zondag 12 november 2006

Sonja Barend



Voor de jonge lezers: dit is Sonja Barend, decennialang een spraakmakende programmamaakster van de Nederlandse televisie. Ik voeg dit laatste eraan toe omdat ik op internet zag dat Sonja 156.000 vermeldingen heeft en de bij jongeren populaire Bridget Maasland maar liefst 370.000. Zo vergankelijk is televisieroem.

Sonja is zeven jaar ouder dan ik, maar toch iemand van mijn generatie. Ik ben als het ware met haar opgegroeid. Zij drukte een stempel op het bewustzijn van de oudere televisiekijkers. Ze behandelde in haar gespreksprogramma's 1001 al dan niet belangrijke onderwerpen, en ze liet nagenoeg iedereen aan het woord.

Nu, op haar oude dag, kijkt ze op de televisie met verwondering terug op het fenomeen dat haar - voor zolang het duurt - beroemd heeft gemaakt. Het lijkt op een soort verantwoording afleggen voor de ontwikkeling die mede zij in gang heeft gezet en is uitgemond in een steeds ordinairdere, steeds platttere programmering waarvan het einde nog niet in zicht is.

Gisteravond werd Sonja's programma voorafgegaan door enkele fragmenten van oude programma's waarin zij zei: 'Buitengewoon openhartig om dat op televisie te zeggen.' En: 'Is dat echt waar?' En: 'Heel vaak durven ze er niet over te praten.' Vervolgens leidde ze haar uitzending als volgt in: 'Je kunt je afvragen waarom mensen in die iets meer dan 50 jaar dat de televisie bestaat steeds meer bereid zijn om hun verhalen op de televisie te vertellen terwijl - laten we eerlijk zijn - het de meest rare omgeving is om iets van jezelf prijs te geven, vaak met een hoop mensen om je heen, een zaal, een microfoon op, een hoop licht, camera's en ook nog in de wetenschap dat - in die tijd dat ik het deed - een paar miljoen mensen naar je zaten te kijken.' Na dertig jaar lang haar gasten te hebben ondervraagd over van alles en nog wat, zonodig ook hun priveleven, moest deze vraag ooit eens opkomen.

Een aantal gasten werd naar hun mening gevraagd en die gaven keurig antwoord, maar pas echt interessant werd het nadat Sonja een niets- en gelijktijdig veelzeggend fragment uit Big Brother liet zien. Ze zei: ‘Je zat te kijken naar iets waarvan je alles verwachtte, maar er gebeurde eigenlijk heel erg weinig. Niettemin werd het een doorslaand succes. Miljoenen mensen gingen er naar kijken.' Aan de inmiddels aangeschoven eindredacteur van Big Brother, Tummie van der Tonnekreek, vroeg ze: 'Weet jij waarom er zoveel keken?’ Van der Tonnekreek antwoordde: ‘Wij gingen de therapie voorbij. Het waren geen mensen die iets te vertellen hadden. Het waren doodnormale mensen die niet dachten: ‘’We gaan eens effe in dat huis want dan krijg ik gehoor of mijn ziekte gaat over.” Het was gewoon: “Hé, ik wou weleens wat anders. Doe die deur maar open, ik ga er zitten.” En het is zo simpel als wat, je kijkt naar jezelf, want je dacht: “Hé, dat herken ik. Hé, wat gelukkig, niet al die mensen drinken dure drankjes, die hebben niet allemaal een probleem, die liggen gewoon op de bank. En eigenlijk begon zich af te tekenen dat Pim Fortuyn ooit een eind zou maken aan pluche en fluweel van bekende Nederlanders, niet voor zichzelf maar wel: “Wij zijn er ook nog, ik ben een doodnormale burger, ik ga naar mijn werk, ik doe verder niks en ik ben een ster. En dat was met internet erbij de bevestiging van: wij tellen weer me, het de burger mondig gemaakt en van gewone mensen sterren. Simpel.’

Sonja begreep de strekking niet van deze eenvoudige maar toch zo haarscherpe analyse. Ze zei: ‘Ja maar die mensen… Je doet nu net alsof de burger voor het eerst op de televisie was, maar die was er al, die zat al twintig jaar bij mij zijn verhaal te vertellen… En deze mensen hadden geen verhaal. Waarom gingen wij er naar kijken?’ Van der Tonnekreek: ‘Het was, denk ik, voor een heleboel mensen een enorme opluchting dat je geen verhaal hoefde te hebben… men dacht ik hoef niks, ik heb niks, ik ben niet zielig, ik ben niet ziek, ik ben niet boos. Ik wil gewoon lekker op de televisie zitten. En er zitten allemaal camera’s, ik zie wel waar het schip strandt.’

Het verbaasde Sonja dat iets wat in feite niets was kon worden uitgezonden en nog succes kon hebben ook, terwijl het waarschijnlijk niet eens echt was. En dus wilde ze van een Big Brother deelneemster weten of Big Brother wel allemaal echt was geweest. Nog steeds was ze op zoek naar zin en betekenis van een ontwikkeling die zijzelf onbewust op gang had gebracht. Een ontwikkeling waarbij alles gelijk geschakeld werd, elke mening, emotie, gedachte, waar niets meer echt belangrijk was, omdat alles als even belangrijk werd gepresenteerd, op alles kon je een camera zetten. Dus iemand die tegen het bombarderen van de Iraakse bevolking was, zette men tegenover iemand die dat wel een prijzenswaardig idee vond. Kennelijk was de post moderne gedachte van dit soort programma's dat de waarheid niet meer bestaat en dat uit twee tegenstelde meningen een waarheid zou voortvloeien. Emoties spelen daarbij een doorslaggevende rol en niet een weloverwogen gedachte.

Uitgangspunt was dat hetgeen 'de gewone man' te vertellen had, belangrijk genoeg was om te worden uitgezonden, hoe onnozel de meeste verhalen ook waren. Het maakte niet meer uit of iemand kennis van zaken had of een diep inzicht in een bepaalde materie bezat. Het enige belangrijke was dat iedereen gehoord werd. En toen bleek dat men bij gebrek aan kennis en inzicht na enkele jaren was uitgesproken, was de logische volgende stap: Big Brother. Terwijl Sonja nog zocht naar inhoud, blijkt nu na al die jaren dat er geen inhoud nodig is. De televisie gaat net als de verkiezingen in een parlementaire democratie in feite over niets essentieels meer. In een comsumptiemaatschappij wordt uiteindelijk alles verpakking.

Terwijl ik zat te kijken besefte ik hoe scherp de beroemde Amerikaanse kunstenaar Andy Warhol naar de consumptiemaatschappij en de massamedia had gekeken. Van de zomer bezocht ik in San Diego een drukbezochte tentoonstelling van zijn werk. In de zalen hingen ook enkele van zijn teksten, zoals deze: 'If you want to know all about Andy Warhol, just look at the surface of my paintings and films and me, there I am. There's nothing behind it.' Warhol begreep dat de massamaatschappij niet veel meer was dan de verpakking, marketing, public relations, een wereld voorbij goed en kwaad, massaproductie. De Amerikaanse schrijver Tom Wolfe zei dat Warhol's houding tegenover die overweldigende consumptiecultuur het volgende was: 'Oh, it is so horrible. I love it.' Toen Warhol gevraagd werd of hij zich kon verdedigen tegen de vernietigende kritiek op zijn werk antwoordde hij: 'Dat kan ik niet. Ze hebben gelijk.' In een van zijn films, 'Sleep', kan men 6,5 uur naar een slapende man kijken. Toen een interviewer hem vroeg waarom hij die films maakte antwoordde Warhol met 'Uhm, het is makkelijker te maken dan schilderijen. De camera heeft een motor, en die zet je aan en dan loop je gewoon weg, het neemt alles op.' Gevraagd naar zijn motieven zei hij: 'Well, I guess I really don't know... It is too hard to care... Don't get too involved.'

In de moderne samenleving hoeft men niets te vertellen te hebben en wil de massa niet betrokken raken bij de wereld. Men functioneert in een eendimensionale werkelijkheid, die is wat het is, meer is er niet. Wat overblijft is de drang om in die wereld beroemd te worden, of zoals Warhol zei: 'In the future, everyone will be world-famous for 15 minutes.' In 1979 herhaalde hij die stelling toen hij verklaarde "...my prediction from the sixties finally came true: In the future everyone will be famous for fifteen minutes.'

En zo zijn we via een omweggetje weer beland bij Sonja en Hummie. Waar Sonja nog zocht naar een motief bij de massamens beseft Hummie dat er geen enkel ander motief bestaat dan de drang naar op zijn minst 15 minuten beroemdheid. Dat is het resultaat van een parlementair democratisch waarin iedereen gelijk is aan de ander, waar verschillen in niveau niet bestaan en waar de meerderheid meent het recht te hebben om de ander te beledigen of lastig te vallen met nonsense. En door de onbeperkte aandacht van de televisie was men ervan overtuigd geraakt dat men recht van spreken had. Dat proces bleef niet beperkt tot de amusementswereld, het is inmiddels ook een van de belangrijkste politieke factoren geworden, zoals Van der Tonnekreek heel goed besefte.

Dat is de gelijk geschakelde wereld waarin de Sonja's van mijn generatie de consumenten hebben binnengevoerd. In al haar onschuld verwoordde en verbeeldde zij slechts de tijdgeest. Dat deed ze niet eens bewust en zeker niet met kwaaie bedoelingen. Integendeel, als een verbaast kind die een hooiberg ziet affikken, kijkt zij nu met een zekere verbijstering naar wat de televisie allemaal heeft aangericht. Aan het einde van haar programma liet ze alvast enkele beelden van haar volgende programma zien. De kijkers zagen een blonde man en vrouw die geheel naakt aan het 'neuken' waren. Een beeld met veel blank vlees waar de foto's van Leni Riefensthal van zwarte naakte kerels totaal bij verbleken.

Waar het 'venster op de wereld' onvermijdelijk in gaat eindigen is -denk ik - permanente live uitzendingen uit een arena waar gladiatoren al kickboksend, met drietanden of een machinegeweer elkaar om zeep helpen. Ik benadruk onvermijdelijk omdat de verveling gigantisch is en het volk moet worden bezig gehouden om de totale chaos te voorkomen. Die programma's zullen worden afgewisseld met veel aandacht voor mensen die zonder enige consequentie naar zichzelf willen kijken en - in de woorden van Hummie - niets te vertellen hebben en zich toch een ster willen voelen.

Voor het programma van Sonja Barend zie: http://omroep.vara.nl/tvradiointernet_detail.jsp?maintopic=424&subtopic=307663

1 opmerking:

Anoniem zei

En morgen gezond weer op!

Over gladiatoren en drietanden gesproken, ooit zag ik een programma op de BBC dat onder andere over de arena in de Romeinse tijd handelde.

Volgens dat programma was de arena een soort binnenstebuiten kering van de barbatij om de Romeinen heen. In de arena was het leven beheersbaar en opgesloten door de Romeinse beschaving. Daardoor hoefde de Romeinse bevolking niet te vrezen voor de barbarij.

Iets dergelijks zie je ook bij televisie. Doordat alles te zien is lijkt het leven beter beheersbaar. We kunnen griezelen en tegelijkertijd de ellende met een druk op de knop uitzetten.

Daarnaast is er nog de vergelijking met de grot van Plato. De mens is geketend aan een afbeelding van de werkelijkheid. Een schijnwerkelijkeid. Jammer genoeg praten we dan niet alleen over de televisie en de consumptiemaatschappij, maar ook over cultuur.

De meerderheid van de mensheid kan niet zonder schijn. De informatie die op dit blog wordt getoond gaat er gewoon niet in bij de meeste mensen. Wij kunnen namelijk niet de slechterikken zijn. Ik begrijp steeds meer van het "Ich habe es nicht gewusst" argument. De geschiedenis zal een hard oordeel vellen over deze tijd.

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...