vrijdag 8 november 2013

De Mainstream Pers 70


Augustus was sensible that mankind is governed by names; nor was he deceived in his expectation, that the Senate and people would submit to slavery, provided they were respectfully assured that they still enjoyed their ancient freedom.

                     Edward Gibbon. The Decline and Fall of the Roman Empire. 1776


Toen in 1975 het rapport The Crisis of Democracy verscheen, geschreven in opdracht van de invloedrijke Trilateral Commission, kon de buitenwereld weten dat de wind uit een andere hoek ging waaien aangezien de economische macht van oordeel was dat het democratiseringsstreven van de jaren zestig en zeventig was uitgelopen op ‘an excess of democracy.’ Het kapitalisme verdraagt maar een beperkte mate van democratie, de ware besluiten moeten door de elite worden voorbereid en niet door de bevolking, anders werkt het neoliberale systeem niet. Vandaar ook dat de grootste naoorlogse sociaal-democratische voorman, Joop den Uyl, zijn volgelingen wees op wat hij noemde ‘de smalle marge van de democratische politiek’ in een kapitalistisch orde. Zelf begonnen bij de Anti Revolutionaire Partij bleef hij pleiten voor wat de Duitse studentenleider Rudi Dutschke destijds de ‘lange mars door de instituten’ betitelde om ‘zo van binnenuit de overheid en de samenleving radicaal te veranderen.’  Maar eenmaal zelf op het pluche gezeten, bleken mijn ‘linkse’ generatiegenoten al snel zo mogelijk nog regentesker dan de regenten, die in het kader van de democratisering van de samenleving, waren verdreven. Een voorbeeld daarvan was de hoofdstedelijke ‘Han Lammerskliek’ die tegen de expliciete wil van de bevolking in het oude centrum van Amsterdam wilde verwoesten door daar een meerbaans-snelweg aan te leggen.  Dat was goed voor de vooruitgang, dat wil zeggen: de banken, de institutionele beleggers en de zakenwereld die achter de schermen aan de touwtjes trokken. Links in Nederland is geen politieke ideologie maar een mentaliteit van vermeende progressieven, gekenmerkt door wat Johan Huizinga, de enige historicus van wereldnaam die de polder ooit heeft voortgebracht, omschreef als een zekere mate van corruptie. In zijn essay De Nederlandse volksaard stelde hij dat het Nederlandse karakter ‘tot grondtrek’ heeft ‘dat het onheroisch is.’  Hier kent men de grootsheid van het verzet niet, zoals opnieuw tijdens de Tweede Wereldoorlog bleek en vandaag de dag wederom blijkt. Huizinga:

Hoe kan het anders? Een staat, opgebouwd uit welvarende burgerijen van matig grote steden en uit tamelijk tevreden boerengemeenten, is geen kweekbodem voor hetgeen men het heroische noemt… 

De eenheid van het Nederlandse volk is bovenal gelegen in zijn burgerlijk karakter… Uit een burgerlijke sfeer sproten onze weinig militaire geest, de overwegende handelsgeest voort […] Hypocrisie en farizeïsme belagen hier individu en gemeenschap! […] het valt niet te ontkennen, dat de Nederlander, alweer in zekere burgerlijke gemoedelijkheid, een lichte graad van knoeierij of bevoorrechting van vriendjes zonder protest verdraagt.

Men collaboreert liever met de macht dan men in verzet komt, en dit verklaart ook het feit dat uit het zogenaamd ‘tolerante’ Nederland procentueel tweemaal zoveel joodse burgers werd gedeporteerd als uit Belgie en driemaal zoveel als uit Frankrijk. Die neiging tot collaboratie kenmerkt de doorsnee Nederlander nog steeds, zoals blijkt uit het poldermodel en uit het feit dat ‘Een land als Nederland graag mee[werkt]’ met de afluisterpraktijken van de NSA, aldus Thomas Drake, een voormalige hoge functionaris van de Amerikaanse geheime dienst, spionage dus waarbij ‘1,8 miljoen gesprekken in Nederland’ werden ‘opgeslagen,’  volgens een publikatie in Le Monde,’ aldus de nrc.next van zaterdag 26 oktober 2013. Typerend was de reactie van de Nederlandse opiniemaker Paul Brill van de Volkskrant, een bekend propagandist van de zionistische staat Israel, die in zijn krant schreef

De onrust over de afluisterpraktijken van de Amerikanen groeit nog altijd. Maar hoe verrassend is het nu helemaal dat de VS alles nalopen?

Hij suggereerde dat het niet 'verrassend' is dat de VS 'alles nalopen.' Waar maakt de burger in een democratische rechtstaat zich nu toch 'helemaal' druk om? Het bespioneren door de staat is een doodnormale zaak, nietwaar? Het is goed dat voor onze veiligheid onze veiligheid wordt geschonden. Laten we het kenmerkende begrip 'nalopen' eens nader beschouwen.

nalopen... bekijken of alles is zoals het moet zijn

Met andere woorden: volgens de Volkskrant doet de Amerikaanse inlichtingendienst NSA niets anders dan even checken 'of alles is zoals het moet zijn.'


Op zijn beurt deed ook Rob de Wijk, directeur van The Hague Centre for Strategic Studies, tegenover Het Parool alsof er niets bijzonders aan de hand was, immers: 

Het gebeurt op grote schaal. Elk land probeert meer te weten te komen over de positie van andere landen, met name als het om economische onderwerpen gaat. Het verbaast mij niet dat landen dan ook in het e-mailverkeer van diplomaten proberen te kijken. Economische spionage is belangrijker geworden dan militaire spionage: we lezen in de krant wel hoeveel kernwapens er op vliegveld Volkel liggen.

Kortom, waar maken we ons druk over, ieder land schendt het internationaal recht, de internationale verdragen en de internationale afspraken. Elk kapitalistisch land, dus zo goed als de hele wereld, doet aan ‘economische spionage.’ En in wezen klopt de suggestie van mijn oud VPRO-collega Rob de Wijk, het neoliberale kapitalisme is één grote chaos, een cultuur van roofbouw, gebaseerd op het kweken van onverzadigbaarheid, waarbij normen en waarden geen enkele kunnen rol spelen. Daarom ‘verbaast’ De Wijk zich in het geheel niet dat de meest doortrapte individuen de staat gebruiken om alle anderen te benadelen, hij verwacht niet anders. Hij beseft niet eens datThey who can give up essential liberty to obtain a little temporary safety, deserve neither liberty nor safety,’ zoals Benjamin Franklin al in 1775 opmerkte. De Wijk is wat dat betreft het prototype van de Nederlander, wiens karakter gevormd is door eeuwenlange ‘Hypocrisie en farizeisme’ die ‘hier individu en gemeenschap [belagen]!’ zoals Johan Huizinga al in 1934 vaststelde in zijn essay Nederland’s Geestesmerk dat hij schreef voor het Gedenkboek van de Maatschappij tot Nut van ‘t Algemeen. Tot diezelfde slotsom kwam de enige echt radicale beweging, die Nederland gekend heeft, te weten Provo, die in haar beginselverklaring dan ook onmiddellijk duidelijk maakte dat

Provo zich voor de keus gesteld [ziet]: desperaat verzet of lijdzame ondergang. Provo roept op tot verzet waar het kan. Provo ziet in dat het de uiteindelijke verliezer zal zijn, maar de kans deze maatschappij nog eenmaal hartgrondig te provoceren, wil het zich niet laten ontgaan.


Wie durft er in de Nederlandse 'democratie' nog te provoceren?

Eenmaal de ‘maatschappij’ met haar ‘misselijk makende middenstands mentaliteit,’ haar ‘klootjesvolk’ en haar ‘regentendom,‘ te hebben geprovoceerd hief Provo, twee jaar na haar oprichting in 1967, zichzelf op in het besef dat de ‘verbeelding’ nooit ‘aan de macht kan komen. Een feit dat nog eens wordt geillustreerd door de carriere van een Makkiaan als Rob de Wijk, wiens pragmatische, uiterst buigzame houding zo kenmerkend is de voor de conformistische mentaliteit van de Nederlandse intelligentsia.  Hij was

vanaf 2007 directeur van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij was tussen 1999 en 2008 hoogleraar Internationale Betrekkingen aan de Nederlandse Defensie Academie te Breda. Van 2000 tot 2003 was hij ook directeur van het onderzoekscentrum van het RNMA. De Wijk was van 2000 tot 2013 verbonden aan de vakgroep politicologie Internationale Betrekkingen Universiteit Leiden. Begin 2013 ging hij over naar de Campus Den Haag van de Universiteit Leiden. Sinds 2012 is hij directeur van The Hague Security Delta. Hij is lid van de Strategic Advisors Group van de Atlantic Council in Washington en van de Senior Steering Group van het NATO Special Forces Headquarters in Mons. Daarnaast heeft hij adviesfuncties in binnen- en buitenland, waaronder voorzitter van de Denktank Nationale Veiligheid.

Natuurlijk verbaast dit ‘lid van de Strategic Advisors Group van de Atlantic Council in Washington en van de Senior Steering Group van het NATO Special Forces Headquarters in Mons,’ zich niet dat iedere burger in het ‘democratische’ Westen illegaal gecontroleerd kan worden door een Amerikaanse geheime dienst, die zelf niet of nauwelijks ‘democratisch’ gecontroleerd kan worden, alleen al gezien de omvang van de spionage. Ook Rob de Wijk wantrouwt de ‘democratie,’ anders zou hij als ‘strategisch adviseur’ onmiddellijk zijn opgestapt. En zo zijn we weer terug bij het rapport The Crisis of Democracy, uit 1975, waarin de Trilateral Commission zich boog over ‘the Governability of Democracies.’ De Amerikaanse onderzoekster van Corporate Watch, Rebecca Fisher, schrijft daarover in Managing Democracy. Managing Dissent:

For the Commission, the kind of democracy that was required was one in which the civil society would be better controlled and manipulated in order to neuter public opinion and resistance, and militate against the risks of social rebellion against the capitalist undemocratic and unequal social order. This, it was hoped, would correct the ‘flukes’ and ‘dysfunctions’ of democracy, without the risks to legitimacy posed by direct coercive force. Ideological hegemony has long been attempted in the central regions, in order to try and embed acceptance, participation and consent to the capitalist order. 

In de kapitalistische democratie werd tot voor kort het staatsmonopolie op het geweld zo lang mogelijk onzichtbaar gehouden, uit angst dat anders te duidelijk werd dat de democratie niet functioneert, al was het maar omdat er geen echte keuzevrijheid bestaat wanneer de 'keuzen' zo beperkt blijven. Ikzelf heb als verslaggever van Stad/Radio Amsterdam van binnenuit kunnen meemaken hoe het ‘gezag’ zodra het zijn legitimiteit dreigt te verliezen, naar de wapens grijpt en zelfs bereid is die te gebruiken. Toen eind jaren zeventig begin jaren tachtig als gevolg van weer eens een kapitalistische recessie de werkloosheid onder jongeren bleef stijgen, en er tegelijkertijd een gigantische woningnood was in Amsterdam, onder andere doordat het linkse stadsbestuur niet effectief optrad tegen het speculeren met panden, en ook nog eens hetzelfde regentendom de politie kraakpanden liet ontruimen, begonnen jongeren terug te vechten waarop het socialistische en communistische stadsbestuur tanks en zelfs militaire scherpschutters inzette om het verzet te breken. ‘De rek’ was eruit, zoals Geert Mak destijds in De Groene Amsterdammer zo treffend omschreef, ook toen al zonder duidelijk te maken hoe dit kwam. Het inmiddels neoliberale kapitalisme sloeg terug, het argument was dat er geen geld meer was om resultaten van de democratisering te financieren, en het linkse college van B&W liet via strooibiljetten vanuit een helicopter de protesterende jongeren rond de gebarricadeerde Vondelstraat weten dat de colonne, eenmaal in beweging, niet [kan] worden gestopt,’ dat wil zeggen, de colonne van politievoertuigen voorafgegaan door tanks en scherpschutters, die uiteindelijk de belangen van de economische macht in de stad verdedigden, zoals naderhand uit uitspraken van de PVDA-burgemeester was op te maken. Het gewelddadige optreden, inclusief charges tot in de Nieuwe Kerk op de Dam, maakte meteen duidelijk tot hoever de kapitalistische ‘democratie’ bereid was te gaan. Opnieuw werd bewezen hoe waar de stelling van de Amerikaanse hoogleraar sociologie William I. Robinson is dat ‘democracy is an historical proces which began under capitalism but can only be consumated with the supersession of capitalism.’ Dit grootscheepse overheidsgeweld kan natuurlijk niet te vaak plaatsvinden in een kapitalistische democratie, en wel omdat, zoals Rebecca Fisher beschrijft, daardoor de ‘contradictory relationship between capitalism and democracy, and their ultimate incompatibility’ te zichtbaar wordt voor grote groepen burgers. Vooral ook omdat:

democratic practices have… to be continually restricted and limited in order to insulate the processes of capitalist capture from political pressure from subjugated classes and groups. As we have seen, this has resulted in an unstable and sometime precarious hegemonic order in which, by virtue of its multiple and contradictory meanings, democracy is both a mask to legitmate capitalist coercion, and a direct threat to those coercive forces. Thus the existing supposedly democratic systems have to become ever more anti-democratic in line with capitalist expansion, thereby jeopardising the claims made that capitalism is, or can be, democratic, which remains a crucial means of securing public consent. 

En juist om de rechtvaardiging van het systeem draait het altijd en overal. De mainstream media spelen daarbij een doorslaggevende rol. In het begin van de jaren tachtig heb ik gemerkt tot hoever mijn Nederlandse collega’s bereid waren te gaan om het verzet, tegen de onrechtvaardigheden van het neoliberalisme, te criminaliseren. Het was verbijsterend hoe fanatiek de commerciele massamedia het verzet van jonge mensen stigmatiseerden, om op die manier de protestacties te ontdoen van hun politieke relevantie. De ‘vrije pers’ was als spreekbuis van de autoriteiten maar al te gewillig de zogeheten ‘kraakbeweging’ te minimaliseren tot een verzameling relschoppers die weigerden keurig op hun beurt te wachten totdat er een woning voor hen vrij zou komen. En omdat ik als verslaggever de krakers wel aan het woord liet en de mainstream journalisten nauwelijks of niet, werd ik als brenger van het slechte nieuws afgeschilderd als een onverantwoordelijke ‘actie-journalist,’ ongeveer in dezelfde bewoordingen als waarmee Glenn Greenwald vandaag de dag door een deel van de commerciele pers wordt geportretteerd. Een kritische journalist werd domweg niet geaccepteerd, zonder dat de consequenties van deze ontwikkeling voorzien werden door mijn Nederlandse collega’s, die willoos met de tijdgeest meedreven. En voor degenen die dit wel begrepen, maakte het niets uit, daar zorgde hun aangeboren collaboratie-mentaliteit, eigen aan het Nederlandse poldermodel, wel voor. Ondertussen sloegen de neoliberalen hun slag, net als in de VS. Rebecca Fisher:

In the present neoliberal era we are therefore experiencing increasing corporate domination of many alledgely ‘democratic’ decision-making processes  -- from the revolving doors between companies and government, to the large-scale corporate bankrolling of election campaigns to encourage candidates’ loyalty to corporate, rather than public, interests; from the insulation of monetary policy making from any form of even nominally democratic control, to the deployment of corporations to rebuild the political structures of Iraq’s ‘democratic’ government, and even its basic economic and monetary systems following the invasion. Other interventions in the market permitted by neoliberalism are insulated from popular participation: the IMF and the World Bank, whose membership is made up of ‘democratic’  states, serve the needs of transnational capitalism by imposing brutal economic regimens bypassing any sovereign democracies they encounter and remaining themselves impenetrable to public pressure. Meanwhile, ever more brutal disicplinary measures are deployed against those who rebel: note the growing rates of incarceration and social exclusion from state provisions. This is perhaps most starkly revealed in the story of migration under neoliberalism, in which while capital is increasingly free to move people’s movement is ‘managed,’ in order to discipline people into working for low wages in the periphery or in inhumane conditions as ‘illegal’ migrants in the centre.


Maar over de inhumane wanorde van de neoliberale orde zwijgen de Makkianen als het graf. Zo schreef Geert Mak in zijn boek, waarin hij claimt ‘op zoek naar Amerika' te zijn:

Het waren Amerikaanse presidenten, Wilson en Roosevelt,  die de aanzet gaven tot een hele reeks internationale instituten die, ondanks alle problemen, een begin van orde brachten in de mondiale politiek en economie.



Woodrow Wilson believed in segregation. In fact, he allowed his cabinet officials to expand segregation within government departments in ways that hadn't been allowed since the end of the Civil War. Wilson supported D. W. Griffith's film 'Birth of a Nation' which even included the following quote from his book, 'History of the American People': 'The white men were roused by a mere instinct of self-preservation ... until at last there had sprung into existence a great Ku Klux Klan, a veritable empire of the South, to protect the Southern country.'


Als we Mak's bewering in een bredere context plaatsen dan wordt al snel duidelijk dat er niets van overblijft. Aangaande president Woodrow Wilson schreef de Amerikaanse historicus en socioloog James W. Loewen in zijn 'National Bestseller' getiteld Lies My Teacher Told Me. Everything Your American History Book Got Wrong:

My students seldom know or speak about two antidemocratic policies that Wilson carried out: his racial segregation of the federal government and his military interventions in foreign countries. Under Wilson, the United States intervened in Latin America more often than at any other time in our history... In the summer of 1918 he authorized a naval blockade of the Soviet Union and sent expeditionary forces to Murmansk, Archangel, and Vladivostok to help overthrow the Russian Revolution.

Eerder al had Loewen de imperialistische drijfveren van Wilson verduidelijkt aan de hand van de uitspraken van de Amerikaanse president zelf, niet mis te verstane uitspraken als deze:

Since trade ignores national boundaries and the manufacturer insists on having the world as a market, the flag of his nation must follow him, and the doors of the nations which are closed must be battered down… Concessions obtained by financiers must be safeguarded by ministers of state, even if the sovereignty of unwilling nations be outraged in the process. Colonies must be obtained or planted, in order that no useful corner of the world may be overlooked or left unused.

Loewen: 

With hindsight we know that Wilson's interventions in Cuba, the Dominican Republic, Haiti, and Nicaragua set the stage for the dictators Batista, Trujillo, the Duvaliers, and Somozas, whose legacies still reverberate.

Maar dit was niet alles over de president die door Geert Mak wordt afgeschilderd als een politicus wiens beleid 'een begin van orde' bracht. Wilson zond troepen naar Mexico om daar Amerikaanse investeringen veilig te stellen. Piero Gleijesus, hoogleraar aan de prestigieuze Johns Hopkins University en expert op het gebied van 'US intervention in Latin America,' schreef: 

It is not that Wilson failed in his earnest efforts to bring democracy to these little countries. He never tried. He intervened  to impose hegemony, not democracy.

James W. Loewen:

The United States also attacked Haiti's proud tradition of individual ownership of small tracts of land, which dated back to the Haitian Revolution, in favor of the establishment of large plantations. American troops forced peasants in shackles to work on road construction crews. In 1919 Haitian citzens rose up and resisted U.S. occupation troops in a guerilla war that cost more than 3,000 lives, most of them Haitian [...] George Barnett, a U.S. marine general, complained to his commander in Haiti: ‘practically indiscriminate killing of natives has gone on for some time,’

hetgeen de Amerikaanse historicus Loewen tot de conclusie voert dat Wilson's politiek in de praktijk gebaseerd was op drie onmiskenbare feiten: 'colonialism, racism, and anticommunism.' En het was dezelfde door Mak geprezen racistische Woodrow Wilson die

personally vetoed a clause on racial equality in the Covenant of the League of Nations... Wilson's legacy was extensive: he effectively closed the Democratic Party to African Americans for another two decades, and parts of the federal government remained segregated into the 1950s and beyond... Wilson was an outspoken white supremacist who believed that black people were inferior. During his campaign for the presidency, Wilson promised to press for civil rights. But once in office he forgot his promises. Instead, Wilson ordered that white and black workers in federal government jobs be segregated from one another... When black federal employess in Southern cities protested the order, Wilson had the protesters fired. 

Geert Mak verzwijgt deze feiten, omdat die niet passen in het propagandabeeld dat hij en de Nederlandse mainstream media verspreiden en dat in het geval van de bestseller auteur zelf weer voortkomt uit zijn 'geheime liefde' voor de VS. Wel vermeldt Mak dat Woodrow Wilson één van degenen was die 'aan de wieg' stond 'van het Permanente Hof van Arbitrage -- de voorloper van het Internationale Gerechtshof -- en van de Volkenbond.' Opnieuw blijkt hoe ééndimensionaal Mak en de Makkianen de werkelijkheid beschrijven. Zij hebben geen oog voor de ambivalentie waarmee politici altijd en overal opereren. Als ze de geschiedenis werkelijk zouden hebben bestudeerd dan hadden ze geweten hoe de macht nooit wezenlijk verandert. Maar in zijn verlangen naar 'hoop' gelooft hij in het spel van de acteurs, zonder te beseffen dat dit allemaal theater is, opgevoerd voor naievelingen zoals hij. Het feit dat de Makkianen niet in staat zijn het almaar dalende vertrouwen in het politieke en economische neoliberale systeem een halt toe te roepen, weerhoudt hen niet door te gaan met hun propaganda. Ironisch genoeg zijn zij onderdeel geworden van ‘The Crisis of Democracy,’ een crisis die precies tegengesteld is aan de vermeende ‘Crisis’ die de Trilateral Commission bijna vier decennia geleden vreesde. Daarom nog een keer de nuchtere James W. Loewen om door de uiterlijke schijn heen te prikken:

Wilson displayed little regard for the rights of anyone whose opinions differed from his own... In fact Wilson tried to strengthen the Espionage Act with a provision giving broad censorship powers directly to the president. Moreover, with Wilson's approval, his postmaster general used his new censorship powers to suppress all mail that was socialist, anti-British, pro-Irish, or that in any other way might, in his view, have threatened the war effort. Robert Goldstein served three years in prison for producing The Spirit of '76, a film about the Revolutionary War that depicted the British, who were now our allies, unfavorably. Textbook authors suggest that wartime pressures excuse Wilson's suppression of civil liberties, but in 1920, when World War I was long over, Wilson vetoed a bill that would have abolished the Espionage and Sedition acts. Textbook authors blame the anticommunist and anti-labor union witch hunts of Wilsons's second term on his illness and on an attorney-general run amok. No evidence supports this view. Indeed, Attorney General Palmer asked Wilson in his last days as president to pardon Eugene V. Debs (presidentskandidaat voor de Socialistische Partij. svh), who was serving time for a speech attributing World War I to economic interests and denouncing the Espionage Act as undemocratic. The president replied ‘Never!’ and Debs languished in prison until Warren Harding pardoned him.

Meer morgen.



Woodrow Wilson: 'Since trade ignores national boundaries and the manufacturer insists on having the world as a market, the flag of his nation must follow him, and the doors of the nations which are closed must be battered down.'

3 opmerkingen:

Sonja zei

Reactie op PROVO in de massamedia. Wat meteen opvalt is vrijwel exact dezelfde taal van de nazi's over Joden die o.a. in Der Stürmer gelezen kon worden:
- "De Provo's zijn ons ongeluk" -> Vaste byline op de voorpagina van Der Stürmer: "Die Juden sind unserer Unglück!"
- "Definitieve oplossing van Provo-probleem" -> "Die Endlösung der Judenfrage".

Anoniem zei

Stan,met betrekking tot meer of minder collaboratie,lees Edwin Black's - I.B.M. and the final solution.
Een studie naar de ontwikkeling van het Hollorith ponskaart systeem en bevolkingsregistratie.in Nazi Duitsland en Nderland sinds 1933,en de rol van Jacobus Lentz,die in de woorden van Black"delivered the data and doomed three-tourths of Dutch Jewry"
Het argument hier is dat dit resultaat was van efficientere burocratie,en corporate greed.
Groeten Veerman

stan zei

bedankt, ik zoek het op.

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...