De uitdrukking ‘slegs vir blanken’ was gekend in het Zuid-Afrika van Verwoerd en Vorster toen zwarten via borden met daarop die slogans op hun plichten werden gewezen. De blanken van de Nationale partij zagen hen als een tak van het apenras en werden zoals olifanten en leeuwen in reservaten gestoken, als wilde dieren dus.
Vriend van Pol Pot
Ook Artsen Zonder Grenzen was in het verleden al ziek in ditzelfde bedje apartheidsbedje toen het van 1979 tot 1989 alleen in Thailand langs de grens met Cambodja in kampen van de Rode Khmer en hun bondgenoten actief was.
In het land met zijn toen een geschatte 7 miljoen inwoners weigerde het te werken. Het beleid van AZG was ‘Slegs vir de Rode Khmer’, hoeveel bloed die ook aan hun handen hadden. Vermoedelijk verzorgde deze (sic) humanitaire organisatie zelfs Pol Pot en zijn al even beruchte schoonbroer Ieng Sary. Beiden goed voor mogelijks 2 miljoen doden en meer.
Geen zorg, AZG haalde het hiervoor nodige geld wel op bij nietsvermoedende en goedbedoelende mensen. Het misleiden, oplichten zullen sommigen misschien wel denken, van die mensen is een specialiteit van veel Ngo’s. Spijtig voor diegenen onder de Ngo’s natuurlijk die wel goed werk leveren. Die delen dankzij AZG en Pax Christi dan maar mee in de klappen.
En Artsen Zonder Grenzen blijft ook nu weer in datzelfde bedje ziek te zijn, namelijk dat van de partijdigheid en zelfs het kant kiezen voor de meest brutale groepen die er in onze maatschappij zijn.
Vriend van al Qaeda
In Cambodja was het ‘slegs vir de Rode Khmer’, in Syrië nu is het datzelfde met hun steun voor Al Qaeda & Company. Zo was een team van Artsen zonder Grenzen recent in de Syrische stad Aleppo om er aan de kant van de rebellen steun te verlenen door er hun vechters op te lappen zodat ze verder terreur kunnen zaaien.
Kwestie van het bloedbad zoals in de jaren tachtig van de vorige eeuw in Cambodja ook in Syrië te laten voortduren. En zie, vandaag publiceerde De Standaard een verhaal van zo’n arts van AZG die er aan de zijde van de rebellen voor steun zorgde.
En zoals in het geval van Cambodja toen betekent dat ook hier platvloerse propaganda. En dus geen verhalen over folterpraktijken, plunderingen, aanvallen op burgers, kidnappingen en executies door de rebellen. Neen, dat is volgens AZG zo te zien het monopolie van het regeringsleger.
De Standaard de salafistenvriend
Zo kopte De Standaard vandaag: ‘Artsen met medicijnen in koffer riskeert executie’. Executie uiteraard dan door dat boosaardige regeringsleger. De rebellen doen zoiets niet volgens deze kwaliteitskrant. Het is het verhaal van dokter Jean Hervé Bradol.
En waarop sloeg die titel:
Arts zijn is levensgevaarlijk in Syrië: 'Een Syrische collega keek in de loop van een geweer, omdat hij medicijnen in zijn koffer meevoerde. Hij heeft zijn medicijnen aan de soldaten gegeven die hem hadden aangehouden. Hij denkt dat dat zijn leven heeft gered.'
Executie? Neen, de man werd blijkbaar eventjes aangehouden en volgens die getuigen, vermoedelijk een rebel, terug vrijgelaten nadat hij zijn medicijnen had afgegeven. Meer niet. Maar het woord executie klinkt natuurlijk heel angstaanjagend, heel boosaardig en zet dankzij de titel de toon voor wat alleen maar een zoveelste stuk propaganda is.
Dat het Syrische leger in Aleppo auto’s doorzoekt en artsen administratief arresteert die zomaar medicijnen vervoeren, vermoedelijk bestemd voor de rebellen, lijkt mij niet meer dan normaal in een stad die aangevallen wordt door salafisten van allerlei slag. Of mogen de burgers in Aleppo niet op de steun van het leger rekenen misschien?
Bahrein het ander verhaal
Dat die arts nadien mocht gaan toont aan dat men zelfs nog veel toelaat. Toen de VS de Iraakse stad Fallujah bestormde werd als eerste het grote hospitaal bezet en elke medische hulp onmogelijk gemaakt. In Bahrein werden recent zelfs dokters tot jaren cel veroordeeld alleen wegens het verzorgen van betogers. 
En dit niet zoals bij die Syrische rebellen in een rebellenhospitaal in een of ander achterkamertje maar in een gewoon hospitaal naast alle andere gewonden welke die dag verzorging nodig hadden.
Maar over Bahrein leest men dan ook praktisch niets in die kwaliteitskrant en getuigenissen van burgers die tegen die Syrische rebellen zijn zal je er ook nooit lezen. ‘Slegs vir salafisten’ is ook bij die krant de slogan.
En over die rebellen heeft dokter Bradol in de krant daarom geen onvertogen woord. Helden worden op de handen gedragen, het zijn heiligen waaraan men niet raakt. Toch niet in Groot-Bijgaarden.
Mohammed Merah
In de Franse krant Le Figaro van vandaag (1) komt dan in een artikel over Franse jihadisten weer een andere dokter van AZG aan het woord. Jacques Bérès was blijkbaar gelijktijdig met collega Bradol in de stad en doet een wat gelijkaardig relaas. Maar hij gaat tenminste toch iets verder.
Die maakt wel melding van de aanwezigheid van buitenlandse jihadisten waaronder Fransen die tegen hem hun bewondering uitspraken over de Franse terrorist Mohammed Merah.
Dat is de man die in Toulouse tussen 11 en 19 maart van dit jaar zeven burgers, waaronder enkele joden, in koelen bloede vermoorde. De man was vermoedelijk ook een informant van de Franse geheime diensten en had in Afghanistan een terroristenopleiding gevolgd.
Of hoe Artsen Zonder Grenzen na de Rode Khmer nu in Syrië slegs vir Al Qaeda & company werkt. Daarbij hetzelfde soort propaganda verkopende als nu ongeveer dertig jaar geleden vanuit die Thailandse kampen van Pol Pot. (2)
Willy Van Damme
2) Eind 1988 publiceerde Artsen Zonder Grenzen in Parijs bij de Editions Régine Deforges het boek ‘Le mur de bambou’ van Esmeralda Luciolli. Het was een pamflet tegen de regering van Cambodja en vooral Vietnam die volgens AZG de oorzaak waren voor al wat mis liep in Cambodja.
Waarbij alle leugens die men over de zaak maar kon verzamelen netjes in het boek werden samengebracht. Over de steun van AZG en het westen aan Pol Pot uiteraard geen woord. Evenmin als je er iets kwaads las over de onmenselijke toestanden in de kampen van de Rode Khmer waar AZG opereerde. Dat was geen probleem voor deze Ngo.