dinsdag 2 december 2014

Media Corruptie 43



Had the atomic bomb turned out to be something as cheap and easily manufactured as a bicycle or an alarm clock, it might well have plunged us back into barbarism, but it might, on the other hand, have meant the end of national sovereignty and of the highly-centralized police state. If, as seems to be the case, it is a rare and costly object as difficult to produce as a battleship, it is likelier to put an end to large-scale wars at the cost of prolonging indefinitely a ‘peace that is no peace.’
George Orwell. You and the Atomic Bomb. 19 oktober 1945

Het is bekend dat de geschiedenis zich herhaalt, weliswaar niet in exact dezelfde vorm maar wel met precies dezelfde gevolgen. De verklaring hiervoor is simpel: de menselijke driften veranderen niet, het streven naar macht is bij sommigen als het ware genetisch opgeslagen. En aangezien alle macht corrumpeert, verandert er niets wezenlijks. Zelfs een democratie transformeert per definitie geleidelijk aan in een tirannie. Dit besef speelde in 1787 een belangrijke rol tijdens de Conventie, waarbij de Grondwet van de VS werd goedgekeurd, en was één van de belangrijkste geschilpunten tussen de afgevaardigden van de dertien staten, waaruit de huidige grootmacht ontstond: 

At the Constitutional Convention, both Elbridge Gerry (on May 31) and Alexander Hamilton (on June 18) identified the principal problem facing the United States in the aftermath of the Revolutionary War as an 'excess of democracy.' In short, the American Revolution had gone too far. Although prominent modern scholars tend to echo that judgment, we will never fully understand the context in which the Constitution was created until we give serious consideration to the people who took the contrary position that the Revolution had not gone far enough. They demanded annual elections, the right to instruct their representatives, small legislative districts, an ample money supply, low farm taxes, lower-house legislative supremacy, and a roughly equal distribution of property. Their diverse tools for obtaining these objectives included conventions, committees of correspondence, rhetorical broadsides accusing their opponents of lacking the natural human capacity for fellow-feeling, efforts to harmonize divergent proposals using the printed word, insurrections (and, much more commonly, appeals to public officials' fear of rebellion), and, perhaps most strikingly, the deliberate withholding of assembly representatives. In many ways, their critique of the Framers' elitist economic and political ideas was considerably more fundamental than the issues raised by the Framers' next (and considerably better-known) round of adversaries, the Anti-Federalists,

aldus de Amerikaanse hoogleraar Geschiedenis Woody Holton, auteur van de Unruly Americans and the Origins of the Constitution (2008). Door het introduceren van een systeem van 'checks and balances,' waarbij geen enkele groep de alleenheerschappij in handen zou krijgen, hoopten en verwachtten de grondleggers van de staat, die als 'Framers' betrokken waren bij het samenstellen van de Grondwet, dat er geen 'excess of democracy' zou ontstaan, oftewel een 'tyranny of the majority,' zoals John Adams, de tweede president van de VS, het in 1788 noemde. De in de klassieken geschoolde 'Founding Fathers' voorzagen niet dat daardoor precies het tegenovergestelde zou gebeuren: namelijk een 'tirannie van de minderheid,' van de plutocratie, zoals die vandaag de dag in de VS de absolute macht in handen heeft gekregen. Dit proces is geleidelijk aan gegaan, met kleine stapjes die allen bijeen verregaande consequenties hebben. Eén van de meest ingrijpende veranderingen voltrok zich na 1945. De Amerikaanse cineast en auteur Eugene Jarecki beschrijft deze ontwikkeling in zijn boek The American Way of War. Guided Missiles, Misguided Men, and a Republic in Peril (2008) aan de hand van de politiek van president Dwight Eisenhower. Na eerst te hebben verwezen naar de door de CIA-georchestreerde staatsgrepen in 1953 en 1954 in respectievelijk Iran en Guatemala, waarbij democratisch gekozen regeringen ten val werden gebracht, wijst Jarecki erop dat

while the Anglo-Iranian Oil Company and United Fruit had profit motives for seeking to disrupt Mossadegh's and Arbenz's nationalization initiatives, U.S. officials authorized covert actions against them in the name of fighting communism.

If Eisenhower had any misgivings about corporate influence on his policy making, there is no indication of it at the time. In his diaries, he offers only the most passing references to the CIA's increasing role in America's foreign affairs. After the coup in Iran, for example, he wrote: 'The things we did [in Iran] were covert,' and then, referring to the agent who engineered the coup (Kermit Roosevelt, kleinzoon president Theodore Roosevelt. svh), 'I listened to his report and it seems more like a dime novel than an historical fact.' 

As Ambrose (biograaf van Eisenhower. svh) attests,  Eisenhower was certainly in charge of these operations, yet his diaries suggest a great distance from and impunity regarding them. 'Establishing a pattern he would hold to throughout his Presidency,' Ambrose writes, 'he kept his distance and left no documents behind that could implicate the Presidency in any projected coup. But in the privacy of the Oval Office, over cocktails, he was kept informed by Foster Dulles, and he maintained a tight control over the activities of the CIA… The methods used were immoral, if not illegal,' Ambrose continues, 'and a dangerous precedent had been set. The CIA offered the President a quick fix for his foreign problems. It was there to do his bidding; it freed him from having Congress, or the parties, or the public.' 

Op deze wijze werd de toch al beperkte 'democratie' van 'checks and balances,' die vooral de Amerikaanse elite diende, almaar verder uitgehold. Het directe gevolg van dit proces is dat al een halve eeuw lang meer dan 40 procent van de kiezers in de VS niet meer stemt. Desondanks sprak de bestseller-auteur Geert Mak anno 2012 nog steeds in zijn boek Reizen zonder John van 'het vitale karakter van de Amerikaanse democratie,' en beweerde hij dat de VS na de Tweede Wereldoorlog 'decennialang als ordewaker en politieagent' in de wereld 'fungeerde.' Geruststellend voegde hij eraan toe dat 'de Verenigde Staten [nog steeds] het anker [zijn] van het hele Atlantische deel van de wereld in de ruimste zin van het woord,' dus inclusief het Midden-Oosten en Afrika, waar vandaag de dag de westerse economische belangen met NAVO-geweld worden verdedigd. Dat het zorgvuldig ontworpen systeem van 'checks and balances' in diezelfde tijd door het Witte Huis en Wall Street werd vernietigd en daarmee de Amerikaanse 'democratie' is een feit dat de mainstream-journalistiek evenwel dient te verzwijgen. Zelfcensuur is noodzakelijk om de mythen, waar geen enkel systeem zonder kan, overeind te houden. Eugene Jarecki over de CIA als een ouderwetse 'Imperiale Garde':

The CIA's capacity to help a president short-circuit the usual checks and balances of a decision to engage in foreign conflict was indeed a 'quick fix,' with lasting, far-reaching implications. Despite Eisenhower's hesitance to join the national hysteria over overt conflict with the Soviet Union, these methods reflect his willingness nonetheless to put national and corporate economic interests ahead of respect for democratic processes at home and abroad. As such, they also reflect Eisenhower's contribution to the ever-growing trend toward international entanglement at the expense of the framers' carefully crafted separation of powers.

What happened? Just five years earlier, Eisenhower had warned the faculty and students of Columbia of the threat posed to freedom by 'private pressure groups' and 'the power of concentrated finance.' Did he not see that these very forces were guiding America's actions in Iran and Guatemala? Had a blind spot emerged in his thinking? Worst of all, was Eisenhower seduced by the power afforded him by the newly formed CIA? Was he willing to over empower the executive branch in relation to the other branches?

Despite his relative reluctance to join the domestic chorus of Red Scare panic, the covert activity undertaken on his watch is a dark underside of his presidency. Given the widespread fears of the time and the formidable influence of McCarthy on the domestic landscape, one can fairly see how any president — even one as disinclined toward reactionary foreign policy as Eisenhower — could have been drawn into the vortex of runaway anticommunism. Yet Eisenhower's covert activity reveals that despite hist vigilant concern for the delicate balance between security and liberty even he was susceptible to the temptation to engage in covert activities, thus undermining a genuine commitment to the nation's founding principles. 

Als oud-vijf sterren generaal was president Eisenhower zich terdege bewust van dit laatste. Dit blijkt ondermeer uit zijn afscheidsrede in 1961 waarin hij expliciet waarschuwde voor wat hij noemde 'het militair-industrieel complex.' Hij wist dat 'war profiteering was nothing new,' zoals viel op te maken uit het officiële onderzoek in 1941 van de toenmalige senator en latere president Harry Truman, die als voorzitter van een Congres commissie fraude en corruptie in de defensie-sector aan de kaak had gesteld en 'treasonous' oorlogsprofiteurs opspoorde die 'enemies in the homeland' werden genoemd. Toen al waren de nauwe  corrumperende banden tussen de oorlogsindustrie en de strijdkrachten bekend. Jarecki schrijft in The American Way of War daarover:

What was new in the era of covert activity was the use of the CIA to implement invisibly the plans hatched in private consultation between the executive, select advocates in Congress, and their cronies in industry. In this way, the establishment of the CIA helped to create a new layer of secrecy and reduced accountability, blurring the line between America's national interest and the private interests of corporations friendly to the U.S. government,

een feit dat de bewering als zou de VS in de decennia sinds 1945 'als ordewaker en politieagent' hebben gefungeerd onderuit haalt, tenzij Mak met 'orde' bedoelt de wanorde van het gewelddadig opererende westerse kapitalisme. En gezien zijn boeken over Europa en de VS bedoelt hij inderdaad, net als de rest van de mainstream-pers, met 'orde' datgene wat een onafhankelijke waarnemer 'wanorde' noemt, en 'vrede' wat een integere journalist 'oorlog' betitelt. Zo schrijft Eugene Jarecki:

U.S. foreign policy in these years was a mix of controlled aggression, in the form of covert action and proxy wars, and halting diplomacy, in the form of several efforts at cautious conciliation with Moscow. As predicted in George Orwell's 1945 essay, 'You and the Atomic Bomb,' the proxy conflicts between the United States and the USSR in such places as Korea, Iran, Guatemala, Indonesia, Laos and Vietnam, employed conventional arms and covert activity to engage in satellite skirmishes that averted what might have otherwise been a conflict of nuclear annihilation. To those experiencing these conflicts firsthand — from Guatemala to Iran to Indonesia and Laos — they were destructive enough; but for the superpowers they were a lesser evil.

Terwijl Geert Mak in 2004 aan het slot van zijn 1223 pagina's tellende bestseller In Europa concludeert dat 'Europa als vredesproces een eclatant succes' is, voorzag George Orwell daarentegen al in 1945 een ‘vrede die geen vrede is.' Dit geeft het grote en fundamentele verschil aan tussen een schrijver als Orwell en een ideoloog als Mak. Een schrijver beschrijft de werkelijkheid, een ideoloog bedrijft propaganda. De één kijkt wat achter de façade schuilgaat, de ander vergaapt zich aan de uiterlijke vormen. En omdat de ene façade na de andere voorbij trekt, moet de ideoloog zich telkens weer verantwoorden met een nieuw aangepast verhaal, dat doorgaans tegenstrijdig is aan het voorafgaande verhaal. Dit verklaart Geert Mak's conclusie aan het eind van zijn boek In Europa niet alleen dat 'Europa als vredesproces een eclatant succes,' is, maar bovendien ook nog eens dat 'Europa als economische eenheid ook een eind op weg [is],' terwijl amper vier jaar later, oktober 2012, de kredietcrisis de ernstigste economische recessie inluidde sinds de beurskrach van 1929, en Mak gedwongen was  om zich in 2011 publiekelijk af te vragen: 'Hoe zijn we zo plotseling in deze nachtmerrie terechtgekomen?' In 2012 kwam hij zelf tot de slotsom dat 'Het Europese project als geheel nu al zwaar beschadigd [is]; met kunst- en vliegwerk blijft het misschien bestaan.' Weer een jaar later, op 29 april 2013, waarschuwde de domineeszoon dat 

Er machten aan de gang [zijn] boven Europa, ik zeg echt bóven Europa, het klassieke woord grootkapitaal doet hier zijn intrede. Ik heb er nooit zo in geloofd, maar nu wel, die ons totaal ontglipt en waar je niks tegen kunt doen. En dat vind ik buitengewoon beklemmend,

om tenslotte 5 maanden later opnieuw het neoliberalisme toe te juichen door met grote stelligheid te verklaren: 'Geen Jorwert zonder Brussel. Maar tegelijk: geen Brussel zonder Jorwert,’ en wel omdat 

de EU een markt [is] van bijna een half miljard mensen met de hoogste gemiddelde levensstandaard ter wereld. Alleen al voor Nederland is de Unie goed voor tweederde van onze totale export, een vijfde van het nationale product. We hebben nu een open toegang tot die markt. 

In de ideologische visie van westerse mainstream-journalisten zijn feiten instrumenteel, ze dienen slechts om één of andere doctrine te bewijzen dan wel te weerleggen, en vice versa. Bij gebrek aan kennis en vanwege zijn ideologische kijk op de werkelijkheid kan bijvoorbeeld Mak de geschiedenis niet beschrijven en al helemaal niet de toekomst voorspellen. De Makkianen beseffen niet echt dat de geschiedenis zich herhaalt, en dat de menselijke ijdelheid het individu en de massa dwingt telkens weer dezelfde stupide fouten te maken. Zijn geloof in zowel God als de Vooruitgang belemmert hem en zijn soortgenoten logisch na te denken. In zijn vuistdikke bestseller In Europa. Reizen door de twintigste eeuw laat Mak zijn lezers met betrekking tot het Avondland het volgende weten:

Vrede is een proces waaraan je voortdurend moet blijven werken. Anders doet ieder wat in zijn aard ligt, de sterken dwingen, de zwakken kunnen enkel accepteren.

Dat 'dwingen' is precies wat West-Europa onder aanvoering van de VS sinds '45 bijna overal ter wereld doet, zoals blijkt uit de vernietiging van de Iraanse democratie in 1953, de politieke steun aan de Amerikaanse massaslachtingen in Vietnam, het militaire geweld in het dekoloniserende Afrika, de steun aan de Amerikaanse en Britse terreur in Irak, de militaire en geopolitieke betrokkenheid in Afghanistan, de huidige militaire en logistieke ondersteuning van het geweld van de zogeheten 'Syrische rebellen,' de training van Iraanse terroristen, de steun aan de Israelische terreur, etc. Maar daarover zwijgt Mak, gekleurde volkeren spelen geen rol van betekenis in zijn boek over het koloniale en neokoloniale Europa van de twintigste eeuw. En geen enkele lezer van zijn alom geprezen boek heeft hier publiekelijk een vraagteken bij gezet. Integendeel zelfs, de blanke Europeaan uit de christelijke cultuur vindt het niet meer dan normaal dat nu nog steeds het Europa van de NAVO ontelbare miljarden besteedt aan het proces waarbij 'de sterken dwingen' en 'de zwakken enkel [kunnen] accepteren.' Want boven alles geldt voor de mainstream dat 'vrede' alleen bestaat als elders bommen ontploffen, en niet hier. Inderdaad, 'vrede is een proces waaraan je voortdurend moet blijven werken,' dat wil zeggen: het geweld moet ge-outsourced blijven naar de arme wereld, zodat Europa in alle rust van zijn rijkdom kan blijven genieten. Dat is de onuitgesproken visie van de westerse kleinburger. Vandaar ook dat in het register van Mak's 1223 pagina's tellende boek het woord NAVO slechts 2 keer voorkomt, in beide gevallen wordt het terloops in een paar zinnen afgedaan, met als gevolg zijn conclusie dat 'Europa als vredesproces een eclatant succes' is.

Daarentegen leefden de Europeanen decennialang onder de dreiging van de NAVO-doctrine van de wederzijdse verzekerde vernietiging (MAD), de totale uitroeiing, maar voor de voorheen pacifistische Mak moet dit een te verwaarlozen futiliteit zijn geweest, want hij geeft geen analyse van deze krankzinnige dreiging waarop nog steeds geen werkelijke democratische controle bestaat, terwijl toch zijn 'Europa'-boek wordt aangeprezen als een reisverslag dat 

over het verleden [gaat], en wat het verleden met ons doet. Het gaat over verscheurdheid en onwetendheid, over historie en angst, over armoede en hoop, over alles wat ons nieuwe Europa scheidt en bindt.


In Europa schampt aan de geschiedenis, veel dat niet behoort tot de officiële versie van de werkelijkheid, verzweeg Mak. Bestsellers van mainstream-journalisten kennen hun eigen werkelijkheid. Het grote gevaar van de massamedia is nu dat zijzelf het levende bewijs zijn dat de geschiedenis zich inderdaad herhaalt, inclusief het onvermogen om te leren van de lessen die de geschiedenis biedt. Ondanks het feit dat Geert Mak het grote publiek waarschuwt voor het neoliberale 'grootkapitaal' met zijn militair-industrieel complex dat 'ons totaal ontglipt en waar je niks tegen kunt doen,' een feit dat hij 'buitengewoon beklemmend' zegt te vinden, en de NAVO-landen tezamen 13 keer meer uitgeven aan het militair-industrieel complex dan Rusland, beweerde Mak op bevrijdingsdag, 5 mei 2014, in het televisieprogramma Eén op Eén, dat 'meneer Poetin' Europa '[dwingt] om meer aan defensie uit te geven.' Eerder had hij met betrekking tot de macht van Washington en Wall Street tegenover zijn publiek benadrukt dat 'Als je invloed en macht wilt hebben, je groots [moet] zijn. Dat is iets wat we in Europa van ze kunnen leren.' Het opmerkelijke is dat tevens in de familie Mak de geschiedenis zich herhaalt. Net zoals zijn vader, Catrinus Mak, destijds als evangelisatie-dominee tegenover elke gereformeerde kerkgemeente die maar betaalde de moreel failliete christelijke leer predikte en in 1936 publiekelijk liet weten dat Hitler's Neurenberger Rassenwetten 'op staatsterrein tolerabel' waren, zo verkondigt op zijn beurt vandaag de dag zijn zoon Geert waar dan ook het ' buitengewoon beklemmende' én failliete neoliberale geloof, zolang het hem als miljonair maar geld in het laatje brengt. Voor elk publiek heeft hij een aangepast verhaal, om zoveel mogelijk in de smaak te vallen. Hij is een schoolvoorbeeld van opportunistische ijdelheid. Ook hier geldt 'ijdelheid der ijdelheden, alles is ijdelheid,' zoals in Prediker staat. In plaats van te zwijgen, wil hij gehoord worden en gelden voor hem de woorden van de auteur Milan Kundera dat

Op grond van de dwingende noodzaak te behagen en zo de aandacht van het grootst mogelijke publiek te trekken, de esthetiek van de massamedia onvermijdelijk die van de kitsch [is] en naarmate de massamedia ons gehele leven meer omsluiten en infiltreren, wordt de kitsch onze dagelijkse esthetiek en moraal.

De werkelijkheid van de kitsch is logischerwijs levensgevaarlijk, omdat het tegelijkertijd een virtuele werkelijkheid is. Wat vandaag een waarheid is, is morgen een leugen, en overmorgen weer een waarheid. In korte tijd kunnen de Makkianen een staatshoofd als Poetin met een demonisch imago opzadelen, en kan een president als Obama door de commerciële massamedia tot redder van de mensheid worden uitgeroepen. In het dagelijkse bombardement van triviale nonsens en context-loze informatie is niets te gek. Daarom zijn journalisten van het kaliber Mak zo gevaarlijk. Zij laten zich voor elk karretje spannen, zolang ze maar 'het grootst mogelijke publiek'  kunnen 'trekken,'  en door de macht worden geprezen. Vergeet het niet wanneer dit slag corrupte propagandisten zijn steun weer verleent aan een nieuw gewelddadig conflict. Zij ontlenen hun status aan het feit dat elders mensen vermoord worden. 



Kitsch is het wapen van de kleinburger. Merci Monsieur et au revoir. 






Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...