, and executive branch are preferred, and producing schemes for the enrichment of think-tank donors, which, masquerading as public policy, can become law.
The claimed payroll jobs for July are in the usual categories familiar to us month after month year after year. They are domestic service jobs—waitresses and bartenders, retail clerks, transportation, warehousing, finance and insurance, health care and social assistance. Nothing to export in order to pay for massive imports. With scant growth in real median family incomes, as savings are drawn down and credit used up, even the sales part of the economy will falter.
Clearly, this is not an economy that has a future.
But you would never know that from listening to the financial media or reading the New York Times business section or the Wall Street Journal.

When I was a Wall Street Journal editor, the deplorable condition of the US economy would have been front page news.

1 opmerking:

Anoniem zei

Een hoop symboliek en de daarmee samenhangende betekenis, zal menigeen die het zen boeddhisme niet grondig heeft bestudeerd, ontgaan, so be it. Nochthans van epische proportie deze Koreaanse film die nog op celluloid werd geschoten in 1989. De compressie doet het origineel geen recht maar voor wie tijd geen obstakel is, en voor wie ongehinderd door de dictaten van de Hollywood doctrine heen kan kijken, nog kan andere dingen tot zich kan nemen is in pakweg 2 en half uur, is dit (synopsis) een film om vaker te bekijken. Speelt zich ook, deels, af op 'n berg. En het gaat niet over religie, hoe graag sommigen ook zouden willen dat Boeddhisme niet 'slechts een 'Leer' is: Dalmaga dongjjok-euro gan ggadakeun? - Bae Yong-kyun.


(E.e.a. getriggerd door 'n Japanse anime die ik net zag. Die symbolische betekenis, de filosofische component, in die films ontgaat westerlingen doorgaans door hun culturele onwetendheid, omdat ze niet met die principe's zijn grootgebracht. Voorbeeld: het boeddhistische principe 'Hungry Ghost' een begrip in boeddhistische culturen maar als zodanig in films van Ghibli, Hayao Miyazaki niet herkend of doorgrond, het is niet slechts onverzadigbaarheid(!), waardoor een hoop van de betekenis verloren gaat, dan wel verborgen blijft Spirited Away. Begrijpelijk eventueel wanneer Amida in Asura opgevoerd wordt, the 'pure land school' en de op-offerings-scene in dat verband, voorbijgaand aan the greater body of work waardoor de monnik zijn original mind toont op 'n manier die controversieel genoemd mag worden en tamelijk ongeloofwaardig overkomt. Dat gezegd, Japanse animatie, het lijken kinderfilms, niets is echter minder waar en het staat in een lange oogverblindende traditie waarbij niet alle verhalen even overtuigen en de tekeningen des te meer. Die liefde voor de natuur en voor detail. Wat in elk geval overeind blijft na het kijken, is dat er slechtere manieren zijn om je tijd te verdoen. 70 jaar na de ontdekking van wat de kernbom vermag, Japanners en hun collectief geheugen het verleden expressief verwerkend, op zoek naar betekenissen. Ik moest het maar eens posten.)

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...